|
|
Regel 13: |
Regel 13: |
| De volgende bijdrage is alléén geschikt voor digitale modelspoorbanen. De in deze bijdrage genoemde print werkt <u>NIET</u> met analoge modelbanen. Het nabouwen- en gebruik van deze print is geheel voor eigen risico. | | De volgende bijdrage is alléén geschikt voor digitale modelspoorbanen. De in deze bijdrage genoemde print werkt <u>NIET</u> met analoge modelbanen. Het nabouwen- en gebruik van deze print is geheel voor eigen risico. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
− | |Bestand=tweedrierail_locs.jpg | + | |Bestand= tweedrierail_locs.jpg |
− | |Grootte=300px | + | |Grootte= 300px |
− | |Volgnummer=E10.11-01 | + | |Volgnummer= E10.11-01 |
| |Maker= Aswin Krol | | |Maker= Aswin Krol |
− | |Omschrijving=Principe digitaal tweerail & drierail | + | |Omschrijving= Principe digitaal tweerail & drierail |
| }} | | }} |
| === Inleiding === | | === Inleiding === |
Regel 23: |
Regel 23: |
| Met de komst van de digitale systemen is het echte verschil tussen Tweerail en Drierail verdwenen. Dit was altijd het soort stroom, gelijkspanning of wisselspanning. Om de locomotieven op het andere systeem te laten rijden moe(s)t er flink verbouwd worden. Bij digitale systemen maakt de spanning niet zoveel meer uit. Het signaal dat door de centrale op de baan gezet wordt, is het belangrijkste. Daarmee worden de locomotieven aangestuurd. | | Met de komst van de digitale systemen is het echte verschil tussen Tweerail en Drierail verdwenen. Dit was altijd het soort stroom, gelijkspanning of wisselspanning. Om de locomotieven op het andere systeem te laten rijden moe(s)t er flink verbouwd worden. Bij digitale systemen maakt de spanning niet zoveel meer uit. Het signaal dat door de centrale op de baan gezet wordt, is het belangrijkste. Daarmee worden de locomotieven aangestuurd. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
− | |Bestand=tweedrierail_puco.JPG | + | |Bestand= tweedrierail_puco.JPG |
− | |Grootte=300px | + | |Grootte= 300px |
− | |Volgnummer=E10.11-02 | + | |Volgnummer= E10.11-02 |
| |Bron= Märklin | | |Bron= Märklin |
| |Omschrijving= Märklin K-rails | | |Omschrijving= Märklin K-rails |
Regel 40: |
Regel 40: |
| In theorie is het dus mogelijk om zowel Tweerail- als Drierail-locomotieven op deze rails te laten rijden. Echter zal een Tweerail-locomotief niet rijden in een stuk (blok) dat geschikt is voor een Drierail-loc. En maakt een Drierail-loc kortsluiting als deze op een stuk van de Tweerail-loc komt. Dit komt omdat de wielen van het Märklin-materieel onderling met elkaar verbonden zijn. | | In theorie is het dus mogelijk om zowel Tweerail- als Drierail-locomotieven op deze rails te laten rijden. Echter zal een Tweerail-locomotief niet rijden in een stuk (blok) dat geschikt is voor een Drierail-loc. En maakt een Drierail-loc kortsluiting als deze op een stuk van de Tweerail-loc komt. Dit komt omdat de wielen van het Märklin-materieel onderling met elkaar verbonden zijn. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
− | |Bestand=tweedrierail_principe.jpg | + | |Bestand= tweedrierail_principe.jpg |
− | |Grootte=500px | + | |Grootte= 500px |
− | |Volgnummer=E10.11-03 | + | |Volgnummer= E10.11-03 |
| |Maker= Aswin Krol | | |Maker= Aswin Krol |
| |Type= Tekening | | |Type= Tekening |
Regel 57: |
Regel 57: |
| Er zitten voor- en nadelen aan bovengenoemde oplossingen. De schakelaar is gewoon het simpelst. Een relaisschakeling is al iets ingewikkelder, maar daarmee bent u wel wat flexibeler. Met de elektronische print is een volledig gecombineerd bedrijf van Tweerail- en Drierail-locomotieven tezamen goed mogelijk. | | Er zitten voor- en nadelen aan bovengenoemde oplossingen. De schakelaar is gewoon het simpelst. Een relaisschakeling is al iets ingewikkelder, maar daarmee bent u wel wat flexibeler. Met de elektronische print is een volledig gecombineerd bedrijf van Tweerail- en Drierail-locomotieven tezamen goed mogelijk. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
− | |Bestand=tweedrierail_print_top.jpg | + | |Bestand= tweedrierail_print_top.jpg |
− | |Grootte=300px | + | |Grootte= 300px |
− | |Volgnummer=E10.11-04 | + | |Volgnummer= E10.11-04 |
| |Maker= Aswin Krol | | |Maker= Aswin Krol |
| |Omschrijving= De uiteindelijke hybride-print | | |Omschrijving= De uiteindelijke hybride-print |
Regel 79: |
Regel 79: |
| De print kan vier stukken rails (blokken) van spanning voorzien. Hierbij worden er drie dingen gemeten: | | De print kan vier stukken rails (blokken) van spanning voorzien. Hierbij worden er drie dingen gemeten: |
| * Het binnenkomende 'digitale signaal', om de meetbare periodes te kunnen onderscheiden. | | * Het binnenkomende 'digitale signaal', om de meetbare periodes te kunnen onderscheiden. |
− | * Voor alle vier de baanvakken is er een detectie, waarbij het niet uitmaakt of er een Twee- of Drierail-loc aanwezig is. In de schema’s wordt dit signaal 'detect' genoemd. | + | * Voor alle vier de baanvakken is er een detectie, waarbij het niet uitmaakt of er een Twee- of Drierail-loc aanwezig is. In de schema's wordt dit signaal 'detect' genoemd. |
− | * Ook is er voor alle vier baanvakken een kortsluitdetectie. Deze meet of er een Drierail-loc aanwezig is die beide spoorstaven met elkaar verbindt. In de schema’s wordt dit signaal '3-rail' genoemd. | + | * Ook is er voor alle vier baanvakken een kortsluitdetectie. Deze meet of er een Drierail-loc aanwezig is, die beide spoorstaven met elkaar verbindt. In de schema's wordt dit signaal '3-rail' genoemd. |
| | | |
| | | |
Regel 88: |
Regel 88: |
| In het volgende voorbeeld wordt er van DCC uitgegaan; het zou echter ook met elk andere digitale systeem moeten werken. De baan wordt onderverdeeld in blokken en elk blok wordt op de print aangesloten. Op het bovenstaande plaatje is te zien hoe de print met de rails wordt verbonden. De puntcontacten krijgen gewoon permanent het digitale signaal. Één van de spoorstaven krijgt de 'Ground' (massa), welke permanent op deze spoorstaaf staat. De andere spoorstaaf wordt in blokken verdeeld en krijgt het digitale signaal via de print. | | In het volgende voorbeeld wordt er van DCC uitgegaan; het zou echter ook met elk andere digitale systeem moeten werken. De baan wordt onderverdeeld in blokken en elk blok wordt op de print aangesloten. Op het bovenstaande plaatje is te zien hoe de print met de rails wordt verbonden. De puntcontacten krijgen gewoon permanent het digitale signaal. Één van de spoorstaven krijgt de 'Ground' (massa), welke permanent op deze spoorstaaf staat. De andere spoorstaaf wordt in blokken verdeeld en krijgt het digitale signaal via de print. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
− | |Bestand=tweedrierail_schema_S88.jpg | + | |Bestand= tweedrierail_schema_S88.jpg |
− | |Grootte=500px | + | |Grootte= 500px |
− | |Volgnummer=E10.11-01 | + | |Volgnummer= E10.11-01 |
| |Maker= Aswin Krol | | |Maker= Aswin Krol |
| |Omschrijving= Schema print met S88 | | |Omschrijving= Schema print met S88 |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Aswin Krol - Bewerkt door Hans van de Burgt
Waarschuwing!
De volgende bijdrage is alléén geschikt voor digitale modelspoorbanen. De in deze bijdrage genoemde print werkt NIET met analoge modelbanen. Het nabouwen- en gebruik van deze print is geheel voor eigen risico.
300px
|
Afbeelding: E10.11-01
|
Principe digitaal tweerail & drierail
|
Foto gemaakt door: Aswin Krol
|
Inleiding
Iedereen kent wel het principe van de Tweerail-baan en de Drierail-baan. Bij Drierail wordt de loc gevoed door een 'derde rail' tussen de spoorstaven. Tegenwoordig heeft alleen Märklin als enige grote fabrikant nog rails voor het Drierail-systeem in zijn programma. De derde rail bij Märklin bestaat uit puntjes (puntcontacten) in de bielzen.
Met de komst van de digitale systemen is het echte verschil tussen Tweerail en Drierail verdwenen. Dit was altijd het soort stroom, gelijkspanning of wisselspanning. Om de locomotieven op het andere systeem te laten rijden moe(s)t er flink verbouwd worden. Bij digitale systemen maakt de spanning niet zoveel meer uit. Het signaal dat door de centrale op de baan gezet wordt, is het belangrijkste. Daarmee worden de locomotieven aangestuurd.
|
Afbeelding: E10.11-02
|
Märklin K-rails
|
Bron: Märklin
|
Ombouwen locomotieven
Wil u uw locomotieven - welke gemaakt zijn voor het Tweerail-systeem - laten rijden op het Drierail-systeem dan moet u aan het ombouwen gaan. Er moet minimaal een sleper onder de loc bevestigd worden om spanning van de 'derde rail' af te nemen. Dat moet dan bij iedere locomotief of treinstel gebeuren, en dat is niet echt praktisch.
Tweerail en Drierail tegelijk?
Wanneer u niet alle locomotieven en treinstellen wilt ombouwen naar Drierail dan moet de rails aangepast worden. Door de komst van de kunststof rails van Märklin is het mogelijk geworden met Tweerail en Drierail tegelijk te rijden. Bij de oude rails waren de twee spoorstaven elektrisch met elkaar verbonden. Daardoor kunt u er geen spanning voor een Tweerail-locomotief op zetten, want dan krijgt u meteen kortsluiting. De kunststof rails (wat de bedding betreft) heeft wel twee gescheiden spoorstaven, net als bij de 'normale' Tweerail-systemen.
Deze kunststof rails bestaat uit twee gescheiden spoorstaven met daartussen puntcontacten. Voor een Drierail-locomotief worden de buitenste spoorstaven gebruikt als 'ground' (massa) en het digitale signaal wordt op de puntcontacten gezet. Voor een Tweerail-locomotief worden echter alleen de gescheiden spoorstaven gebruikt. Hierbij krijgt de ene spoorstaaf het digitale signaal en de andere is de 'Ground' (massa).
In theorie is het dus mogelijk om zowel Tweerail- als Drierail-locomotieven op deze rails te laten rijden. Echter zal een Tweerail-locomotief niet rijden in een stuk (blok) dat geschikt is voor een Drierail-loc. En maakt een Drierail-loc kortsluiting als deze op een stuk van de Tweerail-loc komt. Dit komt omdat de wielen van het Märklin-materieel onderling met elkaar verbonden zijn.
|
Afbeelding: E10.11-03
|
Het principe
|
Tekening gemaakt door: Aswin Krol
|
Mogelijke oplossingen
Nu het principe van de hybride modelspoorbaan bekend is, kan een keuze worden gemaakt voor de uitvoering. Op één of andere manier moet een kortsluiting bij een Drierail-locomotief worden voorkomen en een Tweerail-locomotief moet van spanning worden voorzien.
Dit kan door gebruik te maken van:
- Een schakelaar zodat de hele baan in één keer omgeschakeld wordt tussen Tweerail- of Drierailbedrijf.
- Een relaisschakeling die de blokken 'in de gaten houd' en met deze gegevens de blokken van de juiste spanning voorziet.
- Elektronische print, bijvoorbeeld de Twee-/Drierailprint van Aswin Krol, zoals hier verder beschreven.
Er zitten voor- en nadelen aan bovengenoemde oplossingen. De schakelaar is gewoon het simpelst. Een relaisschakeling is al iets ingewikkelder, maar daarmee bent u wel wat flexibeler. Met de elektronische print is een volledig gecombineerd bedrijf van Tweerail- en Drierail-locomotieven tezamen goed mogelijk.
|
Afbeelding: E10.11-04
|
De uiteindelijke hybride-print
|
Foto gemaakt door: Aswin Krol
|
De Twee-/Drierail print
Deze print is het hart van onze oplossing. De print en de schakeling zijn ontwikkeld door Aswin Krol. Hieronder volgt uitleg over het principe, de print en de schakeling. Tevens wordt gewezen op de aandachtspunten.
Het principe
De schakeling moet een aantal zaken voor ons controleren en regelen om kortsluiting in de baan te voorkomen. De print moet de volgende zaken doen:
- Controleren van het type locomotief ('Tweerail' of 'Drierail')
- De juiste spanning op de juiste rails zetten
- Bezetmeldingen via de S88-bus doorgeven
Uitgaande van bovenstaande is het volgende schema ontworpen door Aswin Krol:
Uit het schema is de volgende PCB (printplaat met gedrukte schakeling) ontworpen, de PCB is nog niet beschikbaar. De schakeling kan nagebouwd worden op een experimenteerprint. Het nabouwen is voor eigen risico.
De print kan vier stukken rails (blokken) van spanning voorzien. Hierbij worden er drie dingen gemeten:
- Het binnenkomende 'digitale signaal', om de meetbare periodes te kunnen onderscheiden.
- Voor alle vier de baanvakken is er een detectie, waarbij het niet uitmaakt of er een Twee- of Drierail-loc aanwezig is. In de schema's wordt dit signaal 'detect' genoemd.
- Ook is er voor alle vier baanvakken een kortsluitdetectie. Deze meet of er een Drierail-loc aanwezig is, die beide spoorstaven met elkaar verbindt. In de schema's wordt dit signaal '3-rail' genoemd.
De gemeten gegevens worden door een Microprocessor, van het merk AVR, verwerkt. Indien een loc aanwezig is en het is geen Drierail-loc (dus Tweerailverkeer), wordt het baanvak voorzien van digitale spanning op de spoorstaven. Zodra er daarentegen een Drierail-loc wordt gedetecteerd, of indien er gedurende korte tijd geen loc wordt waargenomen, wordt de spanning weer uitgeschakeld. Aangezien deze print 'weet' of er locomotieven aanwezig zijn, is het handig om een S88-functie in te bouwen. De 'Ground' wordt zowel gebruikt voor de digitale spanning als voor de S88-terugmelding. Er zijn drie ingaande signalen, 'clock', 'latch' en 'data' vanaf een vorige module. Hiermee wordt het uitgaande datasignaal samengesteld. De print functioneert hetzelfde als een kwart van een normale terugmeldmodule. Voor de stekers echter, was helaas geen plek meer op de print, dus zijn het vier soldeerogen geworden.
Aansluiten van de print
In het volgende voorbeeld wordt er van DCC uitgegaan; het zou echter ook met elk andere digitale systeem moeten werken. De baan wordt onderverdeeld in blokken en elk blok wordt op de print aangesloten. Op het bovenstaande plaatje is te zien hoe de print met de rails wordt verbonden. De puntcontacten krijgen gewoon permanent het digitale signaal. Één van de spoorstaven krijgt de 'Ground' (massa), welke permanent op deze spoorstaaf staat. De andere spoorstaaf wordt in blokken verdeeld en krijgt het digitale signaal via de print.
|
Afbeelding: E10.11-01
|
Schema print met S88
|
Schema gemaakt door: Aswin Krol
|
Aandachtspunten
De wissels
Voor de wissels is deze schakeling nog niet geschikt. Hier wordt nog aangewerkt. De standaard wissels van het K-rails-programma geven kortsluiting. Zie voor meer informatie de website van Aswin Krol.
Keerlussen
Voor het gebruik bij keerlussen dient de print aangepast- c.q. uitgebreid te worden. Aan deze aanpassing- c.q. uitbreiding wordt gewerkt. Daarom is het nog niet mogelijk om deze print zonder problemen bij een keerlus te gebruiken. Zie voor meer informatie de website van Aswin Krol.
Nabouwen?
De Twee-/Drierail-print mag worden nagebouwd op een experimenteerprint. Het nabouwen is een ieder toegestaan voor eigen gebruik. Wanneer er echter wijzigingen of veel PCB's (printen) nodig zijn, neem dan eerst contact op met de ontwerper. Voor het nabouwen zijn een aantal bestanden beschikbaar. Deze kunnen via de website van Aswin Krol worden gedownload, zie onderstaande link. De kosten voor het nabouwen zijn ongeveer €15 aan materialen (prijspeil 2011). Voor meer informatie en schema's: zie de website van Aswin Krol.
Meer informatie
Hieronder vinden we een overzicht van links naar andere websites over dit onderwerp:
Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin