Persoonlijke instellingen

Terugmelding en/of bezetmelding: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
Regel 12: Regel 12:
 
Wanneer een computer de trein moet bedienen hebben we een probleem. De computer beschikt niet over 'ogen' om de trein te kunnen zien. Dus we moeten de computer de beschikking geven over deze 'ogen'.  
 
Wanneer een computer de trein moet bedienen hebben we een probleem. De computer beschikt niet over 'ogen' om de trein te kunnen zien. Dus we moeten de computer de beschikking geven over deze 'ogen'.  
  
'''Terugmelders'''
+
'''Terugmelders.'''
  
 
Deze 'ogen' noemen we terugmelders. Terugmelders zijn er in veel verschillende varianten. De meest bekende terugmelders/bezetmelders zijn de volgende:
 
Deze 'ogen' noemen we terugmelders. Terugmelders zijn er in veel verschillende varianten. De meest bekende terugmelders/bezetmelders zijn de volgende:
Regel 21: Regel 21:
 
* Stroomdetectie ( Bezetmelder )
 
* Stroomdetectie ( Bezetmelder )
  
'''Reedcontacten'''
+
'''Reedcontacten.'''
  
 
Reedcontacten of schakelrails zijn zogenaamde pulscontacten. Als een trein voorbij rijdt genereren ze heel kort een pulsje, dat door de terugmelder moet worden gezien. Het reedrelais is een klein schakelaartje in een glazen buisje. Dit schakelaartje wordt geactiveerd als er een magneet in de buurt komt. Door een reedrelais tussen de spoorstaven te plaatsen, én een magneetje onder de trein te bevestigen, zal bij het voorbijrijden van de trein de schakelaar bekrachtigd worden.
 
Reedcontacten of schakelrails zijn zogenaamde pulscontacten. Als een trein voorbij rijdt genereren ze heel kort een pulsje, dat door de terugmelder moet worden gezien. Het reedrelais is een klein schakelaartje in een glazen buisje. Dit schakelaartje wordt geactiveerd als er een magneet in de buurt komt. Door een reedrelais tussen de spoorstaven te plaatsen, én een magneetje onder de trein te bevestigen, zal bij het voorbijrijden van de trein de schakelaar bekrachtigd worden.
Regel 31: Regel 31:
 
Reedcontact</small></small></i>
 
Reedcontact</small></small></i>
  
'''Schakelrails'''
+
'''Schakelrails.'''
  
 
Märklin biedt een speciale schakelrail. Deze rail is voorzien van 2 kleine pallen, die boven de railbedding uitsteken, en twee schakelaars bedienen. De sleper onder de loc drukt, afhankelijk van de rijrichting, de ene of andere schakelaar kortstondig in.
 
Märklin biedt een speciale schakelrail. Deze rail is voorzien van 2 kleine pallen, die boven de railbedding uitsteken, en twee schakelaars bedienen. De sleper onder de loc drukt, afhankelijk van de rijrichting, de ene of andere schakelaar kortstondig in.
Regel 42: Regel 42:
 
Märklin schakelrail</small></small></i>
 
Märklin schakelrail</small></small></i>
  
'''Massadetectie'''
+
'''Massadetectie.'''
  
 
Massadetectie is een terugmeldtechniek voor drierail. Bij drierail staat de + op de puntcontacten en de massa op de railstaven. Je zult nu één railstaaf moeten isoleren in de rails. Op deze geïsoleerde rail sluit je de terugmelder aan.
 
Massadetectie is een terugmeldtechniek voor drierail. Bij drierail staat de + op de puntcontacten en de massa op de railstaven. Je zult nu één railstaaf moeten isoleren in de rails. Op deze geïsoleerde rail sluit je de terugmelder aan.
Regel 62: Regel 62:
 
<br><i><small><small>E10.05-04<br />Bron: Huib Maaskant - http://www.floodland.nl/aim/</small></small></i>
 
<br><i><small><small>E10.05-04<br />Bron: Huib Maaskant - http://www.floodland.nl/aim/</small></small></i>
  
'''Stroom detectie'''
+
'''Stroomdetectie.'''
  
 
Stroomdetectie is een bezetmeldingstechniek die toepasbaar is op zowel drie- als tweerail. Stroomdetectie werkt eigenlijk zoals de naam al zegt op basis van het detecteren van stroom.  
 
Stroomdetectie is een bezetmeldingstechniek die toepasbaar is op zowel drie- als tweerail. Stroomdetectie werkt eigenlijk zoals de naam al zegt op basis van het detecteren van stroom.  
Regel 85: Regel 85:
 
Nu we weten hoe alle vormen werken, gaan we bekijken hoe we dit allemaal gaan aansluiten aan de centrale.
 
Nu we weten hoe alle vormen werken, gaan we bekijken hoe we dit allemaal gaan aansluiten aan de centrale.
  
'''S88'''
+
'''S88.'''
  
 
Op dit moment is het S88-systeem één van de meest gangbare manieren om terugmelders/bezetmelders aan te sluiten. Het voordeel van deze melders is, dat ze vrij goedkoop zijn, en goed zelf te bouwen. Twee nadelen kenmerken S88; Het ene is de gevoeligheid van de kabels waarmee je de melders aan elkaar koppelt. Hierop is tegenwoordig een oplossing bedacht in de vorm van S88-N, waarbij in plaats van de normale bandkabels, een netwerkkabel gebruikt wordt.  
 
Op dit moment is het S88-systeem één van de meest gangbare manieren om terugmelders/bezetmelders aan te sluiten. Het voordeel van deze melders is, dat ze vrij goedkoop zijn, en goed zelf te bouwen. Twee nadelen kenmerken S88; Het ene is de gevoeligheid van de kabels waarmee je de melders aan elkaar koppelt. Hierop is tegenwoordig een oplossing bedacht in de vorm van S88-N, waarbij in plaats van de normale bandkabels, een netwerkkabel gebruikt wordt.  
Regel 91: Regel 91:
 
Het andere nadeel is dat S88 één lange keten moet zijn. Dus aftakkingen zijn niet toegestaan. Nu is dit op een normale baan niet snel een probleem, maar het kan op grotere en complexere banen wel een probleem zijn.
 
Het andere nadeel is dat S88 één lange keten moet zijn. Dus aftakkingen zijn niet toegestaan. Nu is dit op een normale baan niet snel een probleem, maar het kan op grotere en complexere banen wel een probleem zijn.
  
'''Loconet'''
+
'''Loconet.'''
  
 
De andere, steeds populairdere vorm van aansluiten, is middels Loconet. Loconet is een door Digitrax ontwikkeld protocol, waarbij je vrijwel elke structuur mag implementeren behalve een ring netwerk. Deze manier van aansluiten kenmerkt zich door een zeer betrouwbaar functioneren, waarbij het grote voordeel is dat op het Loconet veel meer dan alleen maar bezetmelders aangesloten kunnen worden.
 
De andere, steeds populairdere vorm van aansluiten, is middels Loconet. Loconet is een door Digitrax ontwikkeld protocol, waarbij je vrijwel elke structuur mag implementeren behalve een ring netwerk. Deze manier van aansluiten kenmerkt zich door een zeer betrouwbaar functioneren, waarbij het grote voordeel is dat op het Loconet veel meer dan alleen maar bezetmelders aangesloten kunnen worden.
Regel 99: Regel 99:
 
Na enkele zelfbouw-initiatieven door handige hobbyisten is door Uhlenbrock ook onderkent dat er een markt is voor een hybridevorm tussen deze twee systemen. Dus brengt dit bedrijf in 2010 de S88 - Loconetadapter op de markt. Hiermee zijn de voordelen van goedkope S88 bezetmelders te combineren met de toegestane structuur van Loconet en zijn betrouwbaarheid.
 
Na enkele zelfbouw-initiatieven door handige hobbyisten is door Uhlenbrock ook onderkent dat er een markt is voor een hybridevorm tussen deze twee systemen. Dus brengt dit bedrijf in 2010 de S88 - Loconetadapter op de markt. Hiermee zijn de voordelen van goedkope S88 bezetmelders te combineren met de toegestane structuur van Loconet en zijn betrouwbaarheid.
  
'''XpressNet'''
+
'''XpressNet.'''
  
 
XpressNet is een protocol van Lenz en wordt ook gebruikt voor de Roco Multimaus.
 
XpressNet is een protocol van Lenz en wordt ook gebruikt voor de Roco Multimaus.

Versie van 21 feb 2010 om 19:36

E10.04 - Wissels digitaliseren - Vorige | Volgende - E10.06 - Geautomatiseerd rijden

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Remco Poppen, Fred Stevens


>>>>>> In bewerking door Fred 21-2. 19:33 uur. <<<<<<


Nu we digitaal kunnen rijden en de wissels digitaal kunnen omzetten is de basis gelegd voor het geautomatiseerd rijden. Wij, als mens, kunnen zien waar een trein zich bevindt.

Wanneer een computer de trein moet bedienen hebben we een probleem. De computer beschikt niet over 'ogen' om de trein te kunnen zien. Dus we moeten de computer de beschikking geven over deze 'ogen'.

Terugmelders.

Deze 'ogen' noemen we terugmelders. Terugmelders zijn er in veel verschillende varianten. De meest bekende terugmelders/bezetmelders zijn de volgende:

  • Reedcontacten ( Terugmelder )
  • Schakelrails ( Terugmelder )
  • Massadetectie ( Terugmelder )
  • Stroomdetectie ( Bezetmelder )

Reedcontacten.

Reedcontacten of schakelrails zijn zogenaamde pulscontacten. Als een trein voorbij rijdt genereren ze heel kort een pulsje, dat door de terugmelder moet worden gezien. Het reedrelais is een klein schakelaartje in een glazen buisje. Dit schakelaartje wordt geactiveerd als er een magneet in de buurt komt. Door een reedrelais tussen de spoorstaven te plaatsen, én een magneetje onder de trein te bevestigen, zal bij het voorbijrijden van de trein de schakelaar bekrachtigd worden.

Digitaal800px-Reed switch.jpg
E10.05-01
Bron: André Karwath http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Reed_switch_(aka).jpg
Reedcontact

Schakelrails.

Märklin biedt een speciale schakelrail. Deze rail is voorzien van 2 kleine pallen, die boven de railbedding uitsteken, en twee schakelaars bedienen. De sleper onder de loc drukt, afhankelijk van de rijrichting, de ene of andere schakelaar kortstondig in.

DigitaalSchakelrail.jpg
E10.05-02
Bron: www.conrad.nl
Märklin schakelrail

Massadetectie.

Massadetectie is een terugmeldtechniek voor drierail. Bij drierail staat de + op de puntcontacten en de massa op de railstaven. Je zult nu één railstaaf moeten isoleren in de rails. Op deze geïsoleerde rail sluit je de terugmelder aan.

Wanneer nu een trein over de geïsoleerde railstaaf rijdt, en daarmee dus beide railstaven verbindt, genereer je een terugmelding. Het systeem weet nu dat er zich een trein bevindt op de plek van die terugmelder.

Bij massadetectie is de kans op een correcte terugmelding veel groter dan bij een reedcontact of schakelrail. Deze laatste twee geven één enkele puls af, en als die gemist wordt (of niet komt), zal er geen terugmelding plaatsvinden. Bij massadetectie is er, als gevolg van de lengte van het geïsoleerde deel, een veel grotere kans op detectie, en daarmee neemt de betrouwbaarheid toe.

DigitaalBm3rail.jpg
E10.05-03
Bron: Huib Maaskant http://www.floodland.nl/aim/info_bmd16n_1.htm

16-voudige massadetectie.

Schematisch weergegeven ziet het er als volgt uit: (van links naar rechts, reedcontact, massadetectie, schakelrail)

DigitaalInfo terugmelding 2 2.gif
E10.05-04
Bron: Huib Maaskant - http://www.floodland.nl/aim/

Stroomdetectie.

Stroomdetectie is een bezetmeldingstechniek die toepasbaar is op zowel drie- als tweerail. Stroomdetectie werkt eigenlijk zoals de naam al zegt op basis van het detecteren van stroom.

Bij tweerail isoleer je een deel van één railstaaf en daar sluit je de bezetmelder op aan. Zodra de trein op dit gedeelte komt zal er, omdat de trein een stroomverbruiker is, stroom gaan lopen over het bezetmeldcontact. Hierdoor detecteert de bezetmelder dus dat dat specifieke deel in gebruik is, en genereert een bezetmelding. Deze manier van detecteren is uiterst betrouwbaar.

Bij drierail werkt dit hetzelfde, alleen nu isoleer je, of één van de railstaven, of de puntcontacten, en daar sluit je de bezetmelder op aan.

DigitaalBM16N-SD.jpg
E10.05-05
Bron: Huib Maaskant http://www.floodland.nl/aim/info_bmd16n_sd_1.htm

16 voudige stroomdetectie.

In schematische weergave ziet het er als volgt uit:

DigitaalInfo terugmelding 3 2.gif
E10.05-06
Bron: Huib Maaskant - http://www.floodland.nl/aim/

Nu we weten hoe alle vormen werken, gaan we bekijken hoe we dit allemaal gaan aansluiten aan de centrale.

S88.

Op dit moment is het S88-systeem één van de meest gangbare manieren om terugmelders/bezetmelders aan te sluiten. Het voordeel van deze melders is, dat ze vrij goedkoop zijn, en goed zelf te bouwen. Twee nadelen kenmerken S88; Het ene is de gevoeligheid van de kabels waarmee je de melders aan elkaar koppelt. Hierop is tegenwoordig een oplossing bedacht in de vorm van S88-N, waarbij in plaats van de normale bandkabels, een netwerkkabel gebruikt wordt.

Het andere nadeel is dat S88 één lange keten moet zijn. Dus aftakkingen zijn niet toegestaan. Nu is dit op een normale baan niet snel een probleem, maar het kan op grotere en complexere banen wel een probleem zijn.

Loconet.

De andere, steeds populairdere vorm van aansluiten, is middels Loconet. Loconet is een door Digitrax ontwikkeld protocol, waarbij je vrijwel elke structuur mag implementeren behalve een ring netwerk. Deze manier van aansluiten kenmerkt zich door een zeer betrouwbaar functioneren, waarbij het grote voordeel is dat op het Loconet veel meer dan alleen maar bezetmelders aangesloten kunnen worden.

Het nadeel van Loconet is eigenlijk alleen de prijs; gemiddeld genomen betaal je het dubbele voor Loconet melders.

Na enkele zelfbouw-initiatieven door handige hobbyisten is door Uhlenbrock ook onderkent dat er een markt is voor een hybridevorm tussen deze twee systemen. Dus brengt dit bedrijf in 2010 de S88 - Loconetadapter op de markt. Hiermee zijn de voordelen van goedkope S88 bezetmelders te combineren met de toegestane structuur van Loconet en zijn betrouwbaarheid.

XpressNet.

XpressNet is een protocol van Lenz en wordt ook gebruikt voor de Roco Multimaus. Dit protocol kan ook gebruikt worden om Lenz stroomdetectie melders aan te sluiten. Door het verschijnen van zelfbouwprojecten zoals de GenLI-S88 van Paco ( http://www.tinet.cat/~fmco/download_en.html ) of de S88XpressNetLI van Karst Drenth ( http://www.sleutelspoor.nl/technieken/s88XPressNetLI.htm ) waarmee S88 kan worden gebruikt op XpressNet is de specifieke Lenz/Roco melder niet meer noodzakelijk op het XpressNet.


E10.04 - Wissels digitaliseren - Vorige | Volgende - E10.06 - Geautomatiseerd rijden