Persoonlijke instellingen

Het maken van een mal voor rijdraden

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie door Fred (overleg | bijdragen) op 27 feb 2010 om 19:55
Ga naar: navigatie, zoeken
E09.05.04 - Het uitleggerpakket en isolatoren - Vorige | Volgende - E09.05.06 - Rijdraden, kopen of maken?

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Jan Willem Penris



>>>> In bewerking door Fred. 27-2. 19:54 uur. <<<<



In deze rubriek bespreken we het maken van een mal voor rijdraden. Als U een dergelijke mal maakt, kunt u die het beste maken van aluminium onderdelen. De warmte wordt goed afgevoerd èn het grote voordeel is dat aluminium niet hecht aan soldeer. Er zal dus geen sprake zijn van 'plakken'.

Materialen

De benodigde materialen voor het maken van de mal zijn:

JW-08.gif
E09.05.05-01
Afbeelding: Jan Willem Penris

Vierkant profiel van 10 X 10 mm. (A)
Voorzetraamprofiel (glashandel) (B)

of

U -profiel (ijzerhandel / doe–het-zelf zaak) (C)
Krimpmoeren (10 x ) N-902-388-01 (VW onderdeel)
Wasbenzine (zeer brandgevaarlijk!) voor het reinigen van de te lijmen oppervlakken.

Voorbewerking en Bouw

Het onderste U-profiel wordt vastgezet op een stevige ondergrond, bijvoorbeeld een stukje hardhout dat iets breder is als het U-profiel. Ook de lengte van het stukje hout dient langer te zijn dan de gekozen lengte van het U-profiel. Dit kan gewoon met een schroefje op de uiteinden van het U-profiel, wel iets verzinken natuurlijk.

JW-09.gif
E09.05.05-02
Afbeelding: Jan Willem Penris

De mal zit vast op een stukje hardhout van 4 cm. breed en 50 cm. lang. Het profiel is iets korter, namelijk 40 cm. Omdat we uitgaan van een maximale lengtes bovenleiding van 40 cm.

JW-10.jpg
E09.05.05-03
Afbeelding: Jan Willem Penris

Omdat u de mal nog moet kunnen vastzetten, wordt aan beide zijden een ruimte van 4 à 5 cm. gelaten in verband met het vastzetten van de mal met lijmtangen aan de uiteinden.

De pijlen bij de afbeelding hiernaast laten zien hoe het er uit komt te zien. Wanneer de lijmtangen aan weerszijden worden vastgezet, dient men er op te letten dat de hoogte van de tangen niet boven de rand van het U-profiel uitsteekt.

JW-11.gif
E09.05.05-04
Afbeelding: Jan Willem Penris

De volgende stap is het zagen van U-profielstukken in lengtes van 15 à 20 mm. U heeft er een 20 nodig. Even proberen hoe breed, daar er voor de verbinding tussen bovenstuk, blokje a en het U-profiel, blokje b, 2-componentenlijm gebruikt moet worden. (Zie tekening hiernaast.)

Door deze verlijming (pijlen) perst er zich aan de zijkant van het bovenblokje een randje lijm onderuit. Dit is handig, want als het blokje-a er ooit een keer afbreekt, door bijvoorbeeld te grote hitte, dan kunt u hem er met 3-secondenlijm zo weer op lijmen.

Het blokje past dan precies in de oude lijmranden.
Om goed te laten zien wat er bedoeld wordt, is dit bij de pijlen in de tekening hierboven uitvergroot weergegeven.
Het mooiste is natuurlijk om het bovenblokje en de U-profielen te solderen. Dan kunnen de U-profielen net zo breed zijn als het bovenblok, ofwel 10 mm.

JW-12.gif
E09.05.05-05
Afbeelding: Jan Willem Penris

Op de tekening hiernaast is zichtbaar hoe een en ander aan elkaar moet worden gelijmd. Bij b worden de vlakken gereinigd met wasbenzine (wees hier voorzichtig mee!) en met 2-componentenlijm aan elkaar gelijmd.

Let erop dat dit op een vlakke ondergrond gebeurt, dan is de bovenkant immers ook vlak na het lijmen. Zo worden 10 stuks –M-’ vormen aangemaakt. Het aantal is natuurlijk vrij te kiezen. Op de tekening is één pijl met een r gemerkt. Dit vlak is belangrijk in verband met het plaats bepalen van de horizontale lijn over alle 10 de houders. Verderop in het verhaal komen we hier nog op terug.

Bij f wordt een gat geboord van 8 mm. Hierin kan een busje met draad worden geplaatst. Het busje is soort buis met een 5 mm. draad erin die men kan vervormen. De moer zal aan de buitenzijde van gat f vervormen en dus vast gaan zitten.

U kunt hiervoor een VW-onderdeel gebruiken met onderdeelnummer N-902-388-01. Deze worden (of werden) gebruikt om spiegels mee te bevestigen bij Golf–II .
Er zijn ook aluminiummoeren te verkrijgen. Hier wordt een boutje ingedraaid om hem mee op het onderste U-profiel te klemmen. Het is van belang dat die bout dan een vlakke onderzijde heeft, anders verloopt de houder tijdens het vastzetten.

Om diezelfde reden is het belangrijk dat er geen punt aanzit. Deze draait nl. allemaal gaatjes in de buitenkant van het onderste U-profiel. In onderstaande tekening is de krimpmoer afgebeeld zoals deze in de buitenzijde van de -M-’ vormen moet worden geplaatst.
Normaal gesproken heeft u daar een speciale tang voor nodig, maar als u een lang boutje neemt, een moer en een ring, de draadbus vanuit de binnenzijde in het gat plaatst, boutje vanaf de buitenzijde indraait, ringetje plaatsen en de moer voorzichtig aandraait, dan lukt dat ook.

De krimpmoer zal nu gaan vervormen op het aangegeven deel. Als deze vervormd is, zit de krimp­moer vast. Maak het moertje los, ring verwijderen en boutje weer uitdraaien. Zo worden alle krimpmoeren geplaatst.

JW-13.jpg
E09.05.05-06
Afbeelding: Jan Willem Penris


JW-14.gif
E09.05.05-07
Afbeelding: Jan Willem Penris

In de tekening hiernaast is te zien hoe het eruit ziet als dezelfde materialen worden gebruikt, maar dan van het voorzetraam­profiel.

Ook hier is een ruimte tussen beide U-profielen gelaten om de tekening te verduidelijken. De zwarte blokjes zijn verdikkingen in het raamprofiel. Dit profiel zal niet overal te krijgen zijn, maar de glashandel biedt hier mogelijk enige uitkomst.

Nu worden de stukjes vierkantprofiel gezaagd in lengtes van 35 mm., (Blokje a hierboven). In deze blokjes moeten nog gaten worden geboord en sleuven worden gezaagd. Zie eerder het r- teken. De bedoeling is dat dit vlak tijdens het bouwen als een referentievlak gebruikt wordt. Vanuit hier meten we alles uit en op. Als u steeds dezelfde maat aanhoudt vanuit dat vlak tot aan de voorzijde van blokje a moeten alle blokjes in één lijn komen te liggen.

JW-15.jpg
E09.05.05-08
Afbeelding: Jan Willem Penris

In bovenstaande tekening staan alle blokjes op één lijn, en is zichtbaar hoe de diverse lijnen en gaten nog bewerkt moeten worden. Eerst meten we van alle blokjes de hartlijnen uit.

De horizontale hartlijn voor de rijdraad (afstand t) is 5 mm. vanuit de voorzijde. Ook gat g wordt op de kruising van de hartlijnen (afstanden m en t) op 5 mm. van de voorzijde van de blokjes a geboord. De grootte van gat g is 5 mm. Het wordt dus wel priegelen op zo’n klein stukje, maar het is te doen.

Houdt er rekening mee dat de zaagsneden draad moeten bergen van 0,6 mm. dik en dat deze dus niet te breed moeten worden. De zaagsneden in de mal zijn 1 mm. breed en dat is breed genoeg. Teken derhalve eerst alles duidelijk met een dunne stift af. Afstand v bij de hartlijn door h is variabel in verband met de hoogte van de hangdraad.

JW-16.gif
E09.05.05-09
Afbeelding: Jan Willem Penris

In de tekening hiernaast bij h loopt de groef trapeziumvormig toe op het geboorde hart van blokje.
Dit doen we gewoon met de zaag. Dit is nodig om de draad een beetje rond te kunnen leggen. Gemiddeld zal de hoek zo’n 6 à 15 graden bedragen, doch het komt niet echt nauwkeurig. Wat belangrijker is, is dat de juiste diepte van de groef wordt aangehouden.

Zie in dit geval ook onderstaande tekening.

JW-17.gif
E09.05.05-10
Afbeelding: Jan Willem Penris

In de tekening hiernaast zijn de dieptelijnen op de zijkant zichtbaar (zR), dit om enige indruk te geven van de werkelijke diepte.

In groef s in de tekening hierboven liggen twee draden horizontaal en één verticaal. Reken dat de maximale diepte van s eens op 2.5 mm. diep.

Dus lijn 3 is dan 2.5 mm. diep, lijn 2 (de verticale lijn = hangdraad) is dan 1.9 mm. diep en lijn 1, de eerste rijdraad ligt dan op (onderzijde) 1.3 mm. diep, gewoon bovenop de andere draden. Dit dan steeds gerekend vanuit lijn t (staat voor top = bovenkant).

De hangdraad -draagkabel, die de bovenste gaten h met elkaar verbindt, ligt dus in een gleuf van 1.3 mm. diep.

De draad ligt expres iets dieper, want anders zou bijvoorbeeld in het geval van 1.8 mm. diepte de bovenkant precies gelijk met t liggen en dan springt deze er tijdens het solderen uit.

JW-18.jpg
E09.05.05-11
Afbeelding: Jan Willem Penris

In bovenstaande tekening is de bovenste draad de hangdraad of draagkabel. De verticalen zijn hangdraden en de onderste is/zijn de rijdraden. Wanneer we de hangdraad draagkabel doortrekken buiten de mal, moet de hoogte van de draagkabel tot de rijdraad zo’n 27 à 28 mm. zijn.

De tekening geeft een beetje aan, waar die hoogte gemeten moet worden. Dit is belangrijk, omdat dit mede de afstand v tussen de gaten bepaalt. De andere afstanden van de hoogtes van de hangdraad tot de rijdraden, zijn een beetje proefondervindelijk, maar tussen blokje 1 en blokje 5, varieert de hoogte w van 23 - tot 9 mm. hoogte. (bijvoorbeeld 23 - 18 - 15 - 12 - 9 mm.)

Gat h>/b> in een van de eerdere tekeningen moet dus op verschillende hoogtes vanaf de rijdraadlijn <b>t uitgezet worden. Dit, om een beetje glooiende lijn voor de hangdraad draagkabel te verkrijgen.
Als ze zo dicht bij elkaar staan lijkt het nogal hoekig, in werkelijkheid zal dit ook zo zijn, maar in het optische gezicht is het glooiend. In de mal zit er altijd zo’n 3- tot 6 cm. tussen de hangdraden en dan klopt het wel.

In de tekening hieronder is afgebeeld hoe de draden in de mal liggen.

JW-19.gif
E09.05.05-12
Afbeelding: Jan Willem Penris

Werkvolgorde

Tenslotte geven we u nog een overzicht van de werkvolgorde:

  • Monteer U-profiel op balkje/plankje
  • Zaag alle U-profielen voor de –M- vormen
  • Werkgang 3.= boor gaten voor de krimpmoer
  • Monteer de krimpmoeren
  • Lijm de –U- profielen tot –M - vormen op vlakke ondergrond
  • Zaag de blokjes a ( 10 x 10 x 35 mm.)
  • Zet alle lijnen uit op de blokjes a , boor de gaten, maak de zaagsneden
  • Span na droging alle –M- vormen op het U-profiel (met boutje in krimpmoer!)
  • Fixeer de blokjes a nummer 1 en 10
  • Leg een zaagblad op de rug in de groef van blokje 1 en -10 en lijm de rest vast
  • Werk de trapeziumvormige groeven bij gat h af

Alle –M- vormen worden naast elkaar op het U-profiel geplaatst, tegen elkaar aangeschoven en vastgeklemd. Dat er onderling tussen links en rechts een beetje verschil is, hoeft niet noodzakelijkerwijs reden tot paniek te geven.
In het ergst geval kunt u een gemaakt stuk bovenleiding niet symmetrisch in de mal plaatsen, populair gezegd, omdraaien. Zorg dat de geklemde –M- vormen goed op het U-profiel vlak liggen.

Een simpele manier om de blokjes te lijmen is, de blokjes 1 en 10 zo precies mogelijk fixeren ( Let op referentievlak), dan in beide groeven verbinden door middel van een zaagblaadje, zodat de andere groeven s precies onder het zaagblad komen te liggen.

Lijm de blokjes a nu op de -M- vormen, met 2-componentenlijm. Zorg dat de voorzijde van blokje a (schroefzijde) allemaal dezelfde afstand tot het referentievlak hebben. Als alles goed verlijmd is, moet er één rechte lijn zijn ontstaan over de blokjes a in groef s.

Tot slot:

Nummer de blokjes a en b met een viltstift van 1 tot 10. Als u de blokjes in een zeepoplossing hebt liggen en er breken een aantal blokjes van elkaar los, dan kunt u makkelijk terug vinden welke a bij welke b hoort. Bovendien hoeft u dan niet meer te zoeken bij het opstellen van de mal, 'welke was ook alweer de eerste?' of zo.

Disclaimer!

Het werken met gevaarlijke stoffen en scherpe draden, evenals het werken met slijp- boor- of freesmachines vereist goed gereedschap, kennis van zaken en last-but-not least beveiligingsmiddelen voor persoonlijke bescherming. Gebruik deze dus!


E09.05.04 - Het uitleggerpakket en isolatoren - Vorige | Volgende - E09.05.06 - Rijdraden, kopen of maken?