Smalle wielen met lage flenzen: verschil tussen versies
Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
|
|
Regel 11: |
Regel 11: |
| In artikel [[E17.05 - Lage railprofielen|E17.05]] wordt uitgelegd dat de Amerikaanse modelspoorbanen vaak voorzien zijn van rails en wissels met lage profielen. Hoe lager het gebruikte railprofiel, hoe lager de wielflenzen moeten zijn. Dit om er voor te zorgen dat de wielen vrijlopen en niet over de bielzen stuiteren. | | In artikel [[E17.05 - Lage railprofielen|E17.05]] wordt uitgelegd dat de Amerikaanse modelspoorbanen vaak voorzien zijn van rails en wissels met lage profielen. Hoe lager het gebruikte railprofiel, hoe lager de wielflenzen moeten zijn. Dit om er voor te zorgen dat de wielen vrijlopen en niet over de bielzen stuiteren. |
| | | |
− | Een bekend formaat – ook in Europa – zijn de hierboven reeds genoemde RP25 wielen. RP25 staat voor een NMRA 'aanbeveling voor de praktijk' ('''R'''ecommended '''P'''ractice). Maar er blijken meerdere RP25-formaten naast elkaar te bestaan. Ze zijn er namelijk in verschillende wielbreedtes (Zie maat-N’ in onderstaande tekening). | + | Een bekend formaat – ook in Europa – zijn de hierboven reeds genoemde RP25 wielen. RP25 staat voor een NMRA 'aanbeveling voor de praktijk' ('''R'''ecommended '''P'''ractice). Maar er blijken meerdere RP25-formaten naast elkaar te bestaan. Ze zijn er namelijk in verschillende wielbreedtes (zie: maat-N’ in onderstaande tekening). |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= TAW-30.png | | |Bestand= TAW-30.png |
Regel 57: |
Regel 57: |
| | | |
| | | |
− | Voor H0 is RP25/110 de aangewezen maat. En dat hangt samen met de breedte van de groeven in wissels. Het wiel moet namelijk altijd breder zijn dan de dubbele groefbreedte. De breedte van het wiel voorkomt dat dit bij de wissels in de sleuf van het puntstuk zakt. | + | Voor schaal H0 is RP25/110 de aangewezen maat. En dat hangt samen met de breedte van de puntstuk-sleuven in wissels. Het wiel moet namelijk altijd breder zijn dan de dubbele sleufbreedte. De breedte van het wiel voorkomt dat dit bij de wissels in de sleuf van het puntstuk zakt. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= TAW-31.jpg | | |Bestand= TAW-31.jpg |
Regel 67: |
Regel 67: |
| | | |
| Nu willen de Amerikanen niet alleen wielen met lage flenzen, maar ook en vooral smalle wielen. Vergelijk in bovenstaande foto de RP25/88 – finescale wielen (links) met de 'normale' RP25/110 wielen (rechts). | | Nu willen de Amerikanen niet alleen wielen met lage flenzen, maar ook en vooral smalle wielen. Vergelijk in bovenstaande foto de RP25/88 – finescale wielen (links) met de 'normale' RP25/110 wielen (rechts). |
| + | |
| | | |
| === Proto:87 === | | === Proto:87 === |
− | Het kan overigens nog extremer. Hieronder een wielstel volgens de Proto:87 normen. Deze wielen zijn precies op schaal. Zie foto hieronder: | + | Het kan overigens nog extremer. Hieronder een wielstel volgens de Proto:87 normen. Deze wielen zijn precies op schaal, zie: foto hieronder: |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= TAW-32.png | | |Bestand= TAW-32.png |
Versie van 20 okt 2011 om 18:43
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Hans van de Burgt
Finescale
In artikel E17.05 wordt uitgelegd dat de Amerikaanse modelspoorbanen vaak voorzien zijn van rails en wissels met lage profielen. Hoe lager het gebruikte railprofiel, hoe lager de wielflenzen moeten zijn. Dit om er voor te zorgen dat de wielen vrijlopen en niet over de bielzen stuiteren.
Een bekend formaat – ook in Europa – zijn de hierboven reeds genoemde RP25 wielen. RP25 staat voor een NMRA 'aanbeveling voor de praktijk' (Recommended Practice). Maar er blijken meerdere RP25-formaten naast elkaar te bestaan. Ze zijn er namelijk in verschillende wielbreedtes (zie: maat-N’ in onderstaande tekening).
|
Afbeelding: E17.06-01
|
RP25 profiel
|
Bron: NMRA
|
CODE
|
TIRE WIDTH N'
|
FLANGE WIDTH T
|
TREAD WIDTH W
|
FLANGE DEPTH D'
|
GAGING POINT P
|
FILLET RADIUS R1
|
INNER RADIUS R2
|
OUTER RADIUS R3
|
175 |
0,175 |
0,048 |
0,127 |
0,045 |
0,015 |
0,025 |
0,028 |
0,028
|
126 |
0,126 |
0,036 |
0,090 |
0,028 |
0,012 |
0,018 |
0,021 |
0,021
|
116 |
0,116 |
0,031 |
0,085 |
0,026 |
0,011 |
0,014 |
0,018 |
0,018
|
110 |
0,110 |
0,030 |
0,080 |
0,025 |
0,010 |
0,014 |
0,018 |
0,018
|
88 |
0,088 |
0,025 |
0,063 |
0,023 |
0,008 |
0,012 |
0,015 |
0,015
|
79 |
0,079 |
0,023 |
0,056 |
0,020 |
0,008 |
0,011 |
0,014 |
0,014
|
72 |
0,072 |
0,020 |
0,052 |
0,020 |
0,008 |
0,010 |
0,012 |
0,012
|
54 |
0,054 |
0,014 |
0,040 |
0,016 |
0,007 |
0,008 |
0,009 |
0,009
|
E10.17.01-02
|
Tabel gemaakt door: Hans van de Burgt
|
Voor schaal H0 is RP25/110 de aangewezen maat. En dat hangt samen met de breedte van de puntstuk-sleuven in wissels. Het wiel moet namelijk altijd breder zijn dan de dubbele sleufbreedte. De breedte van het wiel voorkomt dat dit bij de wissels in de sleuf van het puntstuk zakt.
Nu willen de Amerikanen niet alleen wielen met lage flenzen, maar ook en vooral smalle wielen. Vergelijk in bovenstaande foto de RP25/88 – finescale wielen (links) met de 'normale' RP25/110 wielen (rechts).
Proto:87
Het kan overigens nog extremer. Hieronder een wielstel volgens de Proto:87 normen. Deze wielen zijn precies op schaal, zie: foto hieronder:
Meer informatie
Hieronder vinden we een overzicht van links naar andere websites over dit onderwerp:
|