Detectie van goederenwagens/rijtuigen: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 17 feb 2022 om 13:36
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Bezetmelders die volgens het principe van stroomdetectie werken, sturen een 'bezet'-signaal naar de centrale zodra een loc of treinstel met verlichting een gedetecteerde sectie inrijdt. Voor detectie van goederenwagens/rijtuigen zonder verlichting moeten er weerstanden gemonteerd worden op de assen. Door die weerstanden (van 10k tot 22k) loopt dan een kleine stroom die voldoende is om de bezetmelder te activeren. Door het kleine stroompje kunnen de wielen echter vervuilen en het is dan nodig de wielen regelmatig schoon te maken met bijv. wasbenzine, Glassex of een glasvezelpotlood.
Volledige detectieHet programma 'Koploper' heeft een optie voor volledige detectie van een trein. Om de wagens/rijtuigen volledig te kunnen detecteren dient er dan bij alle twee-assige wagens op elke as een weerstand (van 10k tot 22k) gemonteerd te worden (bij meer-assige wagens/rijtuigen moet dan één weerstand per draaistel gemonteerd worden). Door deze twee weerstanden 'ziet' de bezetmelder de wagens/rijtuigen al zodra één as in het blok is en geeft een bezetmelding door aan de centrale. Montage van de weerstand
Gebruik koolfilm- of metaalfilmweerstanden van 0,10 W, of SMD-weerstanden. Maak bij de draden op lengte en buig ze zodanig dat ze het wiel en de as raken. Voordat de weerstand wordt aangebracht de oppervlakken van as en wiel plaatselijk goed ontvetten en schuren (korrel 400). Lijm de weerstand met een klein druppeltje secondelijm vast. Breng daarna op de plaats waar de draden de as of het wiel raken (of aan de uiteinden van de SMD-weerstand, zie afbeelding 03) een druppeltje Busch Silberleitlack of Bison Elektro-kit aan. Schud het flesje zeer grondig om de zilverdeeltjes goed door de lijm te verspreiden. StroomverbruikWanneer er veel wagens/rijtuigen rijden of staan, kost dat een aanzienlijke hoeveelheid 'digitale stroom', ook als een trein niet rijdt, loopt er stroom door de weerstanden. De totale stroom kan berekend worden met de formule I = U / R. Bij één weerstand van 10k en een spanning van 18 V loopt er een stroom van 18 / 10000 = 0,0018 A (1,8 mA). Als het materieel in totaal 200 assen heeft die allen voorzien zijn van een 10k-weerstand, loopt er dus 200 x zo veel, in totaal 0,36 A (360 mA) 'digitale' stroom door de assen. Het is dus zaak om zo weinig mogelijk gedetecteerde assen te hebben. Uit testen blijkt dat detectie ook al werkte met maar één weerstand per wagen/rijtuig/draaistel. Op deze manier verbruikt het materieel bijna de helft minder 'digitale stroom'. Hierdoor komt het moment dat een (extra) booster aangeschaft moet worden een stuk verder weg te liggen en het is de helft minder werk.
Een gewone (niet SMD) weerstand monteren, werkt heel wat sneller dan de methode met een SMD-weerstand. Door de assen om-en-om in de wagen te zetten (de ene as-isolatie links en de andere rechts), kan met één weerstand per wagen/rijtuig de detectie plaatsvinden (zie afbeelding 04 en 05). Aan de weerstand is aan één zijde een stukje blank draad gesoldeerd en de beide uiteinden zijn om de assen gewonden. Een stukje schuimplastic drukt de weerstand tegen de assen, zodat er altijd goed contact is. Om te zorgen dat er een beetje speling tussen de draad en de as zit, kan tijdelijk een stukje in de lengte ingesneden isolatiekous om de as gedaan worden en de draad om de isolatiekous. Daarna de isolatiekous weer verwijderen. WeerstandslakIn plaats van weerstanden kan ook weerstandslak zoals Wire Glue toegepast worden (Conrad best.nr.588328-89). Deze weerstandslak bevat gemalen koolstof. Weerstandslak is heel gemakkelijk aan te brengen, maar er moet op een aantal zaken gelet worden;
Meer informatie
|