Persoonlijke instellingen

Wissels digitaliseren

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie door Fred (overleg | bijdragen) op 3 mrt 2010 om 15:52
Ga naar: navigatie, zoeken
E10.03 - Handmatig digitaal rijden - Vorige | Volgende - E10.05 - Terugmelding

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Remco Poppen


Nu we handmatig digitaal kunnen rijden, willen we dit een beetje uitbreiden, we willen graag de wissels digitaal bedienen. Om wissels te 'digitaliseren' hebben we een aantal onderdelen nodig.

Decoder.

We hebben een decoder nodig welke kan luisteren naar de commando's van de centrale. In de praktijk noemen we dit dan ook een wisseldecoder. Wisseldecoders zijn in verschillende vormen te koop. Je hebt ze voor 1, 2, 4 of 8 wissels tegelijk.

Daarbij verschillen wisseldecoders ook in de aandrijving waar ze voor bedoeld zijn.

DigitaalWisseldecoder.jpg
E10.04-01
Bron: Roco.cc

Digitaal67800.jpg
E10.04-02
Bron: Uhlenbrock.de

DigitaalLdtwisseldec.jpg
E10.04-03
Bron: Conrad.nl

Roco 10776

Uhlenbrock 67800

LDT MDEC Decoder

8 voudige magneetspoeldecoder 4 voudige servodecoder 4 voudige magneetspoel/motordecoder

Aandrijving.

De aandrijving is het laatste onderdeel wat we nodig hebben. Hiervoor zijn verschillende soorten te koop. Je kunt aandrijvingen eigenlijk in 2 soorten groeperen, de magneetspoelaandrijving, en de servo/vertragingsmotoraandrijving.

Elke aandrijving vereist een andere decoder.

DigitaalMagneetspoel.jpg
E10.04-04
Bron: Roco.cc

DigitaalServouh.jpg
E10.04-05
Bron: Uhlenbrock.de

DigitaalTortoise.jpg
E10.04-06
Bron: Circuitron.com

Magneetspoelaandrijving

Servoaandrijving

Vertragingsmotoraandrijving

Alle aandrijvingen hebben hun voors en tegens. De magneetspoelen zijn eenvoudig aan te brengen, maar zitten in het zicht. In een schaduwstation is dat geen probleem, maar op je baan staat dat niet zo heel erg mooi. Een magneetspoel gaat ook in 1 klap om, dus je hoort een tikje en de wissel is om. Niet realistisch dus.

De servoaandrijvingen zijn wat lastiger aan te brengen omdat ze onder je baan geplaatst moeten worden. De decoder is volledig te programmeren in snelheid en uitslag. Het gevolg is dat je niets ziet op je baan en de wissels netjes rustig omgaan zonder veel geluid.

De Tortoise vertragingsmotoraandrijving is ontzettend betrouwbaar en erg sterk en kan ook net als een servo rustig omgaan. Het enige nadeel van de Tortoise is de afmeting, ze steken vrij ver uit naar beneden. Ze zijn wel bijzonder geschikt voor de grotere schalen in verband met hun kracht.

De magneetspoel en de vertragingsmotor decoders hebben ook nog extra wisselstroomspanning nodig. Deze aandrijvingen gebruiken deze externe spanning om de spoelen en motoren te laten werken. De servo aandrijvingen hoeven die niet te hebben, maar gebruiken dan een klein beetje 'dure' digitale spanning. Indien je ze wel wilt voeden met extra wisselspanning, dan kan dat wel!

Daadwerkelijk wissels schakelen.

Zoals locomotieven luisteren naar adressen, zo luistert ook de wisseldecoder naar adressen. Deze adressen moeten we programmeren. Op vrijwel alle gangbare wisseldecoders bevind zich een programmeerknopje. Als je dit knopje indrukt, en een wisselcommando geeft op een bepaald adres, worden alle wisseladressen van die decoder geprogrammeerd.

Voorbeeld:

Je hebt een 4 voudige wisseldecoder en je drukt het programeerknopje in. Je selecteert wisseladres 5 en geeft het commando om te schakelen. De decoder zal er op reageren met de eerste aandrijving, en vanaf dat moment zijn de adressen ingesteld. De eerste aandrijving is adres 5, de tweede aandrijving is adres 6, de derde is 7 en de vierde is 8.

Als je daarna nòg een wisseldecoder wilt programmeren moet je die dus niet op adres 6 programmeren maar op adres 9! Want anders krijg je een overlap en zullen 2 of meer wissels tegelijk gaan reageren.

Nu zijn we in staat handmatig digitaal te rijden met gedigitaliseerde wissels!

Aansl-wiss-dec-rk.jpg


E10.03 - Handmatig digitaal rijden - Vorige | Volgende - E10.05 - Terugmelding