Persoonlijke instellingen

FAQ - Rollend materieel

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Rijdend materieel)
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


Problemen en probleemoplossingen betreffende "Digitaal"

Overzicht van de onderwerpen:

Vragen en antwoorden

"Mijn loc blijft stilstaan, en de lampen knipperen"

In veel decoders zit een elektronische beveiliging tegen overbelasting van de verlichtings- en functieaansluitingen. Deze elektronische beveiliging behoedt de verlichtings- en functieaansluitingen voor overbelasting en/of kortsluiting. De decoder controleert continue de totale uitgangsstroom van alle aansluitingen. Wanneer de stroom te hoog wordt (dus ook bij kortsluiting), schakelt de decoder alle aansluitingen als geheel uit. Na ongeveer één seconde probeert de decoder de verlichtings- en functie-aansluitingen weer in te schakelen. Indien de stroom nog steeds te hoog is, schakelt de decoder de spanning meteen weer uit en start de controlecyclus weer. Bij overbelasting/kortsluiting knippert de verlichting dus in een ritme van ongeveer één keer per seconde.

Een gloeilamp vraagt bij het inschakelen een hoge piekstroom (=inschakel-piekstroom, in het Engels: "inrush current" die na zeer korte tijd (enkele milliseconden) vermindert (=afneemt), doordat de gloeidraad door verhitting een hogere weerstand krijgt. Vooral bij het gebruik van 12 Volt's lampen kan het gebeuren dat, bij het inschakelen van de verlichting, deze heel kort oplicht en meteen daarna worden alle (functie)-aansluitingen van de decoder uitgeschakeld. Met één seconde interval wordt de verlichting dan heel kort uit- en weer ingeschakeld. De oorzaak ervan is dat de decoder de (te hoge) inschakelstroom van de lampen, niet van een kortsluiting kan onderscheiden. Daarom is het zeer belangrijk de juiste lampen te gebruiken.

Gebruik uitsluitend lampen die voor nominaal 16 Volt of meer ontworpen zijn en maximaal 30 milliampère nominale stroom verbruiken. In veel oude Roco- en Fleischmann locs zijn 12 Volt's lampen gemonteerd. Deze lampen hebben niet alleen veel stroom nodig, maar ze worden ook behoorlijk heet en kunnen daardoor schade aan de loc veroorzaken (smeltend kunststof) na inbouw van een decoder. Vervang die 12 Volt's lampen door 16 Volt's lampen of, nog beter, vervang elke lamp door een serieschakeling van een weerstand en een led.
Naar boven.


"Mijn loc blijft stilstaan, of hapert op een wissel"

Dit probleem wordt veroorzaakt doordat de loc op het puntstuk van het wissel geen (of niet voldoende) spanning krijgt. Er zijn twee hoofdoorzaken:

Ongepolariseerd puntstuk.

Bij het omzetten van het wissel moet het metalen puntstuk van de juiste spanning worden voorzien (d.w.z. spanning met de juiste polariteit). Dit kan het gemakkelijkst met wisselaandrijvingen met de mogelijkheid om het puntstuk te polariseren. Deze wisselaandrijvingen schakelen – tegelijk met het omzetten van het wissel - de polariteit van het puntstuk om (zie ook: "Meer informatie").

Onvoldoende stroomafname van het materieel.

Vooral bij locs met maar twee- of drie assen, zoals de Sik en de Hippel, komt het voor dat er onvoldoende contact is tussen een wiel en het metalen puntstuk. Zorg dat de wielen en de stroomafnemers goed schoon zijn en dat deze ook met voldoende kracht tegen het wiel drukken. Blijft het probleem aanwezig, probeer dan om de stroomvoorziening te verbeteren. Daarvoor zijn een aantal mogelijkheden:

  • Bij assen die veel zijdelingse speling hebben, wil het nog wel eens voorkomen dat in de bogen een stroomafnemer het wiel niet meer raakt. Verbuig dan de stroomafnemer een stukje in de richting van het wiel, zodat er een beter contact ontstaat (het verbuigen van de stroomafnemer gaat het gemakkelijkst wanneer we de as even uit de loc halen).
  • stroomafnemers die op de antislipbanden (ASB) rusten, verplaatsen naar de buitenomtrek van de wielflens of naar de achterzijde van het wiel, zodat ze minder snel vervuilen.
  • extra stroomafnemers bijplaatsen, die op de wielflensen of op de achterzijde van het wiel rusten.
  • een wagen of rijtuig voorzien van stroomafnemers en deze met de loc mee laten rijden. De stroomafnemers van de wagen sluiten we, via twee dunne soepele draden, aan op de loc (of eventueel via een stroomvoerende koppeling).
  • de loc voorzien van een gecompenseerde ophanging (zodat één as kan scharnieren ten opzichte van de andere as).
  • wanneer in de loc een Lenz Gold decoder aanwezig is, kunnen we de loc voorzien van een Lenz USP POWER-module (voor schaal H0: POWER1, Art. Nr. 10490 of voor schaal 0: POWER3: Art. Nr. 10493). Zie: "Meer informatie").
  • een aantal decoders zijn voorzien van een aansluitmogelijkheid voor een power pack of een "stay alive", om bij stroomonderbreking het rijgedrag te verbeteren.
  • sommige decoders zijn voorzien van een aansluitmogelijkheid voor een extra elco, om het rijgedrag te verbeteren (zie gebruiksaanwijzing).

Naar boven.


"Mijn loc rijdt een stukje en gaat dan stilstaan"

Dit kan op overbelasting van de decoder-motoruitgang wijzen. Hiervoor kunnen een paar oorzaken zijn:

De motor strekt te veel stroom.

Mogelijk is de collector ernstig vervuild en zit er veel koolborstelstof in de sleuven tussen de lamellen. Hierdoor treedt een bijna-kortsluiting op. Reinig in dat geval de collector met wasbenzine en maak met behulp van een houten tandenstoker de sleuven tussen de lamellen schoon.

Een wikkeling in de motor vertoond kortsluiting.

Helaas zit er dan weinig anders op dan de motor te vervangen.
Naar boven.


"Mijn loc of treinstel rijdt, wanneer ik de rijregelaar rechts-om draai, de verkeerde kant uit"

Zet eerst de loc of treinstel anders-om op de rails. Verhelpt dat het probleem niet, ga dan verder met het volgende onderwerp.
Naar boven.


"Mijn loc of treinstel rijdt na het inbouwen van een decoder de verkeerde kant uit"

Dat kan twee oorzaken hebben:

  1. de motor is verkeerd-om aangesloten;
  2. de decoder staat niet goed ingesteld.

1) De loc/het treinstel rijdt vooruit, maar de witte of gele lampen of leds aan de achterzijde branden.

Verwissel de oranje en grijze draden van de motor-aansluiting.

Opmerking: Bij sommige locs, zoal de Roco 1100, is geen bedrading aan de motor aanwezig, maar zitten er verende metalen strippen op de print die de spanning naar de koolborstelaansluitingen voeren. In dat geval dient de motor verwijderd te worden en een halve slag in de lengterichting gedraaid weer terug geplaatst te worden.

2) De loc/het treinstel rijdt vooruit en aan de voorzijde branden de witte of gele lampen of leds.

Schrijf in CV 29 van de decoder een waarde die 1 hoger of 1 lager is, dan de huidige waarde.

Is de huidige waarde een even getal, dan moet er 1 bij opgeteld worden, en die nieuwe waarde in CV 29 geschreven worden. Is de huidige waarde een oneven getal, dan moet er 1 van af getrokken worden, en die nieuwe waarde wordt in CV 29 geschreven.
Naar boven.


"De verlichting van mijn loc/treinstel werkt verkeerd-om"

Zie punt 1 hierboven over het verwisselen van de motoraansluitingen.
Naar boven.


"Mijn loc met Lokpilot V4.0 decoder rijdt slecht"

Wanneer het om de volgende verschijnselen gaat:
De loc maakt bij snelheidsverhoging vanaf stilstand ineens een spurtje vooruit om daarna te kruipen en bij het verminderen van de snelheid naar stilstand, schiet de lok een stuk met volle snelheid vooruit, om daarna stil te komen staan.
Probeer dan eens deze tip van Karst Drent:
CV 54 uitlezen en CV 52 op ongeveer 2/3 van die waarde instellen.
CV 55 uitlezen en CV 51 op ongeveer 2/3 van die waarde instellen.
Naar boven.


"Hoe moet ik een lang adres invoeren?"

We willen in een decoder een lang adres invoeren, bijvoorbeeld 9026.

Stel eerst CV 29 in op 34 (normale rijrichting, 128 stappen, lang adres).
Daarna CV 17 en 18 instellen voor het lange adres.

Doe dit als volgt: gewenst adres is 9026. Dit getal delen we door 256. Daar komt 35 en een beetje uit. Dat getal 35 tellen we op bij 192 en dat wordt de waarde van CV 17 (227).

In CV 18 komt de restwaarde. In dit geval is dat 9026 - (35 x 256) = 9026 - 8960 = 66.

Ander voorbeeld:

We willen adres 1204 invoeren.

Doe dit als volgt: gewenst adres is 1204. Dit getal delen we door 256. Daar komt 4 en een beetje uit. Dat getal 4 tellen we op bij 192 en dat wordt de waarde van CV 17 (196).

In CV 18 komt de restwaarde. In dit geval is dat 1204 - (4 x 256) = 1204 - 1024 = 180.

Maar het kan nog veel simpeler. Op digitrax.com staat een calculator. Hier voeren we het gewenste locnummer in, en we krijgen de waarden die in CV 17 en CV 18 ingevoerd moeten worden (zie "Meer informatie").
Naar boven.


"De functie-aansluiting, waarop de rookgenerator is aangesloten, raakt steeds defect"

De standaard ingebouwde rookgenerator is ontworpen voor 10 - 16 Volt. Deze generator trekt te veel stroom, wanneer deze op de digitale spanning wordt aangesloten. Daardoor wordt de functie-aansluiting overbelast en raakt defect. Bij inbouw van een decoder moet de rookgenerator vervangen worden door een exemplaar dat geschikt is voor 16 - 22 Volt.
Vervang bijvoorbeeld een Seuthe nr.10 door een Seuthe nr.11.
Naar boven.


Meer informatie

Encyclopedie:
Beneluxspoor.net:
Digitaal vraagbaak op het Forum.
Externe websites:
Calculator voor lange adressen.
Informatie over de POWER-module.



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 28 mrt 2024 9:43 (CET)