|
|
Regel 99: |
Regel 99: |
| |Volgnummer= E08.01.02-06 | | |Volgnummer= E08.01.02-06 |
| |Omschrijving= Toepassing voor-, hoofd- en vertakkingsseinen | | |Omschrijving= Toepassing voor-, hoofd- en vertakkingsseinen |
− | |Bron= Handboek voor modelspoortechniek | + | |Bron= Handboek voor Spoorwegtechniek |
| |Positie= Midden | | |Positie= Midden |
| }} | | }} |
Versie van 15 dec 2011 om 18:29
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteurs: Hans van de Burgt en Huib Maaskant
Klassieke beveiliging
In artikel E08.01.01 - Beveiliging op het spoor is uitgelegd hoe en waarom beveiliging op de spoorbaan noodzakelijk is. Dit werd uitgelegd aan de hand van de plaatsing van lichtseinen. Maar in de vorige eeuw is er een lange periode geweest dat er (nog) geen lichtseinen waren. Het was de tijd van de armseinen.
De periode waarin deze armseinen werden gebruikt, start ongeveer in ... en eindigt in ...
Het was zeker niet zo dat abrupt afscheid werd genomen van de armseinen ten faveure van de lichtseinen. Gedurende vele jaren werden beide typen seinen vrolijk naast elkaar gebruikt. Met name in de tijdperken II en III komen beide tegelijkertijd voor. Al moet gezegd worden dat de lichtseinen al snel de hoofdrol gingen spelen op de belangrijkste routes in het land. Op talloze rangeerterreinen en raccordementen bleef het armsein zich echter lange tijd handhaven.
Op het bekende project De Lage Zij van Huib Maaskant is voor een deel gebruik gemaakt van de klassieke beveiliging.
Vanaf het ontstaan van de spoorwegen in Nederland was er behoefte om het verkeer daarop op een bepaalde wijze te kunnen regelen.
De middelen die werden toegepast waren de eerste vormen van het Seinwezen bij de Spoorwegen. In de loop der tijd werden er steeds meer varianten toegepast, waarbij sommige in Nederland bedacht werden, en andere overgenomen uit landen om ons heen. Naast technische inrichtingen werd er ook gewerkt aan het opstellen van reglementen.
Het begrip 'Seinwezen' is allengs zoo met dat van 'Spoorweg' saamgegroeid, dat we in de Wet tot regeling van den Dienst en het Gebruik der Spoorwegen (van 9 april 1875) zonder meer aantreffen de bepaling: 'Dat geregeld worden bij Algemeene Maatregel van Bestuur o.a. 'de bediening der Seinen' en 'hetgeen verder voor de uitoefening der spoorwegdiensten en het veilig verkeer over de Spoorwegen is voor te schrijven' .
|
De wet had betrekking op de hoofdspoorwegen, waarop een max. snelheid gold van 100 km/uur. Voor de lokaalspoorwegen gold echter de zogenaamde 'Locaalspoor- en Tramwegwet' (van 9 Juli 1900), waarin vastgelegd was dat de maximum snelheid 75 km/uur bedroeg.
Het doel van het Seinwezen was:Verzekering van een veilig verkeer, zonder belemmering van de snelheid der treinbewegingen.
NS Armseinen
Het klassieke Nederlandse seinstelsel is redelijk complex. Gerard van de Weerd beschrijft het op zijn site tot in het detail. Voor de modelspoorbaan kunt u zich meestentijds redden met de eenvoudige armseinen met een enkele mast. Indien gewenst kunt u ook een bordessein plaatsen (zie verderop in dit artikel). De tekening hierboven geeft de seinen weer in schaal H0.
We onderscheiden de volgende soorten armseinen:
- Voorseinen
Deze stonden op 500 m. voor de hoofdseinen, om aan te geven welk sein verwacht werd. Als het hoofdsein op onveilig stond (= arm omlaag), gaf het voorsein aan dat er langzaam gereden moest worden. Stond het hoofsein op veilig (= arm omhoog), dan stond ook het voorsein op veilig. Zoals op de bovenstaande tekening te zien is, had de arm van het voorsein een rechthoekige vorm.
- Hoofdseinen
De hoofdseinen - te herkennen aan het 'spiegel-ei' aan het einde van de arm - werden onderverdeeld in een aantal functionele toepassingen:
- Afstandsseinpalen ter beveiliging van gevaarlijke punten op 100 m. ervoor, voorafgegaan door een voorsein en baak.
- Inrijseinen om aan te geven op welk spoor of sporengroep de trein zou binnenrijden.
- Uitrijseinen dienden om op stations aan te geven of de trein mocht uitrijden. Op stations, waar de treinen konden doorrijden, werden de armen en lichten van de inrij- en uitrijseinen voor de hoofdsporen hoger geplaatst dan voor de overige sporen. Dat is duidelijk te zien aan de verschillende lengtes van de seinpalen.
Op bovenstaande foto staan twee even hoge hoofdseinen als uitrijsein. Uiteraard staan aan de andere zijde van het station ook twee identieke uitrijseinen. Deze situatie past bij de lage snelheid (45 km/uur) van het baanvak. De inrit van het station wordt aan beide zijden beveiligd met een vertakkingsein met voorsein. Een vertakkingsein hoort voorafgegaan te worden door een voorsein met twee armen. Dit sein is niet te koop en is heel lastig in model na te maken. In plaats daarvan kunt u kiezen voor een normaal voorsein.
- Richting- of vertakkingseinen
400px
|
Afbeelding: E08.01.02-04
|
Toepassing vertakkingsseinen
|
Bron: Handboek voor Spoorwegtechniek
|
Deze dienden om op stations en/of rangeerterreinen en raccordementen aan te geven, in welke richting de wissels waren ingesteld. Deze seinen zijn te herkennen aan de zwaluwstaart op het einde van het seinblad. Om aan te geven met welke snelheid een spoor bereden mocht worden, werden ruitvormige snelheidsborden toegevoegd met de tekst 75, 60 of 45.
- Bordessein
400px
|
Afbeelding: E08.01.02-05
|
Bordessein
|
Bron: Handboek voor Spoorwegtechniek
|
Soms werden richting- of vertakkingseinen gecombineerd op een zogenaamd bordes. In bovenstaande tekening is goed te zien dat bij zo'n bordessein verschillende hoogtes werden gehanteerd voor de seinen. De hoog geplaatste seinen golden voor de hoofdsporen (met de eventuele toevoeging van de snelheidsborden), de laaggeplaatste seinen golden voor de overige sporen.
Toepassing armseinen
Onderstaande tekeningen geven goed weer hoe u de armseinen op uw modelspoorbaan kunt toepassen.
650px
|
Afbeelding: E08.01.02-06
|
Toepassing voor-, hoofd- en vertakkingsseinen
|
Bron: Handboek voor Spoorwegtechniek
|
Meer informatie
Hieronder vinden we een overzicht van links naar andere websites over dit onderwerp:
- Handboek voor Spoorwegtechniek Deel II
Uitgegeven door A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V. - Leiden