BasisvormenUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Bron: Nederlandse Wikipedia - Bewerkt door Hans van de Burgt
WisselEen wissel (in vakjargon: 'het wissel') is een constructie in een spoorweg om een trein naar een ander spoor te leiden. Een wissel realiseert dus een fysieke vertakking in het spoorwegnet. Wissels vormen meestal een onmisbaar deel van een spoorwegknooppunt.
De beweegbare onderdelen die de trein van het ene naar het andere spoor leiden, worden wisseltongen genoemd. Waar het linker-'been' van het rechterspoor en het rechter-'been' van het linkerspoor elkaar kruisen, bevindt zich het puntstuk. De spoorstaaf tegenover het puntstuk is op die plek voorzien van een strijkregel om ontsporingen te voorkomen.
Rijdt een trein eerst over de wisseltongen en daarna over het puntstuk (dan bepaalt de stand van het wissel waar de trein heengaat) dan heet dat: 'het wissel tegen de punt in berijden'. Rijdt een trein eerst over het puntstuk en daarna over de wisseltongen (dan moet het wissel in de juiste stand staan) dan heet dat: 'het wissel met de punt mee berijden'. Rijdt de trein tegen de punt in, en kan de trein rechtdoor rijden òf naar links afbuigen, dan is het een 'links wissel'. Kan de trein rechtdoor rijden òf naar rechts afbuigen, dan is het een 'rechts wissel'. Engels wisselEen Engels wissel is een constructie op een plek waar te weinig ruimte is om twee wissels te combineren. Een Engels wissel is ook te zien als een kruising, met de mogelijkheid op het kruisende spoor 'over te stappen'. Dit is zo'n groot voordeel dat men op een spoorwegemplacement maar weinig vaste kruisingen zal aantreffen, maar des te meer Engelse wissels.
Legt men twee (gewone) wissels met de tongen tegen elkaar, dan zijn er vier treinbewegingen mogelijk: beide wissels 'rechtuit', het ene wissel 'krom' (afbuigend), het andere wissel 'krom' of beide wissels 'krom'. Het is mogelijk een constructie te maken met dezelfde mogelijkheden, die minder ruimte in beslag neemt èn nog het extra voordeel heeft dat de laatstgenoemde treinbeweging ook kaarsrecht is. Deze constructie heet: ’een (heel) Engels wissel’. Hiervoor zijn echter acht tongen nodig, waarvan er steeds vier tegelijk worden bediend. KruiswisselEen kruiswissel is bij de spoorwegen een combinatie van vier wissels en een kruising. Door deze constructie is het mogelijk in beide richtingen van het ene spoor op het andere te komen. Eventueel kunnen in een kruiswissel één- of meer wissels vervangen worden door een Engels wissel. Op een groot emplacement zijn daar vele voorbeelden van te vinden.
KopspoorEen kopspoor is een doodlopend spoor bij een spoor- of trambedrijf, waardoor de trein- of tram alléén verder kan door over het aankomstspoor in tegengestelde richting terug te rijden. Dit heet in spoorwegjargon: 'kopmaken'.
KopstationKopstations in Nederland:
A: Stationsgebouw staat loodrecht op de sporen
ZakspoorEen zakspoor is een kopspoor met aan beide zijden een perron. Deze constructie komt voor bij stations met een breed eilandperron, waarbij een bepaalde treindienst (meestal een korte stoptrein) het betreffende station als eindpunt heeft. De term is afgeleid van het Franse 'Cul de sac' of het Duitse 'Sackgasse' (doodlopende weg).
Voordeel van een zakspoor is dat er meer sporen aan hetzelfde perron kunnen liggen. Twee doorgaande treinen kunnen aan weerszijden van het perron stoppen en het zakspoor bevindt zich aan hetzelfde perron.
|