|
|
Regel 22: |
Regel 22: |
| :* [[#Locatiespecifieke borden|locatiespecifieke borden]] | | :* [[#Locatiespecifieke borden|locatiespecifieke borden]] |
| :* [[#Tijdelijke snelheidsborden|tijdelijke snelheidsborden]] | | :* [[#Tijdelijke snelheidsborden|tijdelijke snelheidsborden]] |
| + | |
| | | |
| Voor het bepalen van welke baanvaksnelheid op een bepaald traject geldt, is de volgende lijst een goede vuistregel: | | Voor het bepalen van welke baanvaksnelheid op een bepaald traject geldt, is de volgende lijst een goede vuistregel: |
Regel 56: |
Regel 57: |
| E08.01.05-02 Rijden toegestaan met de door het getal aangegeven snelheid.<br /> | | E08.01.05-02 Rijden toegestaan met de door het getal aangegeven snelheid.<br /> |
| E08.01.05-03 Toegestaan om snelheid te verhogen naar de door het getal aangegeven snelheid. Staat geen getal vermeld, dan is de toegestane snelheid 125 km/h. | | E08.01.05-03 Toegestaan om snelheid te verhogen naar de door het getal aangegeven snelheid. Staat geen getal vermeld, dan is de toegestane snelheid 125 km/h. |
| + | ---- |
| | | |
− | ----
| |
| | | |
| ===''Aanvullende seinen (lichtbak) bij lichtseinen''=== | | ===''Aanvullende seinen (lichtbak) bij lichtseinen''=== |
Regel 103: |
Regel 104: |
| E08.01.05-07 Het eerstvolgende lichtsein toont een beter seinbeeld dan 'geel knipper'.<br /> | | E08.01.05-07 Het eerstvolgende lichtsein toont een beter seinbeeld dan 'geel knipper'.<br /> |
| E08.01.05-08 Het eerstvolgende lichtsein toont 'rood' of 'geel knipper'. | | E08.01.05-08 Het eerstvolgende lichtsein toont 'rood' of 'geel knipper'. |
− |
| |
| ---- | | ---- |
| | | |
Regel 153: |
Regel 153: |
| E08.01.05-12 Op korte afstand volgt een lichtsein, dat een snelheidsbeperking oplegt. De daarbij behorende ATB-code-wisseling gebeurt ter hoogte van dit codewisselsein.<br /> | | E08.01.05-12 Op korte afstand volgt een lichtsein, dat een snelheidsbeperking oplegt. De daarbij behorende ATB-code-wisseling gebeurt ter hoogte van dit codewisselsein.<br /> |
| E08.01.05-13 Einde ATB-gebied. | | E08.01.05-13 Einde ATB-gebied. |
− |
| |
| ---- | | ---- |
| | | |
Regel 182: |
Regel 181: |
| |Tussenruimte2= 5px | | |Tussenruimte2= 5px |
| }} | | }} |
| + | |
| | | |
| Op perrons, waar geen ruimte is voor het plaatsen van een afsluitbord aan het einde van het spoor, wordt een kleiner hangend afsluitbord toegepast (zie: tekening E08.01.05-15). Het bestaat uit een kastje, waarin verlichting is aangebracht. Dit hangende afsluitbord wordt meestal aan de perronoverkapping bevestigd.<br /> | | Op perrons, waar geen ruimte is voor het plaatsen van een afsluitbord aan het einde van het spoor, wordt een kleiner hangend afsluitbord toegepast (zie: tekening E08.01.05-15). Het bestaat uit een kastje, waarin verlichting is aangebracht. Dit hangende afsluitbord wordt meestal aan de perronoverkapping bevestigd.<br /> |
Regel 187: |
Regel 187: |
| Op stootjukken wordt vaak een klein afsluitbord geplaatst (zie: tekening E08.01.05-16). Het kan om een reflectererend bord gaan, en anders wordt er 'snachts een rode lamp naast of onder het afsluitbord ontstoken. | | Op stootjukken wordt vaak een klein afsluitbord geplaatst (zie: tekening E08.01.05-16). Het kan om een reflectererend bord gaan, en anders wordt er 'snachts een rode lamp naast of onder het afsluitbord ontstoken. |
| Ook hier hebben het bord en de lamp de betekenis '' 'Stopopdracht' ''. | | Ook hier hebben het bord en de lamp de betekenis '' 'Stopopdracht' ''. |
| + | ---- |
| | | |
− | ----
| |
| | | |
| ===''Seinen speciaal voor elektrische tractie''=== | | ===''Seinen speciaal voor elektrische tractie''=== |
Regel 224: |
Regel 224: |
| E08.01.05-19 Pantografen moeten neergelaten zijn. Geldt voor materieel dat gewassen moet worden in de wasinrichting.<br /> | | E08.01.05-19 Pantografen moeten neergelaten zijn. Geldt voor materieel dat gewassen moet worden in de wasinrichting.<br /> |
| E08.01.05-20 Inschakelen tractiestroom toegestaan. Het cijfer geeft de treinlengte aan, waarbij ingeschakeld mag worden. | | E08.01.05-20 Inschakelen tractiestroom toegestaan. Het cijfer geeft de treinlengte aan, waarbij ingeschakeld mag worden. |
| + | |
| {{Afbeelding 3 naast elkaar | | {{Afbeelding 3 naast elkaar |
| |Bestand= Stra_op_sein081.gif | | |Bestand= Stra_op_sein081.gif |
Regel 249: |
Regel 250: |
| E08.01.05-22 Tractiestroom uitschakelen.<br /> | | E08.01.05-22 Tractiestroom uitschakelen.<br /> |
| E08.01.05-23 Het bord mag niet met opgezette pantografen worden voorbijgereden. | | E08.01.05-23 Het bord mag niet met opgezette pantografen worden voorbijgereden. |
| + | ---- |
| | | |
− | ----
| |
| | | |
| ===''Verkenborden''=== | | ===''Verkenborden''=== |
Regel 263: |
Regel 264: |
| }} | | }} |
| E08.01.05-24 Er volgt een station of halte op remwegafstand. | | E08.01.05-24 Er volgt een station of halte op remwegafstand. |
− |
| |
| ---- | | ---- |
| | | |
Regel 279: |
Regel 279: |
| }} | | }} |
| E08.01.05-25 Toestemming om het vertrekbevel te geven. | | E08.01.05-25 Toestemming om het vertrekbevel te geven. |
− |
| |
| ---- | | ---- |
| | | |
Regel 308: |
Regel 307: |
| | | |
| (* Indien de trein halverwege het perron via een wissel binnenkomt, geldt het cijfer dat op een witte ondergrond staat. Het aantal rijtuigen is dan maximaal het aantal wat die aanwijzing aangeeft. | | (* Indien de trein halverwege het perron via een wissel binnenkomt, geldt het cijfer dat op een witte ondergrond staat. Het aantal rijtuigen is dan maximaal het aantal wat die aanwijzing aangeeft. |
| + | |
| | | |
| ====<u>Attentiebord</u>==== | | ====<u>Attentiebord</u>==== |
Regel 320: |
Regel 320: |
| | | |
| Een attentiebord geeft aan, dat er achter het bord één of meerdere seinen kunnen volgen, die buiten werking zijn (zie: tekening E08.01.05-29). | | Een attentiebord geeft aan, dat er achter het bord één of meerdere seinen kunnen volgen, die buiten werking zijn (zie: tekening E08.01.05-29). |
| + | |
| | | |
| ====<u>km borden</u>==== | | ====<u>km borden</u>==== |
Regel 332: |
Regel 333: |
| }} | | }} |
| E08.01.05-30 De km-borden dienen ervoor dat de machinist zich kan oriënteren. De nummering begint meestal bij een groot station. Op het stuk spoorstaaf links naast het portaal staat een nul. Hier geeft het bord aan dat de trein zich bij kilometer drie bevindt. | | E08.01.05-30 De km-borden dienen ervoor dat de machinist zich kan oriënteren. De nummering begint meestal bij een groot station. Op het stuk spoorstaaf links naast het portaal staat een nul. Hier geeft het bord aan dat de trein zich bij kilometer drie bevindt. |
| + | |
| | | |
| ====<u>Stopplaatsseinen</u>==== | | ====<u>Stopplaatsseinen</u>==== |
Regel 352: |
Regel 354: |
| }} | | }} |
| Stopplaatsseinen geven de plaatst aan waar de voorzijde van de trein zich dient te bevinden na het stoppen. | | Stopplaatsseinen geven de plaatst aan waar de voorzijde van de trein zich dient te bevinden na het stoppen. |
| + | |
| | | |
| ====<u>Baken</u>==== | | ====<u>Baken</u>==== |
Regel 362: |
Regel 365: |
| |Positie= Links | | |Positie= Links |
| }} | | }} |
| + | |
| Vroeger stonden langs het spoor 'Keperbaken' om aan de machinist te melden dat er een sein volgde. | | Vroeger stonden langs het spoor 'Keperbaken' om aan de machinist te melden dat er een sein volgde. |
| Dit waren schuine planken die tevens in de lengterichting een beetje schuin geplaatst waren, zodat de machinist ze niet alleen kon zien, maar ook kon horen. Het geluid van de locomotief weerkaatste namelijk op de planken. Dit was een groot voordeel bij mist of duisternis.<br clear='all'> | | Dit waren schuine planken die tevens in de lengterichting een beetje schuin geplaatst waren, zodat de machinist ze niet alleen kon zien, maar ook kon horen. Het geluid van de locomotief weerkaatste namelijk op de planken. Dit was een groot voordeel bij mist of duisternis.<br clear='all'> |
Regel 375: |
Regel 379: |
| |Maker= Fred Eikelboom | | |Maker= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
| + | |
| | | |
| De bakenborden kunnen zelfstandig op een paal gemonteerd zijn, maar ook aan een bovenleidingportaal bevestigd zijn. | | De bakenborden kunnen zelfstandig op een paal gemonteerd zijn, maar ook aan een bovenleidingportaal bevestigd zijn. |
| Er zijn verschillende vormen van bakenborden. Een verdere uitleg gaat te ver, zie daarvoor een seinreglement. Op een modelspoorbaan zullen baken trouwens zelden worden geplaatst, doordat de afstanden in model sterk verkleind zijn. | | Er zijn verschillende vormen van bakenborden. Een verdere uitleg gaat te ver, zie daarvoor een seinreglement. Op een modelspoorbaan zullen baken trouwens zelden worden geplaatst, doordat de afstanden in model sterk verkleind zijn. |
| + | |
| | | |
| ====<u>Baken-bordjes</u>==== | | ====<u>Baken-bordjes</u>==== |
Regel 388: |
Regel 394: |
| |Maker= Fred Eikelboom | | |Maker= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
| + | |
| | | |
| Bakenbordjes geven aan, dat er achter het laatste bord een lichtsein volgt (zie: tekening E08.01.05-36). | | Bakenbordjes geven aan, dat er achter het laatste bord een lichtsein volgt (zie: tekening E08.01.05-36). |
| De bakenbordjes kunnen zelfstandig op een paal gemonteerd zijn, maar ook aan een bovenleidingportaal bevestigd zijn. | | De bakenbordjes kunnen zelfstandig op een paal gemonteerd zijn, maar ook aan een bovenleidingportaal bevestigd zijn. |
− |
| |
| ---- | | ---- |
| | | |
Regel 407: |
Regel 413: |
| |Maker= Fred Eikelboom | | |Maker= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
| + | |
| | | |
| Op het 'L'-bord was in een rechthoek de plaatselijk maximaal toegestane snelheid aangegeven.<br /> | | Op het 'L'-bord was in een rechthoek de plaatselijk maximaal toegestane snelheid aangegeven.<br /> |
| Het 'A'-bord gaf aan op welk punt de snelheidsbeperking aanving. Het 'E'-bord gaf aan op welk punt de snelheidsbeperking eindigde, en de loc/trein/treinstel weer met de normale, maximaal toegestane snelheid mocht gaan rijden zodra het achterste punt het 'E-bord' was gepasseerd. | | Het 'A'-bord gaf aan op welk punt de snelheidsbeperking aanving. Het 'E'-bord gaf aan op welk punt de snelheidsbeperking eindigde, en de loc/trein/treinstel weer met de normale, maximaal toegestane snelheid mocht gaan rijden zodra het achterste punt het 'E-bord' was gepasseerd. |
| + | |
| | | |
| ====<u>De periode vanaf 1954</u>==== | | ====<u>De periode vanaf 1954</u>==== |
Regel 428: |
Regel 436: |
| |Tussenruimte= 6px | | |Tussenruimte= 6px |
| }} | | }} |
| + | |
| 's Nachts zit er achter de openingen in de borden verlichting. De lampen knipperen dan. | | 's Nachts zit er achter de openingen in de borden verlichting. De lampen knipperen dan. |
| Bij het L-bord knipperen beide lampen synchroon (zie: tekening E08.01.05-39). | | Bij het L-bord knipperen beide lampen synchroon (zie: tekening E08.01.05-39). |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteurs: Fred Eikelboom en Redactie
Seinborden
We kunnen bij de borden langs de baan een aantal typen onderscheiden:
Voor het bepalen van welke baanvaksnelheid op een bepaald traject geldt, is de volgende lijst een goede vuistregel:
- sein (eventueel met lichtbak)
- baanvaksnelheidsbord (vast snelheidsbord)
- tijdelijke snelheidsborden
Vaste snelheidsborden
E08.01.05-01 Snelheid verminderen tot de door het getal aangegeven snelheid.
E08.01.05-02 Rijden toegestaan met de door het getal aangegeven snelheid.
E08.01.05-03 Toegestaan om snelheid te verhogen naar de door het getal aangegeven snelheid. Staat geen getal vermeld, dan is de toegestane snelheid 125 km/h.
Aanvullende seinen (lichtbak) bij lichtseinen
E08.01.05-04 Voorbijrijden toegestaan met de snelheid door het cijfer aangegeven.
E08.01.05-05 Snelheid begrenzen tot de snelheid aangegeven door het getal. Een snelheidsverlaging moet uiterlijk bij het eerstvolgende lichtsein zijn uitgevoerd.
E08.01.05-06 Snelheid begrenzen tot de snelheid aangegeven door het getal. Als het eerstvolgende lichtsein een verdere remming oplegt, mag een ingezette remming niet worden onderbroken.
|
|
|
Afbeelding: E08.01.05-07
|
|
Afbeelding: E08.01.05-08
|
Een rij lampen diagonaal
|
|
Een rij lampen horizontaal
|
Bron: Werner Hermsen
|
|
Bron: Werner Hermsen
|
E08.01.05-07 Het eerstvolgende lichtsein toont een beter seinbeeld dan 'geel knipper'.
E08.01.05-08 Het eerstvolgende lichtsein toont 'rood' of 'geel knipper'.
ATB seinen
E08.01.05-09 Let op! Er volgt een inschakelbord ATB.
E08.01.05-10 Begin inschakelsectie ATB.
- bij het passeren de attentieknop indrukken tot de meldlamp 'BD' dooft
- het getoonde cabinesein geldt niet als snelheidstoestemming.
E08.01.05-11 Einde van de inschakelsectie. Het cabinesein geldt, na het passeren van dit bord, als de snelheidstoestemming met inachtneming van de codewisseltijd (2 à 6 seconden).
E08.01.05-12 Op korte afstand volgt een lichtsein, dat een snelheidsbeperking oplegt. De daarbij behorende ATB-code-wisseling gebeurt ter hoogte van dit codewisselsein.
E08.01.05-13 Einde ATB-gebied.
Seinen met stopopdracht
Afsluitborden
Bij het einde van het spoor wordt een afsluitbord geplaatst (zie tekening E08.01.05-14). Dit betekent hetzelfde als een rood sein. Het betreft hier dus een sein met stopopdracht.
|
|
|
|
|
Afbeelding: E08.01.05-14
|
|
Afbeelding: E08.01.05-15
|
|
Afbeelding: E08.01.05-16
|
Afsluitbord
|
|
Afsluitbord aan perronoverkapping
|
|
Afsluitbord op stootjuk
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Op perrons, waar geen ruimte is voor het plaatsen van een afsluitbord aan het einde van het spoor, wordt een kleiner hangend afsluitbord toegepast (zie: tekening E08.01.05-15). Het bestaat uit een kastje, waarin verlichting is aangebracht. Dit hangende afsluitbord wordt meestal aan de perronoverkapping bevestigd.
Ook bij bruggen komt dit kleine verlichte afsluitbord voor. Hier betekent het 'Stopopdracht. Stoppen voor de brug'.
Op stootjukken wordt vaak een klein afsluitbord geplaatst (zie: tekening E08.01.05-16). Het kan om een reflectererend bord gaan, en anders wordt er 'snachts een rode lamp naast of onder het afsluitbord ontstoken.
Ook hier hebben het bord en de lamp de betekenis 'Stopopdracht' .
Seinen speciaal voor elektrische tractie
|
|
|
|
|
|
|
Afbeelding: E08.01.05-17
|
|
Afbeelding: E08.01.05-18
|
|
Afbeelding: E08.01.05-19
|
|
Afbeelding: E08.01.05-20
|
Aankondiging pantografen 'neer'
|
|
Pantografen 'neer'
|
|
Pantografen 'neer', bij wasstraat
|
|
Tractiemotoren inschakelen
|
Bron: Werner Hermsen
|
|
Bron: Werner Hermsen
|
|
Bron: Werner Hermsen
|
|
Bron: Werner Hermsen
|
E08.01.05-17 Binnen 300 meter moeten de pantografen zijn neergelaten.
E08.01.05-18 Pantografen moeten neergelaten zijn.
E08.01.05-19 Pantografen moeten neergelaten zijn. Geldt voor materieel dat gewassen moet worden in de wasinrichting.
E08.01.05-20 Inschakelen tractiestroom toegestaan. Het cijfer geeft de treinlengte aan, waarbij ingeschakeld mag worden.
E08.01.05-21 Pantografen opzetten.
E08.01.05-22 Tractiestroom uitschakelen.
E08.01.05-23 Het bord mag niet met opgezette pantografen worden voorbijgereden.
Verkenborden
E08.01.05-24 Er volgt een station of halte op remwegafstand.
Seinen met vertrekopdracht
Vertreksein
E08.01.05-25 Toestemming om het vertrekbevel te geven.
Locatiespecifieke borden
Aanwijzing-borden
|
|
|
|
|
Afbeelding: E08.01.05-26
|
|
Afbeelding: E08.01.05-27
|
|
Afbeelding: E08.01.05-28
|
Aanwijzingbord Trein met 9 rijtuigen, hier stoppen
|
|
Aanwijzingbord Trein met 6 rijtuigen, hier stoppen (*
|
|
Aanwijzingbord Trein met 11 rijtuigen, hier stoppen (*
|
Bron: Nico Spilt
|
|
Bron: Nico Spilt
|
|
Bron: Nico Spilt
|
E08.01.05-26, E08.01.05-27 en E08.01.05-28 Aanduiding van de plaats waar de voorzijde van een trein, bestaande uit het aantal voertuigen aangegeven door het cijfer of getal, tot stilstand moet komen. Geldt voor reizigerstreinen en leeg materieeltreinen.
(* Indien de trein halverwege het perron via een wissel binnenkomt, geldt het cijfer dat op een witte ondergrond staat. Het aantal rijtuigen is dan maximaal het aantal wat die aanwijzing aangeeft.
Attentiebord
|
Afbeelding: E08.01.05-29
|
Attentiebord
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Een attentiebord geeft aan, dat er achter het bord één of meerdere seinen kunnen volgen, die buiten werking zijn (zie: tekening E08.01.05-29).
km borden
|
Afbeelding: E08.01.05-30
|
km bord aan portaal
|
Bron: Nico Spilt
|
E08.01.05-30 De km-borden dienen ervoor dat de machinist zich kan oriënteren. De nummering begint meestal bij een groot station. Op het stuk spoorstaaf links naast het portaal staat een nul. Hier geeft het bord aan dat de trein zich bij kilometer drie bevindt.
Stopplaatsseinen
|
|
|
|
|
Afbeelding: E08.01.05-31
|
|
Afbeelding: E08.01.05-32
|
|
Afbeelding: E08.01.05-33
|
Verplaatsbaar stopsein
|
|
Verplaatsbaar stopsein Werkt op batterijen
|
|
Verplaatsbaar stopsein Werkt op accu
|
Bron: Nico Spilt
|
|
Bron: Nico Spilt
|
|
Bron: Nico Spilt
|
Stopplaatsseinen geven de plaatst aan waar de voorzijde van de trein zich dient te bevinden na het stoppen.
Baken
|
Afbeelding: E08.01.05-34
|
Keperbaak
|
Bron: Nico Spilt
|
Vroeger stonden langs het spoor 'Keperbaken' om aan de machinist te melden dat er een sein volgde.
Dit waren schuine planken die tevens in de lengterichting een beetje schuin geplaatst waren, zodat de machinist ze niet alleen kon zien, maar ook kon horen. Het geluid van de locomotief weerkaatste namelijk op de planken. Dit was een groot voordeel bij mist of duisternis.
Baken komt van het woord 'Baak'. De meervoudsvorm daarvan is 'Baken'.
Een baken geeft aan, dat er achter het laatste bord een voorsein volgt (zie: tekening E08.01.05-35).
|
Afbeelding: E08.01.05-35
|
Baken, die de nadering van een voorsein aankondigen
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
De bakenborden kunnen zelfstandig op een paal gemonteerd zijn, maar ook aan een bovenleidingportaal bevestigd zijn.
Er zijn verschillende vormen van bakenborden. Een verdere uitleg gaat te ver, zie daarvoor een seinreglement. Op een modelspoorbaan zullen baken trouwens zelden worden geplaatst, doordat de afstanden in model sterk verkleind zijn.
Baken-bordjes
|
Afbeelding: E08.01.05-36
|
Bakenbordjes, die de nadering van een lichtsein aankondigen
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Bakenbordjes geven aan, dat er achter het laatste bord een lichtsein volgt (zie: tekening E08.01.05-36).
De bakenbordjes kunnen zelfstandig op een paal gemonteerd zijn, maar ook aan een bovenleidingportaal bevestigd zijn.
Tijdelijke snelheidsborden
De periode 1934 tot 1954
In de periode 1934 tot 1954, plaatste (en plaats) men rechts van de rails, bij bijvoorbeeld werkzaamheden, tijdelijke snelheidsborden. De volgorde daarvan was L(angzaam), A(anvang) en E(inde).
|
Afbeelding: E08.01.05-37
|
Tijdelijke snelheidsborden, periode 1934 tot 1954
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Op het 'L'-bord was in een rechthoek de plaatselijk maximaal toegestane snelheid aangegeven.
Het 'A'-bord gaf aan op welk punt de snelheidsbeperking aanving. Het 'E'-bord gaf aan op welk punt de snelheidsbeperking eindigde, en de loc/trein/treinstel weer met de normale, maximaal toegestane snelheid mocht gaan rijden zodra het achterste punt het 'E-bord' was gepasseerd.
De periode vanaf 1954
In de periode 1954 tot heden, plaatst men rechts van de rails, bij bijvoorbeeld werkzaamheden, tijdelijke snelheidsborden. De volgorde daarvan is 'L(angzaam)', daarna een zeshoekig bord met een cijfer welke de maximale toegestane snelheid aangeeft, daarna een bord 'A(anvang)' en aan het eind van het traject een bord 'E(inde)'. Dezelfde regels als voorheen zijn geldig, alleen de vormgeving van de borden is anders.
|
|
|
Afbeelding: E08.01.05-38
|
|
Afbeelding: E08.01.05-39
|
Tijdelijke snelheidsborden, in gebruik vanaf 1954 tot heden
|
|
De zelfde tijdelijke snelheidsborden, maar dan zoals ze er 's nachts of bij mist uit zien
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
's Nachts zit er achter de openingen in de borden verlichting. De lampen knipperen dan.
Bij het L-bord knipperen beide lampen synchroon (zie: tekening E08.01.05-39).
Meer informatie