Persoonlijke instellingen

S88, S88N, XpressNet en LocoNet: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
Regel 12: Regel 12:
 
:* [[#XPressNet|XPressNet]].
 
:* [[#XPressNet|XPressNet]].
 
:* [[#LocoNet|LocoNet]].
 
:* [[#LocoNet|LocoNet]].
 +
 
=== S88 ===
 
=== S88 ===
Als eerste een stukje uitleg over de term S88. S88 betekent: S-dubbel-acht, en dat houdt in dat er intern twee modules van acht detectors gekoppeld zijn. Vandaar de twee achten achter de S.
+
S88 betekent: S-dubbel-acht en dat houdt in dat er intern twee modules van acht detectors gekoppeld zijn. Vandaar de twee achten achter de S. De S88 terugmeldbus dient voor terugmelding van gebeurtenissen op de modelbaan, via de Digitale Centrale, aan een op de modelspoorbaan aangesloten computer. Een S88 terugmelddecoder is benodigd om de verschillende gebeurtenissen op de modelbaan in een digitaal signaal om te zetten en dit signaal aan de DCC Centrale door te geven.
  
De S88 terugmeldbus is bedacht en gedefinieerde door een aantal bekende modelspoorfabrikanten waaronder Märklin en Uhlenbrock. De S88 bus was zo ongeveer het eerste veelgebruikte systeem voor terugmelding voor de modelspoorbaan.
+
De S88 terugmeldbus is bedacht en gedefinieerd door een aantal modelspoorfabrikanten waaronder Märklin en Uhlenbrock. De S88 bus was zo ongeveer het eerste veelgebruikte systeem voor terugmelding voor de modelspoorbaan.
 
De S88 terugmeldbus dient voor terugmelding van gebeurtenissen op de modelbaan, via de Digitale Centrale, aan een op de modelspoorbaan aangesloten computer. Een S88 terugmelddecoder is benodigd om de verschillende gebeurtenissen op de modelbaan in een digitaal signaal om te zetten en dit signaal aan de DCC Centrale
 
door te geven.
 
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= S88-bandkabel01.gif
 
|Bestand= S88-bandkabel01.gif
Regel 27: Regel 25:
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
De verbinding tussen de diverse S88 modules vindt plaats met bandkabels (zie: tekening 01).
+
De verbinding tussen de diverse S88 modules vindt plaats met bandkabels (zie tekening 01).
  
Tot op heden is het S88-systeem één van de meest gangbare manieren om terugmelders/bezetmelders aan te sluiten. Het voordeel van deze melders is, dat ze vrij goedkoop zijn, en goed zelf te bouwen. Er zijn echter ook een paar nadelen:
+
Tot op heden is het S88-systeem één van de meest gangbare manieren om terugmelders/bezetmelders aan te sluiten. Het voordeel van deze melders is dat ze vrij goedkoop zijn en goed zelf te bouwen. Er zijn echter ook een paar nadelen:
 +
* S88 moet één lange keten moet zijn dus aftakkingen zijn niet toegestaan. Nu is dit op een normale baan niet snel een probleem, maar het kan op grotere en complexere banen wel een probleem zijn.
 +
* storingsgevoeligheid van de kabels waarmee de melders aan elkaar gekoppeld worden. Het probleem is dan dat de signaalverbindingen tamelijk hoogohmig zijn waardoor makkelijk stoorsignalen opgepikt kunnen worden die het signaal verminken. Zeker bij grote modelspoorbanen, waar lange kabels van de centrale naar de terugmelders benodigd zijn, kan dit tot problemen leiden. Hiervoor is een oplossing bedacht in de vorm van S88-N, waarbij in plaats van de normale bandkabels, een netwerkkabel (een zogenaamde Patchcable) gebruikt wordt.
  
* Het ene nadeel is dat S88 één lange keten moet zijn. Dus aftakkingen zijn niet toegestaan. Nu is dit op een normale baan niet snel een probleem, maar het kan op grotere en complexere banen wel een probleem zijn.
 
* Het andere is de storingsgevoeligheid van de kabels, waarmee u de melders aan elkaar koppelt. Het probleem bij S88 is, dat de signaalverbindingen tamelijk hoogohmig zijn, waardoor makkelijk stoorsignalen kunnen binnendringen, die het signaal verminken. Zeker bij grote modelspoorbanen, waar lange kabels van de centrale naar de terugmelders benodigd zijn, kan dit tot problemen leiden. Hiervoor is een oplossing bedacht in de vorm van S88-N, waarbij in plaats van de normale bandkabels, een netwerkkabel (een zogenaamde Patchcable) gebruikt wordt.
 
 
=== Valse bezetmeldingen ===
 
=== Valse bezetmeldingen ===
Stoorsignalen op de S88 kabels kunnen, zoals hierboven aangegeven, zorgen voor valse bezetmeldingen. Maar ook de bedrading van de bezetmelder-ingangen naar de rails kan valse bezetmeldingen veroorzaken. Dit komt door het zogenaamde antenne-effect (zie: [[S88, S88N, XpressNet en LocoNet#Meer informatie|'Meer informatie']]). De draad van de bezetmeldmodule naar de rails, inclusief het stuk rails dat voor de detectie gebruikt wordt, kan namelijk stoorsignalen oppikken. Deze signalen kunnen sterk genoeg zijn om de optocoupler op de bezetmeldprint open te sturen. Daardoor ontstaat dan een valse melding. Wanneer u last heeft van dergelijke valse meldingen, dient u een 4K7 weerstand te monteren over de railsaansluiting en de common-aansluiting van de bezetmeldmodule, zoals aangegeven in een bericht op het forum (zie: [[S88, S88N, XpressNet en LocoNet#Meer informatie|'Meer informatie']]).
+
Stoorsignalen op de S88 kabels kunnen zorgen voor valse bezetmeldingen maar ook de bedrading van de bezetmelder-ingangen naar de rails kan valse bezetmeldingen veroorzaken. Dit komt door het zogenaamde antenne-effect (zie [[S88, S88N, XpressNet en LocoNet#Meer informatie|'Meer informatie']]). De draad van de bezetmeldmodule naar de rails, inclusief het stuk rails dat voor de detectie gebruikt wordt, kan namelijk stoorsignalen oppikken. Deze signalen kunnen sterk genoeg zijn om de optocoupler op de bezetmeldprint open te sturen. Daardoor ontstaat dan een valse melding. Bij dergelijke valse meldingen moet een 4K7 weerstand over de railsaansluiting en de common-aansluiting van de bezetmeldmodule gemonteerd worden, zoals aangegeven in een bericht op het forum (zie [[S88, S88N, XpressNet en LocoNet#Meer informatie|'Meer informatie']]).
 +
 
 
=== S88-N ===
 
=== S88-N ===
Sinds half 2007 is er een normering opgesteld voor de S88 bus, die via netwerkkabels wordt verbonden en deze wordt de S88-N standaard genoemd. S88-N is dus de verbeterde versie van de S88 bus. Elektrisch gezien is S88-N hetzelfde als S88. De verbetering bestaat uit het toepassen van goede bekabeling en stekers, waardoor de bus ongevoeliger voor storingen van buitenaf wordt. De S88-N standaard gebruikt namelijk standaard netwerkkabels, zogenaamde CAT5 Patchkabels. Door de twisting van de aderparen in de netwerkkabel, wordt overspraak van de datalijnen tot een minimum beperkt, en worden stoorsignalen nagenoeg tot nul gereduceerd. De Patchkabels zijn van veel hogere kwaliteit dan de oude S88 bandkabels. Omdat deze Patchkabels in de computerwereld zeer veel gebruikt worden, zijn ze heel goedkoop te verkrijgen. U kunt dus van standaard netwerkkabels gebruik maken, die in verschillende lengtes verkrijgbaar zijn. Daarnaast maakt u met S88-N kabels ook minder snel fouten. De oude S88 kabels kunt u namelijk op twee manieren in de connector steken, de S88-N kabels maar op &eacute;&eacute;n manier. De betrouwbaarheid van de informatieoverdracht van de bestaande S88 bus, kan sterk worden verbeterd. Bovendien geeft de RJ45 connector een betrouwbare verbinding en is de kabel gemakkelijk in elke gewenste lengte zelf te maken. De voordelen van de CAT-5 kabel via RJ45 connectorverbindingen zijn inmiddels ook door andere aanbieders onderkend.<br />
+
Sinds half 2007 is er een normering opgesteld voor de S88 bus die via netwerkkabels wordt verbonden en deze wordt de S88-N standaard genoemd. S88-N is dus de verbeterde versie van de S88 bus. Elektrisch gezien is S88-N hetzelfde als S88. De verbetering bestaat uit het toepassen van goede bekabeling en stekers waardoor de bus ongevoeliger wordt voor storingen van buitenaf. De S88-N standaard gebruikt standaard netwerkkabels, zogenaamde CAT5 patchkabels. Door het vlechten (''twisting'') van de aderparen in de netwerkkabel wordt overspraak van de datalijnen tot een minimum beperkt en worden stoorsignalen nagenoeg tot nul gereduceerd.
Bij de S88 bus wordt g&egrave;&egrave;n geaarde afscherming gebruikt die met de printen verbonden is. Dit is met opzet gedaan om aardlussen te voorkomen.
+
 
 +
De patchkabels zijn van veel hogere kwaliteit dan de oude S88 bandkabels. Omdat deze patchkabels in de computerwereld zeer veel gebruikt worden, zijn ze heel goedkoop en in verschillende lengtes verkrijgbaar. Daarnaastis er met S88-N kabels minder kans op fouten; de oude S88 kabels zijn op twee manieren in de connector te steken, de S88-N kabels maar op één manier. De betrouwbaarheid van de informatieoverdracht van de bestaande S88 bus kan dus sterk worden verbeterd. Bovendien geeft de RJ45 connector een betrouwbare verbinding en is de kabel gemakkelijk in elke gewenste lengte zelf te maken. De voordelen van de CAT5 kabel via RJ45 connectorverbindingen zijn inmiddels ook door andere aanbieders onderkend.
 +
 
 +
Bij de S88 bus wordt geen geaarde afscherming gebruikt die met de printen verbonden is. Dit is met opzet gedaan om aardlussen te voorkomen.
 +
 
 
=== S88 onderdelen niet altijd onderling uitwisselbaar ===
 
=== S88 onderdelen niet altijd onderling uitwisselbaar ===
De nieuwe standaard voor de S88 aansluiting via een netwerkkabel en RJ45-connectoren is echter niet zomaar onderling uitwisselbaar met printen van de diverse aanbieders. Dus goed opletten, het kan u een S88 aansluiting op uw centrale kosten. Dit komt doordat er nogal wat onderlinge verschillen zijn in de pinbezetting van de connectoren. Het is dus oppassen geblazen bij het aansluiten van de diverse merken onderling (zie: 'OpenDCC' bij [[S88, S88N, XpressNet en LocoNet#Meer informatie|'Meer informatie']]).
+
De nieuwe standaard voor de S88 aansluiting via een netwerkkabel en RJ45-connectoren is echter niet zomaar onderling uitwisselbaar met printen van de diverse aanbieders. Dus goed opletten, het kan een S88 aansluiting op uw centrale kosten. Dit komt doordat er nogal wat onderlinge verschillen zijn in de pinbezetting van de connectoren. (Zie 'OpenDCC' bij [[S88, S88N, XpressNet en LocoNet#Meer informatie|'Meer informatie']].)
 +
 
 
=== Terugmelders met S88 ===
 
=== Terugmelders met S88 ===
 
Terugmelders zijn apparaten die de status van de bezetmelders naar de centrale sturen.
 
Terugmelders zijn apparaten die de status van de bezetmelders naar de centrale sturen.
Regel 49: Regel 53:
 
|Maker= Wim Ros
 
|Maker= Wim Ros
 
}}
 
}}
Deze terugmeldmodule heeft naast de standaard S88 aansluiting, ook een aansluitmogelijkheid via de S88-N standaard (zie: afbeelding 02). Dit zijn RJ45-connectoren, die aangesloten worden op een standaard Patchcable, voor de onderlinge verbinding van de terugmeldmodules. De S88SD16-N is compatibel met alle modules die voorzien zijn van het S88-N logo.<br />
+
Deze terugmeldmodule heeft naast de standaard S88 aansluiting, ook een aansluitmogelijkheid via de S88-N standaard (zie afbeelding 02). Dit zijn RJ45-connectoren, die aangesloten worden op een standaard patchcable, voor de onderlinge verbinding van de terugmeldmodules. De S88SD16-N is compatibel met alle modules die voorzien zijn van het S88-N logo.
De module is eveneens voorzien van 16 stroomdetectie-schakelingen, die hem geschikt maakt voor het gebruik bij een Tweerail digitale modelspoorbaan. De stroomdetectie is zo ingesteld dat hij ongevoelig is voor storingen van buitenaf, zodat onterechte bezetmeldingen worden voorkomen. Deze module kan worden ingezet bij ieder digitaal systeem met een S88 aansluiting, en in combinatie met de S88XPressNetLI of in combinatie met de S88LN.
+
 
 +
De module is eveneens voorzien van 16 stroomdetectie-schakelingen, die hem geschikt maakt voor het gebruik bij een [[tweerail]] digitale modelspoorbaan. De stroomdetectie is zo ingesteld dat hij ongevoelig is voor storingen van buitenaf, zodat onterechte bezetmeldingen worden voorkomen. Deze module kan worden ingezet bij ieder digitaal systeem met een S88 aansluiting en in combinatie met de S88XPressNetLI of in combinatie met de S88LN.
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= S88SD16-N Rosoft02.jpg
 
|Bestand= S88SD16-N Rosoft02.jpg
Regel 58: Regel 63:
 
|Maker= Wim Ros
 
|Maker= Wim Ros
 
}}
 
}}
Terugmeldmodule met stroomdetectie op basis van S88. Deze module heeft naast de standaard S88 aansluiting, ook een aansluitmogelijkheid via de S88-N standaard (zie: afbeelding 03). Dit zijn RJ45-connectoren, die aangesloten worden op een standaard Patchkabel, voor de onderlinge verbinding van de terugmeldmodules. De S88-N is compatibel met alle modules die voorzien zijn van het S88-N logo.<br />
+
De terugmeldmodule met stroomdetectie op basis van S88 heeft naast de standaard S88 aansluiting ook een aansluitmogelijkheid via de S88-N standaard (zie afbeelding 03). Dit zijn RJ45-connectoren, die aangesloten worden op een standaard patchkabel, voor de onderlinge verbinding van de terugmeldmodules. De S88-N is compatibel met alle modules die voorzien zijn van het S88-N logo.
Deze modules kunnen worden ingezet bij ieder digitaal systeem met een S88 aansluiting, en in combinatie met de S88XPressNetLI, of in combinatie met de S88LN.
+
 
----
+
Deze modules kunnen worden ingezet bij ieder digitaal systeem met een S88 aansluiting en in combinatie met de S88XPressNetLI, of in combinatie met de S88LN.
 +
 
 
=== XPressNet ===
 
=== XPressNet ===
XPressNet is de protocol-'taal' die door de Roco Maus-familie en de Lenz LZV100 centrale gesproken wordt. Dit is een verbeterde/uitgebreidere versie van het Lenz X-bus protocol. Lenz noemt het DIGITAL Plus XpressNet. Op XPressNet kunnen, via de XPressNetkabel (zie: afbeelding 04), de volgende apparaten aangesloten worden: LH100-Handregelaar met toetsenbord, LH90-Handregelaar met knoppen, LI-USB-Ethernet Netwerk Interface, LI100, LI100F en LI101F-Computer Interface, LA152-XpressNET adapter voor het aansluiten van de LH90 en/of LH100.
+
XPressNet is het protocol (de 'taal') die door de Roco Maus-familie en de Lenz LZV100 centrale gesproken wordt. Dit is een verbeterde/uitgebreidere versie van het Lenz X-bus protocol. Lenz noemt het DIGITAL Plus XpressNet. Op XPressNet kunnen, via de XPressNetkabel (zie afbeelding 04), de volgende apparaten aangesloten worden: LH100-Handregelaar met toetsenbord, LH90-Handregelaar met knoppen, LI-USB-Ethernet Netwerk Interface, LI100, LI100F en LI101F-Computer Interface, LA152-XpressNET adapter voor het aansluiten van de LH90 en/of LH100.
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= XpressNet-kabel01.gif
 
|Bestand= XpressNet-kabel01.gif
Regel 71: Regel 77:
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
De bekabeling mag van punt-tot-punt zijn (achter elkaar geschakeld), maar ook in stervorm uitgevoerd worden. De maximale kabellengte bedraagt ongeveer 200 meter. In totaal kunnen er 31 apparaten aangesloten worden. De laatste module in de keten dient, aan de zijde waar g&egrave;&egrave;n kabel zit, voorzien te worden van een 120 &Omega; &frac14; watt weerstand.
+
 
 +
De bekabeling mag van punt-tot-punt zijn (achter elkaar geschakeld), maar ook in stervorm uitgevoerd worden. De maximale kabellengte bedraagt ongeveer 200 meter. In totaal kunnen er 31 apparaten aangesloten worden. De laatste module in de keten dient, aan de zijde waar geen kabel zit, voorzien te worden van een 120 &Omega; &frac14; watt weerstand.
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
|Bestand= XpressNetChassisdeel01.gif
 
|Bestand= XpressNetChassisdeel01.gif
Regel 87: Regel 94:
 
|Tussenruimte= 6px
 
|Tussenruimte= 6px
 
}}
 
}}
<u>Zelf maken van kabels</u><br />
+
====Zelf maken van kabels====
Voor het zelf maken van een XPressNetkabel heeft u een stuk vieraderige bandkabel nodig, twee RJ12 stekers en een passende perstang. Wanneer u de stekers aan de kabel perst, mag u de aders niet van de isolatie ontdoen. Monteer de stekers zodanig, dat wanneer de kabel plat op tafel ligt, bij de ene steker het lipje naar boven wijst, en bij de andere steker het lipje naar beneden wijst.<br />
+
Voor het zelf maken van een XPressNetkabel is een stuk vieraderige bandkabel nodig, twee RJ12 stekers en een passende perstang. Bij het aan de kabel persen van de stekers hoeft de isolatie niet verwijderd te worden. Monteer de stekers zodanig, dat wanneer de kabel plat op tafel ligt, bij de ene steker het lipje naar boven wijst en bij de andere steker het lipje naar beneden.
Beschikt u niet over een perstang, dan kunt u gebruikmaken van zogenaamde 'toolless' RJ12-stekers. Deze stekers klikt u heel simpel dicht, waarna de kabel vastzit.  
+
 
 +
Bij gebrek aan een perstang kunnen zogenaamde ''toolless'' RJ12-stekers toegepast worden. Deze stekers worden heel simpel dichtgeklikt, waarna de kabel vastzit.
 +
 
 +
Voor het zelf maken van een XPressNetkabel voor een handregelaar, is een stuk FTP-kabel en twee vijfpolige DIN-pluggen nodig (zie afbeelding 06). Monteer (soldeer) de aders zodanig aan de DIN-plug(gen) dat de A en B-aders en de L en M-aders om elkaar heen gedraaid zijn. Dit ter voorkoming van stoorsignalen.
  
Voor het zelf maken van een XPressNetkabel voor een handregelaar, heeft u een stuk FTP-kabel en twee vijfpolige DIN-pluggen nodig (zie: afbeelding 06). Monteer (soldeer) de aders zodanig aan de DIN-plug(gen) dat de A en B-aders en de L en M-aders om elkaar heen gedraaid zijn. Dit ter voorkoming van stoorsignalen.
 
 
=== XpressNet PC Interface ===
 
=== XpressNet PC Interface ===
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
Regel 100: Regel 109:
 
|Maker= Karst Drenth/Wim Ros
 
|Maker= Karst Drenth/Wim Ros
 
}}
 
}}
Karst Drenth en Wim Ros hebben samen een PC Interface met S88 aansluiting voor terugmelding ontwikkeld (zie: afbeelding 07), de S88XpressNetLI. De Interface heeft, naast een Lenz compatible PC interface, ook een aansluiting voor de S88 Bus. Hiermee kunnen S88 terugmelders aan XpressNet gekoppeld worden. Wim Ros heeft hiervoor een terugmeldprint ontworpen, waarop de elektronica voor 16 stroomdetectoren, inclusief de terugmeldings-electronica, volgens het S88 principe is aangebracht.<br />
+
Karst Drenth en Wim Ros hebben een PC Interface met S88 aansluiting voor terugmelding ontwikkeld (zie afbeelding 07), de S88XpressNetLI. De interface heeft, naast een Lenz compatible PC interface, ook een aansluiting voor de S88 bus. Hiermee kunnen S88 terugmelders aan XpressNet gekoppeld worden. Wim Ros heeft hiervoor een terugmeldprint ontworpen waarop de elektronica voor 16 stroomdetectoren, inclusief de terugmeldings-electronica volgens het S88 principe is aangebracht.
De S88XpressNetLI werkt met XpressNet V3 (dus MultiMaus) en alle andere X-Bus, XpressNet-systemen. De PC interface is een standaard negenpolige RS232 interface. Op de S88 aansluiting kunnen maximaal 16 volledige S88 modules (=256 terugmeld contacten) aangesloten worden.
+
 
----
+
De S88XpressNetLI werkt met XpressNet V3 (dus MultiMaus) en alle andere X-Bus, XpressNet-systemen. De PC interface is een standaard 9-polige RS232 interface. Op de S88 aansluiting kunnen maximaal 16 volledige S88 modules (=256 terugmeldcontacten) aangesloten worden.
 +
 
 
=== LocoNet ===
 
=== LocoNet ===
LocoNet is de protocol-'taal' die o.a. door de IntelliBox, ProfiBoss, Twincenter en Z21 centrales gesproken wordt. Het protocol is ontwikkeld door Digitrax. De verbinding tussen de LocoNet-modules bestaat uit zesaderige Amerikaanse telefoonkabel met RJ12 stekers (zie: afbeelding 08).
+
LocoNet is het protocol dat o.a. door de IntelliBox, ProfiBoss, Twincenter en Z21 centrales gesproken wordt. Het protocol is ontwikkeld door Digitrax. De verbinding tussen de LocoNet-modules bestaat uit 6-aderige Amerikaanse telefoonkabel met RJ12 stekers (zie afbeelding 08).
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= LocoNet-kabel01.gif
 
|Bestand= LocoNet-kabel01.gif
Regel 113: Regel 123:
 
|Type= Tekening
 
|Type= Tekening
 
}}
 
}}
De bekabeling mag van punt-tot-punt zijn (achter elkaar geschakeld), maar u mag ook aftakkingen maken, met gebruikmaking van splitters. De maximale kabellengte bedraagt ongeveer 200 meter.
+
De bekabeling mag van punt-tot-punt zijn (achter elkaar geschakeld), maar aftakkingen mogen ook gemaakt worden met ''splitters''. De maximale kabellengte bedraagt ongeveer 200 meter.
 +
 
 +
====Zelf maken van een kabel====
 +
Voor het zelf maken van een kabel is een stuk zesaderige bandkabel nodig, twee RJ12 stekers en een passende perstang. Bij het persen van de stekers aan de kabel, moet de isolatie blijven zitten. Monteer de stekers zodanig dat wanneer de kabel plat op tafel ligt, bij de ene steker het lipje naar boven wijst en bij de andere steker het lipje naar beneden.
 +
 
 +
Bij gebrek aan een perstang kunnen zogenaamde ''toolless'' RJ12-stekers toegepast worden. Deze stekers worden heel simpel dichtgeklikt, waarna de kabel vastzit.  
  
<u>Zelf maken van een kabel</u><br />
 
Voor het zelf maken van een kabel heeft u een stuk zesaderige bandkabel nodig, twee RJ12 stekers en een passende perstang. Wanneer u de stekers aan de kabel perst, mag u de aders niet van de isolatie ontdoen. Monteer de stekers zodanig, dat wanneer de kabel plat op tafel ligt, bij de ene steker het lipje naar boven wijst, en bij de andere steker het lipje naar beneden wijst.<br />
 
Beschikt u niet over een perstang, dan kunt u gebruikmaken van zogenaamde 'toolless' RJ12-stekers. Deze stekers klikt u heel simpel dicht, waarna de kabel vastzit.
 
 
=== LocoNet PC Interface ===
 
=== LocoNet PC Interface ===
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
Regel 126: Regel 138:
 
|Maker= Karst Drenth/Wim Ros
 
|Maker= Karst Drenth/Wim Ros
 
}}
 
}}
Karst en Wim hebben tevens een LocoNet-interface ontwikkeld (zie: afbeelding 09). Deze LocoNet-interface maakt het mogelijk om digitale systemen met een LocoNet-aansluiting aan te sluiten op de RS232C-aansluiting van de PC. De LocoNet-interface heeft een vaste baudrate-instelling van 19200 bps. Er zijn geen instellingen nodig voor de werking.
+
Karst en Wim hebben tevens een LocoNet-interface ontwikkeld (zie afbeelding 09). Deze LocoNet-interface maakt het mogelijk om digitale systemen met een LocoNet-aansluiting aan te sluiten op de RS232C-aansluiting van de PC. De LocoNet-interface heeft een vaste baudrate-instelling van 19200 bps. Er zijn geen instellingen nodig voor de werking.
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar  
 
|Bestand= LocoNet_terugmelder_Rosoft01.jpg  
 
|Bestand= LocoNet_terugmelder_Rosoft01.jpg  
Regel 139: Regel 151:
 
|Maker2= Wim Ros  
 
|Maker2= Wim Ros  
 
}}
 
}}
Er zijn ook een terugmelder en terug/bezetmelder ontwikkeld voor LocoNet. De terugmelder (zie: afbeelding 10) is voor Drierailsystemen.<br />
+
Er zijn ook een terugmelder en terug/bezetmelder ontwikkeld voor LocoNet. De terugmelder (zie afbeelding 10) is voor Drierailsystemen.
De LocoNet terug/bezetmelder (zie: afbeelding 11) is de samensmelting van de terug/bezetmelder op basis van S88 en LocoNet. Deze module kan dienst doen als eerste module in een LocoNet/S88 keten. Op de S88 of S88-N aansluiting kunnen max. 15 modules op basis van S88 of S88-N worden aangesloten zodat er een keten van maximaal 256 contacten gemaakt kan worden. Er kunnen meerdere van deze ketens worden toegepast, tot het maximum van het aantal contacten van het digitale systeem.
+
 
 +
De LocoNet terug/bezetmelder (zie afbeelding 11) is de samensmelting van de terug/bezetmelder op basis van S88 en LocoNet. Deze module kan dienst doen als eerste module in een LocoNet/S88 keten. Op de S88 of S88-N aansluiting kunnen maximaal 15 modules op basis van S88 of S88-N worden aangesloten zodat er een keten van maximaal 256 contacten gemaakt kan worden. Er kunnen meerdere van deze ketens worden toegepast, tot het maximum van het aantal contacten van het digitale systeem.
 +
 
 
=== LocoNet adapter ===
 
=== LocoNet adapter ===
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
Regel 149: Regel 163:
 
|Maker= Wim Ros
 
|Maker= Wim Ros
 
}}
 
}}
Voor het aanpassen van een S88 module naar LocoNet is er de S88LN (zie: afbeelding 10). Dit is een adapter om van een S88 compatibele terug/bezetmelder een terug/bezetmelder te maken op basis van LocoNet. Dit kan per S88 module of een serie van S88 modules tot een maximum van 16 (256 contacten) per S88LN. De S88LN is eenvoudig te programmeren, en gebruikt slechts twee parameters. E&eacute;n voor het startadres en &eacute;&eacute;n voor het aantal aangesloten contacten. (1..256)
+
Voor het aanpassen van een S88 module naar LocoNet is er de S88LN (zie afbeelding 10). Dit is een adapter om van een S88 compatibele terug/bezetmelder een terug/bezetmelder te maken op basis van LocoNet. Dit kan per S88 module of een serie van S88 modules tot een maximum van 16 (256 contacten) per S88LN. De S88LN is eenvoudig te programmeren en gebruikt slechts twee parameters. Eén voor het startadres en één voor het aantal aangesloten contacten. (1..256)
 
{{Linkssectie begin
 
{{Linkssectie begin
 
|Box= AlleenInfo
 
|Box= AlleenInfo
Regel 222: Regel 236:
 
}}
 
}}
 
{{Gerelateerde termen
 
{{Gerelateerde termen
|Termen= Marklin, Maerklin, Mærklin
+
|Termen= Märklin, Marklin, Maerklin, Mærklin
 
}}
 
}}
 
{{Voettekst
 
{{Voettekst

Versie van 25 jan 2019 om 16:41

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


In de loop der tijd zijn diverse standaarden ontwikkeld voor het terugmelden van gebeurtenissen op de modelspoorbaan. Hieronder treft u een overzicht aan:

S88

S88 betekent: S-dubbel-acht en dat houdt in dat er intern twee modules van acht detectors gekoppeld zijn. Vandaar de twee achten achter de S. De S88 terugmeldbus dient voor terugmelding van gebeurtenissen op de modelbaan, via de Digitale Centrale, aan een op de modelspoorbaan aangesloten computer. Een S88 terugmelddecoder is benodigd om de verschillende gebeurtenissen op de modelbaan in een digitaal signaal om te zetten en dit signaal aan de DCC Centrale door te geven.

De S88 terugmeldbus is bedacht en gedefinieerd door een aantal modelspoorfabrikanten waaronder Märklin en Uhlenbrock. De S88 bus was zo ongeveer het eerste veelgebruikte systeem voor terugmelding voor de modelspoorbaan.

S88-bandkabel01.gif
Afbeelding: 01
S88 bandkabel
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

De verbinding tussen de diverse S88 modules vindt plaats met bandkabels (zie tekening 01).

Tot op heden is het S88-systeem één van de meest gangbare manieren om terugmelders/bezetmelders aan te sluiten. Het voordeel van deze melders is dat ze vrij goedkoop zijn en goed zelf te bouwen. Er zijn echter ook een paar nadelen:

  • S88 moet één lange keten moet zijn dus aftakkingen zijn niet toegestaan. Nu is dit op een normale baan niet snel een probleem, maar het kan op grotere en complexere banen wel een probleem zijn.
  • storingsgevoeligheid van de kabels waarmee de melders aan elkaar gekoppeld worden. Het probleem is dan dat de signaalverbindingen tamelijk hoogohmig zijn waardoor makkelijk stoorsignalen opgepikt kunnen worden die het signaal verminken. Zeker bij grote modelspoorbanen, waar lange kabels van de centrale naar de terugmelders benodigd zijn, kan dit tot problemen leiden. Hiervoor is een oplossing bedacht in de vorm van S88-N, waarbij in plaats van de normale bandkabels, een netwerkkabel (een zogenaamde Patchcable) gebruikt wordt.

Valse bezetmeldingen

Stoorsignalen op de S88 kabels kunnen zorgen voor valse bezetmeldingen maar ook de bedrading van de bezetmelder-ingangen naar de rails kan valse bezetmeldingen veroorzaken. Dit komt door het zogenaamde antenne-effect (zie 'Meer informatie'). De draad van de bezetmeldmodule naar de rails, inclusief het stuk rails dat voor de detectie gebruikt wordt, kan namelijk stoorsignalen oppikken. Deze signalen kunnen sterk genoeg zijn om de optocoupler op de bezetmeldprint open te sturen. Daardoor ontstaat dan een valse melding. Bij dergelijke valse meldingen moet een 4K7 weerstand over de railsaansluiting en de common-aansluiting van de bezetmeldmodule gemonteerd worden, zoals aangegeven in een bericht op het forum (zie 'Meer informatie').

S88-N

Sinds half 2007 is er een normering opgesteld voor de S88 bus die via netwerkkabels wordt verbonden en deze wordt de S88-N standaard genoemd. S88-N is dus de verbeterde versie van de S88 bus. Elektrisch gezien is S88-N hetzelfde als S88. De verbetering bestaat uit het toepassen van goede bekabeling en stekers waardoor de bus ongevoeliger wordt voor storingen van buitenaf. De S88-N standaard gebruikt standaard netwerkkabels, zogenaamde CAT5 patchkabels. Door het vlechten (twisting) van de aderparen in de netwerkkabel wordt overspraak van de datalijnen tot een minimum beperkt en worden stoorsignalen nagenoeg tot nul gereduceerd.

De patchkabels zijn van veel hogere kwaliteit dan de oude S88 bandkabels. Omdat deze patchkabels in de computerwereld zeer veel gebruikt worden, zijn ze heel goedkoop en in verschillende lengtes verkrijgbaar. Daarnaastis er met S88-N kabels minder kans op fouten; de oude S88 kabels zijn op twee manieren in de connector te steken, de S88-N kabels maar op één manier. De betrouwbaarheid van de informatieoverdracht van de bestaande S88 bus kan dus sterk worden verbeterd. Bovendien geeft de RJ45 connector een betrouwbare verbinding en is de kabel gemakkelijk in elke gewenste lengte zelf te maken. De voordelen van de CAT5 kabel via RJ45 connectorverbindingen zijn inmiddels ook door andere aanbieders onderkend.

Bij de S88 bus wordt geen geaarde afscherming gebruikt die met de printen verbonden is. Dit is met opzet gedaan om aardlussen te voorkomen.

S88 onderdelen niet altijd onderling uitwisselbaar

De nieuwe standaard voor de S88 aansluiting via een netwerkkabel en RJ45-connectoren is echter niet zomaar onderling uitwisselbaar met printen van de diverse aanbieders. Dus goed opletten, het kan een S88 aansluiting op uw centrale kosten. Dit komt doordat er nogal wat onderlinge verschillen zijn in de pinbezetting van de connectoren. (Zie 'OpenDCC' bij 'Meer informatie'.)

Terugmelders met S88

Terugmelders zijn apparaten die de status van de bezetmelders naar de centrale sturen.

S88-NV2-1 Rosoft01.jpg
Afbeelding: 02
S88-N meldprint
Foto gemaakt door: Wim Ros

Deze terugmeldmodule heeft naast de standaard S88 aansluiting, ook een aansluitmogelijkheid via de S88-N standaard (zie afbeelding 02). Dit zijn RJ45-connectoren, die aangesloten worden op een standaard patchcable, voor de onderlinge verbinding van de terugmeldmodules. De S88SD16-N is compatibel met alle modules die voorzien zijn van het S88-N logo.

De module is eveneens voorzien van 16 stroomdetectie-schakelingen, die hem geschikt maakt voor het gebruik bij een tweerail digitale modelspoorbaan. De stroomdetectie is zo ingesteld dat hij ongevoelig is voor storingen van buitenaf, zodat onterechte bezetmeldingen worden voorkomen. Deze module kan worden ingezet bij ieder digitaal systeem met een S88 aansluiting en in combinatie met de S88XPressNetLI of in combinatie met de S88LN.

S88SD16-N Rosoft02.jpg
Afbeelding: 03
S88SD16-N meldprint met stroomdetectie
Foto gemaakt door: Wim Ros

De terugmeldmodule met stroomdetectie op basis van S88 heeft naast de standaard S88 aansluiting ook een aansluitmogelijkheid via de S88-N standaard (zie afbeelding 03). Dit zijn RJ45-connectoren, die aangesloten worden op een standaard patchkabel, voor de onderlinge verbinding van de terugmeldmodules. De S88-N is compatibel met alle modules die voorzien zijn van het S88-N logo.

Deze modules kunnen worden ingezet bij ieder digitaal systeem met een S88 aansluiting en in combinatie met de S88XPressNetLI, of in combinatie met de S88LN.

XPressNet

XPressNet is het protocol (de 'taal') die door de Roco Maus-familie en de Lenz LZV100 centrale gesproken wordt. Dit is een verbeterde/uitgebreidere versie van het Lenz X-bus protocol. Lenz noemt het DIGITAL Plus XpressNet. Op XPressNet kunnen, via de XPressNetkabel (zie afbeelding 04), de volgende apparaten aangesloten worden: LH100-Handregelaar met toetsenbord, LH90-Handregelaar met knoppen, LI-USB-Ethernet Netwerk Interface, LI100, LI100F en LI101F-Computer Interface, LA152-XpressNET adapter voor het aansluiten van de LH90 en/of LH100.

XpressNet-kabel01.gif
Afbeelding: 04
XPressNet kabel
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


De bekabeling mag van punt-tot-punt zijn (achter elkaar geschakeld), maar ook in stervorm uitgevoerd worden. De maximale kabellengte bedraagt ongeveer 200 meter. In totaal kunnen er 31 apparaten aangesloten worden. De laatste module in de keten dient, aan de zijde waar geen kabel zit, voorzien te worden van een 120 Ω ¼ watt weerstand.

XpressNetChassisdeel01.gif XpressNetSteker01.gif
Afbeelding: 05 Afbeelding: 06
XpressNet chassisdeel XpressNet plug
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

Zelf maken van kabels

Voor het zelf maken van een XPressNetkabel is een stuk vieraderige bandkabel nodig, twee RJ12 stekers en een passende perstang. Bij het aan de kabel persen van de stekers hoeft de isolatie niet verwijderd te worden. Monteer de stekers zodanig, dat wanneer de kabel plat op tafel ligt, bij de ene steker het lipje naar boven wijst en bij de andere steker het lipje naar beneden.

Bij gebrek aan een perstang kunnen zogenaamde toolless RJ12-stekers toegepast worden. Deze stekers worden heel simpel dichtgeklikt, waarna de kabel vastzit.

Voor het zelf maken van een XPressNetkabel voor een handregelaar, is een stuk FTP-kabel en twee vijfpolige DIN-pluggen nodig (zie afbeelding 06). Monteer (soldeer) de aders zodanig aan de DIN-plug(gen) dat de A en B-aders en de L en M-aders om elkaar heen gedraaid zijn. Dit ter voorkoming van stoorsignalen.

XpressNet PC Interface

S88XpressNetLI Rosoft01.jpg
Afbeelding: 07
S88XpressNetLI PC Interface
Foto gemaakt door: Karst Drenth/Wim Ros

Karst Drenth en Wim Ros hebben een PC Interface met S88 aansluiting voor terugmelding ontwikkeld (zie afbeelding 07), de S88XpressNetLI. De interface heeft, naast een Lenz compatible PC interface, ook een aansluiting voor de S88 bus. Hiermee kunnen S88 terugmelders aan XpressNet gekoppeld worden. Wim Ros heeft hiervoor een terugmeldprint ontworpen waarop de elektronica voor 16 stroomdetectoren, inclusief de terugmeldings-electronica volgens het S88 principe is aangebracht.

De S88XpressNetLI werkt met XpressNet V3 (dus MultiMaus) en alle andere X-Bus, XpressNet-systemen. De PC interface is een standaard 9-polige RS232 interface. Op de S88 aansluiting kunnen maximaal 16 volledige S88 modules (=256 terugmeldcontacten) aangesloten worden.

LocoNet

LocoNet is het protocol dat o.a. door de IntelliBox, ProfiBoss, Twincenter en Z21 centrales gesproken wordt. Het protocol is ontwikkeld door Digitrax. De verbinding tussen de LocoNet-modules bestaat uit 6-aderige Amerikaanse telefoonkabel met RJ12 stekers (zie afbeelding 08).

LocoNet-kabel01.gif
Afbeelding: 08
LocoNet kabel
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

De bekabeling mag van punt-tot-punt zijn (achter elkaar geschakeld), maar aftakkingen mogen ook gemaakt worden met splitters. De maximale kabellengte bedraagt ongeveer 200 meter.

Zelf maken van een kabel

Voor het zelf maken van een kabel is een stuk zesaderige bandkabel nodig, twee RJ12 stekers en een passende perstang. Bij het persen van de stekers aan de kabel, moet de isolatie blijven zitten. Monteer de stekers zodanig dat wanneer de kabel plat op tafel ligt, bij de ene steker het lipje naar boven wijst en bij de andere steker het lipje naar beneden.

Bij gebrek aan een perstang kunnen zogenaamde toolless RJ12-stekers toegepast worden. Deze stekers worden heel simpel dichtgeklikt, waarna de kabel vastzit.

LocoNet PC Interface

KDesign Rosoft LN01.gif
Afbeelding: 09
LocoNet PC Interface
Foto gemaakt door: Karst Drenth/Wim Ros

Karst en Wim hebben tevens een LocoNet-interface ontwikkeld (zie afbeelding 09). Deze LocoNet-interface maakt het mogelijk om digitale systemen met een LocoNet-aansluiting aan te sluiten op de RS232C-aansluiting van de PC. De LocoNet-interface heeft een vaste baudrate-instelling van 19200 bps. Er zijn geen instellingen nodig voor de werking.

LocoNet terugmelder Rosoft01.jpg LocoNet terug-bezetmelder Rosoft01.jpg
Afbeelding: 10 Afbeelding: 11
LocoNet terugmelder LocoNet terugmelder/bezetmelder
Foto gemaakt door: Wim Ros Foto gemaakt door: Wim Ros

Er zijn ook een terugmelder en terug/bezetmelder ontwikkeld voor LocoNet. De terugmelder (zie afbeelding 10) is voor Drierailsystemen.

De LocoNet terug/bezetmelder (zie afbeelding 11) is de samensmelting van de terug/bezetmelder op basis van S88 en LocoNet. Deze module kan dienst doen als eerste module in een LocoNet/S88 keten. Op de S88 of S88-N aansluiting kunnen maximaal 15 modules op basis van S88 of S88-N worden aangesloten zodat er een keten van maximaal 256 contacten gemaakt kan worden. Er kunnen meerdere van deze ketens worden toegepast, tot het maximum van het aantal contacten van het digitale systeem.

LocoNet adapter

S88LN Rosoft01.jpg
Afbeelding: 12
S88LN
Foto gemaakt door: Wim Ros

Voor het aanpassen van een S88 module naar LocoNet is er de S88LN (zie afbeelding 10). Dit is een adapter om van een S88 compatibele terug/bezetmelder een terug/bezetmelder te maken op basis van LocoNet. Dit kan per S88 module of een serie van S88 modules tot een maximum van 16 (256 contacten) per S88LN. De S88LN is eenvoudig te programmeren en gebruikt slechts twee parameters. Eén voor het startadres en één voor het aantal aangesloten contacten. (1..256)


Meer informatie

Encyclopedie
Beneluxspoor.net:
over LocoNet.
Afbeelding van aansluiten weerstanden bij valse bezetmeldingen.
Uitleg over het antenne-effect.
Sjabloon:Link Karst Drenth/Wim Ros
Externe websites:
De uitvinders van LocoNet
Digital Plus
Digital Plus systeemkenmerken
S88 informatie en vergelijkingstabel
S88/XpressNet/LocoNet onderdelen/elektronica.
Informatie over de S88-N aansluiting.

Gerelateerde termen: Märklin, Marklin, Maerklin, Mærklin



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 3 okt 2017 14:02 (CEST)