|
|
(7 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) |
Regel 5: |
Regel 5: |
| |Auteur= Fred Eikelboom | | |Auteur= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
− | {{Inhoudsopgave||Klein}} | + | {{Inhoudsopgave||Klein}} |
− | | + | === Schakelbare sluitseinen voor loc met PNP transistor === |
− | | |
− | Schakelbare sluitseinen voor loc met PNP transistor. | |
− | | |
| Een loc kan worden voorzien van schakelbare rode sluitseinen (hierna te noemen 'sluitverlichting'). | | Een loc kan worden voorzien van schakelbare rode sluitseinen (hierna te noemen 'sluitverlichting'). |
− | Wanneer een loc een of meer wagens trekt, is het gebruik van de sluitverlichting achter op de loc overbodig. We willen de sluitverlichting schakelbaar maken d.m.v. het gebruik van een functietoets op de centrale, en dat kunnen we als volgt doen: | + | Wanneer een loc één of meer wagens trekt, is het gebruik van de sluitverlichting achter op de loc overbodig. We kunnen dan de sluitverlichting schakelbaar maken d.m.v. het gebruik van een functietoets op de centrale, en dat kunnen we als volgt doen: |
− | | |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= LEDsluitlichten01.gif | | |Bestand= LEDsluitlichten01.gif |
Regel 20: |
Regel 16: |
| |Maker= Fred Eikelboom | | |Maker= Fred Eikelboom |
| |Type= Schema | | |Type= Schema |
| + | |Positie= Links |
| }} | | }} |
| Witte leds = warm-witte leds van frontlichten.<br /> | | Witte leds = warm-witte leds van frontlichten.<br /> |
| Rode leds = sluitlichten.<br /> | | Rode leds = sluitlichten.<br /> |
− | Front- en achter betekent voor- en achterzijde loc. | + | Front- en achter betekent: voor- en achterzijde loc. |
| + | {| class="wikitable" style="font-size: 90%;" |
| + | ! colspan="2" style="background:#E5E4E2;"| Onderdelenlijst |
| + | |- |
| + | | style="background:#E8E8E8;"| R1-R4 ||style="background:#E8E8E8;"| 1k |
| + | |- |
| + | | style="background:#E5E4E2;"| R2-R3 ||style="background:#E5E4E2;"| 1k4 |
| + | |- |
| + | | style="background:#E8E8E8;"| R5 ||style="background:#E8E8E8;"| 86k |
| + | |- |
| + | | style="background:#E5E4E2;"| R6 ||style="background:#E5E4E2;"| 820k |
| + | |- |
| + | | style="background:#E8E8E8;"| T1 ||style="background:#E8E8E8;"| BC557B |
| + | |} |
| + | {{Tabelonderschrift |
| + | |Volgnummer= 01 |
| + | |Maker= Fred Eikelboom |
| + | }} |
| + | <!--Deze ruimte zo laten--> |
| | | |
− | De stroom door de warmwitte leds stellen we in op 10 mA. De stroom door de rode leds stellen we in op 8 mA (dit is minder dan bij de frontverlichting, omdat de sluitseinen geen verstralers hoeven te zijn). | + | |
| + | De stroom door de warmwitte leds stellen we in op 10 mA. De stroom door de rode leds stellen we in op 8 mA (dit laatste is minder dan bij de frontverlichting, omdat de sluitseinen geen verstralers hoeven te zijn). |
| | | |
| Voordat we iets kunnen berekenen moeten we weten wat de nominale spanningsval (<sup>V</sup>fw) over de led is.<br /> | | Voordat we iets kunnen berekenen moeten we weten wat de nominale spanningsval (<sup>V</sup>fw) over de led is.<br /> |
− | Bij een warmwitte led is dat 2,95V. Bij een rode led is dat 1,85V.<br /> | + | Bij een warmwitte led is dat 2,95 volt voor <sup>V</sup>fw. Bij een rode led is dat 1,85 volt voor <sup>V</sup>fw.<br /> |
− | Wilt u gele leds voor de frontlichten gebruiken dan moet u 1,95V nemen voor <sup>V</sup>fw.
| + | Bij gebruik van gele leds voor de frontlichten, is dat 1,95 volt voor <sup>V</sup>fw. |
| | | |
| Over de warm-witte leds valt 2,95 X 2 = 5,8 Volt. Over de rode leds valt 1,85 X 2 = 3,7 Volt. Stroom door de warmwitte leds = 10 mA (dus 0,01 A). Stroom door de rode leds = 8 mA (dus 0,008 A). | | Over de warm-witte leds valt 2,95 X 2 = 5,8 Volt. Over de rode leds valt 1,85 X 2 = 3,7 Volt. Stroom door de warmwitte leds = 10 mA (dus 0,01 A). Stroom door de rode leds = 8 mA (dus 0,008 A). |
− |
| |
| | | |
| We berekenen nu eerst de waarde van de serieweerstand (voorschakelweerstand) voor de witte leds. | | We berekenen nu eerst de waarde van de serieweerstand (voorschakelweerstand) voor de witte leds. |
| | | |
− | :* Voedingsspanning is 16 Volt. | + | :* Voedingsspanning is 16 Volt=. |
| :* Drempelspanning over de leds in serie is 5,8 Volt. | | :* Drempelspanning over de leds in serie is 5,8 Volt. |
| :* Spanning over de weerstand is 16 - 5,8 = 10,2 Volt. | | :* Spanning over de weerstand is 16 - 5,8 = 10,2 Volt. |
Regel 48: |
Regel 63: |
| | | |
| Daarna berekenen we de waarde van de serieweerstand (voorschakelweerstand) voor de rode leds. | | Daarna berekenen we de waarde van de serieweerstand (voorschakelweerstand) voor de rode leds. |
− | | + | :* Voedingsspanning is 14,8 Volt (16V - spanning over emitter-collector van de transistor). |
− | :* Voedingsspanning is 14,8 Volt (16V - spanning over emittor-collector van de transistor). | |
| :* Drempelspanning over de leds in serie is 3,7 Volt. | | :* Drempelspanning over de leds in serie is 3,7 Volt. |
| :* Spanning over de weerstand is 14,8 - 3,7 = 11,1 Volt. | | :* Spanning over de weerstand is 14,8 - 3,7 = 11,1 Volt. |
| :* Stroomsterkte door de leds in serie is 8 milliampère = 0,008 ampère. | | :* Stroomsterkte door de leds in serie is 8 milliampère = 0,008 ampère. |
− |
| |
| Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we: | | Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we: |
| | | |
Regel 59: |
Regel 72: |
| | | |
| De uitkomst is dan: 1387 ohm ofwel 1k4. | | De uitkomst is dan: 1387 ohm ofwel 1k4. |
− |
| |
− |
| |
| === De transistor === | | === De transistor === |
| Tussen de blauwe draad en de sluitverlichting plaatsen we een PNP-transistor (zie T1). Deze tor (afkorting voor transistor) schakelen we in- of uit via een draad welke aan een functie-aansluiting van de decoder zit. | | Tussen de blauwe draad en de sluitverlichting plaatsen we een PNP-transistor (zie T1). Deze tor (afkorting voor transistor) schakelen we in- of uit via een draad welke aan een functie-aansluiting van de decoder zit. |
Regel 71: |
Regel 82: |
| | | |
| Tussen de Basis en de massa (de groene draad) staat dus een spanning van 16-0,6 = 15,4 Volt. | | Tussen de Basis en de massa (de groene draad) staat dus een spanning van 16-0,6 = 15,4 Volt. |
− |
| |
− |
| |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= bc557b-specificatie01.gif | | |Bestand= bc557b-specificatie01.gif |
Regel 81: |
Regel 90: |
| |Type= List | | |Type= List |
| }} | | }} |
− |
| |
| Bij de BC557B hebben we volgens de datasheet een versterkingsfactor (Hfe) van 200 tot 450. Die versterkingsfactor zorgt er voor dat we maar een heel kleine basisstroom hoeven laten lopen, voor (bijna)volledige geleiding van de Tor. | | Bij de BC557B hebben we volgens de datasheet een versterkingsfactor (Hfe) van 200 tot 450. Die versterkingsfactor zorgt er voor dat we maar een heel kleine basisstroom hoeven laten lopen, voor (bijna)volledige geleiding van de Tor. |
| Volgens Meneer ohm moeten we nu de waarde van R5 berekenen d.m.v. de formule:<br /> | | Volgens Meneer ohm moeten we nu de waarde van R5 berekenen d.m.v. de formule:<br /> |
Regel 87: |
Regel 95: |
| | | |
| We berekenen de basisweerstand nu als volgt:<br /> | | We berekenen de basisweerstand nu als volgt:<br /> |
− | R = (Vcc - <sup>U</sup>led/ (<sup>I</sup>belasting / Hfe)<br /> | + | R = (Vcc - <sup>U</sup>leds / (<sup>I</sup>belasting / Hfe)<br /> |
| R = (14,8 - 3,7) / (0,01/200)<br /> | | R = (14,8 - 3,7) / (0,01/200)<br /> |
| R = 11,1 / 0,00005<br /> | | R = 11,1 / 0,00005<br /> |
Regel 103: |
Regel 111: |
| | | |
| Daar front- en achterverlichting parallel geschakeld zijn, loopt er dus, wanneer front- en achterverlichting beiden ingeschakeld zijn, maximaal 16 mA, oftwel 0,016 ampère. | | Daar front- en achterverlichting parallel geschakeld zijn, loopt er dus, wanneer front- en achterverlichting beiden ingeschakeld zijn, maximaal 16 mA, oftwel 0,016 ampère. |
− |
| |
− |
| |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
| |Box= AlleenInfo | | |Box= AlleenInfo |
Regel 128: |
Regel 134: |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie einde}} | | {{Linkssectie einde}} |
− |
| |
| {{Voettekst | | {{Voettekst |
| |Vorige= Logische uitgang van decoder aansluiten | | |Vorige= Logische uitgang van decoder aansluiten |
Regel 136: |
Regel 141: |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
| ! scope= "row" width= "77%" | | | ! scope= "row" width= "77%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 20 mei 2017 15:25</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 7 feb 2018 15:55</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Alles|S]] | | [[Categorie: Alles|S]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Schakelbare sluitseinen voor loc met PNP transistor
Een loc kan worden voorzien van schakelbare rode sluitseinen (hierna te noemen 'sluitverlichting').
Wanneer een loc één of meer wagens trekt, is het gebruik van de sluitverlichting achter op de loc overbodig. We kunnen dan de sluitverlichting schakelbaar maken d.m.v. het gebruik van een functietoets op de centrale, en dat kunnen we als volgt doen:
400px
|
Afbeelding: 01
|
Schema schakelbare sluitverlichting
|
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Witte leds = warm-witte leds van frontlichten.
Rode leds = sluitlichten.
Front- en achter betekent: voor- en achterzijde loc.
Onderdelenlijst
|
R1-R4 |
1k
|
R2-R3 |
1k4
|
R5 |
86k
|
R6 |
820k
|
T1 |
BC557B
|
|
Tabel: 01
|
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom
|
De stroom door de warmwitte leds stellen we in op 10 mA. De stroom door de rode leds stellen we in op 8 mA (dit laatste is minder dan bij de frontverlichting, omdat de sluitseinen geen verstralers hoeven te zijn).
Voordat we iets kunnen berekenen moeten we weten wat de nominale spanningsval (Vfw) over de led is.
Bij een warmwitte led is dat 2,95 volt voor Vfw. Bij een rode led is dat 1,85 volt voor Vfw.
Bij gebruik van gele leds voor de frontlichten, is dat 1,95 volt voor Vfw.
Over de warm-witte leds valt 2,95 X 2 = 5,8 Volt. Over de rode leds valt 1,85 X 2 = 3,7 Volt. Stroom door de warmwitte leds = 10 mA (dus 0,01 A). Stroom door de rode leds = 8 mA (dus 0,008 A).
We berekenen nu eerst de waarde van de serieweerstand (voorschakelweerstand) voor de witte leds.
- Voedingsspanning is 16 Volt=.
- Drempelspanning over de leds in serie is 5,8 Volt.
- Spanning over de weerstand is 16 - 5,8 = 10,2 Volt.
- Stroomsterkte door de leds in serie is 10 milliampère = 0,01 ampère.
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:
R = (U - ULed) / ILed ofwel R = (16 - 5,8) / 0,01 ofwel R = 10,2 / 0,01.
De uitkomst is dan: 1020 ohm, dit ronden we af op 1k.
Daarna berekenen we de waarde van de serieweerstand (voorschakelweerstand) voor de rode leds.
- Voedingsspanning is 14,8 Volt (16V - spanning over emitter-collector van de transistor).
- Drempelspanning over de leds in serie is 3,7 Volt.
- Spanning over de weerstand is 14,8 - 3,7 = 11,1 Volt.
- Stroomsterkte door de leds in serie is 8 milliampère = 0,008 ampère.
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:
R = (U - Uled) / Iled ofwel R = (14,8 - 3,7) / 0,008 ofwel R = 11,1 / 0,008.
De uitkomst is dan: 1387 ohm ofwel 1k4.
De transistor
Tussen de blauwe draad en de sluitverlichting plaatsen we een PNP-transistor (zie T1). Deze tor (afkorting voor transistor) schakelen we in- of uit via een draad welke aan een functie-aansluiting van de decoder zit.
Tussen de groene draad, dit is de eerste functie-aansluiting) en de basis van de tor neemt u een weerstand op om te voorkomen dat de stroom door de basis-aansluiting te hoog wordt.
De waarde van die weerstand berekenen we als volgt:
Spanning vanaf de decoder (blauwe draad) is 16 tot 18 Volt, over Collector-Basis valt 0,6 Volt
Tussen de Basis en de massa (de groene draad) staat dus een spanning van 16-0,6 = 15,4 Volt.
|
Afbeelding: 02
|
Specificatie van de transistor
|
Foto gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Bij de BC557B hebben we volgens de datasheet een versterkingsfactor (Hfe) van 200 tot 450. Die versterkingsfactor zorgt er voor dat we maar een heel kleine basisstroom hoeven laten lopen, voor (bijna)volledige geleiding van de Tor.
Volgens Meneer ohm moeten we nu de waarde van R5 berekenen d.m.v. de formule:
R = U / (Ibelasting / Hfe). Vcc = U - UEC(spanningval over emittor-collector). 16 - 1,2 = 14,8 Volt
We berekenen de basisweerstand nu als volgt:
R = (Vcc - Uleds / (Ibelasting / Hfe)
R = (14,8 - 3,7) / (0,01/200)
R = 11,1 / 0,00005
R = 222000 (220k)
Willen we er helemaal zeker van zijn dat de tor geheel in verzadiging komt (volledig geleidt), dan neemt u voor weerstand R5 driekwart van die waarde = 73k. Dichtstbijzijnde hogere waarde in de E12-reeks is 86k.
Nu berekenen we voor de zekerheid nog even de stroomsterkte (via weerstand R5) naar de funtieaansluiting, om te zien of we niet over de maximaal toelaatbare stroom van de functie-aansluiting komen:
I = U / R. I = 15,4/86000. I = 0,000179 ampère (afgerond 0,00018 ampère, ofwel 0,018 mA).
De maximaal toelaatbare stroom naar (of zo u wilt, via) de functie-aansluiting is bij de meeste decoders 100 mA, oftewel 0,1 ampère. Dus hier hoeven we ons echt geen zorgen te maken.
R6 zorgt er voor dat de basis positief is, bij uitgeschakelde functieaansluiting, zodat zeker is dat de tor spert.
Daar front- en achterverlichting parallel geschakeld zijn, loopt er dus, wanneer front- en achterverlichting beiden ingeschakeld zijn, maximaal 16 mA, oftwel 0,016 ampère.
Meer informatie
|
Laatste wijziging: 7 feb 2018 15:55
|