Servo-aansturing: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 17 jan 2018 om 10:54
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Gebruik van servo'sOp de modelspoorbaan kunnen we prima gebruikmaken van modelbouwservo's, voor bijv. wisselaandrijving, het openen van de deuren van een lokloods, of voor het bedienen van overwegbomen. Noem een (modelbouw)servo nooit een servomotor, want dat is een geheel ander apparaat, dat ook vele malen duurder is dan een (modelbouw)servo (mede door de benodigde elektronische besturingskast), welke in de industrie gebruikt wordt en op 24 of 230 -volt (via de besturingskast) werkt. De werking van de servomotor is enigszins vergelijkbaar met een stappenmotor. Zou het al lukken zo'n servomotor aan een wissel te koppelen, dan draait de servomotor (bij het eerste inschakelen), het hele wissel aan gort! AanstuurmethodenVoor het aansturen van servo's kunt u o.a. gebruikmaken van het welbekende NE555-Timer-IC. Met een paar extra onderdelen kunt u hiermee een stuurpulsgenerator bouwen. Het spanningstabilisatie-IC 7805 zorgt voor de stabiele voeding van de servotester. De aansluitingen van beide IC's zijn aangegeven in afbeelding 04.
Met het schema in afbeelding 02 kan de servo in twee, van te voren, instelbare posities worden gezet, afhankelijk van de stand van schakelaar S1. Deze schakeling kan prima toegepast worden als wissel-aandrijving.
Met het schema in afbeelding 03 kunnen we een complete wisselaandrijving bouwen, inclusief puntstukpolarisatie. Een bi-stabiel relais (typenummer: HFD3-12-L2 van de Firma HongFa) schakelt de servo, en tegelijkertijd wordt de spanning van het puntstuk omgepoold. De aansluitingen 1 en 2 (zie: bovenzijde Re1) worden via drukschakelaars, of een wisseldecoder, op de + (plus) van de 12 Volt voeding aangesloten. De aansluitingen A en B worden op de spoorstaven aangesloten en aansluiting C gaat naar het puntstuk. Verbeterde versie van de servo-aansturing
Daar de schakeling (in maart 2010) niet echt lekker werkte, besloot ondergetekende om de stuur-electronica te ontkoppelen. Dit is gedaan met R3 en C3. Ook is C4 (was 10μF) vergroot tot 100μF. Deze drie componenten vlakken de spanning naar de NE555 extra af, waardoor de schakeling zeer stabiel werkt. In de oude situatie werd de voedingsspanning op pin 4 en 8 van de NE555, bij volle belasting van de servo 'naar beneden getrokken' (verminderde), waardoor de NE555 zijn werk niet naar behoren kon doen.
Met bovenstaande componenten (zie: afbeeldingen 1 t/m 3 en 5 t/m 7) is geen lange omlooptijd te verwezenlijken. Tip: Let op bij wissels waarbij de wisseltongen elektrisch met het puntstuk verbonden zijn. Bij dit type wissels kunt u geen gebruik maken van een relais voor het ompolen van de spanning op het puntstuk. Daar het relais (Re1) vele malen sneller schakelt dan de wisselaandrijving bestaat namelijk grote kans op kortsluiting tijdens het omzetten van de wisseltongen. U dient dan gebruik te maken van microschakelaars, die door de arm van de servo aangestuurd worden, zodat de wisseltongen precies op tijd spanning met de juiste polariteit krijgen. Aangepaste fabrieks-servotesterOok zijn er servo-testers te koop, bijv. de bouwpakket-servotester 234915 van Conrad. Hiermee kunnen we heel simpel de servo aansturen. Willen we meer mogelijkheden, dan kunnen we zo'n servo-tester heel gemakkelijk aanpassen voor ons doel. En dat is wat André van Loe gedaan heeft. Op het BNLS-forum toonde hij een aangepaste servotester. Hiermee is het mogelijk om de servo m.b.v. twee potmeters en een schakelaar, twee van te voren ingestelde standen te laten aannemen. Hij heeft de bestaande potmeter verwijderd, en twee kleinere potmeters (met de halve waarde van de originele potmeter) gemonteerd, die in serie staan. Over één van de potmeters heeft hij een schakelaar gemonteerd. Met de schakelaar wordt de potmeter overbrugd, zodat de servo met de andere potmeter op de ene stand wordt ingesteld. Wanneer de schakelaar onderbroken wordt, gaat de servo naar de andere stand. De beide eindstanden zijn met beide potmeters in te stellen. Hij heeft tevens twee connectoren op het printje gemonteerd, zodat de bedrading snel en eenvoudig aangesloten kan worden, zoals op foto 10 te zien is. PuntstukpolarisatieOm het puntstuk van een wissel te polariseren kunt u een paar microswitches monteren in de buurt van de servo-arm, zodat in beide eindstanden van de servo een schakelaar omgezet wordt. Deze kan het puntstuk van spanning voorzien met de juiste polariteit. U kunt hiervoor zelf een bevestigingsplaatje maken, maar u kunt ook kant-en-klare plaatjes kopen (DinaSys Servo Eindafschakeling) met daarop gemonteerde schakelaars (zie: 'Meer informatie'). Mocht u liever een kant-en-klare aansturing willen, zie dan 'Externe websites' (tweede link) bij 'Meer informatie'. Meer informatie
|