Ballasten van Mein GleisUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Lars-Christian Uhlig - Bewerkt door Dick van der Knaap
"Mein Gleis" super realisme
aangegeven. De afstand van het kleinijzer tot de bovenkant van de rail heb ik gemeten. Die bedraagt bij Weinert ongeveer 1,35 mm. Je kan zelf bij je voertuigen meten, om te zien of het lukt. Het paar wielen van Kleinmodellbahn op de foto heeft bijvoorbeeld een spoorkranshoogte van bijna 1,2 mm en rijdt daardoor zonder problemen over het kleinijzer. Een Märklin Pwgs 41 heeft wielen met een spoorkranshoogte van meer dan 1,4 mm en komt daardoor niet zonder te ratelen over het kleinijzer. Märklin wielen zijn dus onbruikbaar. De Fleischmann VT 95 had problemen om, zonder te ratelen, over het spoor met stalen dwarsliggers van Tillig te komen. De spoorkranshoogte van ongeveer 1,25 mm is overigens ook groter dan de norm. Anderszins is tussen het kleinijzer en de bovenkant van de rail bij de Tillig stalen dwarsliggers ook hier-en-daar slechts iets meer dan 1,2 mm ruimte (is niet bij elke dwarsligger zo krap). Op de Weinert-rails functioneren ook deze wielen, die ik na de ombouw van de VT 95 naar RP 25 nog bewaard had voor testdoeleinden. Ik hoop, dat dit bij het inschatten een beetje verder helpt.
rechtstreeks op het hout geplakt. Om 15 m lange spoorstaven uit te beelden, heb ik na 24 dwarsliggers steeds de verbinding tussen twee dwarsliggers verwijderd, waardoor dubbele dwarsliggers ontstaan.
Als eerste laag heb ik, na het verwijderen van de railstaven, grijsbruin gebruikt. Dat werd verkregen door mengen van Vallejo-kleuren en daarna met de airbrush opgebracht. Door de aansluitende stappen wordt deze relatief lichte kleur weer iets donkerder. Het spoor moet er aan het eind van de behandelingen echter opgebleekt en sterk verouderd uitzien.
vrije hand over het kleinijzer gespoten. De railstaven worden eveneens met deze kleur bewerkt.
De zeer fijn gepigmenteerde kleuren van Vallejo en Gunze Sangyo verhullen de nerfstructuur van het hout aan de bovenkant van de dwarsliggers niet. In detail ziet dat er zo uit: Als volgende laag komt nu met aanstekerbenzine verdunde olieverf aan de beurt, waardoor een grijsgroen oppervlak zou moeten ontstaan. Met een fijn penseel wordt het op dwarsliggers en kleinijzer aangebracht. De pigmenten vullen vooral de houtnerfstructuur en de hoekjes van het kleinijzer.
wordt gegaan met de volgende verflagen en het ballasten.
dun laagje bruinachtige olieverf op de dwarsliggers aangebracht, omdat de kleur mij iets té groen was. Na een dag drogen heb ik daarna railstaven en kleinijzer met gebruiksklare wassing "Standard Rust Effects" van MIG meerdere keren behandeld. Hwt gaat hier om een relatief dunvloeibare oplossing met heel fijn gemalen roestrood gekleurde pigmenten. Daardoor moet de gelijkmatige roestkleur van de rails onregelmatiger en daardoor levendiger worden. Omdat het een zijspoor betreft, waarop geen treinverkeer plaatsvindt, moet de kleur van de rails overwegend roestroodbruin blijven. Daar, waar treinen rijden, zijn de rails en ook het ballastbed meer bruinachtig door wat achterblijft bij het remmen. Op opstel- of rangeersporen is dit remstof niet aanwezig.
omberkleurige dispersieverf geschilderd. Aansluitend heb ik gezeefde fijne aarde opgebracht.Die werd eerst in de bakoven bij 70 graden gedesinfecteerd.
voor ons projekt Walburg (http://projekt-walburg.blogspot.com/2010/10/unsere-schotter-kampagne.html) zelf gezeefd. Hier werd er een mengsel gebruikt, bestaande uit het (eerder grove) steenslag voor hoofdsporen (korrels van 0,7–1,0 mm) en fijn steenslag voor secondaire lijnen (0,5–0,7 mm). Zodoende werd de indruk gewekt dat hier een oud spoor ligt, wat al meerdere keren is vernieuwd/hersteld. Hulpmiddelen bij dit werk zijn een klein flesje, penseel en pincet, om het ballast perfect op zijn plaats te krijgen.
Hier ist jetzt der verklebte Schotter zu sehen. Er ist gegenüber dem unverklebten Schotter nur leicht dunkler, liegt dafür aber auch kompakter. Zum Kleben habe ich wasserlöslichen Tiefgrund verwendet, der mit einer Pipette aufgeträufelt wird. Zur Fließverbesserung wurde das gesamte Gleis zuvor noch mit einer Wasser-Odol-Mischung eingesprüht.
Nachdem Schotter und Gleisfarbe einigermaßen meinen Vorstellungen entsprochen haben, habe ich mich heute an das begleitende Grün gemacht. Zuerst habe ich das Gleis mit Kreppband abgeklebt, damit nicht zuviele Fasern im Schotter hängen bleiben. Dann habe ich niedrigen Bewuchs (Moos etc.) mit feinen Flocken von Woodland Scenics in Gleisnähe nachgebildet. Das Foto habe ich heute Vormittag bei Tageslicht gemacht, weswegen es bläulicher als die anderen daherkommt.
Der Nagel vorn im Grundbrett dient übrigens der Erdung des Elektrostaten.
Zum Schluss habe ich am Rand des Schotterbetts nochmals einige Büschel vor allem aus beigen Fasern platziert. Schließlich soll die Umgebung dieses Gleises einen ungepflegten Zustand am Rande des Bahnhofs im Spätsommer darstellen.
Wie dasa bereits angemerkt hat, sind in den Schienen über den Doppelschwellen keine Schienenlaschen zu sehen. Einerseits hatte ich keine vorrätig, aber andererseits wurden im Laufe der Zeit bei der Bahn immer mehr Gleise verschweißt, ohne dass die Schwellen neu verlegt wurden – und natürlich habe ich mir diese Situation zum Vorbild genommen. /images/wink.gif
Danke an alle für Eure Komplimente. Es hat dadurch um so mehr Spaß gemacht, über die Feiertage immer wieder mal an dem kleinen Brettechen herumzubasteln und ab und zu ein Foto zu schießen. Heute hatte ich gehofft, das Gleis mal bei Sonnenlicht fotografieren zu können, doch als ich Kamera und Stativ fertig aufgebaut hatte, zog Regen auf, der den Plan vereitelt hat. Dann musste also doch noch der Blitz mit der Softbox aufgebaut werden, um wenigstens die Sonne zu imitieren … Hier ist also der kleine Jung-Rangiertraktor von Real-Modell dabei, leere O-Wagen im Anschlussgleis zu rangieren.
|