Terugmelding en/of bezetmelding: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 13 apr 2013 om 19:54
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Stevens
Nu we digitaal kunnen rijden en de wissels digitaal kunnen omzetten, is de basis gelegd voor het geautomatiseerd rijden. Wij, als mens, kunnen zien waar een trein zich op de modelbaan bevindt. Wij hebben de handen om de rijregelaar en de wissels te bedienen. Wilt u dit door een computer laten doen, dan moet de computer 'handen', 'ogen' en 'hersens' krijgen. Met deze drie onderdelen kan de computer uw modeltreinen laten rijden. In dit en de volgende hoofdstukken leggen wij uit wat de ogen, handen en de hersenen van de computer zijn. De terugmelding noemen we de ogen van de computer. Hierdoor weet de computer waar een locomotief zich op de modelbaan bevind.
TerugmeldersDe 'ogen' dus. Terugmelders zijn er in veel verschillende varianten. De meest bekende terugmelders/bezetmelders zijn de volgende:
ReedcontactenReed-contacten of schakelrails zijn zogenaamde pulscontacten. Wanneer een loc of treinstel voorbij rijdt, genereren ze heel kort een pulsje, dat door de terugmelder moet worden gezien. Het Reed-contact is een klein schakelaartje in een glazen buisje. Dit schakelaartje wordt geactiveerd wanneer er een magneet in de buurt komt. Door een Reed-contact tussen de spoorstaven te plaatsen, èn een magneetje onder de trein te bevestigen, zal bij het voorbijrijden van de trein het Reed-contact heel kort bekrachtigd worden.
SchakelrailsMärklin biedt een speciale schakelrails. Deze rails is voorzien van twee kleine pallen, die boven de railbedding uitsteken, en twee schakelaars bedienen. De sleper onder de loc drukt - afhankelijk van de rijrichting - de ene of de andere schakelaar kortstondig in.
MassadetectieMassadetectie is een terugmeldtechniek voor Drierail. Bij Drierail staat de plus (via de rode draad) op de puntcontacten en de massa (via de bruine draad) op de spoorstaven. U zult nu één spoorstaaf d.m.v. twee isolatielassen moeten isoleren in de rails. Op deze geïsoleerde spoorstaaf sluit u de terugmelder aan. Wanneer nu een trein over de geïsoleerde spoorstaaf rijdt, en daarmee dus beide spoorstaven verbindt, genereert dit een terugmelding. Het systeem weet nu dat er zich een trein bevindt op de plek van die terugmelder. Bij massadetectie is de kans op een correcte terugmelding veel groter dan bij een reedcontact of schakelrails. Een reedcontact of een schakelrails geven maar één enkele puls af, en als die gemist wordt (of niet komt), zal er geen terugmelding plaatsvinden. Bij massadetectie is er, als gevolg van de lengte van het geïsoleerde deel van de spoorstaaf, een veel grotere kans op detectie, en daarmee neemt de betrouwbaarheid sterk toe.
StroomdetectieStroomdetectie is een bezetmeldingstechniek die toepasbaar is op zowel Drie- als Tweerail. Stroomdetectie werkt - zoals de naam al zegt - op basis van het detecteren van stroom. Bij Tweerail isoleert u een deel van één spoorstaaf en daar sluit u de bezetmelder op aan. Zodra een trein (of loc) op dit gedeelte komt zal er, omdat de trein (of loc) een stroomverbruiker is, stroom gaan lopen over het bezetmeldcontact. Hierdoor detecteert de bezetmelder dus dat dit specifieke deel in gebruik is, en genereert een bezetmelding. Deze manier van detecteren is uiterst betrouwbaar, mits u de hieronder vermelde Diodeschakeling toepast. Bij Drierail werkt dit hetzelfde, alleen nu isoleert u, of één van de spoorstaven, of de puntcontacten, en daar sluit u de bezetmelder op aan.
DiodeschakelingBij het gebruik van stroomdetectie dient u voor de ongedetecteerde stukken een diodeschakeling (zie: 'Meer informatie') toe te passen. Hiermee worden mogelijke problemen met de bezetmelding voorkomen. Nu we weten hoe alle vormen van bezetmelding werken, gaan we bekijken hoe we dit allemaal gaan aansluiten op de centrale. S88Op dit moment is het S88-systeem één van de meest gangbare manieren om terugmelders/bezetmelders aan te sluiten. Het voordeel van deze melders is, dat ze vrij goedkoop zijn, en goed zelf te bouwen. Twee nadelen kenmerken het S88-systeem:
LoconetDe andere, steeds populairdere vorm van aansluiten, is middels Loconet. Loconet is een door Digitrax ontwikkeld protocol, waarbij u vrijwel elke structuur mag implementeren behalve een ring netwerk. Deze manier van aansluiten kenmerkt zich door een zeer betrouwbaar functioneren, waarbij het grote voordeel is dat op het Loconet veel meer dan alleen maar bezetmelders aangesloten kunnen worden. Het nadeel van Loconet is eigenlijk alleen de prijs; gemiddeld genomen betaalt u het dubbele voor Loconet-melders. Na enkele zelfbouw-initiatieven door handige hobbyïsten is door Uhlenbrock ook onderkent dat er een markt is voor een hybridevorm tussen deze twee systemen. Dus bracht dit bedrijf in 2010 de S88 - Loconetadapter op de markt. Hiermee zijn de voordelen van goedkope S88-bezetmelders te combineren met de toegestane structuur van Loconet en zijn betrouwbaarheid.
XpressNetXpressNet is een protocol van Lenz en wordt ook gebruikt voor de Roco Multimaus. Dit protocol kan ook gebruikt worden om Lenz stroomdetectiemelders aan te sluiten. Door het verschijnen van zelfbouwprojecten zoals de GenLI-S88 van Paco Canada of de S88XpressNetLI van Karst Drenth en Wim Ros (zie: 'Meer informatie'), waarmee S88 kan worden gebruikt met XpressNet, is de specifieke Lenz/Roco -melder niet meer noodzakelijk op het XpressNet.
Meer informatie
|