|
|
Regel 32: |
Regel 32: |
| Op het bekende project ''De Lage Zij'' van Huib Maaskant is voor een deel gebruik gemaakt van de klassieke beveiliging. | | Op het bekende project ''De Lage Zij'' van Huib Maaskant is voor een deel gebruik gemaakt van de klassieke beveiliging. |
| | | |
− | Blokstelsels werden voor het eerst ingevoerd omstreeks 1880. Voor de bediening ervan werden in die tijd bloktoestellen van Siemens en Halske gebruikt. Later zijn hieruit de Nederlandse modellen ontwikkeld. De Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM of HSM) volgde haar eigen weg. Dat betekende dat in 1920, toen de SS en de HSM moesten samenwerken om te komen tot de Nederlandsche Spoorwegen, er qua techniek twee verschillende systemen van beveiliging waren ontstaan. In dit samenwerkingsverband werd voor het seinwezen gekozen voor de techniek volgens die van de HSM. Dit systeem was eenvoudiger en beter toepasbaar dan die van de SS . | + | Blokstelsels werden voor het eerst ingevoerd omstreeks 1880. Voor de bediening ervan werden in die tijd bloktoestellen van Siemens en Halske gebruikt. Later zijn hieruit de Nederlandse modellen ontwikkeld. De Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM of HSM) volgde haar eigen weg. Dat betekende dat in 1920, toen de SS en de HSM moesten samenwerken om te komen tot de Nederlandsche Spoorwegen, er qua techniek twee verschillende systemen van beveiliging waren ontstaan. In dit samenwerkingsverband werd voor het seinwezen gekozen, voor de techniek volgens die van de HSM. Dit systeem was eenvoudiger en beter toepasbaar dan dat van de SS. |
| | | |
| Vanaf 1949 verschijnen de lichtseinen in Nederland. Zie artikel [[E08.01.04 - Lichtseinen met enkele lamp of met meerdere lampen]]<br /> | | Vanaf 1949 verschijnen de lichtseinen in Nederland. Zie artikel [[E08.01.04 - Lichtseinen met enkele lamp of met meerdere lampen]]<br /> |
− | Het was zeker niet zo dat abrupt afscheid werd genomen van de armseinen ten faveure van de lichtseinen. Gedurende vele jaren werden beide typen seinen vrolijk naast elkaar gebruikt. Met name in de tijdperken II en III komen beide tegelijkertijd voor. Al moet gezegd worden dat de lichtseinen al snel de hoofdrol gingen spelen op de belangrijkste routes in het land. Op talloze rangeerterreinen en raccordementen bleef het armsein zich echter lange tijd handhaven. | + | Het was zeker niet zo dat abrupt afscheid werd genomen van de armseinen, ten faveure van de lichtseinen. Gedurende vele jaren werden beide typen seinen vrolijk naast elkaar gebruikt. Met name in de tijdperken II en III komen beide tegelijkertijd voor. Al moet gezegd worden dat de lichtseinen al snel de hoofdrol gingen spelen op de belangrijkste routes in het land. Op talloze rangeerterreinen en raccordementen kon het armsein zich echter lange tijd handhaven. |
| | | |
| === NS Armseinen === | | === NS Armseinen === |
Regel 56: |
Regel 56: |
| De hoofdseinen - te herkennen aan het 'spiegel-ei' aan het einde van de arm - werden onderverdeeld in een aantal functionele toepassingen: | | De hoofdseinen - te herkennen aan het 'spiegel-ei' aan het einde van de arm - werden onderverdeeld in een aantal functionele toepassingen: |
| | | |
− | * ''Afstandsseinpalen'' ter beveiliging van gevaarlijke punten op 100 m. ervoor, voorafgegaan door een voorsein en baak. | + | * ''Afstandsseinpalen'' ter beveiliging van gevaarlijke punten op 100 meter ervoor, voorafgegaan door een voorsein en baak. |
| | | |
| * ''Inrijseinen'' om aan te geven op welk spoor of sporengroep de trein zou binnenrijden. | | * ''Inrijseinen'' om aan te geven op welk spoor of sporengroep de trein zou binnenrijden. |
Regel 75: |
Regel 75: |
| |Bestand= Bordesseinen-HB.png | | |Bestand= Bordesseinen-HB.png |
| |Grootte= 460px | | |Grootte= 460px |
− | |Volgnummer= E08.01.02-05 | + | |Volgnummer= E08.01.02-04 |
− | |Omschrijving= Bordesseinen: Vertakkingsseinen (L.) en Hoofdseinen (R.) | + | |Omschrijving= Bordesseinen: Vertakkingsseinen (links) en Hoofdseinen (rechts) |
| |Bron= Hans van de Burgt | | |Bron= Hans van de Burgt |
| |Positie= Midden | | |Positie= Midden |
| }} | | }} |
− | Soms werden seinen gecombineerd op een zogenaamd bordes. In bovenstaande tekening is goed te zien dat bij zo'n bordessein verschillende hoogtes gehanteerd konden worden voor de seinen. De hoog geplaatste seinen golden voor de hoofdsporen (met de eventuele toevoeging van de snelheidsborden), de laaggeplaatste seinen golden voor de overige sporen. Op de bordessen konden allerlei combinaties voorkomen, zoals in rechter tekening twee hoofdseinen. In de linkertekening staan twee vertakkingsseinen, die hieronder besproken worden. | + | Soms werden seinen gecombineerd op een zogenaamd bordes. In bovenstaande tekening is goed te zien dat bij zo'n bordessein verschillende hoogtes gehanteerd konden worden voor de seinen. De hoog geplaatste seinen golden voor de hoofdsporen (met de eventuele toevoeging van de snelheidsborden), de laaggeplaatste seinen golden voor de overige sporen. Op de bordessen konden allerlei combinaties voorkomen, zoals in de rechter tekening; twee hoofdseinen. In de linkertekening staan twee vertakkingsseinen, die hieronder besproken worden. |
| | | |
| ====- Richting- of vertakkingseinen==== | | ====- Richting- of vertakkingseinen==== |
Regel 86: |
Regel 86: |
| |Bestand= Toepassing-vertakking.png | | |Bestand= Toepassing-vertakking.png |
| |Grootte= 600px | | |Grootte= 600px |
− | |Volgnummer= E08.01.02-04 | + | |Volgnummer= E08.01.02-05 |
| |Omschrijving= Toepassing vertakkingsseinen met voorseinen | | |Omschrijving= Toepassing vertakkingsseinen met voorseinen |
| |Bron= Hans van de Burgt | | |Bron= Hans van de Burgt |
| |Positie= Midden | | |Positie= Midden |
| }} | | }} |
− | Deze dienden om op stations en/of rangeerterreinen en raccordementen aan te geven, in welke richting de wissels waren ingesteld. Deze seinen zijn te herkennen aan de zwaluwstaart op het einde van de seinvleugel. Om aan te geven met welke snelheid een spoor bereden mocht worden, werden soms ruitvormige snelheidsborden toegevoegd met de tekst 75, 60 of 45. Ook hier werd met hoge seinen aangegeven welke de hoofdsporen zijn. | + | |
| + | Deze dienden om op stations en/of rangeerterreinen en raccordementen aan te geven, in welke richting de wissels waren ingesteld. Deze seinen zijn te herkennen aan de zwaluwstaart op het einde van de seinvleugel. Om aan te geven met welke snelheid een spoor bereden mocht worden, werden soms ruitvormige snelheidsborden toegevoegd, met de tekst 75, 60 of 45. Ook hier werd met hoge seinen aangegeven, welke de hoofdsporen zijn. |
| | | |
| ====- Rangeerseinen==== | | ====- Rangeerseinen==== |
Regel 103: |
Regel 104: |
| |Positie= Midden | | |Positie= Midden |
| }} | | }} |
− |
| |
| | | |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
Regel 160: |
Regel 160: |
| [[Categorie: Seinen|Armseinen]] | | [[Categorie: Seinen|Armseinen]] |
| [[Categorie: Spoorwegbouw|Armseinen]] | | [[Categorie: Spoorwegbouw|Armseinen]] |
− |
| |
| [[Categorie: Hans van de Burgt|A]] | | [[Categorie: Hans van de Burgt|A]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteurs: Hans van de Burgt en Huib Maaskant
Klassieke beveiliging
In artikel E08.01.01 is uitgelegd hoe en waarom beveiliging op de spoorbaan noodzakelijk is. Dit werd uitgelegd aan de hand van de plaatsing van lichtseinen. Maar in de vorige eeuw is er een lange periode geweest dat er (nog) geen lichtseinen waren. Het was de tijd van de armseinen.
Geschiedenis
Vanaf het ontstaan van de spoorwegen in Nederland was er behoefte om het verkeer daarop op een bepaalde wijze te kunnen regelen.
De middelen die werden toegepast waren de eerste vormen van het Seinwezen bij de Spoorwegen. In de loop der tijd werden er steeds meer varianten toegepast, waarbij sommige in Nederland bedacht werden, en andere overgenomen uit landen om ons heen. Naast technische inrichtingen werd er ook gewerkt aan het opstellen van reglementen.
Het begrip 'Seinwezen' is allengs zoo met dat van 'Spoorweg' saamgegroeid, dat we in de Wet tot regeling van den Dienst en het Gebruik der Spoorwegen (van 9 april 1875) zonder meer aantreffen de bepaling: 'Dat geregeld worden bij Algemeene Maatregel van Bestuur o.a. 'de bediening der Seinen' en 'hetgeen verder voor de uitoefening der spoorwegdiensten en het veilig verkeer over de Spoorwegen is voor te schrijven' .
|
De wet had betrekking op de hoofdspoorwegen, waarop een max. snelheid gold van 100 km/uur. Voor de lokaalspoorwegen gold echter de zogenaamde 'Locaalspoor- en Tramwegwet' (van 9 Juli 1900), waarin vastgelegd was dat de maximum snelheid 75 km/uur bedroeg.
Het doel van het Seinwezen was:Verzekering van een veilig verkeer, zonder belemmering van de snelheid der treinbewegingen.
|
Afbeelding: E08.01.02-01
|
Armseinen op 'De Lage Zij' van Huib Maaskant
|
Bron: Huib Maaskant
|
Op het bekende project De Lage Zij van Huib Maaskant is voor een deel gebruik gemaakt van de klassieke beveiliging.
Blokstelsels werden voor het eerst ingevoerd omstreeks 1880. Voor de bediening ervan werden in die tijd bloktoestellen van Siemens en Halske gebruikt. Later zijn hieruit de Nederlandse modellen ontwikkeld. De Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM of HSM) volgde haar eigen weg. Dat betekende dat in 1920, toen de SS en de HSM moesten samenwerken om te komen tot de Nederlandsche Spoorwegen, er qua techniek twee verschillende systemen van beveiliging waren ontstaan. In dit samenwerkingsverband werd voor het seinwezen gekozen, voor de techniek volgens die van de HSM. Dit systeem was eenvoudiger en beter toepasbaar dan dat van de SS.
Vanaf 1949 verschijnen de lichtseinen in Nederland. Zie artikel E08.01.04 - Lichtseinen met enkele lamp of met meerdere lampen
Het was zeker niet zo dat abrupt afscheid werd genomen van de armseinen, ten faveure van de lichtseinen. Gedurende vele jaren werden beide typen seinen vrolijk naast elkaar gebruikt. Met name in de tijdperken II en III komen beide tegelijkertijd voor. Al moet gezegd worden dat de lichtseinen al snel de hoofdrol gingen spelen op de belangrijkste routes in het land. Op talloze rangeerterreinen en raccordementen kon het armsein zich echter lange tijd handhaven.
NS Armseinen
|
Afbeelding: E08.01.02-02
|
Armseinen naar Nederlands voorbeeld
|
Bron: Huib Maaskant
|
Het klassieke Nederlandse seinstelsel is redelijk complex. Gerard van de Weerd beschrijft het op zijn site tot in het detail. Voor de modelspoorbaan kunt u zich meestentijds redden met de eenvoudige armseinen met een enkele mast. Indien gewenst kunt u ook een bordessein plaatsen (zie verderop in dit artikel). De tekening hierboven geeft de seinen weer in schaal H0.
We onderscheiden de volgende soorten armseinen:
- Voorseinen
Deze stonden op 500 meter voor de hoofdseinen, om aan te geven welk sein verwacht werd. Als het hoofdsein op onveilig stond (arm horizontaal), gaf het voorsein aan dat er langzaam gereden moest worden (arm omlaag). Stond het hoofsein op veilig (arm omhoog), dan stond ook het voorsein op veilig (arm omhoog). Zoals op de bovenstaande tekening te zien is, had het uiteinde van de arm van het voorsein een rechthoekige vorm.
- Hoofdseinen
De hoofdseinen - te herkennen aan het 'spiegel-ei' aan het einde van de arm - werden onderverdeeld in een aantal functionele toepassingen:
- Afstandsseinpalen ter beveiliging van gevaarlijke punten op 100 meter ervoor, voorafgegaan door een voorsein en baak.
- Inrijseinen om aan te geven op welk spoor of sporengroep de trein zou binnenrijden.
- Uitrijseinen dienden om op stations aan te geven of de trein mocht uitrijden. Op stations, waar de treinen konden doorrijden, werden de armen en lichten van de inrij- en uitrijseinen voor de hoofdsporen hoger geplaatst dan voor de overige sporen. Dat is duidelijk te zien aan de verschillende lengtes van de seinpalen.
|
Afbeelding: E08.01.02-03
|
Twee even hoge hoofdseinen als uitrijsein
|
Bron: Huib Maaskant
|
Op bovenstaande foto staan twee even hoge hoofdseinen als uitrijsein. Uiteraard staan aan de andere zijde van het station ook twee identieke uitrijseinen. Deze situatie past bij de lage snelheid (45 km/uur) van het baanvak. De inrit van het station wordt aan beide zijden beveiligd met een vertakkingsein met voorsein. Een vertakkingsein hoort voorafgegaan te worden door een voorsein met twee armen. Dit sein is niet te koop en is heel lastig in model na te maken. In plaats daarvan kunt u kiezen voor een normaal voorsein.
- Bordessein
460px
|
Afbeelding: E08.01.02-04
|
Bordesseinen: Vertakkingsseinen (links) en Hoofdseinen (rechts)
|
Bron: Hans van de Burgt
|
Soms werden seinen gecombineerd op een zogenaamd bordes. In bovenstaande tekening is goed te zien dat bij zo'n bordessein verschillende hoogtes gehanteerd konden worden voor de seinen. De hoog geplaatste seinen golden voor de hoofdsporen (met de eventuele toevoeging van de snelheidsborden), de laaggeplaatste seinen golden voor de overige sporen. Op de bordessen konden allerlei combinaties voorkomen, zoals in de rechter tekening; twee hoofdseinen. In de linkertekening staan twee vertakkingsseinen, die hieronder besproken worden.
- Richting- of vertakkingseinen
600px
|
Afbeelding: E08.01.02-05
|
Toepassing vertakkingsseinen met voorseinen
|
Bron: Hans van de Burgt
|
Deze dienden om op stations en/of rangeerterreinen en raccordementen aan te geven, in welke richting de wissels waren ingesteld. Deze seinen zijn te herkennen aan de zwaluwstaart op het einde van de seinvleugel. Om aan te geven met welke snelheid een spoor bereden mocht worden, werden soms ruitvormige snelheidsborden toegevoegd, met de tekst 75, 60 of 45. Ook hier werd met hoge seinen aangegeven, welke de hoofdsporen zijn.
- Rangeerseinen
De betekenis van iedere seinpaal was vastgelegd in het Sein Reglement en hangt af van de kleur, vorm, de opstelling van het spoor en de plaats in het seinbeeld. Zo had ook de kleur van de paal een bijzondere betekenis. Op diverse stations werden hoofd- en voorseinen geplaatst die golden voor trein- en voor rangeerbewegingen. De seinpalen werden dan voorzien van rode en witte vlakken. Seinen met zwarte en witte vlakken waren alleen geldig voor treinbewegingen en mochten voor rangeerbewegingen voorbij gereden worden. Het voert te ver om alle typen rangeerseinen in deze encyclopedie te behandelen. Zie hiervoor de uitvoerige informatie op de website van Gerard van de Weerd.
450px
|
Afbeelding: E08.01.02-06
|
Gecombineerde hoofd- en rangeerseinen
|
Bron: Hans van de Burgt
|
Meer informatie
Hieronder vinden we een overzicht van links naar andere websites over dit onderwerp:
- Handboek voor Spoorwegtechniek Deel II
Uitgegeven door A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V. - Leiden