Persoonlijke instellingen

Het aansluiten van leds: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
Regel 20: Regel 20:
 
}}
 
}}
  
Een [[E16.02.03 - Wat is een LED?|LED]] heeft twee aansluitingen; de Anode en de Kathode (zie afbeelding E16.02.04-01). De Anode is de plus-aansluiting en de Kathode is de min-aansluiting. In de afbeelding is te zien dat de aansluitdraad van de Anode langer is dan de aansluitdraad van de Kathode. Tevens is op veel LED's een extra markering aangebracht, in de vorm van een plat vlakje. Dit platte vlakje geeft de Kathode aan.
+
Een [[E16.02.03 - Wat is een LED?|LED]] heeft twee aansluitingen; de Anode en de Kathode (zie: afbeelding E16.02.04-01). De Anode is de plus-aansluiting en de Kathode is de min-aansluiting. In de afbeelding is te zien dat de aansluitdraad van de Anode langer is dan de aansluitdraad van de Kathode. Tevens is op veel LED's een extra markering aangebracht, in de vorm van een plat vlakje. Dit platte vlakje geeft de Kathode aan.
  
 
==== Parallelschakeling op de verkeerde wijze ====
 
==== Parallelschakeling op de verkeerde wijze ====
Regel 32: Regel 32:
 
}}
 
}}
  
Parallel aansluiten kunnen we zo doen (Zie afbeelding E16.02.04-02), maar dat is helemaal fout! Daar de stroom door &eacute;&eacute;n van de LED's nu groter kan zijn dan die door de andere LED,s (omdat de doorlaatspanning van LED's onderling nogal eens verschilt) bestaat de niet geringe kans dat de LED waardoor de grootste stroom loopt, binnen de kortste keren de pijp aan Maarten geeft.<br />Bijkomend nadeel is dat alle stroom welke door de gezamenlijke LED's loopt, hier door &eacute;&eacute;n weerstand moet, die dan ook zeer warm kan worden. En dat is, wanneer die weerstand bijv. vlak bij het kunststof van een locomotief zit, een groot risico, want dan kon het wel eens zijn dat de locomotiefkap, ter plaatse van de weerstand, een iets ander uiterlijk krijgt, veroorzaakt door gesmolten kunststof!!
+
Parallel aansluiten kunnen we zo doen (zie: afbeelding E16.02.04-02), maar dat is helemaal fout! Daar de stroom door &eacute;&eacute;n van de LED's nu groter kan zijn dan die door de andere LED,s (omdat de doorlaatspanning van LED's onderling nogal eens verschilt) bestaat de niet geringe kans dat de LED waardoor de grootste stroom loopt, binnen de kortste keren de pijp aan Maarten geeft.<br />Bijkomend nadeel is dat alle stroom welke door de gezamenlijke LED's loopt, hier door &eacute;&eacute;n weerstand moet, die dan ook zeer warm kan worden. En dat is, wanneer die weerstand bijv. vlak bij het kunststof van een locomotief zit, een groot risico, want dan kon het wel eens zijn dat de locomotiefkap, ter plaatse van de weerstand, een iets ander uiterlijk krijgt, veroorzaakt door gesmolten kunststof!!
  
 
==== Parallelschakeling op de juiste wijze ====
 
==== Parallelschakeling op de juiste wijze ====
Regel 44: Regel 44:
 
}}
 
}}
  
Bij het parallelschakelen op de juiste manier, worden de LED's afzonderlijk via een weerstand op de voeding aangesloten (Zie afbeelding E16.02.04-03). Stel, we schakelen drie lantaarns met daarin LED's parallel. Door elke LED loopt een stroom van 20 mA, welke geregeld wordt door een geschikte waarde voor de drie voorschakelweerstanden te nemen. Maar....., nu loopt er een stroom van 60 mA van plus naar min! Dit is de minst effici&euml;nte manier om LED's aan te sluiten. Dus deze manier van LED's aansluiten kunnen we het beste maar meteen vergeten.
+
Bij het parallelschakelen op de juiste manier, worden de LED's afzonderlijk via een weerstand op de voeding aangesloten (zie: afbeelding E16.02.04-03). Stel, we schakelen drie lantaarns met daarin LED's parallel. Door elke LED loopt een stroom van 20 mA, welke geregeld wordt door een geschikte waarde voor de drie voorschakelweerstanden te nemen. Maar....., nu loopt er een stroom van 60 mA van plus naar min! Dit is de minst effici&euml;nte manier om LED's aan te sluiten. Dus deze manier van LED's aansluiten kunnen we het beste maar meteen vergeten.
  
  
Regel 57: Regel 57:
 
}}
 
}}
  
Bij het in serie zetten worden de LED's achter elkaar aangesloten en via &eacute;&eacute;n weerstand op de voedingsspanning aangesloten (zie afbeelding E16.02.04-04). Door elke LED loopt een stroom van 20 mA vanaf de plus naar de min. De stroomsterkte wordt geregeld door een geschikte waarde voor voorschakelweerstand Rx te nemen. De waarde van Rx hangt af van de stroom door de LED's &eacute;n de hoogte van de voedingsspanning. Hoe we de waarde van Rx berekenen staat hieronder.
+
Bij het in serie zetten worden de LED's achter elkaar aangesloten en via &eacute;&eacute;n weerstand op de voedingsspanning aangesloten (zie: afbeelding E16.02.04-04). Door elke LED loopt een stroom van 20 mA vanaf de plus naar de min. De stroomsterkte wordt geregeld door een geschikte waarde voor voorschakelweerstand Rx te nemen. De waarde van Rx hangt af van de stroom door de LED's &eacute;n de hoogte van de voedingsspanning. Hoe we de waarde van Rx berekenen staat hieronder.
  
 
Het beste is om zo veel mogelijk de LED's in serie te zetten. Ten eerste heeft u dan minder weerstanden nodig, ten tweede bespaart u ruimte en ten derde bespaart u stroom. En dat stroom besparen is een heel belangrijk punt: wanneer u namelijk een groot aantal lantaarns hebt waarin alle LED's parallel staan, neemt het totale verbruik van de verlichting van uw baan samen (dus de totaalstroom), onnodig toe, en heeft u eerder een zwaardere (en dus duurdere) transformator nodig (of u moet eerder een extra transformator kopen, en dat kost ook weer extra geld). Dus dan wordt in feite het parallelschakelen van LED's al snel een dure aangelegenheid.
 
Het beste is om zo veel mogelijk de LED's in serie te zetten. Ten eerste heeft u dan minder weerstanden nodig, ten tweede bespaart u ruimte en ten derde bespaart u stroom. En dat stroom besparen is een heel belangrijk punt: wanneer u namelijk een groot aantal lantaarns hebt waarin alle LED's parallel staan, neemt het totale verbruik van de verlichting van uw baan samen (dus de totaalstroom), onnodig toe, en heeft u eerder een zwaardere (en dus duurdere) transformator nodig (of u moet eerder een extra transformator kopen, en dat kost ook weer extra geld). Dus dan wordt in feite het parallelschakelen van LED's al snel een dure aangelegenheid.
Regel 72: Regel 72:
 
}}
 
}}
  
Bij het serie-parallel zetten, worden de LED's achter elkaar aangesloten en via &eacute;&eacute;n weerstand op de voeding aangesloten. We sluiten nu meerdere van die serieschakelingen naast elkaar aan (zie afbeelding E16.02.04-05). Op deze manier kunt u met het minste stroomverbruik grotere hoeveelheden LED's aansluiten. Mocht u geen zin hebben om uit te zoeken hoe u de LED's moet aansluiten dan kunt u dit [http://led.linear1.org/led.wiz hier] snel bekijken. Voer de benodigde gegevens in, kies voor 'Wiring Diagram' en u krijgt een plaatje met daarin aangegeven hoe u het aan moet sluiten. Nog een tip: gebruik geen komma, maar een punt bij invoer van getallen als 3,5. Dus 3.5 (drie punt vijf) invoeren.
+
Bij het serie-parallel zetten, worden de LED's achter elkaar aangesloten en via &eacute;&eacute;n weerstand op de voeding aangesloten. We sluiten nu meerdere van die serieschakelingen naast elkaar aan (zie: afbeelding E16.02.04-05). Op deze manier kunt u met het minste stroomverbruik grotere hoeveelheden LED's aansluiten. Mocht u geen zin hebben om uit te zoeken hoe u de LED's moet aansluiten dan kunt u dit [http://led.linear1.org/led.wiz hier] snel bekijken. Voer de benodigde gegevens in, kies voor 'Wiring Diagram' en u krijgt een plaatje met daarin aangegeven hoe u het aan moet sluiten. Nog een tip: gebruik geen komma, maar een punt bij invoer van getallen als 3,5. Dus 3.5 (drie punt vijf) invoeren.
  
Waarschuwing: Het programma-tje houdt geen rekening met de minimaal vereiste grootte van een voorschakelweerstand. Dat houdt het risico in dat bij een zeer lage voedingsspanning ten opzichte van de LED-brandspanning (stapspanning genoemd) er een zeer grote kans bestaat dat, wanneer de voedingsspanning ook maar iets verhoogd wordt (en dat hoeft maar een paar tiende Volt te zijn), de LED's defect raken. Meet de spanning over de voorschakelweerstand, of maak even een berekening van de spanningsval over de voorschakelweerstand.<br />
+
<font color='Red'>Waarschuwing:</font color> Het programma-tje houdt geen rekening met de minimaal vereiste grootte van een voorschakelweerstand. Dat houdt het risico in dat bij een zeer lage voedingsspanning ten opzichte van de LED-brandspanning (stapspanning genoemd) er een zeer grote kans bestaat dat, wanneer de voedingsspanning ook maar iets verhoogd wordt (en dat hoeft maar een paar tiende Volt te zijn), de LED's defect raken. Meet de spanning over de voorschakelweerstand, of maak even een berekening van de spanningsval over de voorschakelweerstand.<br />
'''Indien die spanning onder de &eacute;&eacute;n Volt komt wordt het zeer riskant.''' Voor de zekerheid kunt u het beste uitgaan van een minimale spanning van twee Volt over de voorschakelweerstand.
+
'''Indien die spanning onder de twee Volt komt wordt het zeer riskant.''' Voor de zekerheid kunt u het beste uitgaan van een minimale spanning van twee en een half Volt over de voorschakelweerstand.
  
  
Regel 101: Regel 101:
 
[[Categorie: Alles|H]]
 
[[Categorie: Alles|H]]
 
[[Categorie: Artikel|Hoe sluit u LED's aan?]]
 
[[Categorie: Artikel|Hoe sluit u LED's aan?]]
 +
[[Categorie: Bedrading|Hoe sluit u LED's aan?]]
 
[[Categorie: Elektronica|Hoe sluit u LED's aan?]]
 
[[Categorie: Elektronica|Hoe sluit u LED's aan?]]
 
[[categorie: Elektronica analoog|Hoe sluit u LED's aan?]]
 
[[categorie: Elektronica analoog|Hoe sluit u LED's aan?]]
[[Categorie: LED|H]]
+
[[Categorie: LED|Hoe sluit u LED's aan?]]
 
[[Categorie: Fred Eikelboom|H]]
 
[[Categorie: Fred Eikelboom|H]]

Versie van 16 okt 2011 om 17:00


Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


Hoe sluit u LED's aan?

Zeer Klein
Afbeelding: E16.02.04-01
LED-aansluitingen
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Een LED heeft twee aansluitingen; de Anode en de Kathode (zie: afbeelding E16.02.04-01). De Anode is de plus-aansluiting en de Kathode is de min-aansluiting. In de afbeelding is te zien dat de aansluitdraad van de Anode langer is dan de aansluitdraad van de Kathode. Tevens is op veel LED's een extra markering aangebracht, in de vorm van een plat vlakje. Dit platte vlakje geeft de Kathode aan.

Parallelschakeling op de verkeerde wijze

Zeer Klein
Afbeelding: E16.02.04-02
LED's fout aangesloten!
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Parallel aansluiten kunnen we zo doen (zie: afbeelding E16.02.04-02), maar dat is helemaal fout! Daar de stroom door één van de LED's nu groter kan zijn dan die door de andere LED,s (omdat de doorlaatspanning van LED's onderling nogal eens verschilt) bestaat de niet geringe kans dat de LED waardoor de grootste stroom loopt, binnen de kortste keren de pijp aan Maarten geeft.
Bijkomend nadeel is dat alle stroom welke door de gezamenlijke LED's loopt, hier door één weerstand moet, die dan ook zeer warm kan worden. En dat is, wanneer die weerstand bijv. vlak bij het kunststof van een locomotief zit, een groot risico, want dan kon het wel eens zijn dat de locomotiefkap, ter plaatse van de weerstand, een iets ander uiterlijk krijgt, veroorzaakt door gesmolten kunststof!!

Parallelschakeling op de juiste wijze

Zeer Klein
Afbeelding: E16.02.04-03
LED's parallel op de juiste wijze aangesloten
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Bij het parallelschakelen op de juiste manier, worden de LED's afzonderlijk via een weerstand op de voeding aangesloten (zie: afbeelding E16.02.04-03). Stel, we schakelen drie lantaarns met daarin LED's parallel. Door elke LED loopt een stroom van 20 mA, welke geregeld wordt door een geschikte waarde voor de drie voorschakelweerstanden te nemen. Maar....., nu loopt er een stroom van 60 mA van plus naar min! Dit is de minst efficiënte manier om LED's aan te sluiten. Dus deze manier van LED's aansluiten kunnen we het beste maar meteen vergeten.


Serieschakeling

Zeer Klein
Afbeelding: E16.02.04-04
Serie-schakeling
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Bij het in serie zetten worden de LED's achter elkaar aangesloten en via één weerstand op de voedingsspanning aangesloten (zie: afbeelding E16.02.04-04). Door elke LED loopt een stroom van 20 mA vanaf de plus naar de min. De stroomsterkte wordt geregeld door een geschikte waarde voor voorschakelweerstand Rx te nemen. De waarde van Rx hangt af van de stroom door de LED's én de hoogte van de voedingsspanning. Hoe we de waarde van Rx berekenen staat hieronder.

Het beste is om zo veel mogelijk de LED's in serie te zetten. Ten eerste heeft u dan minder weerstanden nodig, ten tweede bespaart u ruimte en ten derde bespaart u stroom. En dat stroom besparen is een heel belangrijk punt: wanneer u namelijk een groot aantal lantaarns hebt waarin alle LED's parallel staan, neemt het totale verbruik van de verlichting van uw baan samen (dus de totaalstroom), onnodig toe, en heeft u eerder een zwaardere (en dus duurdere) transformator nodig (of u moet eerder een extra transformator kopen, en dat kost ook weer extra geld). Dus dan wordt in feite het parallelschakelen van LED's al snel een dure aangelegenheid.


Serie-parallelschakeling

Zeer Klein
Afbeelding: E16.02.04-05
Serie-parallelschakeling
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Bij het serie-parallel zetten, worden de LED's achter elkaar aangesloten en via één weerstand op de voeding aangesloten. We sluiten nu meerdere van die serieschakelingen naast elkaar aan (zie: afbeelding E16.02.04-05). Op deze manier kunt u met het minste stroomverbruik grotere hoeveelheden LED's aansluiten. Mocht u geen zin hebben om uit te zoeken hoe u de LED's moet aansluiten dan kunt u dit hier snel bekijken. Voer de benodigde gegevens in, kies voor 'Wiring Diagram' en u krijgt een plaatje met daarin aangegeven hoe u het aan moet sluiten. Nog een tip: gebruik geen komma, maar een punt bij invoer van getallen als 3,5. Dus 3.5 (drie punt vijf) invoeren.

Waarschuwing: Het programma-tje houdt geen rekening met de minimaal vereiste grootte van een voorschakelweerstand. Dat houdt het risico in dat bij een zeer lage voedingsspanning ten opzichte van de LED-brandspanning (stapspanning genoemd) er een zeer grote kans bestaat dat, wanneer de voedingsspanning ook maar iets verhoogd wordt (en dat hoeft maar een paar tiende Volt te zijn), de LED's defect raken. Meet de spanning over de voorschakelweerstand, of maak even een berekening van de spanningsval over de voorschakelweerstand.
Indien die spanning onder de twee Volt komt wordt het zeer riskant. Voor de zekerheid kunt u het beste uitgaan van een minimale spanning van twee en een half Volt over de voorschakelweerstand.


De voorschakelweerstand berekenen

Bij LED's moeten we een voorschakelweerstand toepassen om de stroom door de LED te beperken. Gebruikt u géén voorschakelweerstand, dan kunt u de LED meteen naar de eeuwige elektronische jachtvelden brengen, ofwel de LED raakt defect. Zie voor meer informatie artikel E16.02.02.


Meer informatie

Encyclopedie:



Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie