Persoonlijke instellingen

Strabrecht van km... tot km...: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
Regel 7: Regel 7:
 
|Aantalplaatjes= 40
 
|Aantalplaatjes= 40
 
|Aantalfilmpjes= 00
 
|Aantalfilmpjes= 00
 +
|Auteursrecht= Nee
 
}}
 
}}
 
{{Inhoudsopgave|Links|Klein}}
 
{{Inhoudsopgave|Links|Klein}}

Versie van 1 sep 2012 om 12:26

Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Hans van de Burgt


Introductie

Strabrecht baanplan-01.png
Afbeelding: E04.09.02.03-01
Baanplan
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt


Het denkbeeldige station 'Strabrecht' ligt aan de spoorlijn Eindhoven naar Weert. Het is gebaseerd op een combinatie van de echte stations Heeze-Leende en Geldrop in de jaren 60-70. Het station wordt gedomineerd door het (voormalige) eilandstation van Heeze-Leende, ontworpen door ir. G.W. van Heukelom.

Strabrecht geldrop-heeze-02.png
Afbeelding: E04.09.02.03-02
Sporenplan Heeze-Leende, Geldrop en Strabrecht
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt


Strabrecht in H0 is een combinatie van een vaste baan (500 × 110 cm), met een viertal op de M-Track normen gebaseerde modules. Een praktisch ontwerp, dat relatief eenvoudig te bouwen is. De baan is zo uitgevoerd dat de modules gemakkelijk 'uitgenomen' kunnen worden. De lijn naar Valkenswaard-Hamont(B) gaat met een boog naar links over het hoofdspoor heen, zodat op die plaats een natuurlijk verdwijnpunt ontstaat.


Historisch overzicht

Geldrop

Dit dorp ligt circa zes km ten zuidoosten van Eindhoven en behoort tot een ring van dorpen rondom Eindhoven. Geldrop is na de Tweede Wereldoorlog sterk gegroeid, voornamelijk door vestiging van mensen die werk vonden bij Philips en DAF. Uiteraard is ook de autochtone bevolking in die jaren toegenomen. Deze werkte in het verleden in de vele weverijen, terwijl de mensen, wonende aan de rand van het dorp, merendeels waren aangewezen op het boerenbedrijf of bijbehorende ambachten.

Bij een wet van 2 januari 1905 werd een overeenkomst tussen de Staat en de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (S.S.) bekrachtigd, waarbij de Staat zich verbond tot het doen aanleggen van een spoorweg van Weert naar Eindhoven (voor rekening van de Staat). De S.S. zou de exploitatie van de lijn op zich nemen tegen een vaste huur van f 1.400,- per km per jaar. Het tot stand komen van de lijn, waardoor de verbinding van het midden en het westen van het land met Roermond met ongeveer 22 km werd verkort, was van grote betekenis voor de ontwikkeling van het reizigers- en goederenverkeer en heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen Zuid-Limburg dichter bij 'Holland' te brengen. Op 1 november 1913 kon de lijn (t.b.v. de aanleg was het Kamerlid De Stuers bij de behandeling der Waterstaatsbegroting steeds als vurig voorvechter opgetreden) voor het publiek worden geopend.

Dat Geldrop destijds een station kreeg, heeft het eigenlijk te danken aan het feit dat deze plaats op de genoemde spoorwegroute ligt en niet zo zeer aan de omstandigheid dat er een bewuste keuze voor Geldrop als speciale bestemming is gemaakt. Dit alles nam niet weg dat het toenmalig gemeentebestuur van Geldrop i.v.m. de groeiende industrie voor een spoorwegverbinding ijverde.
Na de Eerste Wereldoorlog heeft Eindhoven, waar de spoorlijn midden doorloopt, enorm geworsteld met de verlamming van het verkeer, die het gevolg was van spoorlijnen die op straatniveau lagen. Wanneer de spoorbomen op een bepaalde plek (Fellenoord) daalden, betekende dat de stillegging van het stadsverkeer. De vroede vaderen van Geldrop hadden dit voorbeeld voor ogen, toen ze benaderd werden voor de aanleg van een spoorlijn op hun grondgebied. Ze verlangden dan ook 'hoogspoor' met daarin twee viaducten en wel één over de weg Eindhoven-Weert en één over de verbinding van Geldrop naar Zesgehuchten. Beide viaducten liggen er nu nog zoals ze toen gebouwd werden. Station Geldrop kwam zodoende te liggen op een niveau van enkele meters boven de straat.

Het hoofdgebouw huisvestte twee woningen. Eén rechts boven de entree gelegen en één boven het linkergedeelte, de zgn. expeditieruimte. De N.S. wilde het gebouw op den duur, omdat het onrendabel en vrij kostbaar aan onderhoud was, verkopen aan de gemeente Geldrop, maar die had geen belangstelling. Intussen had men de loketten en kantoortjes dichtgespijkerd en de kaartjesverkoop was naar boven verhuisd.
De lijn Eindhoven-Weert moet het thans vooral hebben van het gedeelte Geldrop-Eindhoven. Heeze levert minder reizigers, ook al is enkele jaren geleden het station daar verlegd en dichter bij de mensen gebracht. Mierlo, een dorp tussen Geldrop en Helmond, levert wel wat reizigers, maar die kunnen ook opstappen in Helmond. Daarmee is Geldrop's verzorgingsgebied uitgeput, want vanuit Eindhovense buitenwijken, die hemelsbreed misschien dichter bij het station Geldrop liggen, kan men sneller met een stadsbus naar station Eindhoven reizen.

Station Geldrop was vroeger eigenlijk meer van betekenis voor het goederenvervoer dan voor het reizigersverkeer. Er werd steenkool aangevoerd, voor o.a. de plaatselijke brandstofhandelaren, bouwmaterialen en textielgrondstoffen. Verder hebben zowel DAF als Zweegers Landbouwwerktuigenfabriek intensief gebruik gemaakt van het laadperron van station Geldrop. Het rail-goederentransport is geheel overgebracht naar station Eindhoven. De vrachtgoederenloods met kantoor is opgeruimd, evenals het vroegere laadperron.

Heeze

Vanwege haar natuurschoon, evenals Oisterwijk, wordt de dubbelgemeente Heeze ook wel de 'Parel van Brabant' genoemd. De gemeente is te vinden in het zuid-oostelijk deel van Noord-Brabant op circa 10 km van Eindhoven. Landschappelijk ligt het thans 8.500 inwoners tellende dorp in een zogenaamd beeklandschap, ongeveer op de plaats waar de laaglandbeken Groote Aa en Sterkselse Aa samenkomen en de Kleine Dommel vormen.

Heeze heeft tamelijk lang op een treinverbinding moeten wachten. Weliswaar had de Eindhovense Kamer van Koophandel al in 1880 adhesie betuigd t.a. v. een 'ijzeren baan' van Eindhoven, via Geldrop naar Weert, maar uit haar jaarverslag, van 1884, bleek, dat deze verbinding weinig kans van slagen had. De geplande tramlijn Eindhoven-Geldrop, die in de buurt van Heeze zou komen, haalde het evenmin. Toch zouden beide railverbindingen er komen. Met name het gemeentebestuur van Heeze en de in dit dorp gevestigde smalbandweverijen - waar veel mensen werkzaam waren - beijverden zich voor een betere ontsluiting van de zuid-oosthoek van deze provincie. In de zomer van 1905 werd met de aanleg van de spoorweg Eindhoven-Weert een begin gemaakt. Los daarvan werkte men ook aan een (paarden-)tramverbinding, die in 1907 onder meer Heeze aandeed. Op 1 november 1913 kon het spoorwegtracé Eindhoven-Weert op feestelijke wijze in dienst worden gesteld en maakte ook Heeze kennis met het treinverkeer.

Strabrecht station heeze-03.png
Afbeelding: E04.09.02.03-03
Ets van station Heeze
Bron: Stichting Bonas (Zie: Bonas.nl)


Het door ir. G.W. van Heukelom ontworpen eiland-station (aanvankelijk Heeze-Leende genoemd) bestond uit drie onderkomens, geplaatst op een vrij breed perron. Het hoofdgebouw omvatte een kantoorruimte, een vestibule, ruimte voor de ladingmeester en een goederenloods (met ingebouwde watertoren). Het tweede gebouw was ingericht als wachtverblijf (in later jaren ingericht als rijwielbergplaats), terwijl een derde gebouw uit een magazijn, kolenhok en een toilettengroep bestond. Boven het hoofdcomplex bevond zich woonruimte. In de noordelijke sporenvork, richting Eindhoven, stond een verhoogd seinhuis, van waaruit het openen en sluiten van de overwegbomen plaatsvond.

Het emplacement telde twee hoofdsporen, een lokaal-, een rangeer-, een kopspoor en een loslijn. Enkele sporen zijn naderhand weggehaald. Het railgoederenvervoer bij vertrek bestond uit onder andere stro, suikerbieten, aardappels, producten van de pudding fabriek V.I.F. en van twee smalbandweverijen (garen, band, veters, elastiek) en bij aankomst uit brandstoffen, bouwmaterialen, kunstmest en landbouwmachines.

Aanvankelijk was dit station ook op Leende gericht. Ná de opheffing van een busdienst in 1952, was er echter geen reizen per openbaar vervoer meer mogelijk tussen Leende en Heeze. Het gevolg hiervan was dat reizigers naar Leende, die, afgaande op de stationsnaam, te 'Heeze-Leende' uitstapten, bemerkten dat hun reisdoel op bijna drie km van het station lag en dat het niet meer per openbaar vervoer te bereiken was. Dit gaf aanleiding tot klachten, zodat de NS in 1960 besloot de naam Leende uit het spoorboekje te halen.

Heeze heeft zich na de Tweede Wereldoorlog sterk uitgebreid. Er verrezen nieuwe woonwijken, zoals 'de Weibossen', 'De Nieuwe Hoeve' en 'De Engelse Tuin'. Deze wijken lagen nogal ver van het voormalig station. Daar kwam bij, dat het stationsgebouw hoognodig moest worden opgeknapt, waarmee hoge kosten waren gemoeid. Deze redenen deden de N.S. besluiten in overleg met de gemeente Heeze om een nieuw station te bouwen en het ruim één kilometer in noordelijke richting te verplaatsen, waardoor het voor een grotere groep reizigers beter bereikbaar werd. Het huidige, door ir. C. Douma ontworpen onderkomen met plaatskaartenbureau en wachtaccommodatie, werd op 1 juli 1976 voor het publiek opengesteld.

Strabrecht bord heide-04.png
Afbeelding: E04.09.02.03-04
Entree Strabrechtse Heide
Bron: Hans van de Burgt


Behalve veel school- en winkelbezoekers, is er ook veel woon-werkverkeer op dit station aangewezen. Bovendien is er enig recreatief verkeer per spoor naar dit dorp voor deelnemers aan de door de NS ingestelde wandeltochten door één van de fraaiste natuurreservaten van ons land, 'de Strabrechtse Heide'. Tijdens de jaarlijkse 'Brabantse Dag', in augustus, rijden er extra treinen naar Heeze met bezoekers, die getuige willen zijn van de veelzijdige activiteiten (optochten, tentoonstellingen, markt, e.d.).


Geografie

Strabrecht kaart geldrop heeze-05.png
Afbeelding: E04.09.02.03-05
Overzichtskaart
Bron: Google Maps


a. Huisven e.o. Heeze-Leende

Jonge heideontginning, met landbouwgronden en productiebossen met naald- en loofhout. Het gebied, vanouds onderdeel van de Groote Heide, is verkaveld en ontgonnen in de periode 1920-1940. De geomorfologie van het gebied weerspiegelt zich voor een deel in de ontginning. Het zuidelijk deel, 'Heezer Gemeentebossen' geheten, kent een rationele, blokvormige verkaveling en is grotendeels bebost. Het noordelijk deel, ter plaatse van het voormalige Groot Huisven, bestaat hoofdzakelijk uit landbouwgronden. De verkaveling is in dit deel minder rationeel en voor een deel gebaseerd op de contouren van voormalige vennen. Gebied met relatief veel zandpaden. Een deel van deze zandpaden wordt gemarkeerd door lanen. Kenmerkend voor het gebied zijn de watergangen of 'lopen' die in de periode van de ontginning zijn gegraven om de vennen in het gebied droog te leggen. Kenmerkend is ook het vrijwel ontbreken van bebouwing. Centraal in het gebied een tweetal (langgevel)boerderijen uit de periode van de ontginning. Het gebied kent een samenhang met de woeste gronden van de Groote Heide bij Geldrop en rond het Meerven, met de kleinschalige oude ontginningen ten westen van Heeze en met de verdwenen nederzetting of 'wüstung' in het gebied Meelakkers.

b. Beekdal 'De Kleine Dommel' tussen Heeze en Geldrop

Beekdal met beemdgronden (oude hooi- en weilanden) en restanten van een kleinschalige percelering, met lange, smalle percelen, haaks op de beek. Veel perceelsscheidingen worden nog gemarkeerd door greppels en (de resten van) houtwallen. Plaatselijk nog zandpaden. De percelering kan deels nog dateren uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen grote delen van de beekdalen werden ontgonnen. Aanzienlijke delen van het beekdal, met name bij Geldrop, zijn thans bedekt met aaneengesloten bos. Voor een deel bestaat dit bos uit (doorgeschoten) hakhout. Het gebied kent een samenhang met het landgoed kasteel Heeze, met de Strabrechtse Heide en met het akkercomplex Dijkakkers.


Het scenery-plan

In het plan worden diverse gebouwen en optrekjes toegepast uit Geldrop en Heeze. Het zijn stuk voor stuk historische elementen die het geheel een tijdloos karakter geven. Met uitzondering van het toegepaste stationsgebouw (afgebroken in 1975), zijn alle bouwsels ook nu nog in het echt te bewonderen. Van links naar rechts zullen de volgende elementen worden toegepast:

Strabrecht sceneryplan-06.png
Afbeelding: E04.09.02.03-06
Scenery-plan
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt


1. Strabrechtse heide tussen Geldrop en Heeze

De Strabrechtse Heide is een natuurgebied van ca. 1500 ha in de gemeenten Heeze-Leende en Someren, grotendeels in beheer bij Staatsbosbeheer. Het oostelijk deel van de heide heet van oudsher Lieropse Heide. In 2006 werd de Strabrechtse Heide, samen met een deel van het dal van de Kleine Dommel, aangewezen als Natura 2000 gebied.

De Strabrechtse en Lieropse Heide maakten tot het einde van de 19e eeuw deel uit van een groot heidegebied tussen de dalen van de Kleine Dommel en de Aa. Naar het noorden strekte de hei zich uit tot Nuenen (Molenheide, Collsche Heide, Refelingse Heide), ten zuiden van de weg Heeze-Someren liep de Somerense Heide tot de landbouwgebieden rond Weert. In het begin van de 20e eeuw is het grootste deel van de heide ten noorden en ten zuiden van de Strabrechtse heide omgezet in bos of landbouwgrond. Door de aanleg van de A67 werd de Strabrechtse hei gescheiden van het bosgebied tussen Geldrop en Mierlo. De plannen om de A2 ten oosten van Eindhoven te leggen, waardoor de Strabrechtse heide van het dal van de Kleine Dommel gescheiden zou worden, zijn niet doorgegaan.

Strabrecht heide-07.png Strabrecht heide 08a.png
Afbeelding: E04.09.02.03-07 Afbeelding: E04.09.02.03-08
Strabrechtse heide Strabrechtse heide
Foto gemaakt door: Hans van de Burgt Foto gemaakt door: Hans van de Burgt

De Strabrechtse Heide is echte Brabantse natuur. Op de droge plaatsen staat Struikhei en Jeneverbes, op de natte plaatsen Dophei, Pijpenstrootjes en Klokjesgentiaan. De vergrassing van de heide wordt tegengegaan door beweiding door een schaapskudde van de stichting het Kempische heideschaap en door afplaggen. De heide wordt omgeven door bossen. De overgang naar het dal van de Kleine Dommel heeft een bijzondere vegetatie en is ook van belang voor verschillende diersoorten.

De Strabrechtse Heide telt een groot aantal vennen. Het grootste ven, het Beuven, heeft door de aanvoer van voedselrijk water uit de Peelrijt een begroeiing met veel riet. Het is vooral van belang voor de vogels. Om dit tegen te gaan is een verbinding gegraven tussen Peelrijt en Kleine Aa, om dit voedselrijk water af te voeren. De Witte Loop stroomt uit het Beuven door de hei naar de Kleine Dommel.

2. Brug over de Eindhovenseweg te Geldrop


Strabrecht brug geldrop-09.png Strabrecht brug geldrop-10.png
Afbeelding: E04.09.02.03-09 Afbeelding: E04.09.02.03-10
Spoorbrug over de Eindhovenseweg Idem
Foto gemaakt door: Hans van de Burgt Foto gemaakt door: Hans van de Burgt

Over de Eindhovense weg in Geldrop ligt een mooie spoorbrug. De vorm ervan is gelijk aan de spoorbrug bij Zoetermeer. Opvallend zijn de twee massieve bruggenhoofden met monumentale deuren.

3. Weverswoning te Geldrop

Verscholen onder hoge bomen, ligt midden in het centrum van Geldrop deze weverswoning. Lange tijd stond deze in een redelijk vrije omgeving. Jammergenoeg wordt er nu een nieuwe woonwijk omheen gebouwd.

Strabrecht weverswoning-11.png
Afbeelding: E04.09.02.03-11
Weverswoning
Bron: Hans van de Burgt


4. Arbeidershuisjes - Heggestraat 67, 69 en 71 Geldrop

De arbeidershuisjes dateren uit 1880 en zijn gebouwd in Ambachtelijke-traditionele stijl in opdracht van het Burgerlijk Armbestuur. Het is het enige overgebleven gave voorbeeld van arbeidershuizen uit de vorige eeuw. De voor- of westgevel van de huizen ligt in de Heggestraat. De buitenste twee huizen, de nummers 67 en 71 liggen met de oost- en respectievelijk de noord- en de zuidgevel vrij op het perceel. Het grote erf is in gemeenschappelijk gebruik. Het is tegenwoordig via een nieuwe steeg bereikbaar. Voordat de huizen omstreeks 1975 een eigen toilet kregen aangebouwd, was het erf toegankelijk via een andere steeg. Oorspronkelijk beschikten de huizen over een gezamenlijk toilet, dat tegen de gezamenlijke schuur was aangebouwd. Elk huis heeft twee kamers, een voor- en een achterkamer. In de achterkamer bevindt zich tevens de keuken en de trap naar de open zolder. De arbeidershuisjes zijn thans Rijksmonument

Strabrecht arbeidershuisjes-11.png
Afbeelding: E04.09.02.03-12
Arbeidershuisjes
Bron: Hans van de Burgt


5. Molen

Zowel Heeze als Geldrop hebben een molen. Men kan dus kiezen... Beide molens zijn thans Rijksmonument.

a. Beltmolen Sint Victor te Heeze


Strabrecht sintvictor-heeze-12.png
Afbeelding: E04.09.02.03-13
Beltmolen Sint Victor
Bron: Gerard Sturkenboom


De molen is voor J.F. Pompen gebouwd in 1852; oorspronkelijk als 'wind-, graan-, schors- en oliemolen'. De oliemolen was naast de huidige romp gesitueerd op 'een stuk van 1 a. 10 ca.' Al in 1887 werd de oliemolen afgebroken; deze verhuisde vervolgens naar 'De Roosdonck' te Nuenen. De schorsmolen is afgebroken rond 1920 (enkele herkenningen zijn nog aanwezig). De Pompens bezaten de Heerlijkheid Sterksel en hebben de molen wellicht als beleggingsobject gebouwd, goed vrij, op een acht meter hoge molenberg, waardoor de tweede zolder op berghoogte kwam te liggen. Hij ging later in bezit over aan de muldersfamilie Teeuwes.

Twee keer is de molen uitgebrand: in 1862 en in 1904 en beide keren vlot herbouwd. M.Teeuwes was eigenaar toen op 24 december 1904 zijn molen uitbrandde; hij vertrok toen naar Rijen en verkocht zijn Heezer bedrijf aan de familie Van Asten die in 1905 de herbouwde molen in gebruik nam en er tot 1922 eigenaresse van zou blijven. In laatstgenoemde jaar verkreeg P. Trouwen uit Nederweert de forse molen die inmiddels het station van Heeze-Leende van de nieuwe spoorlijn Eindhoven-Weert in de nabijheid gekregen had.

In 1942 werden de roeden voorzien van het systeem -Van Bussel; in 1946 werd oorlogsschade hersteld, maar niet lang daarna kwam het windbedrijf tot stilstand. Tot 1969 bleef P.H.J. Trouwen er mulder op, in welk jaar de St. Victor overging naar L. Trouwen. In 1983/1984 werd de molen geheel gerestaureerd en is sindsdien weer regelmatig in bedrijf.

De molen is thans eigendom van de gemeente Heeze-Leende. Gerard Sturkenboom en Leo van Someren zijn de huidige molenaars. Op 23 mei 2005 werd de kap van de molen gehaald in verband met een korte, maar flinke restauratie. Vele balkkoppen werden aangestort, de kap voorzien van een nieuwe dakbedekking en een nieuwe (bilinga) lange spruit. Verder werden de roeden verlengd en opnieuw opgehekt (wederom met Van Busselwieken). De romp werd weer voorzien van de zwart-witte coating, in de verdeling zoals het voor de restauratie van 1983 het geval was. Reeds op 9 juli 2005 werden kap en roeden weer aangebracht door de fa. Adriaans en kort daarop kon er als vanouds gemalen worden.

b. Korenmolen ‘t Nupke te Geldrop


Strabrecht tnupke-geldrop-13.png
Afbeelding: E04.09.02.03-14
Korenmolen 't Nupke
Bron: Gemeente Geldrop


Korenmolen 't Nupke werd in 1843 gebouwd op een stuk grond genaamd 'Nupke' en is van het type 'ronde stenen beltmolen', d.w.z. de buitenkant van de molen is van steen en de molen heeft een verhoogde voet van zand, een zg 'belt'. De vlucht van de molen (dit is de doorsnede van de cirkel die de wieken beschrijven) bedraagt ruim 25 meter. De molen is nog geheel maalvaardig en heeft één koppel kunststenen en één koppel natuurstenen (lava basalt) waarmee ook daadwerkelijk nog regelmatig graan tot consumptiemeel wordt gemalen. Na de dood van de laatste beroepsmolenaar in 1967 heeft de molen zo'n 10 jaar stilgestaan, wat tot groot verval leidde. In 1978 is de molen aangekocht door de gemeente Geldrop en daarna gerestaureerd.

Het beheer van de molen ligt in handen van twee enthousiaste vrijwilligers, Hans Tielemans en Frans Tullemans, beiden gediplomeerd vrijwillige molenaars. Tijdens de openingstijden van de molen is deze opengesteld voor het publiek en de toegang is geheel gratis. Behalve dat de mulders het bezoek uitgebreid kunnen vertellen over wind- en watermolens in het algemeen en over molen 't Nupke (inclusief het maalproces) in het bijzonder, verzorgen zij tevens de verkoop van de diverse door hen op 't Nupke ambachtelijk gemalen meelsoorten.

bron: Nederlandse Molendatabase (zie: Molendatabase.nl)

6. Zesgehuchten te Geldrop (vernieuwd in 1997)


Strabrecht viaduct zesgehuchten-14.png
Afbeelding: E04.09.02.03-15
Spoorviaduct Zesgehuchten
Bron: Hans van de Burgt


Even ten zuiden van het verhoogde station van Geldrop ligt dit kleine viadukt. Vroeger liep er de weg onderdoor van het centrum van Geldrop naar het kerkdorp Zesgehuchten. Het waren van oudsher zes kleine woonkerken, met soms niet meer dan een paar boerderijen. Het waren Hoog Geldrop, Hulst, Riel, Gijzenrooi en Genoenhuis. De Gijzenrooise Zegge is een prachtig oud cultuurlandschap, met zogenaamde holle wegen en bolle weilanden.

7. Baanwachtershuisje te Geldrop


Strabrecht baanwachtershuisje-geldrop-15.png
Afbeelding: E04.09.02.03-16
Baanwachtershuisje
Bron: Hans van de Burgt


Dit baanwachtershuisje werd gebouwd tegen de spoordijk van Geldrop aan de zuidzijde. Een soortgelijk huisje stond ook te Heeze-Leende bij het voormalige station Oud-Heeze. Op 31 oktober 1983 sloeg het noodlot toe. Loc 1634, die met de CTO-meettrein onderweg was, reed met te hoge snelheid over een overloopwissel, ontspoorde en verwoeste de voormalige overwegwachterswoning. De bewoonster werd gedood, terwijl haar dochter en de machinist van de meettrein gewond raakten. De loc raakte zwaar beschadigd, evenals een van de twee rijtuigen Plan E. Het CTO-rijtuig kwam met een draaistel naast het spoor terecht en raakte tamelijk beschadigd.

8. Station

a. Stationsgebouw van Heeze


Strabrecht bt01-27.png
Afbeelding: E04.09.02.03-17
Stationsgebouw van Heeze
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt


Het door ir. G.W. van Heukelom ontworpen eiland-station (aanvankelijk Heeze-Leende genoemd) bestond uit drie onderkomens, geplaatst op een vrij breed perron. Het hoofdgebouw omvatte kantoor-ruimte, een vestibule, ruimte voor de ladingmeester en een goederenloods (met ingebouwde watertoren). Het tweede gebouw was ingericht als wachtverblijf (in later jaren ingericht als rijwielbergplaats), terwijl een derde gebouw uit een magazijn, kolenhok en een toilettengroep bestond. Boven het hoofdcomplex bevond zich een woonruimte. Het station is afgebroken in 1975

b. Stationsoverkapping - Parallelweg 2b Geldrop


Stabrecht overkapping geldrop-16.png
Afbeelding: E04.09.02.03-18
Perronoverkapping
Bron: Gemeente Geldrop


Het station van Geldrop heeft een perronoverkapping met wachtkamer annex dienstgebouw uit 1912. Het is ook een ontwerp van architect ir. G.W. van Heukelom. De vorm is vrijwel gelijk aan de verdwenen stationsoverkapping in Heeze. Omdat de spoorlijn aanvankelijk een moerasachtig gebied doorkruiste, is ze bovenop een dijklichaam gelegd. Oorspronkelijk lag oostelijk aan de voet van de dijk, voor de overkapping het eigenlijke stationsgebouw. Dat is afgebroken in 1974. De stationsoverkapping van Geldrop is thans een Rijksmonument. Het station is zeldzaam wegens opzet en constructie. Daarnaast is het exterieur nog bijzonder gaaf gebleven. Het geheel is als klein station van grote architectuurhistorische waarde.

c. Seinhuis - Heeze


Strabrecht seinhuis heeze-18.png
Afbeelding: E04.09.02.03-19
Seinhuis van Heeze
Bron: Stationsweb (zie: Stationsweb.nl)


In de noordelijke sporenvork, richting Eindhoven, stond een verhoogd seinhuis, van waaruit het openen en sluiten van de overwegbomen plaatsvond.

9. Losweg Station Geldrop


Strabrecht losweg geldrop-19.png
Afbeelding: E04.09.02.03-20
Losweg Station Geldrop
Bron: Hans van de Burgt


Station Geldrop was vroeger eigenlijk meer van betekenis voor het goederenvervoer dan voor het reizigersverkeer. Er werd steenkool aangevoerd, voor o.a. de plaatselijke brandstofhandelaren, bouwmaterialen en textielgrondstoffen. Verder hebben zowel DAF als Zweegers Landbouw-werktuigenfabriek intensief gebruik gemaakt van het laadperron van station Geldrop. Het railgoederentransport is geheel overgebracht naar station Eindhoven. In Heeze-Leende bestond het railgoederen-vervoer uit onder andere stro, suikerbieten, aardappels, producten van de pudding fabriek V.I.F. en van twee smalbandweverijen (garen, band, veters, elastiek) en bij aankomst uit brandstoffen, bouwmaterialen, kunstmest en landbouwmachines.

10. Café-Restaurant 'De Zwaan' te Heeze


Strabrecht dezwaan heeze-20.png
Afbeelding: E04.09.02.03-21
Café-Restaurant 'De Zwaan'
Bron: Hans van de Burgt


In het centrum van Heeze ligt dit gezellige Café-Restaurant. Het ligt aan het begin van de oprijlaan naar het kasteel. Kasteel Heeze is een van de laatste bewoonde kastelen van Nederland. Dit kasteel bevindt zich te Heeze. Het bestaat uit een middeleeuws deel, kasteel Eymerick, en het in 1665 door de bekende architect Pieter Post gebouwde deel.

11. (Voormalig) Raadhuis - Heuvel 1 te Geldrop


Strabrecht raadhuis geldrop-21.png
Afbeelding: E04.09.02.03-22
(Voormalig) Raadhuis
Bron: Hans van de Burgt


Het oude raadhuis dateert uit 1870 en is gebouwd in Eclectische stijl. De opdrachtgever was burgemeester Wilhelmus Knaapen, tevens textielfabrikant. De tekening is gemaakt door H.A. Aghterberg uit Geldrop. Aannemer Frans van den Berg bouwde het voor ƒ 5.176,00. Oorspronkelijk stond het raadhuis vrijstaand op de hoek met de Hofstraat. De voor- of zuidgevel staat aan de Heuvel. Aan de westkant grenst de voormalige tramremise en aan de noordkant het voormalige postkantoor, welke beiden buiten de bescherming van Monumentenzorg vallen. Vanaf 2011 zijn in deze panden horeca-gelegenheden gevestigd. Een prima verblijfplaats in het fraaie Geldrop, en op dit moment zelfs een van de best lopende restaurants.

12. (Voormalig) Fabriekspand - Molenstraat 19 te Geldrop


Strabrecht fabriek geldrop-22.png
Afbeelding: E04.09.02.03-23
(Voormalig) Fabriekspand (A) Molenstraat Geldrop
Bron: Hans van de Burgt


Het gebouw aan de Molenstraat 19, is een fabrieksgebouw van de voormalige wollenstoffenfabriek A. v.d. Heuvel en Zn. Het dateert uit 1863. In 1998 is het gebouw door brand gedeeltelijk verwoest. Begin 2000 is het geheel gerestaureerd en in de oude stijl teruggebracht. Het pand maakt nu deel uit van het Sociaal Cultureel Centrum 'Hofdael' en wordt gebruikt door het Creativiteitscentrum De Wiele. Ook is er het Weverijmuseum van Geldrop in gevestigd.

13. Waterinlaat voor ingebouwde watermolen textielfabriek 'Van den Heuvel'


Strabrecht waterinlaat geldrop-23.png
Afbeelding: E04.09.02.03-24
Waterinlaat
Bron: Hans van de Burgt


Tussen het oude fabrieksgebouw (A) hierboven en het hieronder weergegeven deel (B) ligt een uniek juweeltje van industrieel erfgoed, een inpandig waterrad dat door de vrijwilligers van het Weverijmuseum geheel gerestaureerd is. Bezoekers van het museum kunnen het draaiende rad, dat aangedreven wordt door een aftakking van de 'Kleine Dommel', bezichtigen.

14. Textielfabriek 'A van den Heuvel' (B) aan de Molenstraat te Geldrop


Strabrecht fabriek02-geldrop-24.png
Afbeelding: E04.09.02.03-25
Textielfabriek 'A van den Heuvel' (B)
Bron: Hans van de Burgt


Ter rechterzijde van het waterrad ligt fabrieksgebouw (B). In dit deel bevindt zich het Weverijmuseum.

15. Kleine Dommel - Molenstraat te Geldrop


Strabrecht kleinedommel geldrop-25.png
Afbeelding: E04.09.02.03-26
Kleine Dommel
Bron: Hans van den Burcht


De 'Kleine Dommel' ontstaat uit de samenvloeiing van de Grote Aa met de Sterkselse Aa bij het Kasteel Heeze in Heeze en stroomt daarna dwars door Geldrop en ten westen van Nuenen, waar hij de grens tussen Nuenen en Eindhoven vormt en aldaar ook in de Grote Dommel uitmondt.

Ter hoogte van het Weverijmuseum is er een kleine aftakking naar de inpandige watermolen. Omdat het water hier niet echt goed doorstroomt, ziet het er jammergenoeg wat bruin uit. De hoofdstroom die langs de achterzijde stroomt, is daarentegen heel helder en bevat diverse kleine watervalletjes.


M-Track

'Strabrecht' is gebaseerd op een vaste modelspoorbaan voor thuisgebruik, met daarin een viertal op de M-Track normen gebaseerde modules. Deze kunnen uitgenomen worden, zodat ze in groter verband deel uit kunnen maken van een M-Track tentoonstellingsbaan.

Strabrecht strabrecht mtrack-26.png
Afbeelding: E04.09.02.03-27
Baanplan en indeling modules
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt


De tekening is een iets vereenvoudigde weergave van de ontwerptekening aan het begin van dit artikel. Van links naar rechts zijn de vier M-Track modules ingetekend: trapeziumvormige module (60×87,5×60×41,5 cm) en een drietal modules van 90×60 cm. Voor tentoonstellingsdoeleinden kunnen de vier modules eventueel verder uitgebreid worden. Tussen de tweede en de derde kan een relatief eenvoudige module zorgen voor meer perronlengte.

M-Track is een modulair systeem bedoeld voor half nul (H0)- modeltreinen met de voeding via een middenrail of puntcontacten. Het doel van deze M-Track norm is het vastleggen van de voorschriften waaraan het modulair systeem moet voldoen. Dit om een zo veilige en bedrijfszekere module baan te kunnen exploiteren.

De sinds de oprichting van M-Track gehanteerde afspraken, alsmede de publicaties (Railhobby 1987) die eerder zijn verschenen, over de M-Track modules, zijn de basis van deze norm. Deze afspraken zijn dan ook ongewijzigd in de verschillende normen terug te vinden. Voorop staat het plezier voor het M-Track lid aan de bouw van de modules. Daarom is getracht met een minimum aan voorschriften, toch een eenduidig modulair systeem vast te leggen. De opzet van de norm moet er toe bijdragen dat tijdens de bouw (of voorbereiding) van de module, alleen de relevante gegevens in het betreffende normblad gebruikt hoeven te worden.

Meer informatie over M-Track is te vinden via onderstaande link naar M-track.org.


Meer informatie

Hieronder vindt u een overzicht van links naar andere websites over dit onderwerp:

Sjabloon:Link externSjabloon:Link externSjabloon:Link extern



Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie