Persoonlijke instellingen

Stootjuk met schakelaar: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
(5 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Koptekst
 
{{Koptekst
|Vorige= Diodeschakeling voor aanpassen snelheid van analoge loc's en treinstellen
+
|Vorige= Diodeschakeling voor aanpassen snelheid van analoge locs en treinstellen
 
|Volgende= Detectieschakelingen
 
|Volgende= Detectieschakelingen
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
 
|Auteur= Fred Eikelboom
 
|Auteur= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
Wanneer u op uw baan een kopspoor heeft met aan het eind een stootjuk, zoals bijvoorbeeld in ''Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan (Tweerail)'' en ''Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan (Drierail)'' (zie: 'Meer informatie'), kan het voorkomen dat een loc niet tijdig stopt en tegen het stootjuk rijdt. Dat is zeer slecht voor de motor en de aandrijving. Om nu te voorkomen dat de motor van een loc door blijft draaien, wanneer de loc tegen het stootjuk aanrijdt, kan het volgende gedaan worden; Onder het stootjuk wordt een mini-schakelaar met daarnaast een relais gemonteerd (zie S4 in bovenstaande artikelen). De schakelaar wordt bediend door een scharnierende hefboom, welke met het stootjuk verbonden is. Wanneer dan onverhoopt een loc te ver doorrijdt, wordt de schakelaar bediend en valt de voedingspanning voor de loc weg. Het toegepaste stootjuk is een Roco 42608, artkelnummer 214534-89 van Conrad, dat op de rails geklemd wordt en over de rails kan glijden.
+
 
 +
Wanneer een analoge modelbaan een kopspoor heeft met aan het eind een stootjuk, zoals bijvoorbeeld in [[Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan voor Tweerail]] en [[Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan voor Drierail]], kan het voorkomen dat een loc niet tijdig stopt en tegen het stootjuk rijdt. Dat is zeer slecht voor de motor en de aandrijving. Om te voorkomen dat de motor van een loc door blijft draaien wanneer de loc tegen het stootjuk aanrijdt, kan een '''stootjuk met schakelaar''' gemaakt worden. Onder het stootjuk wordt een mini-schakelaar met daarnaast een relais gemonteerd (zie S4 in bovenstaande artikelen). De schakelaar wordt bediend door een scharnierende hefboom die met het stootjuk verbonden is. Wanneer dan onverhoopt een loc te ver doorrijdt, wordt de schakelaar bediend en valt de voedingspanning voor de loc weg. Het toegepaste stootjuk is een Roco 42608, artkelnummer 214534-89 van Conrad, dat op de rails geklemd wordt en over de rails kan glijden.
 +
 
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar
 
|Bestand= stootjuk1.gif
 
|Bestand= stootjuk1.gif
Regel 19: Regel 21:
 
}}
 
}}
  
Het scharnier voor de hefboom bestaat uit een boutje, twee ringetjes en twee moertjes (zie: foto 01). Deze zijn bevestigd aan een stukje aluminium strip, dat haaks omgebogen is en op het printje bevestigd is. Op de foto is ook een klein ringetje te zien, dat later om de hefboom komt.
+
Het scharnier voor de hefboom bestaat uit een boutje, twee ringetjes en twee moertjes (zie foto 01). Deze zijn bevestigd aan een stukje aluminium strip dat haaks omgebogen is en op het printje bevestigd is. Op de foto is ook een klein ringetje te zien dat later om de hefboom komt.
 +
 
 +
De hefboom die de schakelaar bedient, is in zig-zag vorm gebogen (zie foto 02). Hierdoor wordt de effectieve lengte van de hefboom groter en kan de hefboom beter doorveren. Het uiteinde van de hefboom valt in het gaatje waar normaliter een schroefje ter borging van het stootjuk ingedraaid wordt.
  
De hefboom die de schakelaar bedient, is in zig-zag vorm gebogen (zie: foto 02). Hierdoor wordt de effectieve lengte van de hefboom groter en kan de hefboom beter doorveren. Het uiteinde van de hefboom valt in het gaatje waar u normaliter een schroefje ter borging van het stootjuk indraait.
 
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar
 
|Bestand= stootjuk3.gif
 
|Bestand= stootjuk3.gif
Regel 36: Regel 39:
 
}}
 
}}
  
De schakelaar wordt ingedrukt door een ringetje (is links-voor op foto 03 te zien), dat om de hefboom geschoven is en vastgesoldeerd is. De twee moertjes van het scharnier zijn tegen het stukje aluminium strip vastgedraaid, zodat de zaak niet los kan werken.
+
De schakelaar wordt ingedrukt door een ringetje (is links-voor op foto 03 te zien) dat om de hefboom geschoven is en vastgesoldeerd is. De twee moertjes van het scharnier zijn tegen het stukje aluminium strip vastgedraaid, zodat de zaak niet los kan werken.
 +
 
 +
Het printje waarop het relais en de hefboom gemonteerd zijn, is voorzien van soldeerpennen waarop stekers geschoven kunnen worden (zie foto 04). Mocht er onverhoopt eens iets mis zijn met het relais of de mini-schakelaar, dan kan eenvoudig de bedrading afgekoppeld worden om de zaak te kunnen herstellen. De aansluitingen zijn gemarkeerd met viltstift en ook in het schema aangegeven. Dat voorkomt dat later lang gezocht moet worden naar 'hoe zat het ook al weer'.
  
Het printje waarop het relais en de hefboom gemonteerd zijn, is voorzien van soldeerpennen, waarop stekers geschoven kunnen worden (zie: foto 04).
 
Mocht er onverhoopt eens iets mis zijn met het relais of de mini-schakelaar, dan kan eenvoudig de bedrading afgekoppeld worden, om de zaak te kunnen herstellen. De aansluitingen zijn gemarkeerd met viltstift, en ook in het schema aangegeven. Dat voorkomt dat u later lang moet zoeken, naar 'hoe het ook al weer zat'.
 
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar
 
{{Afbeelding 2 naast elkaar
 
|Bestand= stootjuk5.gif
 
|Bestand= stootjuk5.gif
Regel 53: Regel 56:
 
}}
 
}}
  
Het stootjuk in ruststand. Onder de treintafel zit een kleine spiraalveer aan de hefboom (zie; foto 05). Deze veer zorgt ervoor, dat straks na het wegrijden van de loc, het juk weer in de beginpositie terugkomt.
+
Het stootjuk in ruststand. Onder de treintafel zit een kleine spiraalveer aan de hefboom (zie foto 05). Deze veer zorgt ervoor dat na het wegrijden van de loc, het juk weer in de beginpositie terugkomt.
  
De loc is tegen het juk aangereden, en heeft het juk ongeveer 2 à 3 mm opgeschoven (zie: foto 06).
+
De loc is tegen het juk aangereden en heeft het juk ongeveer 2 à 3 mm opgeschoven (zie: foto 06). Hierdoor word de schakelaar ingedrukt en klapt het relais om. Het stuk spoor waar de loc op staat is nu spanningloos. De spanning kan via een drukschakelaar (die bijvoorbeeld op de treintafel op een bedieningspaneel zit) weer ingeschakeld worden t.b.v. het wegrijden van de loc.
Hierdoor word de schakelaar ingedrukt en klapt het relais om. Het stuk spoor waar de loc op staat is nu spanningloos.
 
De spanning kan via een drukschakelaar (welke bijvoorbeeld op de treintafel op een bedieningspaneel zit), weer ingeschakeld worden t.b.v. het wegrijden van de loc.
 
  
 
Het schema van de bijbehorende schakeling staat in de artikelen over het programmeerspoor koppelen, hieronder bij 'Meer informatie'. Het gaat dan om Re3, S3 en S4.
 
Het schema van de bijbehorende schakeling staat in de artikelen over het programmeerspoor koppelen, hieronder bij 'Meer informatie'. Het gaat dan om Re3, S3 en S4.
 +
 +
== Diodefuik==
 +
Een andere, elektronische, oplossing voor een analoge tweerailbaan is de zogenaamde '''diodefuik'''. De rechterrail (in rijrichting naar het stootjuk gezien de +rail) wordt een ruime loclengte voor het stootjuk onderbroken en over de onderbreking wordt een diode (type 1N4001) in sperrichting gesoldeerd. Het onderbroken deel vóór het stootjuk is nu spanningsloos en een loc zal stoppen zodra hij geheel op dit onderbroken deel staat.
 +
 +
Bij het omkeren van de rijrichting (de linkerrail wordt nu de +rail) zal de diode gaan geleiden en de loc rijdt achteruit van het stootjuk weg.
  
  
Regel 73: Regel 79:
 
}}
 
}}
 
{{Link intern
 
{{Link intern
|Link= Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan (Tweerail)
+
|Link= Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan voor Tweerail
|Linknaam= Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan (Tweerail)
+
|Linknaam= Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan voor Tweerail
 
}}
 
}}
 
{{Link intern
 
{{Link intern
|Link= Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan (Drierail)
+
|Link= Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan voor Drierail
|Linknaam= Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan (Drierail)
+
|Linknaam= Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan voor Drierail
 
}}
 
}}
 
{{Linkssectie einde}}
 
{{Linkssectie einde}}
 
{{Voettekst
 
{{Voettekst
|Vorige= Diodeschakeling voor aanpassen snelheid van analoge loc's en treinstellen
+
|Vorige= Diodeschakeling voor aanpassen snelheid van analoge locs en treinstellen
 
|Volgende= Detectieschakelingen
 
|Volgende= Detectieschakelingen
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog

Versie van 29 apr 2020 om 17:25

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom



Wanneer een analoge modelbaan een kopspoor heeft met aan het eind een stootjuk, zoals bijvoorbeeld in Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan voor Tweerail en Programmeerspoor koppelen aan de hoofdbaan voor Drierail, kan het voorkomen dat een loc niet tijdig stopt en tegen het stootjuk rijdt. Dat is zeer slecht voor de motor en de aandrijving. Om te voorkomen dat de motor van een loc door blijft draaien wanneer de loc tegen het stootjuk aanrijdt, kan een stootjuk met schakelaar gemaakt worden. Onder het stootjuk wordt een mini-schakelaar met daarnaast een relais gemonteerd (zie S4 in bovenstaande artikelen). De schakelaar wordt bediend door een scharnierende hefboom die met het stootjuk verbonden is. Wanneer dan onverhoopt een loc te ver doorrijdt, wordt de schakelaar bediend en valt de voedingspanning voor de loc weg. Het toegepaste stootjuk is een Roco 42608, artkelnummer 214534-89 van Conrad, dat op de rails geklemd wordt en over de rails kan glijden.


Zeer Klein Zeer Klein
Afbeelding: 01 Afbeelding: 02
Onderdelen voor het scharnierpunt Hefboom
Foto gemaakt door: Fred Eikelboom Foto gemaakt door: Fred Eikelboom

Het scharnier voor de hefboom bestaat uit een boutje, twee ringetjes en twee moertjes (zie foto 01). Deze zijn bevestigd aan een stukje aluminium strip dat haaks omgebogen is en op het printje bevestigd is. Op de foto is ook een klein ringetje te zien dat later om de hefboom komt.

De hefboom die de schakelaar bedient, is in zig-zag vorm gebogen (zie foto 02). Hierdoor wordt de effectieve lengte van de hefboom groter en kan de hefboom beter doorveren. Het uiteinde van de hefboom valt in het gaatje waar normaliter een schroefje ter borging van het stootjuk ingedraaid wordt.


Zeer Klein Zeer Klein
Afbeelding: 03 Afbeelding: 04
Scharnierconstructie Printje met aansluitpinnen
Foto gemaakt door: Fred Eikelboom Foto gemaakt door: Fred Eikelboom

De schakelaar wordt ingedrukt door een ringetje (is links-voor op foto 03 te zien) dat om de hefboom geschoven is en vastgesoldeerd is. De twee moertjes van het scharnier zijn tegen het stukje aluminium strip vastgedraaid, zodat de zaak niet los kan werken.

Het printje waarop het relais en de hefboom gemonteerd zijn, is voorzien van soldeerpennen waarop stekers geschoven kunnen worden (zie foto 04). Mocht er onverhoopt eens iets mis zijn met het relais of de mini-schakelaar, dan kan eenvoudig de bedrading afgekoppeld worden om de zaak te kunnen herstellen. De aansluitingen zijn gemarkeerd met viltstift en ook in het schema aangegeven. Dat voorkomt dat later lang gezocht moet worden naar 'hoe zat het ook al weer'.


Zeer Klein Zeer Klein
Afbeelding: 05 Afbeelding: 06
Stootjuk in 'aan'-positie Stootjuk in 'uit'-positie
Foto gemaakt door: Fred Eikelboom Foto gemaakt door: Fred Eikelboom

Het stootjuk in ruststand. Onder de treintafel zit een kleine spiraalveer aan de hefboom (zie foto 05). Deze veer zorgt ervoor dat na het wegrijden van de loc, het juk weer in de beginpositie terugkomt.

De loc is tegen het juk aangereden en heeft het juk ongeveer 2 à 3 mm opgeschoven (zie: foto 06). Hierdoor word de schakelaar ingedrukt en klapt het relais om. Het stuk spoor waar de loc op staat is nu spanningloos. De spanning kan via een drukschakelaar (die bijvoorbeeld op de treintafel op een bedieningspaneel zit) weer ingeschakeld worden t.b.v. het wegrijden van de loc.

Het schema van de bijbehorende schakeling staat in de artikelen over het programmeerspoor koppelen, hieronder bij 'Meer informatie'. Het gaat dan om Re3, S3 en S4.

Diodefuik

Een andere, elektronische, oplossing voor een analoge tweerailbaan is de zogenaamde diodefuik. De rechterrail (in rijrichting naar het stootjuk gezien de +rail) wordt een ruime loclengte voor het stootjuk onderbroken en over de onderbreking wordt een diode (type 1N4001) in sperrichting gesoldeerd. Het onderbroken deel vóór het stootjuk is nu spanningsloos en een loc zal stoppen zodra hij geheel op dit onderbroken deel staat.

Bij het omkeren van de rijrichting (de linkerrail wordt nu de +rail) zal de diode gaan geleiden en de loc rijdt achteruit van het stootjuk weg.



Meer informatie

Encyclopedie:



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie