|
|
Regel 8: |
Regel 8: |
| |Aantalfilmpjes= 00 | | |Aantalfilmpjes= 00 |
| }} | | }} |
| + | {{Inhoudsopgave|Rechts|Klein}} |
| + | |
| + | |
| '''Artikel in bewerking door Hans''' | | '''Artikel in bewerking door Hans''' |
− | {{Inhoudsopgave|Rechts|Klein}}
| + | |
| + | |
| + | |
| ===De mast=== | | ===De mast=== |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
Regel 19: |
Regel 24: |
| |Positie= Midden | | |Positie= Midden |
| }} | | }} |
| + | |
| Het zelf bouwen van een armsein is niet zo moeilijk.<br /> | | Het zelf bouwen van een armsein is niet zo moeilijk.<br /> |
| De eerste stap is het samenstellen van de mast. De mast bestaat uit twee messing buisjes van 2,5 mm en 2,0 mm en een messing staafje van 1,5 mm. De binnenkant van de buisjes wordt over een lengte van 4 mm iets opgeboord, zodat de drie delen in elkaar passen. Even solderen en de basismast is klaar. | | De eerste stap is het samenstellen van de mast. De mast bestaat uit twee messing buisjes van 2,5 mm en 2,0 mm en een messing staafje van 1,5 mm. De binnenkant van de buisjes wordt over een lengte van 4 mm iets opgeboord, zodat de drie delen in elkaar passen. Even solderen en de basismast is klaar. |
Regel 30: |
Regel 36: |
| |Positie= Midden | | |Positie= Midden |
| }} | | }} |
| + | |
| Nadat alles in de juiste kleuren gespoten is, kan de vleugel aan de mast worden gemonteerd. Een gewone speld is een prima asje. De speld wordt van voren door de seinarm gestoken en met secondelijm vastgezet in de seinpaal. Tussen de seinarm en de seinpaal komt een plastic rondje van 1,0 mm dik voor voldoende afstand. Het rondje heb ik met een ponstang uit een plaatje styreen geknepen. Dezelfde tang heb je trouwens nodig om de gekleurde glaasjes uit kleurfolie te stansen. | | Nadat alles in de juiste kleuren gespoten is, kan de vleugel aan de mast worden gemonteerd. Een gewone speld is een prima asje. De speld wordt van voren door de seinarm gestoken en met secondelijm vastgezet in de seinpaal. Tussen de seinarm en de seinpaal komt een plastic rondje van 1,0 mm dik voor voldoende afstand. Het rondje heb ik met een ponstang uit een plaatje styreen geknepen. Dezelfde tang heb je trouwens nodig om de gekleurde glaasjes uit kleurfolie te stansen. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
Regel 39: |
Regel 46: |
| |Positie= Midden | | |Positie= Midden |
| }} | | }} |
− | Zo ziet een gemonteerd sein er uit. Het hoofdsein heeft een rode vleugel met een rond uiteinde. De achterkant van het sein is zwart/wit met twee diagonale zwarte strepen in het witte vlak. De strepen breng je het makkelijkst aan met een zwarte viltstift. Het vertakkingsein herken je altijd aan de gevorkte seinarm. De onderste helft van de arm moet nog wit worden geschilderd. | + | |
| + | Zo ziet een gemonteerd sein er uit. Het hoofdsein heeft een rode vleugel, met een rond uiteinde. De achterkant van het sein is zwart/wit, met twee diagonale zwarte strepen in het witte vlak. De strepen brengt u het makkelijkst aan met een zwarte viltstift. Het vertakkingsein herkent u altijd aan de gevorkte seinarm. De onderste helft van de arm moet nog wit worden geschilderd. |
| + | |
| + | |
| ===De aandrijving=== | | ===De aandrijving=== |
− | Het sein maken is één ding, de aandrijving is nog een heel ander verhaal. En goede mogelijkheid is het gebruik van geheugenmetaal. <br /> | + | Het sein maken is één ding, de aandrijving maken is een heel ander verhaal. En goede mogelijkheid is het gebruik van geheugenmetaal. <br /> |
− | Zie hiervoor [[E11.14 - Toepassing geheugenmetaal]]. | + | Zie hiervoor artikel [[E11.14 - Toepassing geheugenmetaal|E11.14]]. |
| | | |
