Persoonlijke instellingen

Digitale spanning meten: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
Regel 11: Regel 11:
 
{{Wordtaangewerkt}}
 
{{Wordtaangewerkt}}
  
<!-
+
<!--
  
 
{{Inhoudsopgave|Rechts|Klein}}
 
{{Inhoudsopgave|Rechts|Klein}}
 
De 'Digitale' spanning is geen sinus (wisselspanninggolfvorm) en ook geen pure gelijkstroom.<br />
 
De 'Digitale' spanning is geen sinus (wisselspanninggolfvorm) en ook geen pure gelijkstroom.<br />
Het signaal dat op de rails staat, is namelijk een spanning in de vorm van een blokgolf. Die blokgolf kunt u zich het beste voorstellen als de streepjes van een barcode (zie: [[E10.01 - Inleiding digitale baanbesturing#Digitaal|Artikel E10.01)]]. Het signaal bestaat uit een spanning die tussen &plusmn; +9 volt en -9 volt wisselt in twee verschillende pulslengten. Het totale spanningsverschil tussen de beide spoorstaven is dus ongeveer 18 Volt. Volgens NEM 670 en NEM 671 zijn de lange pulsen 100 microseconden lang. De korte pulsen zijn 58 microseconden lang. Een lange positieve en een lange negatieve puls vormen samen een logische '0'. Een korte positieve en een korte negatieve puls vormen samen een logische '1'. Door bepaalde combinaties van 'nullen' en 'enen', m.b.v. een Digitale centrale, op de rails te zetten, kunnen de (loc)decoders aangestuurd worden.
+
Het signaal dat op de rails staat, is namelijk een spanning in de vorm van een blokgolf. Die blokgolf kunt u zich het beste voorstellen als de streepjes van een barcode (zie: [[E10.01 - Inleiding digitale baanbesturing#Digitaal|Artikel E10.01)]]. Het signaal bestaat uit een spanning die tussen &plusmn; +9 volt en -9 volt wisselt in twee verschillende pulslengtes. Het totale spanningsverschil tussen de beide spoorstaven is dus ongeveer 18 Volt. Volgens NEM 670 en NEM 671 zijn de lange pulsen 100 microseconden lang. De korte pulsen zijn 58 microseconden lang. Een lange positieve en een lange negatieve puls vormen samen een logische '0'. Een korte positieve en een korte negatieve puls vormen samen een logische '1'. Door bepaalde combinaties van 'nullen' en 'enen', m.b.v. een Digitale centrale, op de rails te zetten, kunnen de (loc)decoders aangestuurd worden.
  
 
====<u>Meten van de spanning</u>====
 
====<u>Meten van de spanning</u>====
Het meten van de digitale spanning op de rails, kan niet zonder een adaptor gedaan worden. Met een normale (RMS)voltmeter of Multimeter (DMM) krijgt u dan afwijkende uitlezingen (spanningswaarden). We willen echter wel graag de werkelijk aanwezige spanning weten. Daarvoor bestaat, in de handel verkrijgbare, apparatuur zoals de RRAmp. U kunt echter ook zelf een adapter-schakeling in elkaar zetten, om de 'Digitale' spanning te meten met een multimeter (DMM). Hier ziet u twee schema's, waarmee u kunt meten hoeveel spanning er op de rails staat.
+
Het meten van de digitale spanning op de rails, kan niet zonder een adaptor gedaan worden. Met een normale (RMS)voltmeter of een Multimeter (DMM) krijgt u dan afwijkende uitlezingen (spanningswaarden). We willen echter wel graag de werkelijk aanwezige spanning weten. Daarvoor bestaat, in de handel verkrijgbare, apparatuur zoals de RRAmp. U kunt echter ook zelf een adapter-schakeling in elkaar zetten, om de 'Digitale' spanning te meten met een multimeter (DMM). Hier ziet u twee schema's, waarmee u kunt meten hoeveel spanning er op de rails staat.
  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
Regel 34: Regel 34:
 
|Maker2= Fred Eikelboom  
 
|Maker2= Fred Eikelboom  
 
}}
 
}}
 
  
  
Regel 54: Regel 53:
 
Bij een diode is de stapspanning mede afhankelijk van de stroom die door de diode loopt. Bij toenemende stroom door de diode zal de stapspanning evenredig toenemen. Daar er bij het meten m.b.v. een multimeter een zeer lage stroom door de diode vloeit (dan gaat het om microAmp&egrave;res), zal die stapspanning laag, en tevens constant zijn.  
 
Bij een diode is de stapspanning mede afhankelijk van de stroom die door de diode loopt. Bij toenemende stroom door de diode zal de stapspanning evenredig toenemen. Daar er bij het meten m.b.v. een multimeter een zeer lage stroom door de diode vloeit (dan gaat het om microAmp&egrave;res), zal die stapspanning laag, en tevens constant zijn.  
  
Het meten van de stapspanning gaat heel eenvoudig m.b.v. een 9 Volt blok-batterij. U meet met behulp van een multimeter de spanning van de batterij. In het voorbeeld van schema E16.04.03-03 is dat bijv. een spanning van 8,94 Volt. Daarna sluit u de batterij op de ingang van de adaptor aan, en meet op de uitgang hoeveel spanning daar aanwezig is. Het verschil tussen die twee is de stapspanning over de diode. In het voorbeeld is dat (8,94-8,81)=0,13 Volt. Deze spanning telt u op bij de gemeten waarde van de spanning die u straks op de spoorstaven meet.
+
Het meten van de stapspanning gaat heel eenvoudig m.b.v. een 9 Volt blok-batterij. U meet met behulp van een Multimeter de spanning van de batterij. In het voorbeeld van schema E16.04.03-03 is dat bijv. een spanning van 8,94 Volt. Daarna sluit u de batterij op de ingang van de adaptor aan, en meet op de uitgang hoeveel spanning daar aanwezig is. Het verschil tussen die twee is de stapspanning over de diode. In het voorbeeld is dat (8,94-8,81)=0,13 Volt. Deze spanning telt u op bij de gemeten waarde van de spanning die u straks op de spoorstaven meet.
  
  

Versie van 2 feb 2012 om 18:46

Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Naam






Aan deze bijdrage wordt gewerkt.


Geen wijzigingen aanbrengen a.u.b., daar die weer overschreven worden bij het overzetten van de hele pagina vanaf mijn offline-systeem.




Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie