Zelfbouw seinpostUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Hans van de Burgt
Wordt aan gewerkt door Hans Post T
In artikel E08.01.07.01 - Toepassing van seinen op de modelspoorbaan heeft u kennis kunnen maken met een voorbeeld station met twee seinposten. Naar gelang van de bedieningstoestellen van de seinen, wissels (en soms de overweginstallatie), werden deze in post- of seinhuizen ondergebracht. De inrichting hiervan hing af van het belang van de desbetreffende post. Voor de hoofd- of bevelspost (Plaats waar de treindienstleider is gehuisvest) was er een aantal telegraaftoestellen, telefoontoestellen, inrichtingen voor het geven of ontvangen van klokseinen, een ruimte om voor het bijhouden van registers en plaats voor de dienstregeling. Posten van waaruit enkel wissels werden bediend noemde men wisselposten. De posten voor het beveiligen van brugdelen of baanvakken, werden brug- respectievelijk blokposten genoemd. De Nederlandse Spoorwegen maakte handig gebruik van een soort modulaire bouwwijze van haar houten seinhuizen. Met een breedte van slechts 2,6 m. en een wandhoogte van 2,46 m en een diepte van 3,25 kon deze module per platte spoorwagen vervoerd worden. Hieronder treft u de 3D tekening aan van zo'n laag houten seinhuis. In dit geval gaat het om Type A II.
p.m. Het houten seinhuis kon uitgerust worden met ramen rondom, naar gelang er behoefte was. De treindienstleiders moesten immers vrij uitzicht hebben op de perronsporen en/of het rangeerterrein. De positie van de deur kon makkelijk worden aangepast. De lage variant van type A II kon ingezet worden als aanbouw van een (klein) stationsgebouw, maar kon ook verhoogd worden toegepast. Het geheel werd dan gewoon op een gemetselde verhoging of op een gemetselde toren geplaatst. Ook was de unit vrij eenvoudig te gebruiken als brug- of blokpost. Er waren verschillende varianten; Die met het overhangende zadeldak kwam het meest voor. De bekendste hiervan is het oude seinhuis van Utrecht. Thans bevindt dit seinhuis zich in het Spoorwegmuseum.
Meer informatieHieronder vinden we een overzicht van links naar andere websites over dit onderwerp:
|