Koppelen van trafo's of voedingenUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Om meer vermogen ter beschikking te hebben en om de hoeveelheid bedrading te reduceren, kunnen transformatoren ("trafo's", wisselspanning, AC) en voedingen (gelijkspanning, DC) gekoppeld worden. Dit artikel beschrijft het koppelen van trafo's of voedingen.
Trafo's koppelen (AC)Eén draad van de ene trafo kan aan een draad van de andere trafo worden gekoppeld. In plaats van vier draden zijn er dan nog maar drie draden nodig. Eén draad is dan gemeenschappelijk (zie schema 01). Deze draad moet dan wel voldoende diameter hebben, omdat de stroom van beide trafo's er doorheen loopt. Hiervoor moet minimaal 1,5 mm2 (installatiedraad) worden gebruikt. De beide andere draden worden voorzien van een zekering voor de (brand)veiligheid en het voorkomen van schade aan de bedrading. De waarde van deze zekering (een traag type, aangegeven met de letter T) bedraagt 1,2 maal de maximaal te leveren stroom van de trafo. Mag de trafo bijvoorbeeld maximaal 1 ampère stroom leveren, neem dan een zekering van 1,2 x 1 = 1,2 AT.
Ook drie trafo's kunnen op bovenstaande wijze met elkaar worden verbonden (zie schema 02). Ook hier geldt hetzelfde verhaal voor de draaddiameter omdat nu de stroom van drie trafo's door één draad loopt. Hier is eveneens gebruik gemaakt van zekeringen voor de (brand)veiligheid.
Bij het parallel schakelen van trafo's moeten beide uitgangen in fase zijn, zo niet dan ontstaat er kortsluiting (die verholpen kan worden door de stekker van één van de trafo's andersom in de contactdoos te steken). Voedingen koppelen (DC)Bij twee gelijkspanningsvoedingen kan ook één draad van de ene voeding aan een draad van de andere voeding worden gekoppeld. Dit gebeurt dan door de min-aansluitingen met elkaar te verbinden (zie schema 03). Hier wordt gebruik gemaakt van één draad als gemeenschappelijke nul-aansluiting. Deze draad moet wel voldoende dikte hebben omdat ook hier de stroom van beide voedingen doorheen loopt. Het geniet de voorkeur om dan minimaal 1,5 mm2 te gebruiken. De beide andere draden worden voorzien van een zekering, voor de (brand)veiligheid. De waarde van deze zekering (een traag type, aangegeven met de letter T) bedraagt 1,2 maal de maximaal te leveren stroom van de voeding.
Bij drie voedingen kunnen deze op de hierboven aangegeven wijze met elkaar worden verbonden (zie schema 04). Ook hier geldt hetzelfde verhaal voor de draaddiameter van de gemeenschappelijke aansluiting en de zekeringen waarvan hier eveneens gebruik is gemaakt, voor de (brand)veiligheid. DC voedingen koppelen voor positieve en negatieve spanning
Wanneer er elektronische schakelingen gebruikt worden die zowel een positieve als negatieve voedingsspanning vereisen (zoals bijv. de oudere HCC-blokkaarten), dan kunnen twee voedingen op bovenstaande wijze worden gekoppeld (zie schema 05).
Meer informatie
|