Seinen in model: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 16 dec 2011 om 18:22
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Huib Maaskant
Artikel in bewerking door Hans De mast
Het zelf bouwen van een armsein is niet zo moeilijk.
Nadat alles in de juiste kleuren gespoten is, kan de vleugel aan de mast worden gemonteerd. Een gewone speld is een prima asje. De speld wordt van voren door de seinarm gestoken en met secondelijm vastgezet in de seinpaal. Tussen de seinarm en de seinpaal komt een plastic rondje van 1,0 mm dik voor voldoende afstand. Het rondje heb ik met een ponstang uit een plaatje styreen geknepen. Dezelfde tang heb je trouwens nodig om de gekleurde glaasjes uit kleurfolie te stansen.
Zo ziet een gemonteerd sein er uit. Het hoofdsein heeft een rode vleugel met een rond uiteinde. De achterkant van het sein is zwart/wit met twee diagonale zwarte strepen in het witte vlak. De strepen breng je het makkelijkst aan met een zwarte viltstift. Het vertakkingsein herken je altijd aan de gevorkte seinarm. De onderste helft van de arm moet nog wit worden geschilderd. De aandrijvingHet sein maken is één ding, de aandrijving is nog een heel ander verhaal. En goede mogelijkheid is het gebruik van geheugenmetaal. Een andere oplossing is het gebruik van een aandrijfmotor (bijvoorbeeld van BEMO). Deze is als aandrijving van seinen verkrijgbaar bij Henckens Modelbouw IJmuiden.
De aandrijving is zo gebouwd dat bij een rood tonend sein (de basisstand) de draad in rust is. De draad trekt aan door er stroom doorheen te laten lopen. De beweging van de draad wordt vergroot door het juk aan de onderkant. De metaaldraad wordt omlaag getrokken en het sein gaat op groen. Wanneer de stroom weer wordt uitgeschakeld, ontspant de draad zich en trekt het veertje het juk weer terug in de uitgangspositie.
De gewone seinen hebben genoeg aan een enkele aandrijving. De vertakkingseinen hebben twee armen en hebben dus ook twee aandrijvingen nodig. De twee aandrijvingen passen prima naast elkaar op een printplaat. De weerstandjes hebben weinig met de aandrijving te maken; ze zorgen ervoor dat de lampjes in de seinen de juiste spanning krijgen toegediend.
Een handjevol simpele elektronica is voldoende om de seinen tot leven te brengen. De aandrijving wordt aangestuurd met 12 Volt gelijkspanning. De LM317 begrenst de stroom door de aandrijving op 200 mA. Het IC wordt aardig warm en moet voorzien worden van een koellichaam. Het seinlampje wordt via een weerstandje aangesloten op 16 Volt wisselspanning. Meer informatieHieronder vinden we een overzicht van links naar andere websites over dit onderwerp:
|