RijtuigverlichtingUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Voor de interieurverlichting (gemakshalve ook wel binnenverlichting genoemd) van rijtuigen kunt u prima LED's toepassen. U kunt losse LED's toepassen, maar ook gebruik maken van kant-en-klare LED-strips. Losse LED'sLosse LED's zijn verkrijgbaar in twee types: 'standaard', die maximaal 20 milliAmpère aankunnen (mogen hebben) en bij ongeveer 8 tot 10 milliAmpère al meer dan voldoende licht geven, en 'high efficiency' (ook wel 'low current' genoemd), die bij 2 milliAmpère al heel veel licht geven. Het verdient sterk aanbeveling om voor de interieurverlichting 'high efficiency' types toe te passen. Des te minder het stroomverbruik per rijtuig, des te beter. De grote voordelen van LED's t.o.v. lampjes zijn, dat LED's:
Hebt u genoeg aan een paar LED's en een voorschakelweerstand?Nee, u zult bij toepassing van losse LED's te allen tijde een gelijkrichter moeten tussenschakelen. Bij analoge banen verwisselen namelijk de polen van de rijspanning bij het omkeren van de rijrichting. Zonder gelijkrichter zou dan de interieurverlichting maar in één rijrichting werken. Bij 'analoge banen' heeft u ook te maken met het feit dat de interieurverlichting alleen maar op volle sterkte brandt wanneer de spanning op de rails maximaal is. Zodra u de trein langzamer laat rijden, vermindert ook de lichtsterkte. Bij 'digitale' banen staat er een spanning in de vorm van een variabele blokgolf op de rails, deze blokgolf wisselt ook nog eens van polariteit. Zonder gelijkrichter zouden de LED's maar op halve kracht branden. Tevens is daarbij de kans zeer groot dat de LED's te veel tegenspanning krijgen, waardoor ze binnen de kortste keren defect raken. Een LED kan namelijk, afhankelijk van het type, maximaal 5 tot 6 Volt tegenspanning (sperspanning) aan!!
Schakeling voor de analoge baan
Knipperende LED'sBij het gebruik van de schakeling in afbeelding 01 is het onvermijdelijk dat de LED's knipperen bij stroomonderbrekingen, bijv. door vuile rails. Om dat knipperen tegen te gaan, kunt u een elco over de plus en min van de bruggelijkrichter plaatsen (plus van de elco aan de plus van de gelijkrichter, zie afbeelding 02). Bij een waarde van 470 microFarad is het knipperen al een heel stuk minder. Bent u er nog niet geheel tevreden over, dan kunt u zondermeer een hogere waarde voor C1 nemen. Dan zit u meestal wel met het probleem dat u die grotere elco niet kwijt kunt in het rijtuig. U kunt in dat geval ook heel goed twee kleinere elco's parallel aansluiten, bijv. twee van 470 microFarad.
Werkspanning van de elcoDe werkspanning van de elco('s) moet 1,5 × de voedingsspanning bedragen, bij analoge banen dus: 14 × 1,5 = 21 Volt. U neemt hier een elco met een werkspanning van minimaal 25 Volt.
Schakeling voor de digitale baan
Voor de berekening van de waarde van de voorschakelweerstand verwijzen we u naar het artikel 'LED voorschakelweerstand berekenen' bij 'Meer informatie'.
Uitbreiding met spanningsstabilisatie IC
Wanneer u een nog betere 'antiknipper'-werking wilt, kunt u een spanningsregelaar (=spanningsstabilisatie IC) toevoegen (zie: afbeelding 04 en 05). Door dan tevens C1 in waarde te vergroten (van 470µ tot 2200µ) en C2 (2,2µ) toe te voegen, krijgt u een vrijwel storingvrije werking. De grotere waarde van C1 zorgt er bij onderbreking van de spanning vanaf de rails voor, dat het IC zijn voedingsspanning nog een tijdje uit C1 kan halen. C2 zorgt voor een betere werking van het IC. Omdat er na het IC een lagere spanning aanwezig is (in vergelijking met afbeelding 03), moet u de waarde van R1 opnieuw gaan berekenen. We geven hier geen bestelnummers van weerstanden. Ten eerste is niet van te voren bekend welke weerstand(en) u nodig heeft, en ten tweede zou het een wel erg lange lijst worden, wanneer alle leverbare weerstandwaarden hier vermeldt zouden worden. Bij 'Meer informatie' staan links naar een aantal weerstandenleveranciers.
Onderdelenlijst
Werkspanning van de elcoBij 'digitale' banen dient de werkspanning 1,5 maal de (door u gemeten) spanning op de rails te bedragen. Wanneer u echter een elco met een werkspanning van minimaal 35 Volt neemt, zit u altijd aan de veilige kant.
Overbelastingsverschijnselen bij boosters
LED-stripsDe uitvoeringen
LED-strips zijn er in vijf hoofdvarianten:
In een goede gebruiksaanwijzing, zoals bijv. van de firma DigiKeijs, staat aangegeven hoe, en waar, een eventuele buffer-elco op de LED-strip aangesloten dient te worden. Staat er echter niets in de gebruiksaanwijzing, dan gaat u als volgt te werk: Het aansluiten van een buffer-elco op een diodebrug.
Eerst zoekt u de plus- en min aansluitingen van de gelijkrichter op. U volt (bij afbeelding A of B) vanaf het punt AC (waar de aansluitdraden zitten naar de sleepcontacten) de printsporen (of geleiderbanen), die naar de gelijkrichter gaan. U ziet dan dat er op die punten één diode met de Kathode (aangegeven door een streep, stip, of inkeping op de behuizing) naar dat punt toe zit, en een andere diode met de Kathode er vanaf. Op die punten mag u absoluut geen elco aansluiten omdat op die punten wisselspanning staat! Verbreek daarna de verbinding met de digitale spanning. Hierna monteert u de minaansluiting van de buffer-elco('s) aan de min van de gelijkrichter. De plusaansluiting van de buffer-elco('s) verbindt u met de plus van de gelijkrichter.
Indien er op de LED-strip een SMD-bruggelijkrichter (die inwendig uit vier diodes bestaat) aanwezig is, dan is het vaak meteen duidelijk wat de plus en de min zijn, wanneer dit op de behuizing aangegeven is (zie afbeelding C). Verbreek daarna de verbinding met de digitale spanning. Hierna monteert (soldeert) u de minaansluiting van de buffer-elco aan de min van de gelijkrichter. De plusaansluiting van de buffer-elco verbindt u met de plus van de gelijkrichter. Mocht er bij montage van de elco - direct op de print - te weinig ruimte zijn om de LED-strip in een rijtuig te bouwen, dan kunt u de elco ook d.m.v. een paar stukjes soepel - niet te dun - montagedraad (0,25 mm kwadraat of dikker) met de LED-strip verbinden.
Nog even een waarschuwing:Probeer nooit - in plaats van een elco - een Goldcap op de LED-strip aan te sluiten! Dit werkt gegarandeerd niet, vanwege het feit dat de werkspanning van een Goldcap in deze situatie te laag is, ten opzichte van de voedingsspanning (na de bruggelijkrichter) van de LED-strip. De gangbare GoldCaps hebben een werkspanning van 5,5 Volt. Dus wanneer de LED-strip een voedingspanning nodig heeft die hoger is dan 5,5 Volt, zijn GoldCap's niet bruikbaar.
Flexibele LED-stripsEen andere mogelijkheid om LED-strips in rijtuigen te bouwen, is het gebruik maken van flexibele LED-strips. Deze worden aangeboden op een rol. Met het aantal LED's dat op zo'n rol zit kunt u een groot aantal rijtuigen van LED-verlichting voorzien. Op het forum staat aangegeven hoe u dergelijke LED-strips 'van de rol' toepast (zie: 'Meer informatie'). Meer informatie
|