Persoonlijke instellingen

Verloren hoekjes

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Dick van der Knaap


Wat doe je met een "verloren" hoekje?

Iedere modelspoorder kent dat wel: de spoorbaan heeft een bocht (zie afbeelding 01), niet te krap natuurlijk. Maar daarna komt de vraag: met welk landschap kan dat overblijvende, onregelmatig gevormde, stukje worden opgevuld? Bijna iedereen heeft ruimtegebrek, dus die reststukjes zijn meestal ook nog niet zo groot. Omdat modelspoor de zo goed mogelijke weergave van de werkelijkheid is, is het daarom verstandig eens te kijken wat bij het grootspoor zoal met dit soort restjes wordt gedaan. Als dat "niets" is, zal de natuur haar gang gaan en het verloren gebied herwinnen. Dat betekent dan dat er gras, struiken, bomen en allerlei wilde bloemen en planten gaan groeien, al dan niet in combinatie met een waterplas mét, of zònder, afvoer.
Ingrijpen van de mens is een andere mogelijkheid. Dan wordt er bijvoorbeeld een bos aangeplant met bomen op gelijke afstand en in lange rijen. Ook kan het een stuk van een weiland worden, afgescheiden van de spoorweg door een spoorsloot. Een paar koeien erbij, en klaar is ons model.
In dichtbevolkte gebieden echter, laat men geen stukje onbenut. Denk bijvoorbeeld aan een stukje van een park. Toen de auteur vroeger, als kind, naar zijn oma in Den Haag reisde, zag je bij Rotterdam dat meerdere spoorlijnen tesamen kwamen. Dat gaf aanleiding tot voornoemde reststukjes, die werden opgevuld door volkstuintjes.

VerlorenHoekje-01.jpg
Afbeelding: 01
Het volkstuincomplex.
Foto gemaakt door: Wim Veneboer.

Waaraan moet gedacht worden?

De fantasie van de modelspoorbouwer speelt een belangrijke rol. Daardoor heeft het volkstuincomplex zijn toegang buiten beeld en kan het veel groter zijn dan het baanoppervlak. Allereerst is er de afscheiding tussen het terrein en de spoorbaan door een ondiepe, overwoekerde, greppel of zelfs een spoorsloot, afhankelijk van de verdere omgeving. Het gemakkelijkst kan het gebied opgebouwd worden op een vlak stuk(je) plaat, dat afneembaar is. Daardoor kan er, gewoon aan tafel zittend, aan worden gewerkt. De naad tussen spoorbaan en volktuincomplex wordt gecamoufleerd door begroeiïng. Als daadwerkelijke afscheiding kan een hek met twee draden om het complex gezet worden (zie afbeelding 02). Dit is bijvoorbeeld te maken met paaltjes van 11 mm lengte, waarin twee gaatjes zijn geboord. De auteur gebruikte daarvoor overgebleven restjes rail van 15 mm lengte. De paaltjes zelf komen op 30 mm afstand van elkaar. Zet de paaltjes vast met een druppeltje houtlijm, en laat enkele dagen drogen. Meet met een mal en zorg ervoor dat de bovenkant van de paaltjes 11 mm boven de grondplaat uitsteekt. Het is niet erg, als niet alle paaltjes strak op één kaarsrechte lijn staan, want in werkelijkheid verzakt er ook weleens wat...
Nu volgt het lastigste karwei, namelijk het aanbrengen van de draden. Een stuk ijzerdraad wordt recht gemaakt door één uiteinde vast te zetten en het andere uiteinde met een tang stevig aan te trekken. Vervolgens wordt deze draad door de onderste gaatjes in de paaltjes gehaald. Is de draad er door, zet dan het ene uiteinde met zo weinig mogelijk soldeer vast.

VerlorenHoekje-02.jpg
Afbeelding: 02
Tegelpaden en kweekbakken in de volkstuin.
Foto gemaakt door: Wim Veneboer.

Het andere uiteinde gaat op dezelfde manier, maar vraag bij het solderen assistentie van iemand die, met een tang, de draad strak vasthoudt. We komen er zo vanzelf ook achter, welke paaltjes niet goed zijn vastgezet. Vervolg het werk, door op dezelfde wijze de bovenste draad aan te brengen. Als het hekwerk naar tevredenheid staat, komt de afwerking. De paaltjes krijgen een kleur en ook de draden krijgen desgewenst een schilderbeurt, afhankelijk van het feit of ze nieuw/pas gespannen zijn, dan wel oud en roestig. Binnen de afrastering ontstaat nu het volkstuincomplex. Maak op een papieren mal een globale indeling. Denk daarbij aan allerlei details, die desgewenst kunnen worden toegevoegd. Bijvoorbeeld paden tussen de percelen, een tuinhuisje om schoffel en hark te kunnen opbergen, een tuinstoel, een tuintafel of een zandbak voor de kinderen. Op natte grond kan er ook een waterpoel ontstaan zijn, handig om in droge tijden de gieter te vullen. Organisch afval hoort op de composthoop. Wellicht is er ook nog een fietsenrek, een broeikas of een kweekbak voor slaplantjes.

De daadwerkelijk bouw

Na de planningsfase volgt de daadwerkelijke "bouw" van het volkstuincomplex. Eerst wordt de ondergrond van de gehele plaat met bruine, grijze, aardkleurige verf voorbehandeld. Door de verf wordt iets fijn, gezeefd, zand gemengd om vooral te voorkomen dat het oppervlak té glad wordt. Goed gedroogde tuinaarde is zelfs ideaal.
De percelen zijn ongeveer 10 x 15 cm. Ze zijn van elkaar gescheiden door bijvoorbeeld een tegelpad (7-10 mm breed). Dit leggen we als eerste aan. Daarbij is er de moeilijke methode voor mensen met veel geduld, en een gemakkelijke. Beide maken gebruik van hetzelfde materiaal, namelijk grijs karton van een schrijfblokachterkant met dikte 1-2 mm. Hierop worden met een fijn potlood vierkantjes van 3,5 x 3,5 mm getekend (schaal H0 = 1:87) voor tegels van 30 x 30 cm. Voor het bochtenwerk is de gemakkelijkste methode de ontstane vierkantjes uit te snijden en één-voor-één, met een pincet, op de ondergrond neer te leggen nadat uiteraard eerst houtlijm is aangebracht.
Bij de moeilijke methode maken we eerst een mal als het pad niet recht moet worden. Deze wordt op het karton overgenomen. Daarna wordt het ruitjespatroon (gebogen!) opgetekend. De voegen worden met hulp van een afbreekmesje/Stanleymes aangebracht door ondiep inkerven. Vervolgens kan het stuk tegelpad met houtlijm op de ondergrond worden vastgezet. Bij de afwerking strooien we nog weinig zeer fijn groen strooimateriaal op de tegels, waarna we met een droge, zachte kwast het teveel wegstrijken. In de voegen blijft iets groen achter, waardoor het geheel natuurlijker oogt.

VerlorenHoekje-03.jpg
Afbeelding: 03
Het clubhuis van de volkstuinvereniging.
Foto gemaakt door: Wim Veneboer.

Als een volkstuinvereniging een clubhuis heeft, staat dat wellicht op een betegelde plek. Zo'n gebouw behoeft niet groot te zijn, maar is voldoende om als schuilplaats voor de regen te dienen. Tevens kan het gereedschap er binnen worden opgeborgen. Er is de mogelijkheid thee en/of koffie te zetten, er zijn een tuintafel en enkele stoelen, en voor de kinderen een zandbak (zie afbeelding 03). Groenafval komt op de composthoop, water voor gieten kan uit een plas gehaald worden. Kortom, een stuk van 20 x 20 cm wordt hiervoor gebruikt.
Het tuinhuisje wordt uit een folder van het tuincentrum nagebouwd in karton. Het wordt geplaatst op een betegeld stukje van 10 x 10 cm, waarop ook een tafel en wat stoelen en een parasol worden vastgezet met een klein beetje houtlijm. Een paar Preisertjes voltooien het geheel.
Bij het gebouwtje, onder het toeziend oog van de ouders, is nog wel een plekje voor een zandbak. Deze bestaat uit vier wandjes van 7 mm hoog, die een rechthoek van bijvoorbeeld 20 x 30 mm vormen. Op de bodem wordt een onregelmatig, dun, laagje fijn zand aangebracht (indruppelen met verdunde houtlijm). Een paar spelende kinderen erin, en dit stukje is ook weer klaar.
Wat meer ruimte kan opgevuld worden met een paar kweekkasjes. Deze kunnen zelf gemaakt worden door een wandje te maken (achterkant 10 mm hoog, voorkant 7 mm, oppervlak bijvoorbeeld 30 x 20 mm). Het geheel wordt afgedekt met een stukje doorzichtig plastic als raam, al dan niet openstaand. Voor een mooie houtstructuur kan het kasje bekleed worden met dun fineer.

De afwerking

Nu komt de laatste, tevens belangrijkste klus. Want wàt zouden volkstuinen zijn zònder een sprankje groen? Hooguit klaar voor de winter, een kale bedoening dus. Bedenk eerst, welke groenten er allemaal kunnen groeien. Dat zijn er veel meer, dan we zullen denken. Bekijk deze op internet of in boeken over tuinieren. Dan ontdekken we ook, dat groenten allerlei groenkleuren kunnen vertonen. Dat betekent daarom ook, dat we het moeten vermijden om alles in eenheidskleur groen uit te voeren.
Dan komt natuurlijk de vraag of er iets te koop is. Het antwoord daarop is gelukkig positief. Allereerst levert de firma Noch laser mini-cuts, uit gekleurd papier door lasersnijden verkregen planten. Voor de groentetuin bijvoorbeeld rabarber, knollen, aardbeien, bonen, maar ook andere planten die gebruikt kunnen worden in de landschapsbouw, zoals brandnetels, wilde bloemen en planten, onkruid, waterplanten.
De firma Busch levert ons onderdeeltjes uit plastic om zelf groenten en andere planten samen te stellen. Zo worden, na een priegelwerkje, bloemkool, rode kool en aardappelen verkregen, maar ook sierbloemen als zonnebloemen, rozen en dahlia’s, evenals onkruid, waterplanten en wilde bloemen.

VerlorenHoekje-04.jpg
Afbeelding: 04
Bonenstokken, sla- en koolplantjes, zonnebloemen.
Foto gemaakt door: Wim Veneboer.

Daarnaast kan met enige moeite ook veel zelf gemaakt worden. Jonge slaplantjes maken we uit lichtgroen strooimateriaal. Zorg ervoor dat er héél kleine korreltjes worden gebruikt. Breng een aantal speldeknopgrote houtlijmdruppeltjes aan (meestal op één rechte lijn) en strooi daar de korreltjes op. Na drogen kan het teveel verwijderd worden.
Hetzelfde kan gedaan worden met donkergroen materiaal, wat dan bijvoorbeeld koolplantjes voorstelt. Voor degenen, die echt van peuteren houden, is er de mogelijkheid om minuscule stukjes zeeschuim aan te brengen (imitatieworteltjesgroen), terwijl iets grotere groene schuimplasticvlokjes weer andere, onbestemde, planten kunnen voorstellen.
Bonenstokken (zie afbeelding 04) zijn uit een bouwpakketje verkrijgen. Maar er kunnen natuurlijk ook enkele dunne cocktailprikkertjes middelbruin gemaakt en neergezet worden. Groene borduurzijde uit de voorraad van moeder-de-vrouw eromheen wikkelen en wat strooimateriaal van dezelfde kleur aanbrengen, en ook dat is weer een goede aanvulling.
Een plukje ijslands mos, of iets dergelijks, levert de indruk dat er een rode-bessenstruik in de tuin staat. Voor de perfectionisten dan de uitdaging om er rode bessen in aan te brengen, maar ook zònder minuscule details zal dit volkstuincomplex nu een "verloren hoekje" zinvol opvullen. Hoofdzaak is, dat we veel geduld hebben, van priegelwerk houden en onze fantasie gebruiken.


Meer informatie

Encyclopedie:
Externe website:
Busch.
Avontuur in miniatuur (Huib Maaskant).
Heki Flor.
Noch Modellbau.
Modelspoorsceneryshop.
Woodland Scenics.



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 5 okt 2023 10:16 (CET)