|
|
Regel 2: |
Regel 2: |
| |Vorige= E16.04.02 - Metingen aan een Elco welke aangesloten is op de digitale spanning | | |Vorige= E16.04.02 - Metingen aan een Elco welke aangesloten is op de digitale spanning |
| |Volgende= E17 - The American way | | |Volgende= E17 - The American way |
− | |Auteur= Naam | + | |Auteur= Fred Eikelboom |
| |Niveau= Beginner | | |Niveau= Beginner |
| |Aantalwoorden= 00000 | | |Aantalwoorden= 00000 |
Regel 14: |
Regel 14: |
| | | |
| {{Inhoudsopgave|Rechts|Klein}} | | {{Inhoudsopgave|Rechts|Klein}} |
− | De 'Digitale' spanning is geen sinus (wisselspanninggolfvorm) en ook geen pure gelijkstroom.<br /> | + | De 'Digitale spanning' is geen sinus (wisselspanninggolfvorm) en ook geen pure gelijkstroom.<br /> |
− | Het signaal dat op de rails staat, is namelijk een spanning in de vorm van een blokgolf. Die blokgolf kunt u zich het beste voorstellen als de streepjes van een barcode (zie: [[E10.01 - Inleiding digitale baanbesturing#Digitaal|Artikel E10.01)]]. Het signaal bestaat uit een spanning die tussen ± +9 volt en -9 volt wisselt in twee verschillende pulslengtes. Het totale spanningsverschil tussen de beide spoorstaven is dus ongeveer 18 Volt. Volgens NEM 670 en NEM 671 zijn de lange pulsen 100 microseconden lang. De korte pulsen zijn 58 microseconden lang. Een lange positieve en een lange negatieve puls vormen samen een logische '0'. Een korte positieve en een korte negatieve puls vormen samen een logische '1'. Door bepaalde combinaties van 'nullen' en 'enen', m.b.v. een Digitale centrale, op de rails te zetten, kunnen de (loc)decoders aangestuurd worden. | + | Het signaal dat op de rails staat, is namelijk een spanning in de vorm van een blokgolf. Die blokgolf kunt u zich het beste voorstellen als de streepjes van een barcode (zie: [[E10.01 - Inleiding digitale baanbesturing#Digitaal|Artikel E10.01)]]. Het signaal bestaat uit een spanning die tussen ± +9 volt en -9 volt wisselt, in twee verschillende pulslengtes. Het totale spanningsverschil tussen de beide spoorstaven is dus ongeveer 18 Volt. Volgens NEM 670 en NEM 671 zijn de lange pulsen 100 microseconden lang. De korte pulsen zijn 58 microseconden lang. Een lange positieve en een lange negatieve puls vormen samen een logische '0'. Een korte positieve en een korte negatieve puls vormen samen een logische '1'. Door bepaalde combinaties van 'nullen' en 'enen', m.b.v. een Digitale centrale, op de rails te zetten, kunnen de (loc)decoders aangestuurd worden. |
| | | |
| ====<u>Meten van de spanning</u>==== | | ====<u>Meten van de spanning</u>==== |
− | Het meten van de digitale spanning op de rails, kan niet zonder een adaptor gedaan worden. Met een normale (RMS)voltmeter of een Multimeter (DMM) krijgt u dan afwijkende uitlezingen (spanningswaarden). We willen echter wel graag de werkelijk aanwezige spanning weten. Daarvoor bestaat, in de handel verkrijgbare, apparatuur zoals de RRAmp. U kunt echter ook zelf een adapter-schakeling in elkaar zetten, om de 'Digitale' spanning te meten met een multimeter (DMM). Hier ziet u twee schema's, waarmee u kunt meten hoeveel spanning er op de rails staat. | + | Het meten van de digitale spanning op de rails, kan niet zonder een adaptor gedaan worden. Met een normale (RMS)voltmeter of een Multimeter (DMM) krijgt u afwijkende uitlezingen (spanningswaarden). We willen echter wel graag de werkelijk aanwezige spanning weten. Daarvoor bestaat, in de handel verkrijgbare, apparatuur zoals de RRAmp. U kunt echter ook zelf een adapter-schakeling in elkaar zetten, om de 'Digitale spanning' te kunnen meten met een multimeter (DMM). Hier ziet u twee schema's, waarmee u kunt meten hoe hoog de spanning is die op de spoorstaven staat. |
| + | (bij 'Drierail' gaat het dan om de spanning die tussen de puntcontacten (PuCo's) en de spoorstaven staat) |
| | | |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |