Persoonlijke instellingen

Decals

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie door Hans (overleg | bijdragen) op 20 feb 2010 om 00:37
Ga naar: navigatie, zoeken
E11.06 - 3D/RM, CAD-ontwerp - Vorige | Volgende - E12 - Gereedschappen

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net Auteur: Kas Michorius


Inleiding

Iedereen kent dat wel; heb je je model netjes afgebouwd en gespoten, en dan zijn er nergens de juiste decals voor te krijgen. Hier blijft alleen nog maar de mogelijkheid over, om de decals zelf te maken. Aangezien het zelf maken (en aanbrengen) van decals een kunst appart is, volgt hieronder een verslag, dat alle aspecten van het maken en aanbrengen van decals tracht te behandelen.

Decals maken

Ten eerste is het natuurlijk belangrijk, dat je goede voorbeeldfotos hebt. Je kunt eigen fotos maken, of (zover aanwezig) in internet de juiste fotos zoeken. Belangrijk is, dat de foto‘s niet in een hoek, maar recht op de lok of wagen gemaakt zijn. Eventueel moet de kwaliteit van de gebruikte fotos hier en daar verbeterd worden of de kleuren moeten iets worden aangepast. Ik gebruik hiervoor Photoshop (zie ook de inleiding in Photoshop), maar een ander fotobewerkingsprogramma voldoet natuurlijk ook. MS Paint zou ik echter niet willen aanraden, omdat de kwaliteit (pixels per inch) hier niet behouden blijft.Wie geen professioneel fotobewerkingsprogramma bezit, kan ook een gratis demo-versie downloaden, die meestal ca. 30 dagen te gebruiken zijn. Ook zijn er inmiddels een aantal goed te gebruiken freeware programma's kostenlos te downloaden. De verschillende decals kunnen vervolgens als .jpg opgeslagen worden, en in bijvoorbeeld MS Word samengevoegd en op de juiste maat gebracht worden. Heel erg belangrijk is, dat je meteen na het aanmaken van het Word-document (dus nog voordat je hierin aan het werk gaat) aangeeft, dat je het document in "Letter" en niet in "A4" wilt maken. Dit doe je zo: Seitenlayout -> Seite einrichten -> Format -> en dan bij "Papierformat" op "Letter". Dit is een belangrijke stap, die niet moet worden overgeslagen. Als je dit niet doet, dan zullen je decals uiteindelijk een paar milimeter kleiner zijn, als wat je eigenlijk hebt ingegeven. En een paar milimeter betekent in bijv. 1:160 al bijna een halve meter.

Als je Word-Bestand met decals nu af is, moeten we het gaan printen. Hier zijn er verschillende methodes hoe je dit aan kunt pakken.

Decals printen met een inkjet printer

Je kunt het bestand zelf met een doodnormale inkjet printer printen. De meesten van ons zullen thuis zo'n printer hebben staan. Natuurlijk heb je dan ook nog speciaal decal-papier nodig. Dit kun je in transparant en in wit kopen (ongeveer 2 Euro per blad). Ik bestel mijn decal-papier meestal op ebay of bij de internetshop "Elwods" (http://www.decalfolien.de/). Belangrijk is, dat je het decal-papier koopt, wat voor inkjet printers geschikt is. Bij het printen zelf moet je er nog om denken, dat je bij de printopties aangeeft dat het om een vel papier in Letter formaat gaat. Dit papier komt uit Amerika en is daarom niet in A4 Formaat verkrijgbaar. Als papiersoort neem ik vervolgens "ander fotopapier" en voor de kwaliteit kies ik meestal de beste kwaliteit, of de op een na beste kwaliteit (dpi).

Na het drogen, moet het vel papier nog van een laag blanke lak voorzien worden. Helaas is de inkt van een inkjet printer niet waterbestendig en zou dus meteen weer oplossen als je de decal in het water legt. Ik gebruik als blanke lak, de lak van Mr. Hobby uit de spuitbus. De lak laat ik daarna ongeveer 8 tot 12 uur drogen, zodat hij droog is en niet meer beschadigd kan worden maar nog net niet helemaal doorgedroogd is. Zo vermijdt je dat de laag lak breekt bij het aanbrengen van de decal. Na het 8 tot 12 uur drogen kan de decal dan gewoon zoals een gekochte decal aangebracht worden.

Decals printen met een laser printer

Als alternatief van het printen met een inkjet printer, kun je je decals ook met een laserprinter printen. Het nadeel hierbij is, dat de meesten waarschijnlijk geen laserprinter thuis hebben staan. Je zou dan naar een copyshop moeten gaan, maar die willen soms nog wel eens moeilijk doen met "vreemd" papier in hun printers. Het voordeel van het printen met een laserprinter is echter, dat je geen laag blanke lak meer hoeft aan te brengen. Dit komt, omdat de inkt uit een laserprinter van zichzelf al watervast is. Na het printen zijn je decals dus in principe al klaar om aan te brengen.

Voor het printen met een laserprinter heb je niet hetzelfde inkjet decalpapier nodig, maar het laserdecalpapier. Dit wordt door de verkoper van het decalpapier altijd voldoende aangegeven, zodat je hier eigenlijk moeilijk de fout in kunt gaan.

Decals printen met een Micro-dry printer

Een speciale manier van het printen van je decals, is met een zogenaamde "Micro-Dry printer". Deze printers zijn ook in staat om wit te printen, wat voor ons modelbouwers zeker niet onbelangrijk is. Helaas zijn deze printers voor de doorsnee modelbouwer niet direkt te betalen (de kosten voor zo'n printer liggen rond de 800 Euro). Als je wit wilt printen dan zou je je printopdracht dus door iemand anders moeten laten uitvoeren.

In de meeste copyshops hebben ze ook niet zulke printers, zodat je eigenlijk gedwongen wordt, om je decals per email naar iemand te sturen, die ze dan print en naar je opstuurd. Voorbeelden van firma’s die zulke printopdrachten aannemen zijn o.a.; Drucker-onkel en Decalprint.de. Er zit echter nog een klein haakje aan deze printmethode; deze Micro-Dry printers zijn eigenlijk niet goed in staat om pixelbestanden te printen. Decalprint.de neemt zelfs helemaal geen pixelbestanden aan. Je zult in dit geval dus al je decals in vectorbestanden om moeten zetten. Een voorbeeld van een tekenprogramma, waarin je vectorbestanden kunt maken, is Adobe Illustrator. Dit programma werkt echter toch een beetje anders als Photoshop, dus het zal toch weer een beetje extra oefenen met zich meebrengen om dit goed onder de knie te krijgen. De "autotrace" functie van Illustrator (een functie die pixelbestanden automatisch in vectorbestanden omzet) is helaas ook niet te gebruiken, omdat deze voor onze doeleinden te onprecies werkt, en de bestandsgrote bovendien onverhoudingsgewijs groot maakt. De enige oplossing is hier dus het zelf tekenen van alle benodigde delen. In plaats van Adobe Illustrator kun je natuurlijk ook weer andere programma's gebruiken, zoals Corel Draw of Aldus Freehand.

Decals printen met het Decal-pro systeem

Het Decal-pro system volgt een andere werkwijze als de bovengenoemde methode’s. De achterliggende gedachte is, witte decals zelf te maken met een laserprinter. Voor dit systeem heb je een aantal extra „ingredienten“ nodig, zoals het Decal-pro starterspakket, een speciaal lamineerapparaat en een heetluchtpistool. De aanschafkosten voor dit systeem komen daarom al snel in de buurt van de 200 Euro te liggen.

In het starterspakket vind je een speciaal soort decalpapier, waar je je decals met een laserprinter op kunt printen. Vervolgens gebruik je een van de meegeleverde gekleurde folie‘s (wij gebruiken in dit geval een witte folie, om witte decals te maken). Je legt deze folie over de , met de laserprinter geprinte, zwarte decals. Nu haal je de decals met de folie eroverheen door het lamineerapparaat. De folie smelt nu vast aan het decalpapier, maar alleen op die plekken, waar inkt geprint is. Als we nu het witte folie weer wegtrekken, zijn onze zwarte decals dus wit geworden. Dit was echter het Decal-pro systeem in zijn essentie uitgelegd; in de realiteit komen er nog meer handelingen bij te pas, voordat je een te gebruiken decal hebt. Een heel groot nadeel aan het Decal-pro systeem is echter, dat het zeer onnnauwkeurig werkt. Kleine lettertjes zijn dan ook niet mogelijk, maar ook grotere letters of symbolen worden niet erg precies in witte decals omgezet. Deze methode is daarom voor onze hobby (waar kleine, fijne letters en symbolen van groot belang zijn) daarom ook slechts zeer beperkt geschikt. Voor grotere schalen, zoals spoor G,I,II enz. kunnen met deze methode wellicht bruikbare resulataten worden geboekt.

Welk systeem is nou het beste?

Dit hangt natuurlijk daarvan af, wat voor decals je wilt gaan maken. Wil je witte decals printen, dan is er eigenlijk geen andere mogelijkheid, dan het printen met een Micro-dry printer. Is wit echter niet nodig, dan is het printen met een laserprinter een goede keuze. Will je thuis echt helemaal onafhankelijk van anderen je eigen decals maken, dan kun je dat doen met je eigen inkjet printer. Hieronder vind je een klein overzicht met alle voor- en nadelen van elke methode.

Inkjet decals:

Voordelen: • Zelf, met je eigen printer decals maken. • Onafhankelijk van anderen. Nadelen: • Er moet een laag blanke lak over de decals worden aangebracht. • Je kunt geen witte decals printen.

Laser decals

Voordelen: • De decals zijn gelijk waterbestendig, zonder laag blanke lak. • Daarom eenvoudig en snel. Nadelen: • De decals moeten met een laserprinter geprint worden. • Je kunt geen witte decals printen.

Micro-dry decals:

Voordelen: • Het printen van wit is geen problem. • Micro-dry printers kunnen erg scherp printen. Nadelen: • Je kunt je decals niet zelf printen. • Je moet jezelf vertrouwd maken met een tekenprogramma dat vectorbestanden maakt. • Sommige kleuren (oranje) zijn lastig om egaal te printen. • Foto’s kun je met deze methode niet printen.

Decal-pro decals

Voordelen: • Zelf je eigen witte decals maken. Nadelen: • Hoge opstartkosten. • Zeer onnauwkeurig. • Zeer tijdsintensief.

Gereedschappen

Hier volgt nog een lijstje met handige gereedschappen.

DecalsPlaatje1.jpg

• Microset en Mr. Mark Softer als weekmakers. • Een scherpe schaar, om decals uit te knippen. • Een penseel, om de weekmakers aan te brengen en de decals te positioneren. • Een tandtenstoker, om de decals te positioneren. • Een schuifmaat, om de exacte maten van decals te kunnen bepalen. • Scherpe hobbymesjes, om de decals uit te snijden en te positioneren.

Decals aanbrengen

Heb je je decals geprint (of je gekochte decals in handen) dan wordt het tijd om deze aan te brengen. Vooraf is het altijd goed te weten, dat decal beter op een glad oppervlak hechten, dan op een ruw oppervlak. Het is daarom in eerste instantie van belang, het oppervlak waar de decals op moeten worden aangbracht, voor te bereiden. In sommige gevallen, zal het oppervlak van zichzelf uit al glad genoeg zijn, en kunnen de decals zonder verdere behandeling worden aangebracht. Dat het oppervlak stof- en vetvrij moet zijn, spreekt natuurlijk voor zich.

Mocht het oppervlak echter niet helemaal perfect glad zijn, dan verdient het de aanbeveling, er eerst nog een laagje glanzende blanke lak overheen te spuiten. Dit zorgt ervoor dat kleine offenenheden met lak vollopen. Mocht je er bij een onregelmatig oppervlak toch voor kiezen, om geen laagje glanzende blanke lak aan te brengen, dan loop je het risico, dat de decals zich niet goed aan het model hechten, of dat er een zilverachtige waas onder de decals zichtbaar wordt.

Nu het oppervlak geprepareerd is, voor het aanbrengen van de decals, kunnen we deze gaan aanbrengen. We beginnen met het uitsnijden of uitknippen van de decals. Het beste kun je de decals zo klein mogelijk uitsnijden. Of je dit met een mes, of met een schaartje wilt doen, hangt van je eigen voorkeur af. Heel erg belangrijk is echter, dat het gebruikte mes of schaartje vlijmscherp is. Als dit niet het geval is, wordt namelijk de rand van de decals bij het uitsnijden al beschadigd en zullen de randen van de decals later op het model zichtbaar kunnen worden.

Nu de decals op maat zijn, kunnen we deze op het model overzetten. Leg de decal daartoe in een schaaltje met lauwwarm water en wacht een aantal seconden, tot het water goed in het decalpapier is getrokken. Vis de decal weer uit het water en wacht rustig, tot de decal zich los begint te maken van de drager. Afhankelijk van de groote van de decal, duurt dit zo’n vijf tot vijfentwintig seconden. Zodra de decal zich los begint te maken, leggen we de decal met de drager op het model en schuiven de decal pas op het model van de drager af. Dit voorkomt kromtrekken van de decal en op deze manier is de kans ook het kleinste, dat er stofdeeltjes onder kunnen komen. Breng vervolgens de decal met de punt van een hobbymes of met een nat penseeltje op de juiste plaats. Probeer niet al te veel met de decal heen en weer te schuiven over het model, omdat daarbij de lijmlaag, die zich onder de decal bevindt, zich langsam begint op te lossen.

Ligt de decal nu op de juiste plek, dan kun je met een stukje keukenrol voorzichtig het overgebleven water wegvegen. Controleer nog een keertje, of de decal zich mooi hecht aan het oppervlak. Mochten er nog luchtbelletjes onder zitten, dan kun je proberen deze met een stukje keukenpapier voorzichtig vanonder de decal vandaag te vegen. Grotere luchtbellen, kun je met de punt van een hobbymes doorsteken en vervolgens weer met een stukje keukenpapier aandrukken.

Mocht het zo zijn, dat de decal over onregelmatigheden moeten worden gelegd (zoals roosters, of deuren), dan kan het in veel gevallen helpen van een weekmaker gebruik te maken. De weekmaker zorgt ervoor dat de decal enigszins soepeler wordt en zich dus beter aan onregelmatigheden aanpast. Nadat de decal op de juiste plek is aangebracht en het overtollige water is weggehaald, kun je de weekmaker met een penseeltje over de decal strijken. Laat de weekmaker rustig zijn werk doen en help af en toe waar nodig, door de decal voorzichig in de onregelmatigheden te drukken. Na enige tijd zal de weekmaker vanzelf weer verdampen, maar je als je tevreden bent met het resultaat kun je de overtollige weekmaker ook voorzichtig met een keukenrol afdeppen. Weekmakers worden o.a. door Microscale en Gunze Sangyo aangeboden.

Werk op deze manier het hele model, decal voor decal af. Als alle decal aangebracht zijn, moet het model minstens 24 uur goed doordrogen. Hierna is het noodzakelijk, om nog een laag blanke lak aan te brengen, om de decals tegen krassen, UV-licht en natuurlijk het weer los komen van de decals te beschermen. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar matte blanke lak. Dit geeft naar mijn mening het meest realistische eindresultaat en bovendien zijn op deze manier de laatste zichtbare randjes van decals weg te werken. Bij bijvoorbeeld glanzende blanke lak, zouden de randen juist weer meer zichtbaar worden, omdat het licht op de opstaande randjes gereflecteerd wordt. Nadat de blanke lak gedroogt is, moet er gekeken worden of er eventueel nog een laag nodig is. Laat het afgemaakte model in ieder geval nog een week goed doordrogen, alvorens in een kleine ruimte (bijvoorbeeld de verpakking van de lok of wagen) op te bergen. In zo’n kleine verpakking kann het model namelijk niet meer uitdampen en het zou natuurlijk zonde zijn, als er op het laatste moment nog beschadigingen op zouden komen.

Problemen en oplossingen bij het aanbrengen van decals

Probleem:

De decal breekt of beschadigt telkens tijdens het aanbrengen.

Oplossing:

Het is duidelijk dat de decal niet stevig genoeg is, of dat de inkt zich niet goed aan het decalpapier heeft gehecht. In dit soort gevallen, kun je proberen, om voor het aanbrengen van de decal, hier nog een dun laagje blanke lak overheen te spuiten. Dit zorgt ervoor dat de inkt beter beschermt wordt en dit maakt de decal ook wat dikker, waardoor hij minder snel zal breken.

Probleem:

Er is een zilverachtige waas onder de decal zichtbaar.

Oplossing:

Een zilverachtige waas, wordt veroorzaakt door lucht onder de decals. De meest voor de hand liggende oorzaak voor dit probleem, is dat de ondergrond bij het aanbrengen van de decal niet mooi glad was. Mocht je voor het aanbrengen van de decals geen laag glanzende blanke lak aangebracht hebben, dan is het in ieder geval een goed idee, dit toch te doen.

DecalsPlaatje2.jpg

Er zijn echter nog andere oplossingen voor dit probleem. Zo kun je ook eens proberen, het water waarin je de decal losweekt van te voren te koken. Hierdoor ontsnapt de lucht uit het water en krijg je als gevolg ook minder lucht in het spel bij het aanbrengen van de decals. Een laatste oplossing bieden nog zogenaamde „weekmakers“. Dit is een goedje, dat de decals week maakt en er dus voor zorgt, dat deze zich beter aan het oppervlak aan kann passen. Nadat de decal is aangebracht kan de weekmaker er gewoon overheen worden gestreken. Weekmakers worden o.a. door Microscale en Gunze Sangyo aangeboden.

DecalsPlaatje3.jpg

Korte inleiding in Photoshop

Voor het ontwerpen van de decals, is het nabewerken van de beschriftingen vrijwel altijd nodig. Als je de decals zelf met een inkjet- of laserprinter will printen, en je dus pixelbestanden nodig hebt, kun je het bewerken van de afbeeldingen het beste met een fotobewerkingsprogramma doen. Een voorbeeld van zo’n programma is Photoshop, maar andere fotobewerkingsprogramma’s zijn natuurlijk ook heel goed bruikbaar. Omdat velen misschien nog nooit of nauwelijks met Photoshop zullen hebben gewerkt, volgt hier een korte uitleg over de basisfuncties, die vooral bij het ontwerpen van decals goed van pas kunnen komen. Er zijn verschillende versies van Photoshop op de markt, maar de functies die wij gaan gebruiken, zijn in alle versies aanwezig en min of meer hetzelfde, zodat het hier niet uitmaakt, welke versie je gebruikt.

We beginnen met het openen van de te bewerken afbeelding in Photoshop. Dit kan eenvoudig gebeuren, door de afbeelding in Photoshop te slepen of door „file-> open“ te kiezen.

DecalsPlaatje4.jpg

Daarna gaan we de resolutie van de afbeelding een klein beetje omhoog halen. Dit is vooral belangrijk, als je afbeeldingen van het internet hebt gehaald, omdat deze afbeeldingen meestal op een lage resolutie zijn gebracht, om de laadtijd te verlagen. We gaan naar „Image->image size“ en brengen de waarde de bij „Resolution“ staat wat omhoog. Standaard zal deze waarde waarschijnlijk op 72 staan, en daar kunnen we om te beginnen alvast eens 300 van maken (zie afbeelding).

DecalsPlaatje5.jpg

Je zult gelijk al merken, dat de afbeelding er beter uitziet, maar vooral veranderingen die we later zelf in de afbeelding gaan maken, zullen van veel betere kwaliteit zijn.

Eventueel kun je het contrast en de belichting van de afbeedling nog aanpassen, mocht dit niet al goed zijn. Ga hiervoor naar „Image->Adjustments->Brightness/Contrast“. Dit zijn eenvoudige opties, en door er een beetje mee te spelen, kom je er al gauw achter hoe deze werken.

Voor veel afbeeldingen zullen de boven genoemde ingrepen al voldoende te zijn, om de afbeelding zo te prepareren, dat hij als decal bruikbaar is. Soms moet er echter uit een afbeelding alleen een logo, of een tekst worden gebruikt. Daarom leg ik hieronder ook nog het een en ander over het selecteren van bepaalde gebieden uit.

Photoshop kent drie handige tools, die we kunnen gebruiken, om een bepaald gedeelte van een afbeelding te selecteren en uit te snijden.

Ten eerste het „ Marquee Tool“ (sneltoets M). Hiermee kun je een vierkant op de afbeelding trekken, en alles wat binnen dit vierkant valt, wordt geselecteerd. Door Alt ingedrukt te houden en tegelijkertijd op het Marquee Tool te klikken, komen er nog een aantal andere vormen beschikbaar, zoals bijv. een ovaal.

Dan is er het „Lasso Tool“ (sneltoets L). Hiermee kun je al een wat individuelere selectie maken. Je klikt op een punt in de afbeedling en dan op het volgende en zo ga je het hele gebied af , wat je wilt selecteren. Ook hier komen er weer meer varianten van de Lasso Tool tevoorschijn, als je Alt ingedrukt houdt en tegelijkertijd op het Lasso Tool icoontje klikt.

En dan komen we bij het meest krachtige en waarschijnlijk voor ons meest bruikbare selectie tool van Photoshop. Het gaat hier over het „Magic Wand Tool“ (sneltoets W). Als je met deze tool ergens op de afbeelding klikt, zullen alle pixels, die dezelfde kleur hebben en bovendien aan de aangeklikte pixel grenzen, worden geselecteer. Dit is vooral erg handig, als je logo’s of teksten uit een foto wilt snijden. Stel je hebt een foto van een gele NS trein met een zwart NS-Logo. Als je nu met de Magic Wand Tool op het logo klikt, dan zal alleen het logo worden geselecteerd en kun je alleen het logo in een nieuw bestand kopieren.

DecalsPlaatje6.jpg

De bovengenoemde functies zijn natuurlijk maar een heel erg kleine greep uit alles wat met Photoshop te bereiken is. Om alle functies van Photoshop hier te bespreken, zou een beetje teveel van het goede worden, maar met de behandelde funtie’s kun je met het maken van decals al erg veel bereiken. Will je toch nog meer over Photoshop leren, dan zijn er in het internet ook erg veel websites te vinden, die uitgebreide Photoshop-tutorials aanbieden.

Korte inleiding in Adobe Illustrator

Natuurlijk geldt hier ook, dat een complete Illustrator handleiding hier niet gegeven kann worden. Enige basisfuncties zullen hier echter besproken worden, zodat je spelenderwijs het programma zelf verder ontdekken kunt. Belangrijk is, dat je bij het opstarten van Illustrator gelijk aangeeft, dat je in een CMYK-bestand wil gaan werken (zie afbeelding).

DecalsPlaatje7.jpg

Hier volgt gelijk een overzichtje met de belangrijkste functies en opties van Illustrator:

DecalsPlaatje8.jpg

Het „Pen Tool“ (sneltoets P) wordt je meest gebruikte gereedschap. Hiermee kun je vormens tekenen, door te klikken en vervolgens op een volgend punt te klikken, enzovoorts.

Met het „Text Tool“ (sneltoets T) kun je teksten en nummers makkelijk ingeven. Met het „Selection Tool“ (sneltoets S) kun je eerder getekende vormen en teksten selecteren en vervolgens aanpassen.

Elke vorm in Illustrator heeft twee eigenschappen. Een keer de vulling en een keer de rand. Bovendien kun je de dikte van de rand zelf aangeven. Met de drie parameters boven in de taakbalk (zie bovenstaande afbeelding) kun je je vormen en teksten op deze manier de gewenste kleuren geven.

Nogmaals, de beste manier om met Illustrator van start te gaan, is het volgen van een aantal tutorials in internet, waarin alle functies uivoerig aan bod komen. Deze inleiding is alleen bedoeld als korte kennismaking met de werkwijze van het programma.