Persoonlijke instellingen

Het stoomlocomotievendepot: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Voorbeeld locomotievendepot)
k (Voorbeeld locomotievendepot)
Regel 38: Regel 38:
 
2 Kolenbunker: Dit is de opslag (voorraad) voor kolen voor de locomotieven
 
2 Kolenbunker: Dit is de opslag (voorraad) voor kolen voor de locomotieven
 
3 Kolenkranen: Worden gebruikt om de kolen van de kolenbunker in de locomotieven te laden. Bij kleinere depots worden de kranen ook gebruikt om de kolen in de bunker te storten.
 
3 Kolenkranen: Worden gebruikt om de kolen van de kolenbunker in de locomotieven te laden. Bij kleinere depots worden de kranen ook gebruikt om de kolen in de bunker te storten.
4 Asputten: Hier wordt de as van de locomotieven in gestort door de locomotief
+
4 Asputten: Hier wordt de as van de locomotieven in gestort.
 
5 Slakken of sintelkuil: Opslag van de slakken uit de stoomlokomotieven.  
 
5 Slakken of sintelkuil: Opslag van de slakken uit de stoomlokomotieven.  
 
6 Slakkenkranen (bokken): Worden gebruikt om slakken uit tussen het spoor uit te krijgen.
 
6 Slakkenkranen (bokken): Worden gebruikt om slakken uit tussen het spoor uit te krijgen.

Versie van 5 jun 2010 om 15:57

E07.01.07 - Het locdepot - Vorige | Volgende - E07.01.07.02 De draaischijf

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts


Stoomlocomotieven hadden niet alleen onderdak nodig, maar moesten ook kolen en water innemen en zand voor de reminstallatie. Asresten en roet moesten verwijderd kunnen worden uit de rookkast. En de hele machinerie moest grondig geïnspecteerd kunnen worden. Daarom waren er bij de meeste locomotiefloodsen inspectieputten, kolenparken, waterreservoirs en draaischijven gebouwd. Het gedeelte van het emplacement waar dergelijke inrichtingen werden ondergebracht, noemt men ‘tractieterrein’. Met de term ‘depot’ werd de verzameling voorzieningen aangeduid, nodig om een tractiesteunpunt te doen functioneren.

Verzorging

De stoomlocomotief werd voor de start van de dienst of juist aan het einde van de dienst helemaal verzorgd, waarna de locomotief weer gereed was voor inzet:

Verzorging na de dienst:

  1. Het drijfwerk inspecteren boven de inspectieput
  2. De kolenvoorraad aanvullen
  3. Het roet uit de rookkast verwijderen
  4. As en sintels verwijderen
  5. Watervoorraad bijvullen
  6. Remzand aanvullen
  7. Locomotief smeren en schoonmaken
  8. Eventueel locomotief draaien

Verzorging voor aanvang dienst:

  1. Vuur opstoken met takken
  2. Ketel opstoken met kolen en stoomdruk opbouwen.
  3. Het drijfwerk inspecteren boven de inspectieput
  4. Locomotief smeren

Voor het verzorgen waren in het depot verschillende locaties waar de verschillende werkzaamheden werden uitgevoerd.

Bij hele grote depots werden deze werkzaamheden op verschillende sporen uitgevoerd en verschillende werkzaamheden achter elkaar uitgevoerd, waardoor er meer locomotieven in één keer verzorgd kunnen worden.

Bij kleinere depots kunnen de verschillende werkzaamheden en voorzieningen gewoon op hetzelfde spoor uitgevoerd worden, bijvoorbeeld in het verlengde van de locomotievenloods kan de inspectieput liggen, de kolenbunker, de waterkraan en de zandvulinstallatie.

Voorbeeld locomotievendepot

Op de tekening is een locomotievendepot voor de schaal H0 getekend. Gebouwd in de schaal N zal dit depot zo’n 40% minder ruimte innemen. Een normaal stoomlocomotievendepot bestond uit de volgende onderdelen:

Verklarende lijst: 1 Inspectieput: Voor het begin van de dienst dient de locomotief geïnspecteerd te worden. Dit gebeurt boven de inspectieput 2 Kolenbunker: Dit is de opslag (voorraad) voor kolen voor de locomotieven 3 Kolenkranen: Worden gebruikt om de kolen van de kolenbunker in de locomotieven te laden. Bij kleinere depots worden de kranen ook gebruikt om de kolen in de bunker te storten. 4 Asputten: Hier wordt de as van de locomotieven in gestort. 5 Slakken of sintelkuil: Opslag van de slakken uit de stoomlokomotieven. 6 Slakkenkranen (bokken): Worden gebruikt om slakken uit tussen het spoor uit te krijgen. 7 Waterkolommen: Om water in te nemen, deze worden boven het spoor gedraaid. 8 Zandbunker en zandvulinstallatie: Om grip op de rails te houden hebben stoomlocomotieven zand nodig. Dit zand wordt net voor de wielen op de rails gebracht. 9 Draaischijf: Stoomlocomotieven rijden het liefst met de schoorsteen voorruit. Dit omdat ze soms sneller voorruit dan achteruit kunnen rijden. Daarom worden stoomlocomotieven meestal gedraaid. Zie E07.0X.XX De draaischijf 10 Polygonale locomotievenloods: Om locomotieven droog en vorstvrij te kunnen stallen. In de meeste loodsen wordt ook onderhoud gepleegd. Bij de meeste draaischijven worden een polygonale loods toegepast. 11 Ketelhuis: Verwarming en energievoorziening van de locomotievenloods. 12 Retriade oftewel: toiletvoorziening van het depot. 13 Dienstwoningen: Bij de meeste grotere depots zijn een aantal dienstwoningen aanwezig voor het personeel. Dit kunnen de terreinknechten, machinisten, opzichters zijn 14 Werkplaats: Voor het uitvoeren van onderhoudswerk, repareren en vervaardigen van onderdelen aan locomotieven, wagons en rijtuigen. 15 Takkenbossenloods: Het vuur van de stoomlocomotief wordt eerst opgestookt met takken. Deze moesten wel droog liggen. 16 Reservoirgebouw oftewel watertoren: Zorgt voor de opslag van het benodigde water voor de stoomlocomotieven.

Het depot in model

Een stoomlocomotievendepot geeft wel veel beweging op de modelbaan. De rangeerbewegingen van de locomotieven, de (eventuele) bewegingen van de waterkolommen en kolenkranen, het draaien van de draaischijf en het open en dichtgaan van de deuren van de locomotievenloods.

Je kan het zo gek maken als je het zelf wil met een stoomlocomotievendepot in model. Sommige mensen hebben het depot als compleet thema van hun modelbaan. Een beetje groot depot met draaischijf dient uitgesmeerd te worden over een minimaal 1,50 meter lengte. Daarbij heb je dan alle extra opstelsporen en verzorgingssporen apart. Er kunnen meerdere locomotieven verzorgt worden.

De meeste mensen hebben helaas geen zee van ruimte waar naast een groot station ook een groot locomotievendepot geplaatst kan worden. Daardoor is het nodig om de boel in elkaar te schuiven waarbij de verschillende stappen van het hele proces achter elkaar op hetzelfde spoor gebeuren. Dan kan er maar één locomotief per keer verzorgt worden. Natuurlijk kan een opstelspoor meerdere functies krijgen zoals voor het ontroeten van de locomotieven, het aanvoeren van de kolen en afvoeren van de slakken…

De meeste grote fabrikanten van scenery hebben wel onderdelen voor het depot in hun programma. Onderdelen als een kolenbunker, zandvulinstallatie, rookkast schoonmaakinstallatie zijn bij heelveel leveranciers beschikbaar. De meeste fabrikanten leveren naar Duits voorbeeld. Een aantal kleinere fabrikanten leveren ook naar Nederlands en Belgisch voorbeeld. Natuurlijk zijn veel onderdelen ook zelf te bouwen.

Steeds meer onderdelen worden “beweegbaar” gemaakt. Dit komt door verkleining van de elektronische componenten maar ook door de digitalisering van de modelspoorwereld. Hierdoor zijn bewegingen zoals in het echt na te bootsen. Denk hierbij aan het open en dicht gaan van de deuren van de locomotievenloods maar ook het draaien van de waterkolom. Het beweegbaar maken van veel objecten is nu nog pure zelfbouw.


E07.01.07 - Het locdepot - Vorige | Volgende - E07.01.07.02 De draaischijf