Persoonlijke instellingen

Zelfdenkend wissel: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
Regel 1: Regel 1:
 
{{Koptekst
 
{{Koptekst
|Vorige= Tillig rijregelaar
+
|Vorige= Overige rijregelaars
 
|Volgende= Hybride baanbesturing
 
|Volgende= Hybride baanbesturing
 
|VorigeMenu= Schakelingen met reed-contacten
 
|VorigeMenu= Schakelingen met reed-contacten
Regel 29: Regel 29:
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
 
 
Wanneer de wisseltongen in de stand 'rechtdoor' gezet worden, zal spoorstaaf C via de schakelaar met spoorstaaf B verbonden worden, en krijgt het daarmee verbonden stuk spoor spanning (zie: afbeelding 02). Spoorstaaf D is nu spanningloos. De lengte van het onderbroken stuk spoor kiest u zodanig dat een rijdende trein vòòr het wissel tot stilstand komt. Een stuk rails van 20 cm is in de meeste gevallen toereikend. Vergeet niet om tussen de te schakelen spoorstaven (de stopsecties) en de rest van de baan een isolerende las aan te brengen (zie ook: afbeelding 04).
 
Wanneer de wisseltongen in de stand 'rechtdoor' gezet worden, zal spoorstaaf C via de schakelaar met spoorstaaf B verbonden worden, en krijgt het daarmee verbonden stuk spoor spanning (zie: afbeelding 02). Spoorstaaf D is nu spanningloos. De lengte van het onderbroken stuk spoor kiest u zodanig dat een rijdende trein vòòr het wissel tot stilstand komt. Een stuk rails van 20 cm is in de meeste gevallen toereikend. Vergeet niet om tussen de te schakelen spoorstaven (de stopsecties) en de rest van de baan een isolerende las aan te brengen (zie ook: afbeelding 04).
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
Regel 39: Regel 38:
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
 
 
Wanneer de wisseltongen in de stand 'rechtdoor' gezet worden, zal spoorstaaf D via de schakelaar met spoorstaaf A verbonden worden, en krijgt het daarmee verbonden stuk spoor spanning (zie: afbeelding 03). Spoorstaaf C is nu spanningloos.
 
Wanneer de wisseltongen in de stand 'rechtdoor' gezet worden, zal spoorstaaf D via de schakelaar met spoorstaaf A verbonden worden, en krijgt het daarmee verbonden stuk spoor spanning (zie: afbeelding 03). Spoorstaaf C is nu spanningloos.
 
 
=== Een toepassing ===
 
=== Een toepassing ===
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
Regel 51: Regel 48:
 
|Type= Tekening
 
|Type= Tekening
 
}}
 
}}
 
 
We nemen aan dat er op beide sporen een trein staat. Het zelfdenkend wissel en de andere wissel staan in de stand 'rechtdoor' (zie: afbeelding 04). We zetten spanning op de baan. De trein op het bovenste spoor gaat rijden. Deze maakt een rondje en komt bij het rechtse wissel. Op het punt van vertrek aangekomen, rijdt de trein echter gewoon door, want spoorstaaf C krijgt nog steeds spanning via de schakelaar in het wissel. Om de trein te laten stoppen moet het zelfdenkend wissel in de andere stand gezet worden. Dat kunt u het beste doen wanneer de rijdende trein het rechtse wissel nadert.
 
We nemen aan dat er op beide sporen een trein staat. Het zelfdenkend wissel en de andere wissel staan in de stand 'rechtdoor' (zie: afbeelding 04). We zetten spanning op de baan. De trein op het bovenste spoor gaat rijden. Deze maakt een rondje en komt bij het rechtse wissel. Op het punt van vertrek aangekomen, rijdt de trein echter gewoon door, want spoorstaaf C krijgt nog steeds spanning via de schakelaar in het wissel. Om de trein te laten stoppen moet het zelfdenkend wissel in de andere stand gezet worden. Dat kunt u het beste doen wanneer de rijdende trein het rechtse wissel nadert.
  
 
Wanneer u nu het zelfdenkend wissel omgooit naar de stand 'afbuigend', vertrekt de trein die op het onderste spoor staat. Spoorstaaf C is nu spanningloos. Zodra de andere trein in zijn geheel op het bovenste spoor is, moet u het rechtse wissel omgooien, anders komt de net vertrokken trein op het spoor van de stilstaande trein terecht. De lengte van de stukken spoor tussen beide wissels dient zodanig te zijn, dat wanneer een trein voor het zelfdenkend wissel stilstaat, het andere wissel vrij blijft.<br />   
 
Wanneer u nu het zelfdenkend wissel omgooit naar de stand 'afbuigend', vertrekt de trein die op het onderste spoor staat. Spoorstaaf C is nu spanningloos. Zodra de andere trein in zijn geheel op het bovenste spoor is, moet u het rechtse wissel omgooien, anders komt de net vertrokken trein op het spoor van de stilstaande trein terecht. De lengte van de stukken spoor tussen beide wissels dient zodanig te zijn, dat wanneer een trein voor het zelfdenkend wissel stilstaat, het andere wissel vrij blijft.<br />   
 
Kortom, het wissel is dan wel 'zelfdenkend', maar het vereist tijdens het rijden van u wel enig denkwerk, anders botsen de treinen.
 
Kortom, het wissel is dan wel 'zelfdenkend', maar het vereist tijdens het rijden van u wel enig denkwerk, anders botsen de treinen.
 
 
 
=== Open rijden niet mogelijk ===
 
=== Open rijden niet mogelijk ===
 
Openrijden van een 'zelfdenkend' wissel is niet mogelijk. Openrijden doet u namelijk altijd vanaf de achterkant van het wissel (de kant met twee sporen) naar de voorkant (de kant met &eacute;&eacute;n spoor), over de tak waar het wissel ''niet'' naar toe staat. Een 'zelfdenkend' wissel kan dus niet opengereden worden, omdat er helemaal geen trein kan komen vanaf de 'verkeerde' aftakking, want die is spanningloos.
 
Openrijden van een 'zelfdenkend' wissel is niet mogelijk. Openrijden doet u namelijk altijd vanaf de achterkant van het wissel (de kant met twee sporen) naar de voorkant (de kant met &eacute;&eacute;n spoor), over de tak waar het wissel ''niet'' naar toe staat. Een 'zelfdenkend' wissel kan dus niet opengereden worden, omdat er helemaal geen trein kan komen vanaf de 'verkeerde' aftakking, want die is spanningloos.
 
 
 
=== Storingen ===
 
=== Storingen ===
 
Na verloop van tijd kan het gebeuren dat de schakelaar in het wissel geen goed contact meer maakt. Vaak helpt dan het schoonmaken van de contacten met een wattenstaafje, gedrenkt in contactspray (verkrijgbaar in de elektronicazaak). Wrijf eerst met het wattenstaafje over de vrijliggende contacten Zet daarna het wissel in de andere stand en behandel daarna de nu vrijgekomen contacten. Reinig ook het kunststof materiaal tussen de contacten. Schakel daarna het wissel een aantal keren heen-en-weer. Het slechte contact zou nu verdwenen moeten zijn.
 
Na verloop van tijd kan het gebeuren dat de schakelaar in het wissel geen goed contact meer maakt. Vaak helpt dan het schoonmaken van de contacten met een wattenstaafje, gedrenkt in contactspray (verkrijgbaar in de elektronicazaak). Wrijf eerst met het wattenstaafje over de vrijliggende contacten Zet daarna het wissel in de andere stand en behandel daarna de nu vrijgekomen contacten. Reinig ook het kunststof materiaal tussen de contacten. Schakel daarna het wissel een aantal keren heen-en-weer. Het slechte contact zou nu verdwenen moeten zijn.
Regel 71: Regel 63:
 
|Maker= Richie Knol
 
|Maker= Richie Knol
 
}}
 
}}
 
 
 
In het uiterste geval (wanneer de schakelaar geen goed contact meer maakt) kunt u de schakelaar aanpassen door het plastic staafje, dat de schakelaar bedient, door te knippen vlak bij de schakelaar. Daarna knipt u &eacute;&eacute;n tong van de schakelaar af, en soldeert u deze aan de contacten zoals aangegeven in afbeelding 05. De overgebleven tongen van de schakelaar soldeert u daarna vast in de aangegeven stand. Na deze ingreep is het wissel vanzelfsprekend niet meer 'zelfdenkend'. U kunt dan de spoorstaven C en D m.b.v. een losse schakelaar al-dan-niet van spanning voorzien. Maar dan moet u wel zeer goed opletten dat de stand van de schakelaar overeenkomt met de stand van de wisseltongen.
 
In het uiterste geval (wanneer de schakelaar geen goed contact meer maakt) kunt u de schakelaar aanpassen door het plastic staafje, dat de schakelaar bedient, door te knippen vlak bij de schakelaar. Daarna knipt u &eacute;&eacute;n tong van de schakelaar af, en soldeert u deze aan de contacten zoals aangegeven in afbeelding 05. De overgebleven tongen van de schakelaar soldeert u daarna vast in de aangegeven stand. Na deze ingreep is het wissel vanzelfsprekend niet meer 'zelfdenkend'. U kunt dan de spoorstaven C en D m.b.v. een losse schakelaar al-dan-niet van spanning voorzien. Maar dan moet u wel zeer goed opletten dat de stand van de schakelaar overeenkomt met de stand van de wisseltongen.
  
Regel 84: Regel 74:
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
 
 
Door een bi-stabiel relais aan te sluiten volgens het schema in afbeelding 06, zullen wanneer wisselspoel 'a' via de aansluiting 1 en 2 bekrachtigd wordt, de wisseltongen in de stand 'rechtdoor komen te staan. Het relais schakelt naar de andere stand en daardoor krijgt spoorstaaf C spanning en spoorstaaf D wordt spanningloos.
 
Door een bi-stabiel relais aan te sluiten volgens het schema in afbeelding 06, zullen wanneer wisselspoel 'a' via de aansluiting 1 en 2 bekrachtigd wordt, de wisseltongen in de stand 'rechtdoor komen te staan. Het relais schakelt naar de andere stand en daardoor krijgt spoorstaaf C spanning en spoorstaaf D wordt spanningloos.
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
Regel 94: Regel 83:
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
 
 
 
Wanneer wisselspoel 'b' via de aansluitingen 2 en 3 spanning krijgt (zie: afbeelding 07), zullen de wisseltongen in de stand 'rechtdoor' komen te staan. Het relais schakelt naar de andere stand. Daardoor krijgt spoorstaaf D spanning en spoorstaaf C wordt spanningloos.  
 
Wanneer wisselspoel 'b' via de aansluitingen 2 en 3 spanning krijgt (zie: afbeelding 07), zullen de wisseltongen in de stand 'rechtdoor' komen te staan. Het relais schakelt naar de andere stand. Daardoor krijgt spoorstaaf D spanning en spoorstaaf C wordt spanningloos.  
 
  
 
Onderdelenlijst bij afbeelding 06 en 07:
 
Onderdelenlijst bij afbeelding 06 en 07:
 
 
{| class="wikitable" style="font-size:90%; text-align:center"
 
{| class="wikitable" style="font-size:90%; text-align:center"
 
!style="background:#E5E4E2;" width="75"|Component.
 
!style="background:#E5E4E2;" width="75"|Component.
Regel 117: Regel 102:
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
 
 
{{Linkssectie begin
 
{{Linkssectie begin
 
|Box= AlleenInfo
 
|Box= AlleenInfo
Regel 145: Regel 129:
 
}}
 
}}
 
{{Linkssectie einde}}
 
{{Linkssectie einde}}
 
 
{{Voettekst
 
{{Voettekst
|Vorige= Tillig rijregelaar
+
|Vorige= Overige rijregelaars
 
|Volgende= Hybride baanbesturing
 
|Volgende= Hybride baanbesturing
 
|VorigeMenu= Schakelingen met reed-contacten
 
|VorigeMenu= Schakelingen met reed-contacten
}}
+
}}{| width= "100%"
 
+
|- valign= "top"
 +
! scope= "row" width="80%" |
 +
| <small><small>Laatste wijziging: 13 nov 2017 18:00 (CET)</small></small>
 +
|}
 
[[Categorie: Alles|Z]]
 
[[Categorie: Alles|Z]]
 
[[Categorie: Artikel|Zelfdenkend wissel]]
 
[[Categorie: Artikel|Zelfdenkend wissel]]

Versie van 13 nov 2017 om 19:00

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom - Update door Fred Eikelboom


Wat is een 'zelfdenkend' wissel?

Zelfdenkend Wissel02.jpg
Afbeelding: 01
De schakelaar in het zelfdenkend wissel
Foto gemaakt door: Ton v.d. Meijs

De term 'zelfdenkend wissel' is gebruikelijk in het Fleischmann railassortiment. Een Fleischmann wissel kan gebruikt worden als een schakelend wissel. Daarvoor moeten echter twee draadbruggen aan de bovenzijde van het wissel tussen de linker- en rechterspoorstaaf (een soort nietjes) verwijderd worden. Het resultaat is dat het wissel de spoorstaven al-dan-niet van spanning voorziet, naargelang de stand van de wisseltongen. Dergelijke wissels kunnen ook gebruikt worden om bijv. wisselstraten spanningloos te schakelen.

'Zelfdenkend' houdt in, dat bij bedienen van het wissel, de spanning naar de niet-gekozen aftakking onderbroken wordt. Op hetzelfde moment krijgt de gekozen aftakking spanning. In afbeelding 01 ziet u hoe de schakelaar een verbinding maakt tussen de spoorstaven.

De werking van de schakelaar

Zelfdenkend Wissel03.gif
Afbeelding: 02
Schakelschema (stand 'rechtdoor')
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom

Wanneer de wisseltongen in de stand 'rechtdoor' gezet worden, zal spoorstaaf C via de schakelaar met spoorstaaf B verbonden worden, en krijgt het daarmee verbonden stuk spoor spanning (zie: afbeelding 02). Spoorstaaf D is nu spanningloos. De lengte van het onderbroken stuk spoor kiest u zodanig dat een rijdende trein vòòr het wissel tot stilstand komt. Een stuk rails van 20 cm is in de meeste gevallen toereikend. Vergeet niet om tussen de te schakelen spoorstaven (de stopsecties) en de rest van de baan een isolerende las aan te brengen (zie ook: afbeelding 04).

Zelfdenkend Wissel04.gif
Afbeelding: 03
Schakelschema (stand 'afbuigend')
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom

Wanneer de wisseltongen in de stand 'rechtdoor' gezet worden, zal spoorstaaf D via de schakelaar met spoorstaaf A verbonden worden, en krijgt het daarmee verbonden stuk spoor spanning (zie: afbeelding 03). Spoorstaaf C is nu spanningloos.

Een toepassing

655px
Afbeelding: 04
Isolatielassen plaatsen
Tekening gemaakt door: Marc Pieters. Aangepast door Fred Eikelboom

We nemen aan dat er op beide sporen een trein staat. Het zelfdenkend wissel en de andere wissel staan in de stand 'rechtdoor' (zie: afbeelding 04). We zetten spanning op de baan. De trein op het bovenste spoor gaat rijden. Deze maakt een rondje en komt bij het rechtse wissel. Op het punt van vertrek aangekomen, rijdt de trein echter gewoon door, want spoorstaaf C krijgt nog steeds spanning via de schakelaar in het wissel. Om de trein te laten stoppen moet het zelfdenkend wissel in de andere stand gezet worden. Dat kunt u het beste doen wanneer de rijdende trein het rechtse wissel nadert.

Wanneer u nu het zelfdenkend wissel omgooit naar de stand 'afbuigend', vertrekt de trein die op het onderste spoor staat. Spoorstaaf C is nu spanningloos. Zodra de andere trein in zijn geheel op het bovenste spoor is, moet u het rechtse wissel omgooien, anders komt de net vertrokken trein op het spoor van de stilstaande trein terecht. De lengte van de stukken spoor tussen beide wissels dient zodanig te zijn, dat wanneer een trein voor het zelfdenkend wissel stilstaat, het andere wissel vrij blijft.
Kortom, het wissel is dan wel 'zelfdenkend', maar het vereist tijdens het rijden van u wel enig denkwerk, anders botsen de treinen.

Open rijden niet mogelijk

Openrijden van een 'zelfdenkend' wissel is niet mogelijk. Openrijden doet u namelijk altijd vanaf de achterkant van het wissel (de kant met twee sporen) naar de voorkant (de kant met één spoor), over de tak waar het wissel niet naar toe staat. Een 'zelfdenkend' wissel kan dus niet opengereden worden, omdat er helemaal geen trein kan komen vanaf de 'verkeerde' aftakking, want die is spanningloos.

Storingen

Na verloop van tijd kan het gebeuren dat de schakelaar in het wissel geen goed contact meer maakt. Vaak helpt dan het schoonmaken van de contacten met een wattenstaafje, gedrenkt in contactspray (verkrijgbaar in de elektronicazaak). Wrijf eerst met het wattenstaafje over de vrijliggende contacten Zet daarna het wissel in de andere stand en behandel daarna de nu vrijgekomen contacten. Reinig ook het kunststof materiaal tussen de contacten. Schakel daarna het wissel een aantal keren heen-en-weer. Het slechte contact zou nu verdwenen moeten zijn.

Zelfdenkend Wissel01.jpg
Afbeelding: 05
Doorverbindingen maken in het zelfdenkend wissel
Foto gemaakt door: Richie Knol

In het uiterste geval (wanneer de schakelaar geen goed contact meer maakt) kunt u de schakelaar aanpassen door het plastic staafje, dat de schakelaar bedient, door te knippen vlak bij de schakelaar. Daarna knipt u één tong van de schakelaar af, en soldeert u deze aan de contacten zoals aangegeven in afbeelding 05. De overgebleven tongen van de schakelaar soldeert u daarna vast in de aangegeven stand. Na deze ingreep is het wissel vanzelfsprekend niet meer 'zelfdenkend'. U kunt dan de spoorstaven C en D m.b.v. een losse schakelaar al-dan-niet van spanning voorzien. Maar dan moet u wel zeer goed opletten dat de stand van de schakelaar overeenkomt met de stand van de wisseltongen.

Bij een elektrisch aangedreven wissel is het probleem vrij simpel op te lossen, door toepassing van een bi-stabiel relais (ook wel 'latch'-relais genoemd).

Zelfdenkend Wissel05.gif
Afbeelding: 06
Schema met relais (stand 'rechtdoor')
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom

Door een bi-stabiel relais aan te sluiten volgens het schema in afbeelding 06, zullen wanneer wisselspoel 'a' via de aansluiting 1 en 2 bekrachtigd wordt, de wisseltongen in de stand 'rechtdoor komen te staan. Het relais schakelt naar de andere stand en daardoor krijgt spoorstaaf C spanning en spoorstaaf D wordt spanningloos.

Zelfdenkend Wissel06.gif
Afbeelding: 07
Schema met relais (stand 'afbuigend')
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom

Wanneer wisselspoel 'b' via de aansluitingen 2 en 3 spanning krijgt (zie: afbeelding 07), zullen de wisseltongen in de stand 'rechtdoor' komen te staan. Het relais schakelt naar de andere stand. Daardoor krijgt spoorstaaf D spanning en spoorstaaf C wordt spanningloos.

Onderdelenlijst bij afbeelding 06 en 07:

Component. Type. Waarde.
S1 Wisselspoel.
Re1 Latch-relais. 12V=
D1 1N4148 100mA
Tabel: 08
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom

Meer informatie

Encyclopedie:
Externe websites:
Zettler Latch-relais.
Hongfa Latch-relais.



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 13 nov 2017 18:00 (CET)