Persoonlijke instellingen

Conrad wisselaandrijving aansluiten: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
(10 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Koptekst
 
{{Koptekst
|Vorige= Wat is een reed-contact?
+
|Vorige= Wat is een reed-contact
 
|Volgende= Koppelen van trafo's of voedingen
 
|Volgende= Koppelen van trafo's of voedingen
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
Regel 6: Regel 6:
 
|Auteur2= Fred Eikelboom  
 
|Auteur2= Fred Eikelboom  
 
}}
 
}}
 +
{{Inhoudsopgave||Klein}}
  
=== Elektrische aansluiting ===
+
Iedere ondervloer wisselaandrijving heeft zijn eigen specifieke aansluitmogelijkheden. Dit artikel beschrijft hoe een '''Conrad wisselaandrijving aan te sluiten'''. Deze Conrad aandrijving kan met wissel- of met gelijkspanning geschakeld worden en heeft ingebouwde contacten die de spanning naar het motortje uitschakelen in de eindstand.  
Iedere ondervloeraandrijving zal zijn eigen specifieke mogelijkheden hebben voor het aansluiten. In het geval van de veel gebruikte 'Conrad-aandrijving' (een motorische wisselaandrijving), zijn er twee varianten, m&eacute;t (zie schema 01) en z&oacute;nder een wisselcontact. Dat wisselcontact kan, bijvoorbeeld, dienen voor terugmelding van de wisselstand of worden gebruikt voor het polariseren van het puntstuk van het wissel. In het eerste geval wordt het 'middencontact' (gele draad) via een voorschakelweerstand met een plus-pool van de voedingsspanning van de LED's verbonden, het tweede en derde contact (blauwe draden) gaan bijvoorbeeld naar een rode en groene LED, en vanaf die LED's weer naar de min-pool van de voedingsspanning voor de LED's (zie schema 02).<br />
 
Voor weerstand R1 neemt u een waarde die een stroom van 8 tot 10 milliAmp&egrave;re door de LED stuurt. De berekening van de waarde van de voorschakelweerstand van een LED, staat in het artikel '' 'LED voorschakelweerstand berekenen' '' (zie 'Meer informatie').  
 
  
 +
Van de 'Conrad-aandrijving' zijn er twee gebruiksvarianten; mét gebruik van het omschakelcontact (zie schema 01 & 02) en zónder het wisselcontact (schema 03 & 04). Dat omschakelcontact kan dienen voor terugmelding van de wisselstand met leds, of voor het [[Puntstuk van het wissel polariseren|polariseren van het puntstuk]] van het wissel.
  
 +
===Omschakelcontact voor leds===
 +
Hier wordt het 'middencontact' (gele draad) via een voorschakelweerstand met een plus-pool van de voedingsspanning van de leds verbonden, het tweede en derde contact (blauwe draden) gaan bijvoorbeeld naar een rode en groene LED en vanaf die leds weer naar de min-pool van de voedingsspanning voor de leds (zie schema 01).
 +
 +
Neem voor weerstand R1 een waarde die een stroom van 8-10 mA door de led stuurt. De berekening van de waarde van de voorschakelweerstand van een led, staat in het artikel [[Minimale led voorschakelweerstand berekenen]].
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
|Bestand= Aansluiting_Conrad01.gif
+
|Bestand= Aansluiting_Conrad02.gif
|Bestand2= Aansluiting_Conrad02.gif
+
|Bestand2= Aansluiting_Conrad01.gif
 
|Grootte= Normaal
 
|Grootte= Normaal
 
|Grootte2= Normaal  
 
|Grootte2= Normaal  
 
|Volgnummer= 01  
 
|Volgnummer= 01  
 
|Volgnummer2= 02
 
|Volgnummer2= 02
|Omschrijving= Aansluitingen Conrad-wisselaandrijving
+
|Omschrijving= Aansluiting leds op omschakelcontact
|Omschrijving2= Aansluiting LED's op Conrad-wisselaandrijving
+
|Omschrijving2= Aansluiting puntstuk op omschakelcontact
 
|Type= Schema
 
|Type= Schema
 
|Type2= Schema
 
|Type2= Schema
Regel 28: Regel 32:
 
}}
 
}}
  
 +
===Omschakelcontact voor puntstuk===
 +
Hier wordt, vóór het aanbrengen van ''weathering'' en ballast, een draadje gesoldeerd aan het puntstuk, wat weer verbonden wordt met het middencontact (gele draad) van de aandrijving, zie schema 02. De beide omschakelcontacten (blauwe draden) worden van rijspanning voorzien door ze te verbinden met één van beide spoorstaven. Het puntstuk wordt zo steeds doorverbonden met die spoorstaaf waar de wisseltong tegenaan ligt. Zo niet, dan wordt er een kortsluiting gemaakt. Nadere beschrijving is te vinden in het artikel [[Puntstuk van het wissel polariseren]]. Dan blijven er drie aansluitingen van de wisselaandrijving over die bedoeld zijn voor het omleggen van het wissel. Eén ervan is de gemeenschappelijke terugvoerleiding, de beide anderen zijn voorzien van een diode, waarbij die diodes aan elkaar tegengesteld (antiparallel) zijn aangesloten.
 +
 +
=== AC of DC ===
 +
Als de middenaansluiting op een gelijkspanning (DC) wordt aangesloten en een 'plus' aan de aansluiting voor stand 1, zal het wissel stand 1 aannemen. De andere aansluiting zal geen reactie vertonen, omdat daarvan de diode in tegengestelde, niet-stroomdoorlatende, richting is geplaatst. Wordt hetzelfde gedaan met een 'min', dan zal alleen de aansluiting behorende bij stand 2 geactiveerd worden. De wisselstand is met één dubbelpolige ompoolschakelaar (of een relais) te regelen. Naar de aandrijving zijn maar twee draden nodig: één aanvoerleiding en één retourleiding (zie schema 03).
  
In het tweede geval wordt (v&oacute;&oacute;r het aanbrengen van weathering en ballast!) een draadje gesoldeerd aan het puntstuk, wat weer verbonden wordt met het 'middencontact' (gele draad). De beide wisselcontacten (blouwe draden) worden van rijspanning voorzien door ze te verbinden met &eacute;&eacute;n van beide spoorstaven. Let hierbij goed op: het puntstuk wordt zo steeds doorverbonden met de spoorstaaf, waar de wisseltong tegenaan ligt. Doet u het fout, dan wordt er een kortsluiting gecre&euml;erd. Nadere beschrijving is te vinden in het artikel 'Puntstuk wissel polariseren' (zie hieronder bij meer informatie').
 
Dan blijven er drie aansluitingen van de wisselaandrijving over, welke bedoeld zijn voor het omleggen van het wissel. E&eacute;n ervan is de gemeenschappelijke terugvoerleiding, welke in geval van de Conrad-aandrijving een 'kale' draad is. De beide anderen zijn voorzien van een diode, waarbij die diodes aan elkaar tegengesteld zijn aangesloten.
 
  
Als de 'middenaansluiting' aan de massa van de wisselvoeding wordt aangesloten, en een plus-puls aan de aansluiting voor stand 1, zal het wissel stand 1 aannemen, als de diode tenminste in doorlaatrichting is aangesloten. De andere aansluiting zal geen reactie vertonen, omdat daarvan de diode in tegengestelde, niet-stroomdoorlatende, richting is geplaatst. Wordt hetzelfde gedaan met een min-puls, dan zal alleen de aansluiting, behorende bij stand 2, geactiveerd worden. Als voeding heeft u dus een gelijkspanning nodig met een plus en min-pool. Dan kunt u de wisselstand met &eacute;&eacute;n dubbelpolige wisselschakelaar regelen. Naar de aandrijving heeft u twee draden nodig: &eacute;&eacute;n aanvoerleiding, en &eacute;&eacute;n retourleiding (zie schema 03).
 
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
|Bestand= Aansluiting_Conrad04.gif
 
|Bestand= Aansluiting_Conrad04.gif
Regel 40: Regel 46:
 
|Volgnummer= 03  
 
|Volgnummer= 03  
 
|Volgnummer2= 04
 
|Volgnummer2= 04
|Omschrijving= Aansluiting Conrad-wisselaandrijving op gelijkspanning (DC)  
+
|Omschrijving= Wisselaandrijving met gelijkspanning (DC)  
|Omschrijving2= Aansluiting Conrad-wisselaandrijving op wisselspanning (AC)
+
|Omschrijving2= Wisselaandrijving met wisselspanning (AC)
 
|Type= Schema
 
|Type= Schema
 
|Type2= Schema
 
|Type2= Schema
Regel 49: Regel 55:
 
}}
 
}}
  
 
+
Door de diodes in de aansluitingen van de aandrijving kan deze ook met een wisselspanning (AC) werken. Er zijn dan drie draden nodig: twee naar beide van diodes voorziene draadjes en één gemeenschappelijke leiding. Hier zijn twee drukknopjes (of één 3-polige tuimel- of schuifschakelaar) nodig, zie schema 04 (bij gebruik van een tuimel- of schuifschakelaar geeft die ook de stand van het wissel aan). Bij een druk op de ene drukknop krijgt de motor spanning en zal het wissel omleggen naar de ene stand. Bij het drukken op de andere knop krijgt de motor opnieuw spanning (maar in polariteit) en zal het wissel omleggen naar de andere stand. De polariteit wordt geregeld door de ingebouwde dioden, het motortje in de aandrijving krijgt de positieve of de negatieve fase van de enkelzijdig gelijkgerichte wisselspanning en draait dan de ene of de andere kant op.
Als alternatief kunt u ook met wisselspanning werken, doordat in de aansluitingen van de aandrijving diodes zijn ingebouwd. U hebt dan drie draden nodig: twee naar beide van diodes voorziene draadjes, en &eacute;&eacute;n gemeenschappelijke leiding. Hier zijn twee drukknopje nodig (zie tekening 04). Bij een druk op de eerste drukknop krijgt het wissel een puls en zal het wissel omleggen naar de andere stand. Bij het drukken op de andere knop krijgt het wissel opnieuw een puls en zal het wissel weer omleggen naar de andere stand. Dat wordt veroorzaakt door de gelijkrichterwerking van de diodes.
 
  
  
Regel 72: Regel 77:
 
}}
 
}}
 
{{Link intern
 
{{Link intern
|Link= LED voorschakelweerstand berekenen
+
|Link= Minimale led voorschakelweerstand berekenen
|Linknaam= LED voorschakelweerstand berekenen
+
|Linknaam= Minimale led voorschakelweerstand berekenen
 
}}
 
}}
 
{{Link intern
 
{{Link intern
Regel 88: Regel 93:
 
}}
 
}}
 
{{Link intern
 
{{Link intern
|Link= Terugmelding
+
|Link= Terugmelding en/of bezetmelding
 
|Linknaam= Terugmelding
 
|Linknaam= Terugmelding
 
}}
 
}}
Regel 108: Regel 113:
 
}}
 
}}
 
{{Linkssectie einde}}
 
{{Linkssectie einde}}
 
 
{{Voettekst
 
{{Voettekst
|Vorige= Wat is een reed-contact?
+
|Vorige= Wat is een reed-contact
 
|Volgende= Koppelen van trafo's of voedingen
 
|Volgende= Koppelen van trafo's of voedingen
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
}}
+
}}{| width= "100%"
 
+
|- valign= "top"
 +
! scope= "row" width="80%" |
 +
| <small><small>Laatste wijziging: 11 mei 2020 16:30 (CEST)</small></small>
 +
|}
 
[[Categorie: Alles|O]]
 
[[Categorie: Alles|O]]
 
[[Categorie: Artikel|Ondervloer-wisselaandrijvingen aansluiten]]
 
[[Categorie: Artikel|Ondervloer-wisselaandrijvingen aansluiten]]
Regel 120: Regel 127:
 
[[Categorie: Bedrading|O]]
 
[[Categorie: Bedrading|O]]
 
[[Categorie: Elektronica|O]]
 
[[Categorie: Elektronica|O]]
[[Categorie: LED|S]]
+
[[Categorie: Led|S]]
 
[[Categorie: Praktijk|O]]
 
[[Categorie: Praktijk|O]]
 
[[Categorie: Spoorwegbouw|O]]
 
[[Categorie: Spoorwegbouw|O]]

Versie van 30 jul 2020 om 15:00

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteurs: Dick van der Knaap en Fred Eikelboom


Iedere ondervloer wisselaandrijving heeft zijn eigen specifieke aansluitmogelijkheden. Dit artikel beschrijft hoe een Conrad wisselaandrijving aan te sluiten. Deze Conrad aandrijving kan met wissel- of met gelijkspanning geschakeld worden en heeft ingebouwde contacten die de spanning naar het motortje uitschakelen in de eindstand.

Van de 'Conrad-aandrijving' zijn er twee gebruiksvarianten; mét gebruik van het omschakelcontact (zie schema 01 & 02) en zónder het wisselcontact (schema 03 & 04). Dat omschakelcontact kan dienen voor terugmelding van de wisselstand met leds, of voor het polariseren van het puntstuk van het wissel.

Omschakelcontact voor leds

Hier wordt het 'middencontact' (gele draad) via een voorschakelweerstand met een plus-pool van de voedingsspanning van de leds verbonden, het tweede en derde contact (blauwe draden) gaan bijvoorbeeld naar een rode en groene LED en vanaf die leds weer naar de min-pool van de voedingsspanning voor de leds (zie schema 01).

Neem voor weerstand R1 een waarde die een stroom van 8-10 mA door de led stuurt. De berekening van de waarde van de voorschakelweerstand van een led, staat in het artikel Minimale led voorschakelweerstand berekenen.

Aansluiting Conrad02.gif Aansluiting Conrad01.gif
Afbeelding: 01 Afbeelding: 02
Aansluiting leds op omschakelcontact Aansluiting puntstuk op omschakelcontact
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom Schema gemaakt door: Fred Eikelboom

Omschakelcontact voor puntstuk

Hier wordt, vóór het aanbrengen van weathering en ballast, een draadje gesoldeerd aan het puntstuk, wat weer verbonden wordt met het middencontact (gele draad) van de aandrijving, zie schema 02. De beide omschakelcontacten (blauwe draden) worden van rijspanning voorzien door ze te verbinden met één van beide spoorstaven. Het puntstuk wordt zo steeds doorverbonden met die spoorstaaf waar de wisseltong tegenaan ligt. Zo niet, dan wordt er een kortsluiting gemaakt. Nadere beschrijving is te vinden in het artikel Puntstuk van het wissel polariseren. Dan blijven er drie aansluitingen van de wisselaandrijving over die bedoeld zijn voor het omleggen van het wissel. Eén ervan is de gemeenschappelijke terugvoerleiding, de beide anderen zijn voorzien van een diode, waarbij die diodes aan elkaar tegengesteld (antiparallel) zijn aangesloten.

AC of DC

Als de middenaansluiting op een gelijkspanning (DC) wordt aangesloten en een 'plus' aan de aansluiting voor stand 1, zal het wissel stand 1 aannemen. De andere aansluiting zal geen reactie vertonen, omdat daarvan de diode in tegengestelde, niet-stroomdoorlatende, richting is geplaatst. Wordt hetzelfde gedaan met een 'min', dan zal alleen de aansluiting behorende bij stand 2 geactiveerd worden. De wisselstand is met één dubbelpolige ompoolschakelaar (of een relais) te regelen. Naar de aandrijving zijn maar twee draden nodig: één aanvoerleiding en één retourleiding (zie schema 03).


Aansluiting Conrad04.gif Aansluiting Conrad03.gif
Afbeelding: 03 Afbeelding: 04
Wisselaandrijving met gelijkspanning (DC) Wisselaandrijving met wisselspanning (AC)
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom Schema gemaakt door: Fred Eikelboom

Door de diodes in de aansluitingen van de aandrijving kan deze ook met een wisselspanning (AC) werken. Er zijn dan drie draden nodig: twee naar beide van diodes voorziene draadjes en één gemeenschappelijke leiding. Hier zijn twee drukknopjes (of één 3-polige tuimel- of schuifschakelaar) nodig, zie schema 04 (bij gebruik van een tuimel- of schuifschakelaar geeft die ook de stand van het wissel aan). Bij een druk op de ene drukknop krijgt de motor spanning en zal het wissel omleggen naar de ene stand. Bij het drukken op de andere knop krijgt de motor opnieuw spanning (maar in polariteit) en zal het wissel omleggen naar de andere stand. De polariteit wordt geregeld door de ingebouwde dioden, het motortje in de aandrijving krijgt de positieve of de negatieve fase van de enkelzijdig gelijkgerichte wisselspanning en draait dan de ene of de andere kant op.



Meer informatie

Encyclopedie:
Externe websites:
Wisselaandrijving met puntstukpolarisatie



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 11 mei 2020 16:30 (CEST)