| Een andere oplossing is het gebruik van een aandrijfmotor (bijvoorbeeld van BEMO). Deze is als aandrijving van seinen verkrijgbaar bij Henckens Modelbouw IJmuiden. | | Een andere oplossing is het gebruik van een aandrijfmotor (bijvoorbeeld van BEMO). Deze is als aandrijving van seinen verkrijgbaar bij Henckens Modelbouw IJmuiden. |
Regel 53: |
Regel 63: |
| |Positie= Midden | | |Positie= Midden |
| }} | | }} |
| + | |
| De aandrijving is zo gebouwd dat bij een rood tonend sein (de basisstand) de draad in rust is. De draad trekt aan door er stroom doorheen te laten lopen. De beweging van de draad wordt vergroot door het juk aan de onderkant. De metaaldraad wordt omlaag getrokken en het sein gaat op groen. Wanneer de stroom weer wordt uitgeschakeld, ontspant de draad zich en trekt het veertje het juk weer terug in de uitgangspositie. | | De aandrijving is zo gebouwd dat bij een rood tonend sein (de basisstand) de draad in rust is. De draad trekt aan door er stroom doorheen te laten lopen. De beweging van de draad wordt vergroot door het juk aan de onderkant. De metaaldraad wordt omlaag getrokken en het sein gaat op groen. Wanneer de stroom weer wordt uitgeschakeld, ontspant de draad zich en trekt het veertje het juk weer terug in de uitgangspositie. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
Regel 62: |
Regel 73: |
| |Positie= Midden | | |Positie= Midden |
| }} | | }} |
| + | |
| De gewone seinen hebben genoeg aan een enkele aandrijving. De vertakkingseinen hebben twee armen en hebben dus ook twee aandrijvingen nodig. De twee aandrijvingen passen prima naast elkaar op een printplaat. De weerstandjes hebben weinig met de aandrijving te maken; ze zorgen ervoor dat de lampjes in de seinen de juiste spanning krijgen toegediend. | | De gewone seinen hebben genoeg aan een enkele aandrijving. De vertakkingseinen hebben twee armen en hebben dus ook twee aandrijvingen nodig. De twee aandrijvingen passen prima naast elkaar op een printplaat. De weerstandjes hebben weinig met de aandrijving te maken; ze zorgen ervoor dat de lampjes in de seinen de juiste spanning krijgen toegediend. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
Regel 71: |
Regel 83: |
| |Positie= Midden | | |Positie= Midden |
| }} | | }} |
− | Een handjevol simpele elektronica is voldoende om de seinen tot leven te brengen. De aandrijving wordt aangestuurd met 12 Volt gelijkspanning. De LM317 begrenst de stroom door de aandrijving op 200 mA. Het IC wordt aardig warm en moet voorzien worden van een koellichaam. Het seinlampje wordt via een weerstandje aangesloten op 16 Volt wisselspanning. | + | |
| + | Een handjevol simpele elektronica is voldoende om de seinen tot leven te brengen. De aandrijving wordt gevoed met 12 Volt gelijkspanning. De LM317 begrenst de stroom door de aandrijving op 200 mA. Het IC wordt aardig warm en moet voorzien worden van een koellichaam. Het seinlampje wordt via een weerstandje aangesloten op 16 Volt wisselspanning. |
| | | |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
Regel 78: |
Regel 91: |
| {{Link extern | | {{Link extern |
| |Omschrijving= Website van Huib Maaskant | | |Omschrijving= Website van Huib Maaskant |
− | |Link= [http://www.floodland.nl/aim Huib Maaskant] | + | |Link= http://www.floodland.nl/aim |
| }} | | }} |
| {{Link extern | | {{Link extern |
− | |Omschrijving= Website van Henckens | + | |Omschrijving= Website van Henckens Modelbouw IJmuiden |
− | |Link= http://www.henckens-seinen.nl/aim Henckens Modelbouw IJmuiden | + | |Link= http://www.henckens-seinen.nl |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie tussenkop | | {{Linkssectie tussenkop |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Huib Maaskant
Artikel in bewerking door Hans
De mast
650px
|
Afbeelding: E08.01.07-01 en E08.01.07-02
|
Van messing buis naar mast
|
Bron: Huib Maaskant
|
Het zelf bouwen van een armsein is niet zo moeilijk.
De eerste stap is het samenstellen van de mast. De mast bestaat uit twee messing buisjes van 2,5 mm en 2,0 mm en een messing staafje van 1,5 mm. De binnenkant van de buisjes wordt over een lengte van 4 mm iets opgeboord, zodat de drie delen in elkaar passen. Even solderen en de basismast is klaar.
Het lamphuis is een stukje messingbuis van 2,0 mm diameter, waarvan de binnenkant is uitgeboord tot 1,5 mm. Zo past er net een klein lampje in. Via een haaks gat van 1,5 mm kan het licht naar buiten schijnen. Het lamphuis wordt met een messingstripje aan de mast gesoldeerd. De afstand ten opzichte van het draaipunt luistert nauw. Het gat in het lamphuis moet precies samenvallen met de gaten in de seinarm. Boor dus eerst het gaatje voor het draaipunt, voor je het lamphuis bevestigt.
Nadat alles in de juiste kleuren gespoten is, kan de vleugel aan de mast worden gemonteerd. Een gewone speld is een prima asje. De speld wordt van voren door de seinarm gestoken en met secondelijm vastgezet in de seinpaal. Tussen de seinarm en de seinpaal komt een plastic rondje van 1,0 mm dik voor voldoende afstand. Het rondje heb ik met een ponstang uit een plaatje styreen geknepen. Dezelfde tang heb je trouwens nodig om de gekleurde glaasjes uit kleurfolie te stansen.
Zo ziet een gemonteerd sein er uit. Het hoofdsein heeft een rode vleugel, met een rond uiteinde. De achterkant van het sein is zwart/wit, met twee diagonale zwarte strepen in het witte vlak. De strepen brengt u het makkelijkst aan met een zwarte viltstift. Het vertakkingsein herkent u altijd aan de gevorkte seinarm. De onderste helft van de arm moet nog wit worden geschilderd.
De aandrijving
Het sein maken is één ding, de aandrijving maken is een heel ander verhaal. En goede mogelijkheid is het gebruik van geheugenmetaal.
Zie hiervoor artikel E11.14.
Een andere oplossing is het gebruik van een aandrijfmotor (bijvoorbeeld van BEMO). Deze is als aandrijving van seinen verkrijgbaar bij Henckens Modelbouw IJmuiden.
650px
|
Afbeelding: E08.01.07-07 en E08.01.07-08
|
Toepassing geheugen draad
|
Bron: Huib Maaskant
|
De aandrijving is zo gebouwd dat bij een rood tonend sein (de basisstand) de draad in rust is. De draad trekt aan door er stroom doorheen te laten lopen. De beweging van de draad wordt vergroot door het juk aan de onderkant. De metaaldraad wordt omlaag getrokken en het sein gaat op groen. Wanneer de stroom weer wordt uitgeschakeld, ontspant de draad zich en trekt het veertje het juk weer terug in de uitgangspositie.
De gewone seinen hebben genoeg aan een enkele aandrijving. De vertakkingseinen hebben twee armen en hebben dus ook twee aandrijvingen nodig. De twee aandrijvingen passen prima naast elkaar op een printplaat. De weerstandjes hebben weinig met de aandrijving te maken; ze zorgen ervoor dat de lampjes in de seinen de juiste spanning krijgen toegediend.
Een handjevol simpele elektronica is voldoende om de seinen tot leven te brengen. De aandrijving wordt gevoed met 12 Volt gelijkspanning. De LM317 begrenst de stroom door de aandrijving op 200 mA. Het IC wordt aardig warm en moet voorzien worden van een koellichaam. Het seinlampje wordt via een weerstandje aangesloten op 16 Volt wisselspanning.
Meer informatie
Hieronder vinden we een overzicht van links naar andere websites over dit onderwerp: