|
|
Regel 111: |
Regel 111: |
| |Trefwoord= Schuitbreedte | | |Trefwoord= Schuitbreedte |
| |Omschrijving= De breedte van de schuit gemeten over het sleepstuk en beide horens (de uiteinden van de schuit). In Europa gebruikelijke schuitbreedtes zijn 1450 mm. (SBB, SNCF 25 kV), 1600 mm. (STI 25 kV) en 1950 mm (NS 1500/1800V, DB 15 kV, SNCF 1500V). [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(2)]] | | |Omschrijving= De breedte van de schuit gemeten over het sleepstuk en beide horens (de uiteinden van de schuit). In Europa gebruikelijke schuitbreedtes zijn 1450 mm. (SBB, SNCF 25 kV), 1600 mm. (STI 25 kV) en 1950 mm (NS 1500/1800V, DB 15 kV, SNCF 1500V). [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(2)]] |
| + | }} |
| + | {{Trefwoord |
| + | |Trefwoord= Schroefkoppeling |
| + | |Omschrijving= De schroefkoppeling is de traditionele constructie om spoorwagens aan elkaar en aan de locomotief te koppelen. De koppeling bestaat uit een haak, waaraan een oog bevestigd is. In de andere kant van het oog zit een schroef, met in het midden een hendel, waaraan weer een ander oog bevestigd is. Wanneer de rangeerder twee treindelen aan elkaar koppelt, neemt hij het oog van een van de twee van de ophanghaak, die onder de haak van de koppeling zit, en legt het oog in de haak van het andere treindeel. Hierna draait hij de koppeling strak door aan de hendel van de schroef te draaien. Buffers en schroefkoppelingen als manier om treindelen te koppelen noemt men in spoorwegvakkringen ook wel normaal stoot- en trekwerk. [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(2)]] |
| }} | | }} |
| {{Trefwoord | | {{Trefwoord |
Regel 555: |
Regel 559: |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
| ! scope= "row" width="80%" | | | ! scope= "row" width="80%" | |
− | | <small><small>Laatste wijziging: 6 apr 2023 11:20 (CET)</small></small> | + | | <small><small>Laatste wijziging: 6 apr 2023 11:32 (CET)</small></small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Afkortingen|S]] | | [[Categorie: Afkortingen|S]] |