Persoonlijke instellingen

Koppelen van trafo's of voedingen: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
Regel 6: Regel 6:
 
}}
 
}}
 
{{Inhoudsopgave||Klein}}
 
{{Inhoudsopgave||Klein}}
=== Trafo's koppelen ===
 
Wanneer u bij het bedraden van de modelspoorbaan minder bedrading wilt, kan dat door &eacute;&eacute;n draad van de ene trafo aan een draad van de andere trafo te koppelen. In plaats van vier draden, heeft u maar drie draden nodig. U gebruikt dan &eacute;&eacute;n draad als gemeenschappelijke aansluiting (zie schema 01). Deze draad moet dan wel voldoende diameter hebben, omdat de stroom van beide trafo's er doorheen loopt. Het geniet de voorkeur om hiervoor minimaal 1,5 kwadraat te gebruiken.<br />
 
De beide andere draden worden voorzien van een zekering, i.v.m. de (brand)veiligheid &eacute;n het voorkomen van schade aan de bedrading. De waarde van deze zekering (een traag type, aangegeven met de letter T) bedraagt 1,2 maal de maximaal te leveren stroom van de trafo. Mag de trafo bijvoorbeeld maximaal 1 Amp&egrave;re stroom leveren, dan neemt u een zekering van 1,2 x 1 = 1,2AT.
 
  
 +
Om meer vermogen ter beschikking te hebben en om de hoeveelheid bedrading te reduceren, kunnen transformatoren ("trafo's", wisselspanning, AC) en voedingen (gelijkspanning, DC) gekoppeld worden. Dit artikel beschrijft het '''koppelen van trafo's of voedingen'''.
 +
 +
=== Trafo's koppelen (AC)===
 +
Eén draad van de ene trafo kan aan een draad van de andere trafo worden gekoppeld. In plaats van vier draden zijn er dan nog maar drie draden nodig. Eén draad is dan gemeenschappelijk (zie schema 01). Deze draad moet dan wel voldoende diameter hebben, omdat de stroom van beide trafo's er doorheen loopt. Hiervoor moet minimaal 1,5 mm<sup>2</sup> (installatiedraad) worden gebruikt.
 +
 +
De beide andere draden worden voorzien van een zekering voor de (brand)veiligheid en het voorkomen van schade aan de bedrading. De waarde van deze zekering (een traag type, aangegeven met de letter T) bedraagt 1,2 maal de maximaal te leveren stroom van de trafo. Mag de trafo bijvoorbeeld maximaal 1 Ampère stroom leveren, neem dan een zekering van 1,2 x 1 = 1,2 AT.
  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
Regel 27: Regel 30:
 
}}
 
}}
  
Bij drie trafo's kunt u deze op bovenstaande wijze met elkaar verbinden (zie schema 02). Ook hier geldt hetzelfde verhaal voor de draaddiameter, omdat nu de stroom van drie voedingen door &eacute;&eacute;n draad loopt. Hier is eveneens gebruik gemaakt van zekeringen voor de (brand)veiligheid.
+
Ook drie trafo's kunnen op bovenstaande wijze met elkaar worden verbonden (zie schema 02). Ook hier geldt hetzelfde verhaal voor de draaddiameter omdat nu de stroom van drie voedingen door één draad loopt. Hier is eveneens gebruik gemaakt van zekeringen voor de (brand)veiligheid.
 +
 
 +
Sluit nooit twee of meerdere trafo's met de secundaire kant parallel zonder ook de primaire kant van alle trafo's in een contactdoos te steken. Als in afbeelding 2 de 12 V uitgangen van TR1 en TR2 parallel geschakeld zouden worden zonder dat de stekker van TR2 in het stopcontact zit, dan zou op de pennen van de stekker van TR2 weer de netspanning staan en dit geeft kans op pijnlijke schokken.
 +
 
 +
Bij het parallel schakelen van trafo's moeten beide uitgangen in fase zijn, zo niet dan ontstaat er kortsluiting (die verholpen kan worden door de stekker van één van de trafo's andersom in de contactdoos te steken).  
  
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
| valign='center' style="width:5%;text-align:center;"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small>'''LET OP'''</small>|| valign='top'|Bij het zelfbouwen van schakelingen die op de netspanning zijn aangesloten, gaat u om met <u>levensgevaarlijke spanning</u>! Zorg ervoor dat de schakeling in een deugdelijke behuizing zit, en dat het aansluitsnoer d.m.v. een deugdelijke trek-ontlasting in de behuizing is gemonteerd.
+
| valign='center' style="width:5%;text-align:center;"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small>'''LET OP'''</small>|| valign='top'|Bij het zelf bouwen van schakelingen die op de netspanning zijn aangesloten, gaat het om <u>levensgevaarlijke spanning</u>! Zorg ervoor dat de schakeling in een deugdelijke behuizing zit en dat het aansluitsnoer met een deugdelijke trek-ontlasting in de behuizing is gemonteerd.
 
|}
 
|}
  
=== Voedingen koppelen ===
+
=== Voedingen koppelen (DC)===
Bij twee gelijkspanningsvoedingen kunt u ook &eacute;&eacute;n draad van de ene voeding aan een draad van de andere voeding koppelen. Dit doet u door de min-aansluitingen met elkaar te verbinden (zie schema 03). U gebruikt dan &eacute;&eacute;n draad als gemeenschappelijke min-aansluiting. Deze draad moet wel voldoende dikte hebben, omdat de stroom van beide voedingen er doorheen loopt. Het geniet de voorkeur om dan minimaal 1,5 kwadraat te gebruiken.
+
Bij twee gelijkspanningsvoedingen kan ook één draad van de ene voeding aan een draad van de andere voeding worden gekoppeld. Dit gebeurt dan door de min-aansluitingen met elkaar te verbinden (zie schema 03). Gebruikt dan één draad als gemeenschappelijke nul-aansluiting. Deze draad moet wel voldoende dikte hebben omdat ook hier de stroom van beide voedingen er doorheen loopt. Het geniet de voorkeur om dan minimaal 1,5 mm<sup>2</sup> te gebruiken. De beide andere draden worden voorzien van een zekering, voor de (brand)veiligheid. De waarde van deze zekering (een traag type, aangegeven met de letter T) bedraagt 1,2 maal de maximaal te leveren stroom van de voeding.
De beide andere draden worden voorzien van een zekering, i.v.m. de (brand)veiligheid. De waarde van deze zekering (een traag type, aangegeven met de letter T) bedraagt 1,2 maal de maximaal te leveren stroom van de voeding.
 
  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
Regel 54: Regel 60:
  
  
Bij drie voedingen kunt u deze op de hierboven aangegeven wijze met elkaar verbinden (zie schema 04). Ook hier geldt hetzelfde verhaal voor de draaddiameter van de gemeenschappelijke aansluiting en de zekeringen. Hier is eveneens gebruik gemaakt van zekeringen voor de (brand)veiligheid.
+
Bij drie voedingen kunnen deze op de hierboven aangegeven wijze met elkaar worden verbonden (zie schema 04). Ook hier geldt hetzelfde verhaal voor de draaddiameter van de gemeenschappelijke aansluiting en de zekeringen. Hier is eveneens gebruik gemaakt van zekeringen voor de (brand)veiligheid.
  
=== Voedingen koppelen voor positieve en negatieve spanning ===
+
=== DC voedingen koppelen voor positieve en negatieve spanning ===
  
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
Regel 67: Regel 73:
 
}}
 
}}
  
Wanneer u elektronische schakelingen heeft die zowel een positieve als negatieve voedingsspanning vereisen (zoals bijv. de oudere HCC-blokkaarten), dan kunt u twee identieke voedingen op bovenstaande wijze koppelen (zie schema 05).
+
Wanneer er elektronische schakelingen gebruikt worden die zowel een positieve als negatieve voedingsspanning vereisen (zoals bijv. de oudere HCC-blokkaarten), dan kunnen twee voedingen op bovenstaande wijze worden gekoppeld (zie schema 05).
  
 
De gemeenschappelijke draad dient voldoende diameter te hebben. Vergeet ook hier de zekeringen niet (zie boven).
 
De gemeenschappelijke draad dient voldoende diameter te hebben. Vergeet ook hier de zekeringen niet (zie boven).

Versie van 11 mei 2020 om 19:35

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


Om meer vermogen ter beschikking te hebben en om de hoeveelheid bedrading te reduceren, kunnen transformatoren ("trafo's", wisselspanning, AC) en voedingen (gelijkspanning, DC) gekoppeld worden. Dit artikel beschrijft het koppelen van trafo's of voedingen.

Trafo's koppelen (AC)

Eén draad van de ene trafo kan aan een draad van de andere trafo worden gekoppeld. In plaats van vier draden zijn er dan nog maar drie draden nodig. Eén draad is dan gemeenschappelijk (zie schema 01). Deze draad moet dan wel voldoende diameter hebben, omdat de stroom van beide trafo's er doorheen loopt. Hiervoor moet minimaal 1,5 mm2 (installatiedraad) worden gebruikt.

De beide andere draden worden voorzien van een zekering voor de (brand)veiligheid en het voorkomen van schade aan de bedrading. De waarde van deze zekering (een traag type, aangegeven met de letter T) bedraagt 1,2 maal de maximaal te leveren stroom van de trafo. Mag de trafo bijvoorbeeld maximaal 1 Ampère stroom leveren, neem dan een zekering van 1,2 x 1 = 1,2 AT.


Voedingen-01.gif Voedingen-02.gif
Afbeelding: 01 Afbeelding: 02
Aansluiting van twee trafo's Aansluiting van drie trafo's
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom Schema gemaakt door: Fred Eikelboom

Ook drie trafo's kunnen op bovenstaande wijze met elkaar worden verbonden (zie schema 02). Ook hier geldt hetzelfde verhaal voor de draaddiameter omdat nu de stroom van drie voedingen door één draad loopt. Hier is eveneens gebruik gemaakt van zekeringen voor de (brand)veiligheid.

Sluit nooit twee of meerdere trafo's met de secundaire kant parallel zonder ook de primaire kant van alle trafo's in een contactdoos te steken. Als in afbeelding 2 de 12 V uitgangen van TR1 en TR2 parallel geschakeld zouden worden zonder dat de stekker van TR2 in het stopcontact zit, dan zou op de pennen van de stekker van TR2 weer de netspanning staan en dit geeft kans op pijnlijke schokken.

Bij het parallel schakelen van trafo's moeten beide uitgangen in fase zijn, zo niet dan ontstaat er kortsluiting (die verholpen kan worden door de stekker van één van de trafo's andersom in de contactdoos te steken).

Let-op.jpg
LET OP
Bij het zelf bouwen van schakelingen die op de netspanning zijn aangesloten, gaat het om levensgevaarlijke spanning! Zorg ervoor dat de schakeling in een deugdelijke behuizing zit en dat het aansluitsnoer met een deugdelijke trek-ontlasting in de behuizing is gemonteerd.

Voedingen koppelen (DC)

Bij twee gelijkspanningsvoedingen kan ook één draad van de ene voeding aan een draad van de andere voeding worden gekoppeld. Dit gebeurt dan door de min-aansluitingen met elkaar te verbinden (zie schema 03). Gebruikt dan één draad als gemeenschappelijke nul-aansluiting. Deze draad moet wel voldoende dikte hebben omdat ook hier de stroom van beide voedingen er doorheen loopt. Het geniet de voorkeur om dan minimaal 1,5 mm2 te gebruiken. De beide andere draden worden voorzien van een zekering, voor de (brand)veiligheid. De waarde van deze zekering (een traag type, aangegeven met de letter T) bedraagt 1,2 maal de maximaal te leveren stroom van de voeding.


Voedingen-03.gif Voedingen-04.gif
Afbeelding: 03 Afbeelding: 04
Aansluiting van twee voedingen Aansluiting van drie voedingen
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom Schema gemaakt door: Fred Eikelboom


Bij drie voedingen kunnen deze op de hierboven aangegeven wijze met elkaar worden verbonden (zie schema 04). Ook hier geldt hetzelfde verhaal voor de draaddiameter van de gemeenschappelijke aansluiting en de zekeringen. Hier is eveneens gebruik gemaakt van zekeringen voor de (brand)veiligheid.

DC voedingen koppelen voor positieve en negatieve spanning

Voedingen-05.gif
Afbeelding: 05
Aansluiting van twee voedingen voor positieve/negatieve spanning
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom


Wanneer er elektronische schakelingen gebruikt worden die zowel een positieve als negatieve voedingsspanning vereisen (zoals bijv. de oudere HCC-blokkaarten), dan kunnen twee voedingen op bovenstaande wijze worden gekoppeld (zie schema 05).

De gemeenschappelijke draad dient voldoende diameter te hebben. Vergeet ook hier de zekeringen niet (zie boven).


Let-op.jpg
  LET OP
Gebruik bij trafo's en/of voedingen altijd zekeringen!
Lees ook de informatie over elektriciteit in het artikel 'Veilig werken' (zie: 'Meer informatie').



Meer informatie

Encyclopedie:




Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie