Persoonlijke instellingen

Rookgenerator aansluiten op een locdecoder: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
Regel 7: Regel 7:
 
{{Inhoudsopgave||Klein}}
 
{{Inhoudsopgave||Klein}}
  
=== Oppassen bij analoge locs die voorzien zijn van een rookgenerator === 
+
Een '''rookgenerator''' is een buisje met daarin een gloeidraadje. Het buisje wordt gevuld met vloeistof, een soort lichte olie, en als er spanning op het gloeidraadje wordt gezet wordt deze heet en de vloeistof zal verdampen waarbij zichtbare rook ontstaat. Er zijn rookgeneratoren in vele soorten en maten maar het principe is steeds gelijk. Er zijn rookgeneratoren die passen in de schoorsteen van een stoomlocomotief en die welke er uitzien als de schoorsteen voor op het dak van een modelhuisje.
Diverse analoge locs zijn af-fabriek reeds voorzien van een rookgenerator. Wanneer u in een dergelijke loc een decoder in gaat bouwen, moet u er voor zorgen dat u de juiste rookgenerator inbouwt. De bij een analoge loc standaard ingebouwde rookgenerator is namelijk ontworpen voor een spanning van 10 tot 16 volt (zoals bijvoorbeeld de Seuthe nr.10). Wanneer u digitaal gaat rijden met de loc en een decoder inbouwt, moet u de ingebouwde rookgenerator vervangen door het juiste type. Doet u dat niet, dan krijgt de reeds ingebouwde rookgenerator opeens een hogere (te hoge) spanning aangeboden, waardoor de levensduur van de rookgenerator wordt bekort.<br />
 
Tevens is de kans zeer groot dat de decoder de hogere stroom door de bestaande rookgenerator niet kan verwerken, en defect raakt.  
 
  
 +
===Analoge locomotieven met rookgenerator === 
 +
Diverse analoge locs zijn af-fabriek reeds voorzien van een rookgenerator, maar deze kunnen ook achteraf ingebouwd worden. In dat geval moet de juiste rookgenerator gekozen worden. De bij een analoge loc ingebouwde rookgenerator is ontworpen voor een spanning van 10 tot 16 V (bijvoorbeeld de Seuthe nr.10).
 +
 +
Bij digitaal bedrijf is de railspanning hoger, de rookgenerator moet dan ook geschikt zijn voor die hogere spanning. Zo niet, dan brandt de gloeidraad meteen door of dan zal in ieder geval de levensduur van de rookgenerator worden bekort. Tevens bestaat de kans dat de decoder de hogere stroom door de bestaande analoge rookgenerator niet kan verwerken en defect raakt.
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= Rookgenerator01.gif
 
|Bestand= Rookgenerator01.gif
Regel 20: Regel 22:
 
}}
 
}}
  
Doordat er bij het digitaal rijden een hogere voedingsspanning aanwezig is (ongeveer 18 volt), gaat er een hogere stroomsterkte door het verwarmingselement lopen!<br />
+
Doordat er bij het digitaal rijden een hogere voedingsspanning aanwezig is (ongeveer 18 volt), gaat er bij dezelfde weerstand van de gloeidraad een hogere stroom door het verwarmingselement en de decoder lopen. Dat heeft een aantal gevolgen:
Dat heeft een aantal gevolgen:
+
* de functie-aansluiting van de decoder kan defect raken omdat deze de hoge stroom niet aan kan;
 
 
* grote kans dat de functie-aansluiting van de decoder defect raakt, omdat deze de te hoge stroomsterkte niet aan kan;
 
 
* de rookgenerator heeft een kortere levensduur omdat het verwarmingselement veel te heet wordt;
 
* de rookgenerator heeft een kortere levensduur omdat het verwarmingselement veel te heet wordt;
 
* de rookgenerator rookt veel meer dan bij analoog gebruik;
 
* de rookgenerator rookt veel meer dan bij analoog gebruik;
 
* de kans is zeer groot dat de rookvloeistof oververhit raakt, waardoor vloeistof uit de rookgenerator spettert.
 
* de kans is zeer groot dat de rookvloeistof oververhit raakt, waardoor vloeistof uit de rookgenerator spettert.
  
 +
Om de oorzaak van dit probeem wordt duidelijk door toepassen van de Wet van Ohm. Hiermee is te berekenen hoe hoog de stroom door  het verwarmingselement wordt bij een hogere spanning. De Seuthe nr.10 heeft een maximale spanning van 16 volt maar wordt bij analoog gebruik met maximaal 14 V rijspanning gevoed. Het stroomverbruik bij 14 V is volgens de fabrieksopgave 130 mA.
  
Om de oorzaak van dit probeem te verduidelijken gebruiken we de Wet van ohm.<br />
+
De Wet van Ohm luidt U = I * R. Als de spanning verhoogd wordt van 14 naar 18 V is dit 18 / 14 = 1,28 keer zo hoog. Bij dezelfde weerstand zal de stroom evenredig hoger worden, dus 18 / 14 * 130 = 167 mA. Wanneer deze Seuthe nr.10 op een decoder aangesloten wordt is er een grote kans dat die de hoge stroom niet aan kan en binnen korte tijd veel te heet wordt en defect raakt.
We gaan nu berekenen hoeveel de weerstand van het verwarmingselement is. De Seuthe nr.10 heeft een maximale spanning van 16 volt. Normaliter wordt deze bij analoog gebruik met 14 Volt rijspanning gevoed. Het stroomverbruik volgens de fabrieksopgave is 130 milliamp&egrave;re.<br />
 
We gebruiken de formule R = U / I (weerstand = spanning gedeeld door stroom).<br />
 
R is hier de gevraagde weerstandwaarde.<br />
 
R = 14 / 0,013<br />
 
R is dus 1077 ohm.
 
 
 
Let wel, dit is de berekende waarde. Best kans dat die in werkelijkheid nog iets lager is, omdat de fabrikant bijvoorbeeld een gemiddelde stroomsterkte opgeeft.
 
 
 
Nu gaan we berekenen hoeveel stroom er gaat lopen wanneer de Seuthe nr.10 op de digitale spanning aangesloten wordt.<br />
 
De digitale spanning is ongeveer 18 Volt.<br />
 
We gebruiken de formule I = U / R (stroom = spanning gedeeld door weerstand)<br /> 
 
I is hier de gevraagde stroomsterkte.<br />
 
I = 18 / 1077<br />
 
I is dus 0,0167 amp&egrave;re ofwel 167 milliamp&egrave;re!
 
 
 
We weten nu dat deze rookgenerator minstens 167 milliamp&egrave;re verbruikt, wanneer de Seuthe nr.10 op een decoder aangesloten wordt! Grote kans dat de decoder die hoge stroomsterkte niet aan kan en binnen korte tijd veel te heet wordt, en daardoor defect raakt.
 
  
 +
De ontwikkelde warmte in de rookgenerator, het vermogen, is te vinden met de formule P = U * I. Voor de 'analoge' rookgenerator is dit 14 V * 130 mA = 1,8 W. Voor dezelfde generator op een digitale spanning is dit 18 V * 167 mA = 3,0 W. Dit is 3,0 / 1,8 = 1,67 keer zo veel, meer dan de 1,28 keer zo hoge stroom.
  
 
==== Digitaal voorbereide locs ====
 
==== Digitaal voorbereide locs ====
Bij een 'digitaal voorbereide loc', dus een exemplaar waar een NEM-connector ingebouwd is, moet u met bovenstaande ook rekening houden. Wanneer daar de standaard rookgenerator in zit, moet u deze dus ook vervangen door een exemplaar dat geschikt is voor de hogere digitale spanning.
+
Bij een 'digitaal voorbereide loc', dus een exemplaar waar een NEM-connector ingebouwd is, moet met het bovenstaande ook rekening worden gehouden. Wanneer er een standaard 'analoge' rookgenerator in zit, moet deze dus vervangen worden door een exemplaar dat geschikt is voor de hogere digitale spanning.
 
 
  
 
==== Warmteontwikkeling in de decoder ====
 
==== Warmteontwikkeling in de decoder ====
Voor een digitale loc dient u een rookgenerator te gebruiken die gemaakt is voor een spanning van 16 - 22 volt (zoals bijvoorbeeld de Seuthe nr. 11). Deze gebruikt volgens de fabrieksopgave 70 milliamp&egrave;re.
+
Voor een digitale loc dient een rookgenerator gebruikt te worden die gemaakt is voor een spanning van 16 - 22 volt (zoals bijvoorbeeld de Seuthe nr. 11). Deze heeft een hogere weerstand en gebruikt volgens de fabrieksopgave 70 mA. Dat lijkt niet zoveel, maar de decoder moet ook nog de motorstroom verwerken + de stroom door de functieaansluitingen en kan door het totale stroomverbruik aardig warm worden. Het is dus zaak een decoder te kiezen die ruim de motorstroom aankan en waarbij de functie-aansluiting ook ruim genoeg bemeten is. Dit is vooral belangrijk bij decoders die af-fabriek in een stuk krimpkous geleverd worden, want die kunnen de warmte een stuk minder goed kwijt.
Dat lijkt niet zoveel, maar de decoder moet ook nog de motorstroom verwerken + de stroom door de functieaansluitingen, en kan door het totale stroomverbruik aardig warm worden. Het is dus zaak een decoder te kiezen die ruim de motorstroom aankan en waarbij de functie-aansluiting ook ruim genoeg bemeten is. Dit is vooral belangrijk bij decoders die af-fabriek in een stuk krimpkous geleverd worden, want die kunnen de warmte een stuk minder goed kwijt.
 
 
 
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= Rookgenerator02.gif
 
|Bestand= Rookgenerator02.gif
Regel 65: Regel 48:
 
}}
 
}}
  
Om de decoder te beschermen tegen overbelasting is het veel beter om de rookgenerator via een transistor aan te sturen (zie: afbeelding 02). De stroom, die door de rookgenerator loopt, gaat dan niet meer via de schakel-Fet van de decoder, maar loopt via de transistor. Hierbij is het nog steeds noodzakelijk te kijken naar het totale stroomverbruik wat de decoder kan verwerken (dus motor-aansluiting + functieaansluitingen) want de stroom door de rookgenerator loopt nog wel via de min-aansluiting van de decoder door de gelijkrichter van de decoder.
+
Om de decoder te beschermen tegen overbelasting is het veel beter om de rookgenerator via een extra transistor te schakelen (zie afbeelding 02). De stroom door de rookgenerator gaat dan niet meer via de schakeltransistor (FET) van de decoder, maar loopt via de extra transistor. Hierbij is het nog steeds noodzakelijk te kijken naar het totale stroomverbruik wat de decoder kan verwerken (dus motoraansluiting + functieaansluitingen) want de stroom door de rookgenerator loopt nog wel via de min-aansluiting van de decoder door de gelijkrichter van de decoder.
 
 
Het mooiste is, wanneer de decoder de functie-aansluiting na een bepaalde tijd uitschakelt, zoals bij een ESU LoPi V4. Deze heeft een speciale functie voor rookgenerator-effecten zoals:
 
  
 +
Het mooiste is als de decoder de functie-aansluiting van de rookgenerator na een bepaalde tijd uitschakelt, zoals bij een ESU LoPi V4. Dit komt de levensduur van het verwarmingselement en de decoder ten goede. De LoPi heeft speciale functies voor rookeffecten zoals:
 
* aanzetten met een functietoets en automatisch uitschakelen na x seconden;
 
* aanzetten met een functietoets en automatisch uitschakelen na x seconden;
 
* vertraagt uitschakelen;
 
* vertraagt uitschakelen;
 
* bij stilstaande lok de spanning op de rookgenerator verminderen, zodat er maar weinig rook uitkomt.
 
* bij stilstaande lok de spanning op de rookgenerator verminderen, zodat er maar weinig rook uitkomt.
 
Dit komt de levensduur van het verwarmingselement en de decoder ten goede.
 
  
  

Versie van 27 jan 2019 om 19:30

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


Een rookgenerator is een buisje met daarin een gloeidraadje. Het buisje wordt gevuld met vloeistof, een soort lichte olie, en als er spanning op het gloeidraadje wordt gezet wordt deze heet en de vloeistof zal verdampen waarbij zichtbare rook ontstaat. Er zijn rookgeneratoren in vele soorten en maten maar het principe is steeds gelijk. Er zijn rookgeneratoren die passen in de schoorsteen van een stoomlocomotief en die welke er uitzien als de schoorsteen voor op het dak van een modelhuisje.

Analoge locomotieven met rookgenerator

Diverse analoge locs zijn af-fabriek reeds voorzien van een rookgenerator, maar deze kunnen ook achteraf ingebouwd worden. In dat geval moet de juiste rookgenerator gekozen worden. De bij een analoge loc ingebouwde rookgenerator is ontworpen voor een spanning van 10 tot 16 V (bijvoorbeeld de Seuthe nr.10).

Bij digitaal bedrijf is de railspanning hoger, de rookgenerator moet dan ook geschikt zijn voor die hogere spanning. Zo niet, dan brandt de gloeidraad meteen door of dan zal in ieder geval de levensduur van de rookgenerator worden bekort. Tevens bestaat de kans dat de decoder de hogere stroom door de bestaande analoge rookgenerator niet kan verwerken en defect raakt.

Rookgenerator01.gif
Afbeelding: 01
Aansluiting rookgenerator
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Doordat er bij het digitaal rijden een hogere voedingsspanning aanwezig is (ongeveer 18 volt), gaat er bij dezelfde weerstand van de gloeidraad een hogere stroom door het verwarmingselement en de decoder lopen. Dat heeft een aantal gevolgen:

  • de functie-aansluiting van de decoder kan defect raken omdat deze de hoge stroom niet aan kan;
  • de rookgenerator heeft een kortere levensduur omdat het verwarmingselement veel te heet wordt;
  • de rookgenerator rookt veel meer dan bij analoog gebruik;
  • de kans is zeer groot dat de rookvloeistof oververhit raakt, waardoor vloeistof uit de rookgenerator spettert.

Om de oorzaak van dit probeem wordt duidelijk door toepassen van de Wet van Ohm. Hiermee is te berekenen hoe hoog de stroom door het verwarmingselement wordt bij een hogere spanning. De Seuthe nr.10 heeft een maximale spanning van 16 volt maar wordt bij analoog gebruik met maximaal 14 V rijspanning gevoed. Het stroomverbruik bij 14 V is volgens de fabrieksopgave 130 mA.

De Wet van Ohm luidt U = I * R. Als de spanning verhoogd wordt van 14 naar 18 V is dit 18 / 14 = 1,28 keer zo hoog. Bij dezelfde weerstand zal de stroom evenredig hoger worden, dus 18 / 14 * 130 = 167 mA. Wanneer deze Seuthe nr.10 op een decoder aangesloten wordt is er een grote kans dat die de hoge stroom niet aan kan en binnen korte tijd veel te heet wordt en defect raakt.

De ontwikkelde warmte in de rookgenerator, het vermogen, is te vinden met de formule P = U * I. Voor de 'analoge' rookgenerator is dit 14 V * 130 mA = 1,8 W. Voor dezelfde generator op een digitale spanning is dit 18 V * 167 mA = 3,0 W. Dit is 3,0 / 1,8 = 1,67 keer zo veel, meer dan de 1,28 keer zo hoge stroom.

Digitaal voorbereide locs

Bij een 'digitaal voorbereide loc', dus een exemplaar waar een NEM-connector ingebouwd is, moet met het bovenstaande ook rekening worden gehouden. Wanneer er een standaard 'analoge' rookgenerator in zit, moet deze dus vervangen worden door een exemplaar dat geschikt is voor de hogere digitale spanning.

Warmteontwikkeling in de decoder

Voor een digitale loc dient een rookgenerator gebruikt te worden die gemaakt is voor een spanning van 16 - 22 volt (zoals bijvoorbeeld de Seuthe nr. 11). Deze heeft een hogere weerstand en gebruikt volgens de fabrieksopgave 70 mA. Dat lijkt niet zoveel, maar de decoder moet ook nog de motorstroom verwerken + de stroom door de functieaansluitingen en kan door het totale stroomverbruik aardig warm worden. Het is dus zaak een decoder te kiezen die ruim de motorstroom aankan en waarbij de functie-aansluiting ook ruim genoeg bemeten is. Dit is vooral belangrijk bij decoders die af-fabriek in een stuk krimpkous geleverd worden, want die kunnen de warmte een stuk minder goed kwijt.

Rookgenerator02.gif
Afbeelding: 02
Aansluiting rookgenerator via transistor
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Om de decoder te beschermen tegen overbelasting is het veel beter om de rookgenerator via een extra transistor te schakelen (zie afbeelding 02). De stroom door de rookgenerator gaat dan niet meer via de schakeltransistor (FET) van de decoder, maar loopt via de extra transistor. Hierbij is het nog steeds noodzakelijk te kijken naar het totale stroomverbruik wat de decoder kan verwerken (dus motoraansluiting + functieaansluitingen) want de stroom door de rookgenerator loopt nog wel via de min-aansluiting van de decoder door de gelijkrichter van de decoder.

Het mooiste is als de decoder de functie-aansluiting van de rookgenerator na een bepaalde tijd uitschakelt, zoals bij een ESU LoPi V4. Dit komt de levensduur van het verwarmingselement en de decoder ten goede. De LoPi heeft speciale functies voor rookeffecten zoals:

  • aanzetten met een functietoets en automatisch uitschakelen na x seconden;
  • vertraagt uitschakelen;
  • bij stilstaande lok de spanning op de rookgenerator verminderen, zodat er maar weinig rook uitkomt.


Let-op.jpg
  LET OP
Gebruik het aanbevolen type rookgenerator, anders is de kans groot dat de decoder overbelast wordt!
Sluit geen andere rookgenerator dan de Seuthe 11 op de BC 177 aan! Deze kan daar absoluut niet tegen, en raakt defect.



Meer informatie

Encyclopedie:
Externe website:
Fabrikant.
Overzicht rookgeneratoren




Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie