Persoonlijke instellingen

Verlichting in gebouwen met leds: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k (plaatjes toeg.)
k (txt + link toeg.)
Regel 49: Regel 49:
 
Bij leds meten we op de polariteit te letten, omdat ze anders niet branden, en zelfs defect kunnen raken. [[Woorden - L#LED.|Leds]] moeten altijd in de [[Woorden - D#Doorlaatrichting|doorlaatrichting]] worden aangesloten. Daarvoor is een ezelsbruggetje: KNAP = Kathode Negatief, Anode Positief.<br />
 
Bij leds meten we op de polariteit te letten, omdat ze anders niet branden, en zelfs defect kunnen raken. [[Woorden - L#LED.|Leds]] moeten altijd in de [[Woorden - D#Doorlaatrichting|doorlaatrichting]] worden aangesloten. Daarvoor is een ezelsbruggetje: KNAP = Kathode Negatief, Anode Positief.<br />
 
Bij leds is het van belang dat er, i.v.m. het maximale vermogen van de trafo, zoveel mogelijk in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] geschakelt worden.
 
Bij leds is het van belang dat er, i.v.m. het maximale vermogen van de trafo, zoveel mogelijk in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] geschakelt worden.
=== Stroomverbruik ===
+
=== Zekeren ===
Bij het bedraden van de verschillende verlichtingsaansluitingen dienen we rekening te houden met de stroomsterkte die door de bedrading loopt. Vanaf de transformator dienen voldoende dikke draden naar de CVL te lopen.
 
 
 
Bij gebruik van bijvoorbeeld een 70 VA trafo mag maximaal 4,3 ampère afgenomen worden. Bij kortsluiting kan er echter een stroom van meer dan 10 ampère gaan lopen. Iets om terdege rekening mee te houden.  Zonder zekering is de kans zeer groot dat bij eventuele kortsluiting de bedrading door oververhitting vlam vat! Vooral wanneer we een trafo met groot vermogen gebruiken, dan verdient het sterke aanbeveling om de bedrading tussen de trafo en de leds te zekeren. De zekering plaatsen we zo dicht mogelijk bij de transformator. Bij o.a. Conrad zijn zekeringhouders voor glaszekeringen verkrijgbaar, welke heel simpel op een stuk [[Woorden - P#Printplaat|printplaat]] te solderen zijn (zie [[#Verlichting in gebouwen met leds#Meer informatie|Meer informatie]]).
 
 
 
{| class="wikitable"
 
| valign="center"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small>&nbsp;&nbsp;'''LET OP'''</small>||valign="top"|<b>Gebruik altijd een zekering met een waarde die leger is dan de uitgangsstroom van de trafo. Bij kortsluiting bestaat kans op oververhitting en brandgevaar!!<br />
 
Houd daarbij ook goed in gedachten dat een nieuwe zekering veel goedkoper is, dan de forse brandschade die kan ontstaan bij een kortsluiting.</b>
 
|-
 
|}
 
===Zekeren===
 
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= ZekerenLEDs01.png
 
|Bestand= ZekerenLEDs01.png
 
|Grootte= Groot
 
|Grootte= Groot
 
|Volgnummer= 01
 
|Volgnummer= 01
|Omschrijving= Groepen leds gezekerd
+
|Omschrijving= Voeding. Groepen leds schakelbaar en gezekerd
 
|Type= Schema
 
|Type= Schema
 
|Maker= Fred Eikelboom  
 
|Maker= Fred Eikelboom  
 
}}
 
}}
 +
Bij gebruik van bijvoorbeeld een 70 VA trafo mag maximaal 4,3 ampère afgenomen worden. Bij kortsluiting kan er echter een stroom van meer dan 10 ampère gaan lopen. Iets om terdege rekening mee te houden. Zonder zekering is de kans zeer groot dat bij eventuele kortsluiting de bedrading door oververhitting vlam vat! Vooral wanneer we een trafo met groot vermogen gebruiken, dan verdient het sterke aanbeveling om de bedrading tussen de trafo en de leds te zekeren. De zekering plaatsen we zo dicht mogelijk bij de transformator. Bij o.a. Conrad zijn zekeringhouders voor glaszekeringen verkrijgbaar, welke heel simpel op een stuk [[Woorden - P#Printplaat|printplaat]] te solderen zijn (zie [[#Verlichting in gebouwen met leds#Meer informatie|Meer informatie]]).
 +
 +
{| class="wikitable"
 +
| valign="center"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small>&nbsp;&nbsp;'''LET OP'''</small>||valign="top"|<b>Gebruik altijd een zekering met een waarde die leger is dan de uitgangsstroom van de trafo. Bij kortsluiting bestaat kans op oververhitting en brandgevaar!!<br />
 +
Houd daarbij ook goed in gedachten dat een nieuwe zekering veel goedkoper is, dan de forse brandschade die kan ontstaan bij een kortsluiting.</b>
 +
|-
 +
|}
 +
=== De schakeling ===
 +
In afbeelding 01 zien we een trafo, een gelijkrchter (B1), en een elco (C1). Deze zorgen voor de voeding van de leds. Dan komen de zekeringen (Z1 t/m Z3), de schakelaars (S1 t/m S3) en de serieweerstanden R1 t/m R3). Voor de gelijkrichter nemen we een bijvoorbeeld een [https://www.reichelt.nl/nl/nl/vlakke-bruggelijkrichter-80-vrrm-1-5a-net-5-0-b40c1500a-p260217.html?r=1 B40C1500]. Deze is ontworpen voor een spanning van 40V en maximaal 1,5 ampère.
 +
Voor de elco nemen we bijvoorbeeld een [https://www.reichelt.nl/nl/nl/elco-radiaal-470-uf-35-v-105-c-lage-esr-fr-a-470u-35-p200291.html?&trstct=pos_2&nbc=1 470uF/35V].
 +
Dit voorbeeld gebruikt een [[Elektronica basis#De transformator|transformator]] (afgekort: "trafo") met secundair een spanning van 18 volt wisselspanning (AC) omdat we zo veel mogelijk de leds in serie zetten. De bruggelijkrichter bestaat uit vier dioden in één behuizing, de "brugcel" (zie B1 op afbeelding 01) of uit vier losse dioden die in brug geschakeld zijn. Dit is de "Graetz-schakeling", genoemd naar de uitvinder ervan. Bij gebruik van losse dioden (voor B1 in afbeelding 1) moeten deze minstens een sperspanning hebben van twee keer de topwaarde van de wisselspanning.<br />
 +
Achter de gelijkrichter staat een pulserende gelijkspanning. Daarom wordt een elco geplaatst om de rimpelspanning te verminderen. Dit voorkomt hinderlijk geknipper van de leds. De onbelaste spanning achter de elco is 1,414 &times; de wisselspanning die op de ingang van de gelijkrichter staat, minus de drempelspanning over twee diodes (circa 1,4 volt). Dus bij een ingangsspanning van 18 volt wisselspanning staat er op de elco een spanning van: (18 &times; 1,414) - 1,4 = 24,052 volt.
 +
=== Hoeveel leds? ===
 +
Over de serieweerstanden R1 t/m R3 moeten we een spanningval van minimaal 4 volt hebben, dit om schommelingen van de voedingsspanning op te vangen. Blijft dus over voor de leds 24 - 4 = 20 volt. Warmwitte leds hebben een brandspanning van 3,3 volt. We delen 20V door 3,3 en weten dan dat we 6 leds (samen 19,8V) in serie kunnen zetten. Bij gebruikmaking van bijvoorbeeld 3 zekeringen kunnen we dus 18 leds (3 strengen van 6 leds) aansluiten.
 +
=== De serieweerstanden ===
 +
Nu we weten hoe hoog de voedingsspanning is en we 6 leds in serie kunnen zetten, kunnen we de waarde van de serieweerstand voor 1 streng berekenen.
 +
Dat doen we met de formule die [[Minimale led serieweerstand berekenen|hier]] staat.
 +
 +
Zes leds in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]], aan te sluiten op V. Dit rekenvoorbeeld gaat uit van 24 volt. De brandspanning van de led is volgens de datasheet 3,3 volt.
 +
 +
Gegevens voor de berekening:
 +
# Voedingsspanning is 24 V;
 +
# Spanningsval over één led is 3,3, daarmee is de spanningsval over de weerstand 24 - (6 x 3,3) = 19,8 V (zes leds in serie);
 +
# Stroomsterkte door de 6 leds in serie is 4 mA = 0,004 A.
 +
 +
Deze waarden in de formule geeft: R = (U<sub>voeding</sub> - 6 x U<sub>led</sub>) / I<sub>led</sub> = (24 - 6 x 3,3) / 0,004 = 4,2 / 0,004 = 1050 &Omega; (Ohm).
 +
 +
Uit de voorbeeldberekening blijkt dat bij een voedingsspanning van 24 V een [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] van 4 mA en zes leds in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]], de '''minimale''' weerstand 1050 &Omega; is.
 +
 +
Kijken we naar de [https://www.esdsite.nl/elektronica/kleurcode0.html E-reeksen], dan zien we dat de dichtsbijzijnde hogere waarde in de E24 reeks (1100 &Omega;, bruin-bruin-rood) voorkomt. De dichtstbijzijnde waarde in de E12-reeks is 1200 &Omega; (1k2, bruin-rood-rood), maar wanneer we die waarde toepassen, dan wordt de stroom door de leds lager. Is dat geen probleem dan passen we 1k2 toe.<br />
 +
We kunnen echter ook een paar weerstanden in serie zetten, om zo dicht mogelijk bij de gewenste waarde te komen. In dit geval 1k (bruin-rood-rood) + 56 &Omega; (groen-blauw-zwart) uit de E12 reeks in serie = 1056 &Omega;.
 +
=== Stroomverbruik ===
 +
Bij het bedraden van de verschillende verlichtingsaansluitingen dienen we rekening te houden met de stroomsterkte die door de bedrading loopt. Vanaf de transformator dienen voldoende dikke draden naar de CVL te lopen.
 
=== De bedrading ===
 
=== De bedrading ===
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
Regel 159: Regel 182:
 
|- valign= "top"
 
|- valign= "top"
 
! scope= "row" width="70%" |
 
! scope= "row" width="70%" |
| <small>Laatste wijziging: 15 dec 2023 11:15 (CET)</small>
+
| <small>Laatste wijziging: 15 dec 2023 17:06 (CET)</small>
 
|}
 
|}
 
[[Categorie: Alles|V]]
 
[[Categorie: Alles|V]]

Versie van 16 dec 2023 om 18:10

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


Aan deze bijdrage wordt gewerkt.






Meer informatie

Encyclopedie:
Relevante informatie over modelbaanverlichting
Externe websites:
Adereindhuls 1 mm kwadraat.
Adereindhuls 1,5 mm kwadraat.
Glaszekeringhouder voor printmontage.
Tams lichtcomputer (bewoond huis).
Tams laslichtcomputer.
Van Perlo lichtcomputer.



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 15 dec 2023 17:06 (CET)