Persoonlijke instellingen

Aansluiten duoleds op een locdecoder: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 6: Regel 6:
 
}}
 
}}
 
{{Inhoudsopgave||Klein}}
 
{{Inhoudsopgave||Klein}}
De driekleuren-led is prima geschikt om front- en sluitverlichting in locs en treinstellen te maken, die slechts voorzien zijn van twee openingen aan front- en achterzijde. Door het inbouwen van vier driekleuren-leds en het aansluiten daarvan op de locdecoder, heeft u de beschikking over gele frontlichten en rode sluitlichten aan weerszijden, die wisselen met de rijrichting.
+
Dit artikel beschrijft de mogelijkheden voor het '''aansluiten van duoleds op een locdecoder'''.
  
 +
Een duoled of driekleurenled is prima geschikt om front- en sluitverlichting in locs en treinstellen te maken die slechts voorzien zijn van twee openingen aan front- en achterzijde. Door het inbouwen van vier duoleds en het aansluiten daarvan op de locdecoder, krijgt het model de beschikking over gele frontlichten en rode sluitlichten die wisselen met de rijrichting.
  
==== Verkrijgbaarheid ====
+
Van de duo- of driekleurenled zijn verschillende uitvoeringen;
Alhoewel de 'common anode'-leds moeilijker verkrijgbaar zijn dan de 'common kathode'-leds, geven we hier toch het aansluitschema voor beide typen. Er zijn maar een zeer beperkt aantal fabrikanten van 'common anode'-leds. Daardoor zijn die in de handel moeilijker verkrijgbaar dan 'common kathode'-leds.
+
* met 2 aansluitdraden; hier zijn 2 leds antiparallel geschakeld in één behuizing. Stroomrichting de ene kant op geeft rood licht, andere kant op geeft geel licht. Er zijn ook andere kleurencombinaties mogelijk.
 +
* met 3 aansluitingen, de leds kunnen apart of tegelijk branden, er ontstaat dan een mengkleur, b.v. rood+geel = oranje. Er zijn dan 2 uitvoeringen:
 +
** ''common anode''; 2 leds parallel in één behuizing, met de anode (+ aansluiting) gemeenschappelijk en de kathodes (- aansluitingen) apart
 +
** ''common cathode''; 2 leds parallel in één behuizing, met de cathode (- aansluiting) gemeenschappelijk en de anodes (+ aansluitingen) apart 
  
 
+
=== ''Common anode'' ===
=== Common Anode ===
+
In dit schema is gebruik gemaakt van ''common anode'' leds met 3 aansluitdraden. Deze leds zijn zodanig op de bedrading aangesloten, dat wanneer de witte decoderdraad door de decoder aan massa wordt gelegd, aan de voorzijde van het railvoertuig beide gele leds branden en aan de achterzijde de twee rode leds.
In dit schema is gebruik gemaakt van zogenaamde 'common anode'-leds. De leds zijn zodanig op de bedrading aangesloten, dat wanneer de witte decoder-draad door de decoder aan massa wordt gelegd, aan de voorzijde van het railvoertuig beide gele leds branden en aan de achterzijde de twee rode leds.
 
  
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
Regel 26: Regel 29:
 
}}
 
}}
  
Wanneer de gele decoder-draad door de decoder aan massa wordt gelegd, zullen aan de voorzijde van het railvoertuig beide rode leds branden en aan de achterzijde de twee gele leds.<br />
+
Wanneer de gele decoderdraad door de decoder aan massa wordt geschakeld, zullen aan de voorzijde van het railvoertuig beide rode leds branden en aan de achterzijde de twee gele leds. Het naar massa schakelen van de witte of de gele draad wordt automatisch door de decoder geregeld, afhankelijk van de ingestelde rijrichting. De verlichting brandt wanneer deze met functietoets F0 op de centrale wordt inschakelt.  
Het naar massa schakelen van de witte of de gele draad wordt automatisch door de decoder geregeld, afhankelijk van de ingestelde rijrichting. De verlichting brandt wanneer u deze d.m.v. functietoets F0 op de centrale inschakelt.  
+
<br clear= "all">
<br clear='all'>
 
  
 
+
=== ''Common cathode'' ===
=== Common Kathode ===
+
Bij gebruik van zogenaamde ''common cathode'' leds zal bovenstaand schema niet werken omdat dan de spanning op de leds de verkeerde polariteit heeft.
Bij gebruikmaking van zogenaamde Common Kathode-leds zal bovenstaande schema niet werken, omdat dan de spanning op de leds de verkeerde polariteit heeft.
 
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= Inverteerschakeling FE-01.GIF
 
|Bestand= Inverteerschakeling FE-01.GIF
Regel 43: Regel 44:
 
}}
 
}}
  
U zult dan gebruik moeten maken van een hulpschakeling, die ervoor zorgt dat de leds gevoed worden met een spanning met de juiste polariteit. Wanneer u deze schakeling (zie: schema 02) er tussen plaatst, functioneert de schakeling ook met Common Kathode-leds. De inverteerschakeling bestaat uit twee transisoren, drie weerstanden en twee diodes. Voor de schakeling in schema 01 heeft u vier van deze inverteerschakelingen nodig.
+
Er zal dan gebruik gemaakt moeten worden van een hulpschakeling die ervoor zorgt dat de leds gevoed worden met een spanning met de juiste polariteit. Wanneer de schakeling van afbeelding 02 wordt tussengeplaatst, functioneert de schakeling ook met ''common cathode'' leds. De inverteerschakeling bestaat per led uit twee transistoren, drie weerstanden en twee diodes. Voor de schakeling in afbeelding 01 zijn dus vier van deze inverteerschakelingen nodig.
  
 
=== De werking van de inverteerschakeling: ===
 
=== De werking van de inverteerschakeling: ===
Wanneer de decoder de witte decoder-draad aan massa schakelt, zal de basis van transistor T1, via weerstand R1 aan massa worden gelegd. T1 komt dan in geleiding. Nu gaat er een stroom lopen van de plus (+) c.q. de blauwe draad, via T1, voorschakelweerstand R2, de gele led en diode D1 naar massa (de witte draad). De gele led brandt nu.
+
Wanneer de decoder de witte decoder-draad aan massa schakelt, zal de basis van transistor T1, via weerstand R1 ook aan massa worden gelegd en T1 komt dan in geleiding. Nu gaat er een stroom lopen van de plus (+) c.q. de blauwe draad, via T1, voorschakelweerstand R2, de gele led en diode D1 naar massa (de witte draad). De gele led brandt nu. De rode led kan niet gaan branden, omdat diode D2 spert en daardoor de basis van T2 niet negatief kan worden.
De rode led kan niet gaan branden, omdat diode D2 spert, en daardoor de basis van T2 niet negatief kan worden.
 
  
Andersom zal, wanneer de decoder de gele decoder-draad aan massa schakelt, de basis van Transistor T2 via weerstand R2 aan massa worden gelegd. T2 komt dan in geleiding. Nu gaat er een stroom lopen van de plus (+) c.q. de blauwe draad, via T2, voorschakelweerstand R3, de rode led en diode D2 naar de massa (de gele draad). De rode led brandt nu.
+
Andersom zal, wanneer de decoder de gele decoder-draad aan massa schakelt, de basis van Transistor T2 via weerstand R2 aan massa worden gelegd. T2 komt dan in geleiding. Nu gaat er een stroom lopen van de plus (+) c.q. de blauwe draad, via T2, voorschakelweerstand R3, de rode led en diode D2 naar de massa (de gele draad). De rode led brandt nu. De gele led kan niet gaan branden, omdat diode D1 spert en daardoor de basis van T1 niet negatief kan worden.
De gele led kan niet gaan branden, omdat diode D1 spert, en daardoor de basis van T1 niet negatief kan worden.
+
 
 +
==== Verkrijgbaarheid ====
 +
Alhoewel de ''common anode''-leds moeilijker verkrijgbaar zijn dan de ''common kathode''-leds, wordt hier toch het aansluitschema voor beide typen gegeven. Er is maar een zeer beperkt aantal fabrikanten van ''common anode''-leds, waardoor die in de handel moeilijker verkrijgbaar zijn dan ''common kathode''-leds.
  
  

Versie van 28 dec 2021 om 20:13

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


Dit artikel beschrijft de mogelijkheden voor het aansluiten van duoleds op een locdecoder.

Een duoled of driekleurenled is prima geschikt om front- en sluitverlichting in locs en treinstellen te maken die slechts voorzien zijn van twee openingen aan front- en achterzijde. Door het inbouwen van vier duoleds en het aansluiten daarvan op de locdecoder, krijgt het model de beschikking over gele frontlichten en rode sluitlichten die wisselen met de rijrichting.

Van de duo- of driekleurenled zijn verschillende uitvoeringen;

  • met 2 aansluitdraden; hier zijn 2 leds antiparallel geschakeld in één behuizing. Stroomrichting de ene kant op geeft rood licht, andere kant op geeft geel licht. Er zijn ook andere kleurencombinaties mogelijk.
  • met 3 aansluitingen, de leds kunnen apart of tegelijk branden, er ontstaat dan een mengkleur, b.v. rood+geel = oranje. Er zijn dan 2 uitvoeringen:
    • common anode; 2 leds parallel in één behuizing, met de anode (+ aansluiting) gemeenschappelijk en de kathodes (- aansluitingen) apart
    • common cathode; 2 leds parallel in één behuizing, met de cathode (- aansluiting) gemeenschappelijk en de anodes (+ aansluitingen) apart

Common anode

In dit schema is gebruik gemaakt van common anode leds met 3 aansluitdraden. Deze leds zijn zodanig op de bedrading aangesloten, dat wanneer de witte decoderdraad door de decoder aan massa wordt gelegd, aan de voorzijde van het railvoertuig beide gele leds branden en aan de achterzijde de twee rode leds.


Driekleur-LED decoder CA-01.GIF
Afbeelding: 01
Aansluiten van de leds
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom


Wanneer de gele decoderdraad door de decoder aan massa wordt geschakeld, zullen aan de voorzijde van het railvoertuig beide rode leds branden en aan de achterzijde de twee gele leds. Het naar massa schakelen van de witte of de gele draad wordt automatisch door de decoder geregeld, afhankelijk van de ingestelde rijrichting. De verlichting brandt wanneer deze met functietoets F0 op de centrale wordt inschakelt.

Common cathode

Bij gebruik van zogenaamde common cathode leds zal bovenstaand schema niet werken omdat dan de spanning op de leds de verkeerde polariteit heeft.

Inverteerschakeling FE-01.GIF
Afbeelding: 02
Inverteerschakeling
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom


Er zal dan gebruik gemaakt moeten worden van een hulpschakeling die ervoor zorgt dat de leds gevoed worden met een spanning met de juiste polariteit. Wanneer de schakeling van afbeelding 02 wordt tussengeplaatst, functioneert de schakeling ook met common cathode leds. De inverteerschakeling bestaat per led uit twee transistoren, drie weerstanden en twee diodes. Voor de schakeling in afbeelding 01 zijn dus vier van deze inverteerschakelingen nodig.

De werking van de inverteerschakeling:

Wanneer de decoder de witte decoder-draad aan massa schakelt, zal de basis van transistor T1, via weerstand R1 ook aan massa worden gelegd en T1 komt dan in geleiding. Nu gaat er een stroom lopen van de plus (+) c.q. de blauwe draad, via T1, voorschakelweerstand R2, de gele led en diode D1 naar massa (de witte draad). De gele led brandt nu. De rode led kan niet gaan branden, omdat diode D2 spert en daardoor de basis van T2 niet negatief kan worden.

Andersom zal, wanneer de decoder de gele decoder-draad aan massa schakelt, de basis van Transistor T2 via weerstand R2 aan massa worden gelegd. T2 komt dan in geleiding. Nu gaat er een stroom lopen van de plus (+) c.q. de blauwe draad, via T2, voorschakelweerstand R3, de rode led en diode D2 naar de massa (de gele draad). De rode led brandt nu. De gele led kan niet gaan branden, omdat diode D1 spert en daardoor de basis van T1 niet negatief kan worden.

Verkrijgbaarheid

Alhoewel de common anode-leds moeilijker verkrijgbaar zijn dan de common kathode-leds, wordt hier toch het aansluitschema voor beide typen gegeven. Er is maar een zeer beperkt aantal fabrikanten van common anode-leds, waardoor die in de handel moeilijker verkrijgbaar zijn dan common kathode-leds.


Onderdelenlijst.
T1 en T2 BC557
D1 en D2 1N4148
R1 en R4 68k   ¼ W
R3 2k7   ½ W
R4 3k3   ½ W
Tabel: 03
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom



Meer informatie

Encyclopedie
(zie: Cursussen).




Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie