Persoonlijke instellingen

Woorden - V

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net


Woord of afkorting:         Zoeken op deze pagina: CTRL + F.

v.

(Grootspoor); "v" is de afkorting van "verdiept". Hiermee wordt dubbeldeks materieel aangeduidt. Zie dubbeldeks materieel

V.

(Elektrotechniek, elektronica); "V" is de afkorting van volt. Zie: artikel Elektronica basis.

V+

(Elektronica); 1. "V+" is een term die veelvuldig in schema's wordt gebruikt en betekent: positieve voedingsspanning. Meer over V+.
2. "V+" Wordt ook gebruikt voor de "plus ingang" van een "operationele versterker" (OpAmp) of een comparator. Als de spanning op deze ingang stijgt, dan zal ook de uitgangsspanning van de schakeling stijgen. De "niet inverterende" (Engels: "non-inverting") spanningsingang wordt aangegeven met het plusteken (+). Zie ook het artikel Elektronica basis. Meer over opamp.

V-

(Elektronica); 1. "V-" is een term die veelvuldig in schema's wordt gebruikt en betekent: negatieve voedingsspanning. Meer over V-.
2. "V-" Wordt ook gebruikt voor de "min ingang" van een "operationele versterker" (OpAmp) of een comparator. De "inverterende" (Engels: "inverting") spanningsingang wordt aangegeven met het minteken (-). Indien de spanning op de "NIET-inverterende ingang" hoger is dan die op de "inverterende ingang", zal de opamp naar een spanning op de uitgang in de buurt van de voedingspanning +Vcc omslaan (=naar het "hoog" niveau overgaan). In het andere geval, als V1 groter dan V2 is, zal de uitgang naar het "laag" niveau overgaan ("nul" of "massa"). Zie ook het artikel Elektronica basis. Meer over de opamp.

Vcc.

Vcc is een term die veelvuldig in schema's wordt gebruikt en betekent: positieve gestabiliseerde voedingsspanning t.o.v. GND. Meer over Vcc..

Vee.

Vee is een term die veelvuldig in schema's wordt gebruikt en betekent: negatieve gestabiliseerde voedingsspanning t.o.v. GND. Meer over Vee..

VAM.

De VAM (Vuil Afvoer Maatschappij) is een voormalig afvalverwerkingsbedrijf met hoofdvestiging in Wijster, Drenthe. (3) Meer over VAM.

VDR.

(Elektronica); Afkorting van Voltage Dependend Resistor (=spannings afhankelijke weerstand), ook wel varistor genoemd. Een weerstand, waarvan de weerstandswaarde afhankelijk is van de over de weerstand staande spanning. Zie ook: Elektronica basis. (3) Meer over de VDR.

Vkl.

Zie: Verkeersleider.

VKL.

Afkorting van Alleen verkeerslichten Aanduiding voor een overpad/overweg zonder overwegboom.

VL.

Afkorting van Verkeersleiding. Zie Verkeersleider. (3) Meer over verkeersleiding.

VL-post

Zie: Verkeersleiding

VN-nummer

Zie: Stofidentificatienummer. (3) Meer over stofidentificatienummer.

VPI.

Afkorting van Vital Processor Interlocking. Amerikaans elektronisch fail-safe beveiligingssysteem. Beveiligingsysteem dat functioneel gelijkwaardig is aan beveiligingsystemen als EBS en B-relais. (7) Meer over VPI.

VPT.

Afkorting van Vervoer Per Trein. Informatie- en communicatiesysteem ter ondersteuning van de planning en bijsturing van de treinenloop. De signalen ten behoeve van de aansturing van de beveiliging worden door middel van EBP aan het beveiligingssystemen doorgegeven. Bijvoorbeeld EBS, VPI of de (oude) B-relais uit het begin van het Nederlandse seinstelsel (zie ook het artikel Seinen). (2) Meer over VPT.

VS.

1. Afkorting van "Veilig Sein". (1);
2. Afkorting van Verkeerd Spoor. (3) Zie Tegenspoor.

VTG.

(Jargon); Afkorting van Vertraging. (bijv. VTG 5, wanneer er vijf minuten vertraging is). Ook wordt dit in vakjargon aangeduid als: trein nr. x + vijf. Bij de x staat dan het treinnummer (bijv. Trein nr. 6348 + vijf).

VWS.

Afkorting van "Voorschrift voor Werkzaamheden aan of in de nabijheid van Spanningsvoerende delen". (5) Meer over VWS.

Vaantje

Rangeerseinlantaarn met uiterlijk als van een vaantje. Zie ook: "Onderzeeër", "Snoekebek". (1)

Vakwerkmast

Vakwerkmasten bestaande uit stukken hoekijzer, komen onder andere voor als steunmast bij het grootspoor, als zendmast en als draagconstructie van een hoogspanningsleiding. (3) Meer over vakwerkmast.

Valletje

1. "Valletje opscheppen": kolen die tussen de rails gevallen waren tijdens het kolenladen van vorige locomotieven, opscheppen voor gebruik op de eigen loc, waardoor men wat extra kolen had, die niet als geladen geregistreerd werden, waardoor de kolenpremie omhoog ging (valletje = dat wat gevallen is);
2. Kolen die in het machinistenhuis op de vloerplaat gestapeld worden, op de vloerplaat vallen ook wel eens kolen uit de tenderruimte, vandaar misschien de naam; zie ook "Bakkie over deurtje". (1)

Valrooster

rooster dat scharnierend naar beneden kan worden bewogen om slakken te verwijderen; ook: Tuimelrooster, Bascul, Klaprooster; zie ook: "Scheprooster", "Schudrooster". (1)

Variabele

Een variabele is een term uit de informatica, die gebruikt wordt in verband met programmeren. Bijvoorbeeld een "CV" van een locdecoder is een variabele. Deze bevat getallen in binaire vorm. (3) Meer over variabele.

Variac

Een variac (samentrekking van "variabel" en "AC") is een regeltransfomator (ook autotransformator). (3) Meer over de variac.

Varistor

(Elektronica); Ook wel Metal-Oxide Varistor (afgekort MOV), ook wel VDR genoemd. Elektronisch onderdeel (in de vorm van een schijf, met daaraan twee draden gemonteerd) dat beveiligd tegen te hoge spanningen. (3) Meer over varistor.

Varken

"Het wilde varken": bijnaam van de locomotieven van de serie NS 3200, 3300 en 3400, die een hoop lawaai maakten doordat ze met hun drie koppelassen zonder loopassen een onrustige loop hadden; vergelijk de uitdrukking: "schreeuwen als een mager varken". (1)

Vasthebben

Achter de locomotief vastgekoppeld hebben; "kastjes vasthebben"; "bakjes vasthebben". (1)

Vast sein

Een vast sein is een sein, dat te allen tijde een seinbeeld toont, dat in het SR (sein regelement) is omschreven en dat niet vrij verplaatsbaar is. (7) Meer over vast sein.

Veegtrein

De eerste trein die na een treinloze periode (bijv. de nacht) met beperkte snelheid over een hogesnelheidslijn rijdt om de baan te inspecteren op ongewenste hindernissen in- en op het spoor. (2) Meer over veegtrein.

Veelading

Laad- en losperron voor vee op gelijke hoogte met de bodem van de wagens voor veevervoer; ook geschikt voor circus- en kermistreinen. Ook in plaatsen waar weinig of geen vee geladen of gelost werd, en waar een perron van een dergelijke bouw aanwezig was, sprak men van "veelading". De benaming werd hier dus gebruikt op grond van de gelijkenis in bouw tussen de perrons, en niet op grond van de gelijkenis in functie van veeladen. (1)

Veerwissel

Wissel waarvan de tongen opengereden kunnen worden, en daarna terugveren in de oude stand; zie ook "Klapwissel". (1)

Veldeffecttransistor

(Elektronica); een veldeffecttransistor, meestal aangeduid als FET (field-effect transistor), is een unipolaire transistor met gewoonlijk drie aansluitingen: de source (S), de drain (D) en de gate (G). (3) Meer over de veldeffecttransistor.

Veilig

Seinstand; "veilig" of "veilig sein" of "sein (op) veilig": trein kan (gaan) rijden; "hoog veilig": de bovenste arm van het vertakkingssein toont veilig; "laag veilig": de onderste arm van het vertakkingssein toont veilig. (1)

Veiligheid

Veiligheidsklep. (1)

Veiligheidsklep

Klep die de ketel afsluit en die automatisch geopend wordt als de stoomspanning in de ketel te hoog wordt, waardoor de ketel gevaar zou lopen uit elkaar te springen. (1)

Veiligheid op 't spoor

Iedereen in Nederland moet veilig kunnen reizen over het spoor, werken aan het spoor en leven bij het spoor. (15) Meer over veiligheid

Veiligheidsinformatie-blad

Een veiligheidsinformatieblad is een, in Europa toegepast, gestructureerd document met informatie over de risico's van een gevaarlijke stof of preparaat, en aanbevelingen voor het veilig gebruik ervan op het werk. (3) (zie ook: MSDS). Meer over veiligheidsinformatieblad.

Verankeringsblok

Zware betonnen voet, die in de bodem van de spoorbaan zit, naast het spoor. Op dit verankeringsblok worden de bovenleidingportalen bevestigd. Zie: artikel DIN masten en -portalen.

Verbreekcontact

Term uit de elektro/elektronica-techniek. Hiermee wordt een contact aangeduidt dat in rusttoestand gesloten is (bijv. een relaiscontact, dat bij bekrachtiging van de relaisspoel opent). (3) Meer over verbreekcontact.

Verdeelspoor

Spoor waar goederenwagens, die geheuveld zijn, naar toe lopen om te kunnen worden gesorteerd. (2) Meer over verdeelspoor.

Vereffenen

(Elektrotechniek); Het vereffenen van een installatie is bedoeld om de spanning tussen verschillende geleidende delen gelijk te maken. Hierdoor zijn er geen spanningsverschillen en zal er dus geen stroom lopen, wanneer deze delen aangeraakt worden. Meer over vereffenen.

Verharder

(Chemie); een verharder (ook "harder") is een stof die aan een andere stof toegevoegd is of wordt, om het verharden van die laatste te bevorderen, bijvoorbeeld bij tweecomponentenlijm. (3) Meer over verharder.

Verkanting

Bewust aangebracht hoogteverschil (in de dwarsrichting) tussen de spoorstaven van één spoor. Dit ter compensatie van zijdelingse versnellingen. (2) Meer over verkanting

Verkantingsoverschot

Bij een verkantingsoverschot rijdt een trein langzamer door een boog dan waarvoor deze is uitgelegd, inclusief de daarin opgenomen verkanting. Voor de reizigers betekent dit dat de trein gevoelsmatig teveel naar de binnenkant van de boog helt. (2) Meer over verkantingsoverschot.

Verkantingstekort

Bij een verkantingstekort rijdt een trein sneller door een boog dan waarvoor deze is uitgelegd, inclusief de daarin opgenomen verkanting. Voor de reizigers betekent dit dat de trein gevoelsmatig teveel naar de buitenkant van de boog helt. Dit is gevoelsmatig te vergelijken met een auto die een scherpe bocht maakt. (2) Meer oververkantingstekort.

Verkeer

Het geheel van trein- en rangeerbewegingen. (2) Meer over verkeer.

Verkeerd

"Verkeerd spoor": (op) het spoor voor de tegengestelde richting (op dubbelsporige baanvakken). (1)

Verkeerd Spoor

Zie Tegenspoor.

Verkeersleider (Vkl.)

Een verkeersleider regelt de treinenloop op één- of meer baanvakken en zorgt dan voor de verkeersstromen. Deze persoon mag zich niet met de veiligheidszaken bezighouden.

Verkeersproces

(Bewakings- en bedieningssysteem). Systeem bedoeld voor alle bedienhandelingen aan de infrastructuur, ten behoeve van de treindienst. Bijvoorbeeld EBP (Elektronische BedienPost) (2) Meer over verkeersproces.

Verlengsnoer

(Elektrotechniek); Een "verlengsnoer" is een elektriciteitssnoer met connectoren A en B dat een verbinding tussen onderling koppelbare connectoren C en D kan verlengen door C te koppelen met A en B met D. Meestal zit C en/of D aan het uiteinde van een snoer (veelal met een derde ader voor randaarde), dat door gebruik van het verlengsnoer als het ware verlengd wordt. Koppelbaarheid van twee connectoren betekent meestal dat het ene mannelijk en het andere vrouwelijk is, waarbij ze verder van hetzelfde type (2-aderig of 3-aderig) zijn. Een verlengsnoer kan ook een "kabelhaspel" zijn. Let op! Is de kabel gedeeltelijk opgerold, dan is de maximale belasting minder, aangezien het snoer niet goed kan afkoelen. Op sommige haspels staat dan ook de maximumbelasting in ingerolde en in afgerolde toestand vermeld. Er zijn kabelhaspels met een thermische beveiliging tegen oververhitting. (3) Meer over verlengsnoer.

Vermogen

(Elektrotechniek); Het vermogen is de hoeveelheid spanning (uitgedrukt in de eenheid volt) x de stroomsterkte (uitgedrukt in de eenheid ampère). Dit word uitgedrukt in de eenheid watt. (3) Meer over vermogen.

Vernieuwen (Onderhoud)

Het uitvoeren van onderhoudsacties aan een al-dan-niet defect object, met als doel: alle beschadigde onderdelen in hun oorspronkelijke staat terug te brengen. (2) Meer over vernieuwen.

Versterkingsrijtuig

Een versterkingsrijtuig is een rijtuig dat voor een gedeelte van de route wordt bijgeplaatst. (3) Meer over versterkingsrijtuig.

Vertakkingssein

(Grootspoor); 1. Seinpaal, opgesteld voor een splitsing, die de treinbewegingen "aftakkend" resp. "rechtdoor rijden" regelt. (1)
2. Een vertakkingssein kan twee, drie of vier armen hebben. Dit is altijd een bordessein, dat gelijkenis vertoond met een kandelaar, omdat het opgebouwd is uit één gemeenschappelijke grondpaal, met daaruit, op het bordes, meer dan één paal. (1) Zie ook: Kandelaar.

Vertrekseinlicht

Een vertrekseinlicht is een wit licht, waarbij een bord met een zwarte V is geplaatst. Indien het witte licht ontstoken is, betekent dit dat er toestemming is tot het geven van het bevel tot vertrek. (2) Meer over vertrekseinlicht.

Vertrekspoor

Spoor waar vanaf treinen kunnen vertrekken richting hoofdbaan. (2) Meer over vertrekspoor.

Vertrekstaat

Een vertrekstaat is een overzicht van de dienstregeling van een bepaald traject in het openbaar vervoer. Vertrekstaten zijn vaak beschikbaar bij bus- en tramhaltes en bij treinstations in de stationshal en/of op individuele perrons. (3) Meer over vertrekstaat.

Vervangen (onderhoud)

Uitwisselen van een onderdeel of een object tegen een nieuw of hersteld exemplaar. (2) Meer over vervangen (onderhoud).

Vervoer

Het geheel van activiteiten, gericht op het verplaatsen van mensen en/of goederen. (2) Meer over vervoer.

Vervoerder

Exploitatiemaatschappij die treindiensten voor of reizigers en/of goederen exploiteert. (2) Meer over vervoerdr.

Vervoersmodel

Een vervoersmodel is een eerste vertaling van de vervoersvraag, in de vorm van marktspecificaties waarin wordt aangeven welke verbindingen met welk type treindienstsoort (IC, IR, R/A, goederen) met welke frequentie, comfort, gemiddelde reistijd, aansluitingen en punctualiteit dienen te worden geboden. (2) Meer over vervoersmodel.

Verwittigingssein

(België); "Waarschuwingssein"; verwittigingssein is de officiële term. (1)

Verzorgen (Onderhoud)

Het uitvoeren van onderhoudsacties aan een object met als doel de gebruiksklare conditie van één of meer onderdelen te handhaven, bijvoorbeeld door reinigen, smeren, verversen etc. (2) Meer over verzorgen (onderhoud).

Vetergang

Slingerende gang van een voertuig over spoor. Bij het rijden over recht spoor loopt een wielstel niet zuiver rechtuit, doch beschrijft een golflijn, in het algemeen zonder dat de flenzen de rails raken. Dit wordt daardoor veroorzaakt, dat het ene wiel van een wielstel niet op een even grote cirkel loopt als het andere. Daardoor gaat het wielstel naar één kant lopen (naar de zijde van de kleinere loopcirkel). Dan wordt de loopcirkel van het wiel dat eerst op een kleinere cirkel liep groter en die van het andere wiel kleiner, waardoor de bewegingsrichting omkeert en dit spel herhaalt zich voortdurend. Een evenwichtstoestand ontstaat niet. Zigzaggen dus, zoals een veter ook zigzag in een schoen geregen wordt. (1)

Vetkolen

Vette steenkool met een hoog gehalte (tot aan 30%) aan vluchtige stoffen; tegengesteld "magere kolen"; vetkolen meestal gebruikt op locomotieven. (1)

Viaduct

Een viaduct is een brug die een (spoor)weg over iets voert, dit kan een andere (spoor)weg of een dal zijn. Dit type brug is een bouwwerk of constructie als vaste verbinding voor spoor- of wegverkeer over een hindernis zonder de doorgang onder de verbinding te belemmeren. (3) Meer over viaduct.

Vialis NMA

Zie: NMA.

Vierkant

"Vierkante ketel": het ketelgedeelte om de vuurkist, dat vierkant van vorm is; "vierkant wiel": schertsende benaming van een wiel met een platte wielband. (1)

Vierkante wielen

Wielen die door te hard remmen, meestal door gladheid van de rails, een ingesleten vlakke plaats hebben en die bij het rijden een bonkend geluid veroorzaken. (16) Meer over vierkante wielen.

Vier-tje

Spoorjargon; benaming voor een vierdelig treinstel, dus bestaande uit vier rijtuigen (of bakken). (1)

Vijftand

Stokersgereedschap, bestaande uit een staaf met een hark van vijf tanden, om de kolen uit de tenderruimte van boven weg te trekken naar beneden. (1)

Virtueel

Virtueel is lijkend op iets in de reële wereld, maar niet tastbaar bestaand. Ander woord voor "virtueel" is "denkbeeldig". (19) Meer over virtueel.

Vis-à-vis

De stoelen in een rijtuig met middengang zijn zo geplaatst dat de reizigers elkaar aankijken. (3) Meer over vis-à-vis.

Vivak

Vivak is een merknaam van de firma Bayer. Het materiaal, PolyEthyleenTereftalaat-Glycol (PET-G), is lichtdoorlatend en heeft op het eerste gezicht veel weg van perspex, (in de volksmond: "plexiglas"). Het is dus per sé géén perspex (=polymethylmethacrylaat= PMMA), maar heeft wel enkele overeenkomstige eigenschappen. Zo kunnen we het bij voorzichtig verwarmen wat buigen. Af laten koelen, terwijl het in vorm wordt gehouden. Bij het buigen moeten we er rekening mee houden dat het een thermoplast is, die dus de neiging heeft terug te veren. Buigen kan dus wel, maar vereist eerst wel wat oefening en de nodige mislukkingen.

Vlag

"Met witte vlag rijden" of "vlag erop": met blazende veiligheid, waaruit een witte stoompluim komt, rijden; "binnen komen met de vlag in top": het station binnenrijden met blazende veiligheid. (1)

Vlak

"Vlakke plaats" (op het wiel): vlak uitgesleten plek op een wielband; platte wielband. (1)

Vlaamse Reus

Vlaamse reus is de benaming van locs uit de 6400 en 6500 serie die ook in België mogen rijden.

Vlambuis

Oververhitterbuis, die door de vlampijp loopt en waardoor verse stoom gaat, die door de hete rookgassen in de vlampijp nog extra verhit, oververhit wordt. (1)

Vlampijp

Een vlampijp is onderdeel van een stoomketel. De hete rookgassen stromen door een groot aantal, met water omringde, vlampijpen om het verwarmend oppervlak te vergroten. (19) Meer over vlampijp.

Vlampijp-reinigings-installatie

Een vlampijp-reinigings-installatie (of kortweg "doorblaasinstallatie") is een installatie die bestond uit een stijger, om gemakkelijk en op de juiste hoogte bij de vlampijpen te kunnen komen. Deze steiger stond op een doodlopend spoor(tje), vlak achter een stootjuk. Met hogedruk perslucht werden de vlampijpen met behulp van een lange lans doorgeblazen. Zie ook Het stoomlocomotievendepot.

Vliegas

Zeer fijne as, stuifas; ook "stip". (1)

Voeding

(Elektrotechniek); Apparaat wat van een wisselspanning (bijvoorbeeld 230 V AC) een lagere gelijkspanning (bijvoorbeeld 12 volt DC) maakt. Een voeding is voorzien van een transformator, een gelijkrichter, en meestal een elco om de gelijkspanning af te vlakken. Het kan ook een gestabiliseerde voeding zijn. Dan zit er extra regel-elektronica in, om de spanning stabiel te houden.
Een voeding levert altijd gelijkspanning, anders is het een adapter.

Voedingspomp

Pomp die water uit de tender pompt de ketel in. (1)

Voeler

Zie: Sensor.

Voertuig

(Grootspoor); Elk gestel op wielen, al dan niet geleed, ingericht om, anders dan op handkracht, op spoorstaven te rijden. (2) Meer over voertuig.

Voetangel

Een voetangel is een dicht bij de grond geplaatst rangeerpaaltje. (1)

Voetenplaat

Voetplaat. (1)

Voetplaat

1. Eén van de platen rondom de ketel, waar het personeel over kan lopen;
2. Buiten op de loc: de omloopplaten. (1)

Voeten vegen

(Grootspoor); doorslaan; de snel draaiende wielen van de loc worden hier dus vergeleken met vegende voeten, wat ook snel gebeurt en a.h.w. over de mat glijdend en tegelijkertijd stilstaand gebeurt. (1)

Voltrekken

(Klemtoon op "vol"; "de ketel voltrekken": de ketel vullen met water (dat) uit de tender ("getrokken" wordt), m.b.v. de injecteur. (1)

Voluutveer

(Grootspoor); Oude benaming voor een type veer. Nieuwe benaming is "tonveer". De voluutveer is een spiraalvormige veer, gemaakt van opgerold plaatmateriaal, aan twee zijden verbonden via trekstangen met de schroefkoppelingen (het trekwerk) van een goederenwagen. De voluutveer dient om schokken op te vangen van het trekwerk (twee afzonderlijke voluutveren bevestigd aan de bak). En ook bij het overbrengen van de trekkrachten op de bak bij doorgaand trekwerk (enkele voluutveer). (bron: Eric B. en Paul Bender en Gerrit Ferwerda van het BNLS-forum). Zie draadje op het BNLS-forum. Meer over voluutveer.

Vonkenvanger

In de rookkast tussen de exhauster en schoorsteen aangebrachte korf, ter voorkoming van het uit de schoorsteen van de locomotief uitstoten van vonken, wat brand kan veroorzaken; de vonkenvanger kan ook op de schoorsteen zelf, buiten de rookkast aangebracht zijn. (1)

Vonkenweerder

(België); vonkenvanger; "de vonkenweerder in de rookkast" (1)

Voor de paal staan

(NS-jargon) Voor een rood sein staan.

Voorinleggen

"Ganghandel voorinleggen"; zie "Ophalen". (1)

Voorschakelweerstand

(Elektronica); Letterlijke vertaling van het Duitse "Vorschaltwiderstand". Een voorschakelweerstand is een weerstand die gebruikt wordt om de elektrische stroomsterkte in het erna volgende circuit te begrenzen en/of te regelen. Dit gebeurt om de gewenste hoeveelheid stroom door het circuit te laten stromen. (3) Omdat de voorschakelweerstand in serie staat met het erna volgende circuit, is het beter om te spreken van "serieweerstand". Meer over voorschakelweerstand

Voorsein

1. Seinpaal die een hoofdsein aankondigd en de te verwachten stand van dit hoofdsein aangeeft, zodat de machinist bij seinstand "onveilig" of "aftakkend" een remming kan beginnen, om de trein tijdig tot stilstand te brengen. (1)
2.Een lichtsein dat vooraf gaat aan een hoofdsein en niet "STOP" kan tonen. (2) Zie: Lichtseinen. Meer over voorsein.

Voorspan

Een trein die getrokken wordt door twee- of meer locs met in elke loc een eigen machinist. Wordt bijvoorbeeld een dieselloc geholpen door een stoomloc, dan spreekt men ook wel van gemengde tractie. (3) Meer over voorspan.

Voorstadstrein

Een trein in een stedelijk gebied met veel stops, die gebruik maakt van spoorlijnen en soms ook van een metrolijnen. (3) Meer over voorstadtrein.

Voor z'n smoel gooien

"het sein valt op z’n kont:" het sein valt plotseling op onveilig (de seinarm "valt" inderdaad). Het sein valt vlak voor de locomotief. (1) Zie ook: "Kont".

V-Polder

Een baanconcept waarbij men damwanden in een V-vorm in de grond trilt, bekeken vanuit de dwarsdoorsnede. De tussenliggende grond wordt gedeeltelijk ontgraven en als een polder voorzien van een eigen waterpeil dat lager gelegen is dan dat van het naastgelegen maaiveld. (2) Meer over V-polder.

Vrij

Zonder een trein of wagens erop: "baan vrij"; "blok vrij". (1)

Vrijbalk

Tussen twee samenlopende of elkaar kruisende sporen geeft de witte vrijbalk (zie artikel Scenery op het spoor) de uiterste grens aan waar railvoertuigen mogen worden geplaatst, zonder de beweging van voertuigen op het andere spoor te hinderen. (2) Meer over vrijbalk.

Vrije baan

Algemene aanduiding voor baanvak (spoor); een gedeelte van de spoorweg buiten de stations en emplacementen. (2) Meer over vrije baan.

Vrije ruimtemerk

Vrijbalk. (1)

Vrije kruising

Kunstwerk dat het mogelijk maakt dat treinen elkaar ongelijkvloers kunnen kruisen. Wordt uitgevoerd als een "fly-over" of een "dive-under" (ook wel ongelijkvloerse kruising genoemd). (2) Meer over vrije kruising.

Vrijlopen

Het zodanig staan van een trein dat hij geen wissel bezet houdt, zodat er een andere trein langs kan lopen; zie ook: Vrijbalk. (1)

Vrijloopdiode

(Elektronica); Eng. "barrier diode". Bij een diode is sprake van een geleidende richting (de doorlaatrichting) en een sperrende richting (de sperrichting). Van deze eigenschap wordt gebruik gemaakt door een vrijloopdiode toe te passen bij relais die door een transistor geschakeld worden. De kathode van de diode komt aan de plus-aansluiting van het relais. De functie van deze "vrijloopdiode", is het beschermen van de transistor die het relais aanstuurt. De "vrijloopdiode" voorkomt dat de transistor defect raakt door te hoge (inductie)spanningen, die ontstaan bij het "afvallen" van het relais (dus op het moment dat de spoelspanning op het relais uitgeschakeld wordt). Zie ook: Sperdiode.

Vuil

(België); "Vuil vuur": vuur met veel slakken. (1)

Vulling

(België); 1. Vullingsgraad;
2. "Vulling geven";
          2 a) vullingsgraad bepalen;
          2 b) de regulateur met het ganghandel in de middenstand, waardoor de loc niet kan rijden, zodat verse stoom de stoomschuifkast                vult en de kast bij stilstand voorverwarmd wordt; hierdoor wordt condensvorming, ook al in de nabijgelegen cilinder,                        tegengegaan. (1)

Vullingsgraad

De tijd gedurende welke de stoomschuif opening geeft aan de stoompoort, waardoor verse stoom de cilinder in kan stromen; daardoor: de hoeveelheid stoom die de cilinder vult; "vullingsgraad bepalen": het ganghandel instellen op een bepaalde vullingsgraad; ook kortweg "vulling" genoemd. (1)

Vuur

De vuurkist met het vuur erin. Het vuur. "een dun vuur:" een dunne laag brandende kolen op het rooster; "een goed vuur, een slecht vuur:" een goed- respectievelijk slecht brandend vuur. "een blanke kachel met een goede ligging:" een schoon vuur met goed verspreide kolen. "een lekker kacheltje": een goed brandend vuur. "er een vuur inzetten:" zorgen voor een flink vuur voor het begin van een rit met een zware trein. Zie ook "Blank" en "Kachel". (1)

Vuurbrug

Kort gewelf van vuurvaste steen achter in een vuurhaard, dienend om de vermenging van de gassen met de verbrandingslucht te bevorderen (van Dale); verhindert tevens dat de vliegas boven het vuur direct door de geforceerde trek de vlampijpen ingezogen wordt en in te grote hoeveelheden in de rookkast terechtkomt. (1)

Vuurdeur

De Vuurdeur is de afsluiting van het stookgat in de vuurkist; ook kortweg: "deur". (1)

Vuurhaard

(België); Vuurkist. (1)

Vuurkist

De vuurkist is een kistvormige ruimte die aan de ketel gebouwd is, en waarin het vuur gestookt wordt dat de ketel verwarmd. (1)

Vuurkistmantel

De vuurkistmantel is de buitenzijde van de vierkante ketel, voorzover die zich om de vuurkist bevindt (dus niet de pijpenplaat); ook wel "buitenvuurkist" genoemd; zie ook: "binnenvuurkist". (1)

Vuurslag

(België); het doorsmelten van de loodnagels in de Hemelplaat van de vuurkist, door te lage waterstand in de ketel; het machine heeft een vuurslag gehad. (1)



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 13 apr 2024 10:19 (CET)