Schalen: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 29 aug 2012 om 11:44
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net
Voor modeltreinen worden diverse schaalverhoudingen gebruikt. De meeste schalen hebben een aanduiding in de vorm van een letter, een cijfer of een combinatie daarvan. De grote schalen hebben doorgaans een cijfer, de kleinere een letter. De schaal H0 (wat 'Half Nul' betekent) vormt een overgang in dit systeem. Smalspoorvarianten van bepaalde schalen hebben vaak een 'e' of een 'm' als toevoeging. Hieronder staat een tabel van de meest toegepaste schalen.
Meest voorkomende schaalDe meest voorkomende schaal is schaal H0 (half nul), de verhouding hiervan is 1:87 (1 op 87). Daarnaast kent schaal N (1:160) veel aanhangers. Wisselstroomsystemen zijn uitsluitend in schaal H0 te vinden. Gelijkstroomsystemen komen zowel in schaal H0, als in schaal N voor. Naast de genoemde schalen zijn nog de oorspronkelijke schaal 0 te noemen en de kleine schaal Z. Schaal II, ook wel schaal G genoemd, is verkrijgbaar als tuinspoor, dat bestand is tegen de weersomstandigheden. De fabrikant van dit tuinspoor is LGB.
De grotere schalenVoor de nog grotere schalen geeft men de spoorwijdte aan in Inches ('Engelse duimen'). We vinden hier 3 ½, 5, 7 ¼ en nog groter. De maatstaven zijn dan respectievelijk 1:16, 1:11 en 1:8. Deze 'grotere' locomotieven kunnen aangedreven worden met verbrandingsmotoren of elektromotoren, maar meestal wordt stoom gebruikt. De stoom wordt gemaakt (geproduceerd) in een stoomketel, verwarmd door het stoken van steenkool of gas. Overigens bestaan ook in schaal II, model-locomotieven aangedreven door stoom. Ze worden onder andere door LGB, Roundhouse, Regner en Märklin geleverd en zijn aanmerkelijk duurder dan de elektrisch aangedreven modellen. De kleinere schalen zijn over het algemeen alleen leverbaar met elektrische aandrijving. Te weinig ruimteGezegd moet worden dat een natuurgetrouwe miniatuurspoorweg op deze schalen onhaalbaar is. Een trein met tien personenrijtuigen kan 300 meter lang zijn. Bij schaal H0 is daarvoor 3,5 meter nodig en het station moet dus minimaal ook die lengte hebben. Voor een kort reistraject, bijvoorbeeld tien kilometer, is al een ruimte van meer dan honderd meter nodig. Wenst men een cirkelvormig spoor om rondjes te kunnen rijden, bijvoorbeeld met een straal van 1000 meter (dat is in werkelijkheid een scherpe boog), dan is er op schaal meer dan 20 meter nodig. Het beste wat we dus kunnen doen, is de werkelijkheid zo goed mogelijk benaderen. Daarvoor zijn concessies onvermijdelijk. De fabrikanten realiseren zich dit ook. Ze maken de rijtuigen wat korter dan ze eigenlijk zouden moeten zijn, en bovendien bestaat een modeltrein meestal uit minder rijtuigen dan een echte trein. Bovendien zijn de bochten scherper en de wisselhoeken te groot. Dat wordt gedaan om binnen de beperkte ruimte van een woning een modelbaan te kunnen bouwen. Zie voor informatie over Angelsaksische schalen artikel 'Amerikaanse maten en normen' hieronder. RekentoolEen bijzonder handig hulpmiddel is het rekentool van Henny Bouman. Hiermee kunt u eenvoudig de maten van objecten in de werkelijkheid omrekenen naar de schalen H0 en N of vice-versa. Zie hieronder bij Downloads.
Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin Meer informatie
|