Persoonlijke instellingen

Woorden - W

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie door Fred (overleg | bijdragen) op 30 dec 2017 om 15:14 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Koptekst |Vorige= Woorden - V |Volgende= Woorden - X |VorigeMenu= Verklarende woordenlijst |Auteur= }}{{Woorden-Introtekst |2eKolomPositie= 80%}}{{Trefwoord <!--Waar…')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net


Verklaring
Trefwoord
Zoeken op deze pagina: CTRL + F
Afkorting van Waarschuwings Installatie op BRuggen. (2) Meer over de WIBR

WIBR.

Afkorting van Waarschuwings Installatie voor DienstOverpaden. (2) Zie: Overwegen Grootspoor.

WIDO.

Afkorting van Waarschuwings Installatie voor Landelijke Overwegen. (2) Zie: Overwegen Grootspoor.

WILO.

Afkorting van Waarschuwings Installatie Tunnels. (2) Zie: Knipperlichtschakelingen. Meer over de WIT (zie helemaal onderaan).

WIT.

Afkorting van Waarschuwingslichten bij Uitzichtsbelemmerende Objecten. (2) Zie: Overwegen Grootspoor.

WUBO.

Spoor waarop een trein gedurende enige tijd gestald kan worden. Meer over wachtspoor . (2)

Wachtspoor

Type Diesel Hydraulische treinstellen (DH1 en DH2) dat bedoeld was om in het Noorden van Nederland te rijden. Meer over wadloper (3)

Wadloper

(NS-spoorjargon). Spoorvoertuig bestemd om door middel van een krachtvoertuig te worden bewogen en expliciet ngericht voor het vervoer van goederen.

Wagen

Serie rijtuigen die door verschillende maatschappijen zijn samengebracht t.b.v. de uitvoering van een gemeenschappelijke internationale dienst. (3)

Wagenpool

(NS-spoorjargon). Spoorvoertuig (ook rijtuig genoemd), bestemd om door middel van een krachtvoertuig te worden bewogen en expliciet ingericht voor het vervoer van personen.

Wagon

Zie XPS.

Wallmate

Proces dat de sturing van trein- en rangeerdienst omvat, evenals de regeling van het veilig gebruik van de infrastructuur en het materieel. (2)

Walproces

(NS-spoorjargon). Bijnaam voor de bovenleiding. Zie: artikel Bovenleiding.

Waslijn

Bouwkunde. Een iets schuin naar de pannen (of riet) aflopende horizontale plank, die aan de verticale windveer gemonteerd wordt. Dit om te voorkomen dat water tussen de windveer en de dakbedekking instroomt. Zie: Windveer.

Waterbord

Inrichting voor het wegen van goederenwagens. Meer over weegbrug

Weegbrug

Een weerstand is een elektrische component die de eigenschap elektrische weerstand heeft. Weerstanden worden gebruikt als onderdeel in elektrische netwerken. Voor zo'n component is er volgens de wet van ohm een vaste verhouding tussen de aangelegde spanning en de stroomsterkte die vloeit. Deze verhouding is de weerstandswaarde, die uitdrukt in welke mate de stroom hinder ondervindt. De weerstandswaarde, kortweg ook weerstand genoemd, wordt uitgedrukt in de afgeleide SI- eenheid ohm (symbool: Ω). Een weerstand heeft een waarde van één Ω (ohm) als een spanning van één volt over de component leidt tot een stroomsterkte van één ampère. Meer over weerstand (Component). (3) Zie: Elektronica basis.

Weerstand

Zie Wegleren. (4)

Wegkennis

Voordat een machinist dienst mag doen op een baanvak, moet hij wegkennis opdoen. Dat wil zeggen dat hij de route met alle bijzonderheden (zoals o.a. de plaats van de stations en van de seinen moet kennen. Vaak gebeurt dat tijdens een gewone rit, onder leiding van een ervaren machinist, maar er worden ook extra treinen ingezet. (4)

Wegleren

Regelaar voor analoge banen, ontworpen door Marten Weistra in 1984. Maakt gebruik van pulsbreedtemodulatie PBM. De regelaar (zie: Snelheidsregelaar met pulsbreedtemodulatie) is legendarisch, en wordt nog steeds gebruikt, o.a. door modelspoorclubs. Op de site van Klaas Zondervan is een aangepaste versie van de regelaar te vinden. Zie: regelaar .
Op het forum is aanvullende informatie te vinden.

Weistra regelaar

Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel (Werkspoor), met fabrieken in Amsterdam en Utrecht.

Werkspoor

Een krachtvoertuig of bijzonder voertuig -indien met andere voertuigen verbonden, daarmee één geheel vormende- dat zich bevindt op buitendienst gesteld spoor en niet gebruikt wordt als gereedschap op de werkplek. Railvoertuigen en grote onderhoudsmachines. (2)

Werktrein

Contactloos remsysteem in materieel, waarbij een magnetische remkracht tussen rem-element en rail wordt opgewekt door middel van inductie van stromen in de spoorstaven. (2)

Wervelstroomrem

Een spoorvoertuig rijdt op wielbanden. Een spoorwiel bestaat uit een licht tapse wielband. Het loopvlak is dus ietwat conisch. De wieldiameter wordt aangeduid met loopcirkel. Tegenwoordig bestaan er ook zogenaamde volwielen. Dit zijn wielen zonder losse wielband. Meer over Wielband (3)

Wielband

De opstaande rand aan het wiel dat er voor zorgt dat een trein, loc, rijtuig of (goederen)wagen op het juiste spoor blijft (Zie ook: 'Speermaat').

Wielflens

Klein instandhoudingsemplacement bestaande uit slechts één spoor ten behoeve van rollend klein instandhoudingsmaterieel. (2)

Wijkspoor

Bouwkunde. Een windveer is een bouwkundige inrichting die ervoor zorgt dat wind, regen en sneeuw niet onder de dakbedekking kunnen komen, ongeacht of deze uit riet of uit dakpannen bestaat. De eigenlijke windveer bestaat uit een verticaal aangebrachte plank. Om instroming van water tussen de windveer en de pannen te voorkomen, wordt er aan de windveer een iets schuin naar de pannen (of riet) aflopende horizontale plank (het waterbord genoemd) aan de windveer gemonteerd. Dit geheel, van verticale en horizontale plank, wordt dus in de volksmond windveer genoemd. (3)

Windveer

(Modelspoor). Zie: Afschakelend wissel.

Wissel met eind-afschakeling

Een wisselcomplex is een samenhangende verzameling wissels, die in hun onderling geschakelde ligging de verbindingsfunctie vervult tussen meerdere sporen. Synoniem: 'Wisselstraat'. (5)

Wisselcomplex

Elektronische schakeling die gecodeerde informatie, die vanaf de besturingscentrale verstuurd is, omzet in een elektrische impuls voor het aandrijven van een vooraf bepaalde elektrische wissel. Zie: artikel Decoders.

Wisseldecoder

Twee kruisende wissels. (2)

Wisselkruis

Wisselspanning is een periodieke elektrische spanning die met een bepaalde frequentie (50 of 60 Hz.) wisselt tussen positieve en negatieve spanning. Er is meestal een min of meer sinusoïdaal spanningsverloop, maar ook andere vormen zijn mogelijk. Wisselspanning is de tegenhanger van gelijkspanning. Meer over Wisselspanning. (3)

Wisselspanning

Mechanisme dat naast het wissel is geplaatst, en waarmee handmatig het wissel in een andere stand gezet kan worden (Zie het artikel Railgeometrie). Aan de wisselsteller zit een beweegbaar contragewicht (de zogenaamde 'kloot'), dat het omzetten voor de bedieningsman gemakkelijker moet maken, en er mede voor dient om het wissel in de juiste stand te houden. Om het omzetten op de juiste wijze te doen, moet je eerst de kloot in de andere stand leggen, en daarna pas het wissel omzetten. Zie ook: 'Kloot'.

Wisselsteller

Een aantal wissels en kruisingen die aan elkaar gekoppeld zijn en het mogelijk maken om verschillende sporen te bereiken. Wisselstraten komen veelvuldig voor op stationsemplacementen. Afbeelding Wisselstraat. (4) Zie ook 'Wisselcomplex'.

Wisselstraat

(Elekrotechniek). Ook afgekort tot AC (alternating current). De spanning wisselt in Nederland 50x per seconde van polariteit. Zie ook: Gelijkspanning.

Wisselstroom

Onderdeel van het wissel. Maakt het mogelijk een loc of trein(stel) in doorgaande of afbuigende richting over het wissel te laten rijden.

Wisseltong

Het achterste gedeelte van de wisseltong, waarmee de tong aan de vaste spoorstaaf bevestigd is.

Wortel



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 19 dec 2017 18:44 (CET)