Persoonlijke instellingen

Inleiding decoders: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Connector)
k
Regel 1: Regel 1:
 
{{Koptekst
 
{{Koptekst
|Vorige=E10.07.17 - TRIX Mobile Station
+
|Vorige=E10.07.21 - Marklin IR-afstandbediening
 
|Volgende=E10.08.01 - NEM651
 
|Volgende=E10.08.01 - NEM651
 
|Auteur=
 
|Auteur=
Regel 76: Regel 76:
 
Voor informatie over het inbouwen van een decoder verwijzen wij naar [[E10.08.04 - Stappenplan decoderinbouw|artikel E10.08.04]].
 
Voor informatie over het inbouwen van een decoder verwijzen wij naar [[E10.08.04 - Stappenplan decoderinbouw|artikel E10.08.04]].
 
{{Voettekst
 
{{Voettekst
|Vorige=E10.07.17 - TRIX Mobile Station
+
|Vorige=E10.07.21 - Marklin IR-afstandbediening
 
|Volgende=E10.08.01 - NEM651
 
|Volgende=E10.08.01 - NEM651
 
}}
 
}}

Versie van 26 apr 2011 om 20:21

Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net


In Artikel E10.02 hebben we gezien dat we een decoder nodig hebben in elke locomotief en/of treinstel. Heden ten dage zijn decoders erg slimme apparaten.

Connector

Er zijn verschillende typen aansluitingen in omloop voor het aansluiten van de decoders. We kennen de volgende aansluitingen:

Omschrijving# pinsAfbeelding
* NEM6516 pinsDigitaalNEM651.jpg
* NEM6528 pinsDigitaalNEM652.jpg
* 21MTC21 pinsDigitaal21MTC.jpg
* NEM658 PluX8, 12, 16 of 22 pinsDigitaal21MTC.jpg

Functieaansluitingen

Zoals te zien is in de specifieke pagina's over de connectoren, neemt, naarmate de connector groter wordt, ook het aantal extra Functieaansluitingen toe. Deze Functieaansluitingen (AUX#) zijn noodzakelijk om bepaalde mogelijkheden toe te voegen aan uw model. Denk hierbij aan een zwaailamp, rangeersein, elektrische ontkoppeling en cabineverlichting.

De meeste acht-polige decoders beschikken over een AUX2 aansluiting. Deze wordt aangeboden als een paarse losse draad, welke alleen aan de decoder is verbonden. U kunt deze in principe vrij aansluiten op datgene wat u wilt schakelen (Eventueel wel (voorschakel)weerstanden gebruiken, maar dat is afhankelijk van de manier hoe u het wilt toepassen. Bij LED's moet u altijd voorschakelweerstanden gebruiken, anders gaan ze meteen stuk!).

Configuratievariabelen

Programmeren van een decoder, ongetwijfeld heeft u er al eens over gelezen op het forum, wat is dat nu precies? Eigenlijk is het niets meer dan het instellen van de decoder, zodanig dat de decoder doet wat jij wilt dat hij doet.

Om te weten hoe u moet programmeren, is het prettig om te weten wat u feitelijk doet wanneer u programmeert. Elke decoder heeft een aantal ConfiguratieVariabelen (afgekort: CV's). Deze CV's moet u zien als een bakje waar de decoder de gewenste instelling in opbergt of wanneer nodig, uit haalt om te gebruiken/lezen.

Bepaalde CV's zijn standaard voor elke decoder. Een kleine handige selectie van CV's willen wij graag hier behandelen:


CVOmschrijving
1Verplicht: Korte adres, in deze variabele kunt u het adres van de decoder programmeren of uitlezen. De waarde kan liggen tussen de 0 en 255 (Waarbij 255 afhankelijk is van het type decoder) (Standaardwaarde is 3)
7Verplicht: Versienummer van de decoder, de fabrikant voert dit in
8Verplicht: Fabrikantnummer, deze code wordt door de NMRA bepaald
17 & 18Optioneel: Deze twee CV's zijn voor het configureren van een lang adres (Bijv. 2433)
29Configuratie CV, deze is verplicht indien de te configureren opties aanwezig zijn in de decoder

Voor de volledige lijst met standaard-CV's willen wij graag verwijzen naar de: NMRA-standaarden

Programmeren

Programmeren kan op veel verschillende manieren, maar bij de moderne decoders heeft u eigenlijk maar twee praktische keuzes, Programming-On-the-Main (POM) en programmeren op een programmeerspoor. POM houdt kortweg in dat u een decoder programmeert terwijl deze op de hoofdbaan staat. Programmeren op een programmeerspoor, de naam zegt het al, is programmeren wanneer een loc of treinstel op een speciaal spoor(tje) staat.

Het grote verschil tussen POM en het programmeerspoor is, dat wanneer u via POM programmeert, u het adres van de decoder niet kunt wijzigen, want u stuurt de programmeercommando's naar dat specifieke adres.

Wanneer u op het programmeerspoor programmeert, worden de commando's naar alle decoders gestuurd. Hier zit dus gelijk een risico in. Als er twee locomotieven op het programmeerspoor staan, zullen beiden dezelfde waardes geprogrammeerd krijgen.

Stel u programmeert het adres op 5, dan zullen na de programmeeractie beide locs adres 5 hebben.

Dus altijd één locomotief op het programmeerspoor, tenzij u bijvoorbeeld een stuurstand en locomotief hetzelfde adres wilt geven, in verband met het schakelen van de verlichting. Hoe dat precies in zijn werk gaat, daar komen we later op terug.

Niet elke centrale heeft een programmeerspoor, de Intellibox bijvoorbeeld wel, de Multimaus niet. Als de centrale niet is voorzien van een programmeerspoor, dient u alle andere locs van de baan te halen, wanneer u gaat programmeren.

Adres wijzigen

Wanneer we nu een nieuwe digitale locomotief hebben, willen we deze voorzien van een ander adres, bijvoorbeeld 5. Hoe pakken we dit nu precies aan? Wel, dat doen we als volgt:

We plaatsen deze locomotief op het programmeerspoor. We schakelen nu de centrale in de programmeerstand en gaan een CV programmeren. We selecteren nu CV 1 en geven aan, waarde 5 te willen laden. We bevestigen de keuze en de locomotief zal een kleine beweging maken (een klein stukje rijden) ten teken dat het programmeren gelukt is. Nu kunnen we de locomotief besturen op adres 5.

Hoe het programmeren per centrale specifiek moet, staat in de respectievelijke handleidingen, hiervoor verwijzen wij graag naar het hoofdstuk over centrales.

Loc-decoder resetten

Wanneer u (veel) CV’s heeft veranderd en u wilt weer terug naar de fabrieksinstellingen, kunt u dat heel simpel doen door de decoder te resetten.

Ook wanneer u loc-decoder niet meer doet wat u er van verwacht, zou resetten en opnieuw programmeren wel eens de oplossing kunnen zijn voor het probleem.

Het resetten naar de fabrieksinstelling doet u door een bepaalde waarde in een bepaalde CV te zetten (dit heet: 'programmeren'). De meeste decoders worden gereset als u naar CV 8 de waarde 8, of een specifieke in de handleiding vermelde waarde schrijft.

In de tabel ziet u per merk, welke CV en welke waarde u hiervoor moet gebruiken.

Digirailswaarde 8 in CV 8
Esuwaarde 8 in CV 8
Fleischmannwaarde 1 in CV 64
Kuehnwaarde 8 in CV 8
Lenzwaarde 8 of 33 in CV 8
Tranwaarde 0 in CV 1
Uhlenbrockwaarde 1 in CV 59
Umelecwaarde 8 in CV 8
Zimowaarde 8 in CV 8

Wanneer het resetten geslaagd is, zal in CV1 het adres 3 staan.

Let op. Wanneer u de decoder gaat resetten moet u er voor zorgen dat alléén de locomotief op het programmeerspoor staat waarvan de decoder gereset moet worden, omdat het resetcommando naar alle locomotieven gestuurd wordt. Wanneer er meerdere locomotieven en/of treinstellen op het programmeerspoor staan, waarvan de decoder 'luistert' naar het te geven resetcommando, zullen ze allemaal gereset worden! Bij het resetten van een locomotief of treinstel die op de hoofdbaan staat geldt hetzelfde. Ook dan moeten alle overige locomotieven en treinstellen van de rails gehaald worden, waarvan de decoder 'luistert' naar het te geven resetcommando, anders worden ze allemaal gereset!
Bijvoorbeeld: u heeft een aantal decoders van de merken ESU, Kuehn en Zimo in uw locomotieven. Dan zullen alle decoders na het geven van het resetcommando 'CV 8 = 8' gereset worden. Het beste kunt u dus alle andere locomotieven en treinstellen van de rails halen (Let op! Bij alle centrales zonder programmeerspoor-aansluiting is dit verplicht). Ook alle eventuele rijtuigen, waar een decoder in zit, dienen van de rails gehaald te worden, anders loopt u het risico dat ook die gereset worden.

Fabrikanten-code

Wanneer u CV 8 uitleest, krijgt u een code te zien. Die code geeft aan wie de fabrikant van de decoder is. Hier en hier kunt u de code's vinden. In CV 7 staat het versienummer.

CV 29; Configuratie

We behandelen eerst CV 29 omdat deze noodzakelijk is om de lange adressen in te schakelen. Voor dit voorbeeld gaan we gebruik maken van de CV-configuratie van de Esu Lokpilot 3.0, een zeer goede en zeer betaalbare decoder welke in zowel NEM651, NEM652 als 21MTC te koop is.

De Lokpilot V3 kent zes configuratie-bits, te weten:

BitOmschrijvingStandaardKeuze
0Rijrichting00/1
1Rijstappen 14 of 28/12800/2
2Analoog bedrijf40/4
3Railcom communicatie00/8
4Motorinstellingen volgens CV 2, 5 & 6
of via de snelheidstabel
00/16
5Korte/Lange adressen00/32

Standaard reageert de decoder op analoge spanning, dat komt omdat bit 2 geactiveerd is door waarde 4. Als wij dit willen uitschakelen moeten we naar CV 29 de waarde 0 schrijven. Hierna zal de decoder niet meer reageren op analoge rijspanning.

Maar het bijzondere is dat u meerdere opties tegelijk kunt aanzetten. Stel nu dat we lange adressen willen gebruiken en 28 rijstappen. In de tabel is te zien dat 'aantal rijstappen' waarde 2 is en 'lange adressen' de waarde 32 is. Deze waarden tellen we op, 2 + 32 = 34 en deze waarde schrijven we naar CV 29. Nu zal het aantal rijstappen ingesteld staan op 28/128 en hebben we de beschikking over lange adressen.

Lange adressen

Omdat korte adressen nog wel eens lastig te onthouden zijn, is het handig dat er lange adressen zijn. Hierin kunt u adressen kwijt tot 9999 (Afhankelijk van de decoder). Lange adressen zoals 1601 kunt u gewoon invoeren zonder problemen. Hiervoor zijn twee CV's, namelijk CV 17 en CV 18. Moderne centrales kunnen zonder problemen een lang adres programmeren en in CV 17 en CV 18 plaatsen.

Voor informatie over het inbouwen van een decoder verwijzen wij naar artikel E10.08.04.



Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie