Persoonlijke instellingen

Woorden - T

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net


Woord of afkorting:         Zoeken op deze pagina: CTRL + F.

TA 364.

De eerste drie-assige "free-axle" autotransportwagen van GeFCo.. Meer over TA 364.

TAD.

Afkorting van Trein Afhandelings Documenten. Meer over TAD.

TAS.

Afkorting van Trein Aanwijs Schermen. Alle blauwe schermen die op een perron aanwezig zijn, zoals TBP en PV. (5) Meer over TAS.

TBP.

Afkorting van Trein Beeld Perron. De TBP-schermen zijn de vervangers van de eerste generatie CTA-schermen op de perrons. De TBP-schermen tonen de treinsoort, het logo van de vervoerder, vertrektijd, de eindbestemming en alle tussenstations. Er naast hangt een klok. (3) Zie ook: PV. Meer over TBP.

TIS.

Afkorting van Trein Incident Scenario. (3) Meer over treinincidentscenario].

TOA.

Een "treindienst aantastende onregelmatigheid" (TAO) is een onregelmatigheid (externe afwijking) die leidt tot een verstoring van de geplande treinenloop. De term wordt gebruikt door ProRail. (2) Meer over TOA.

TOBS.

Afkorting van Ten Onrechte Bezet Spoor. Een sectiestoring, waarbij de sectie zich meldt als bezet, terwijl die bezetting niet wordt veroorzaakt door materieel of een kortsluitlans. (5)

TPRB.

Afkorting van Ter plaatse bediende relaisbeveiliging. (3) Meer over TPRB.

Trdl.

Zie: Treindienstleider.

Triac.

(Elektronica); Afkorting van Triode for Alternating Current. Onderdeel wat gebruikt wordt om wisselspanning te regelen, d.m.v. fase-aansnijding (zit bijvoorbeeld in een lichtdimmer). Zie ook: triac. (3) Meer over triac.

TVS.

(Elektronica); Afkorting van Transient Voltage Suppressor Diode (= een speciale diode). Elektronisch onderdeel dat beveiligd tegen te hoge spanningen. De TVS reageert vele malen sneller dan een varistor of een gasontladingsbuis. (3) Meer over Transient Voltage Suppressor Diode. (Engels)

TTL.

(Elektronica); Afkorting van Transistor-TransistorLogica. TTL is een standaard voor digitale logica. (zie ook: Logische uitgang. (3) Meer over transistor-transistorlogica.

T&T.

T&T is de afkorting van Tracking & Tracing. Dit is een programma dat gebruikt wordt binnen NS, om treinstellen te volgen. De treinstellen zijn voorzien van een GPS-antenne, zodat de positie van de treinen bekend is, voor de daartoe aangewezen personeelsleden. (7) Meer over T&T

Tabak

"Zware tabak roken": zwaar roken uit de schoorsteen van de loc; zie ook: "Roken", "Stinken". (1)

"Tailtrack"

(Kop-)spoor dat lang genoeg is om te worden gebruikt om snel van de ene aankomst-/vertrekbundel naar de andere te kunnen doorwisselen (met een zig-zag beweging). Tailtracks voor reizigerstreinen worden doorgaans dicht in de buurt van de perronsporen aangelegd. (2) Zie: artikel Basisvormen. Meer over tailtrack.

Takkenbos

Bos takken van dennehout of rijshout, waarmee het vuur in de vuurkist van de loc aangemaakt wordt; ook: "Musterd". (1)

Talonneren

(België, < Fr. talonner): openrijden van 'n wissel; het Franse "talonner" betekent onder meer: "de hielen aandrukken" bij het openrijden van 'n wissel drukken de wielen van de loc de tongen van het wissel aan tegen de andere spoorstaaf dan die waar normaal de tongen tegenaan liggen. (1)

Talud

Taluud, glooiing, schuinte. Meer over talud.

Tankinstallatie

Installatie voor de opslag van brandstof, inclusief de mogelijkheden om spoorvoertuigen van brandstof te voorzien, op een milieuverantwoordelijke wijze. (10) Meer over de tankinstallatie.

Tankplaat

Een tankplaat is een bodembeschermende voorziening ten behoeve van het tanken van spoorvoertuigen, al of niet voorzien van een Tankinstallatie. (10) Meer over de tankplaat.

Tantaal-elco

Elco (elektrolyitische condensator) gemaakt van tantalium (in de volksmond "tantaal". Dit type elco heeft vooral bij hogere frequenties een kleinere inductieve weerstand dan aluminium-elco's. Heeft, in vergelijking met aluminium-elco's, kleinere afmetingen. Zie: Elektronica basis. Meer over de tantaal-elco.

Technicus

Een technicus is iemand die zich door middel van studie of ervaring techniek eigen heeft gemaakt en die techniek kan toepassen. Gewoonlijk is dat bedrijfsmatig of in het onderwijs in de techniek. In de praktijk is de technicus vooral zichtbaar in de ontwerpsfeer, de productie, het onderhoud en de reparatie van stoffelijke zaken. (3) Meer over technicus.

Tegengewicht

(België): Contragewicht, contrepoint; (1) Meer over Contragewicht.

Tegenspoor

"Tegenspoor" wordt enkel gebruikt in België: het berijden van het spoor gelegen naast het normale spoor van een dubbelsporig traject, meestal het rechterspoor (in België rijden treinen links). De lichtseinen op dit spoor knipperen.

Tegenstoom

"Tegenstoom geven": het tijdens het rijden toelaten van stoom in de cilinders terwijl de stoomschuifbeweging gesteld is voor de aan de rijrichting tegengestelde richting, dus bij vooruit rijden voor achteruit en omgekeerd; doel hiervan is te remmen, als de normale reminstallaties falen of minder doelmatig zijn; zoals bij het afrijden van een lange helling. (1)

Telerail

Telerail was een radiografisch communicatiesysteem op vrijwel alle treinen in Nederland. Via telerail kon de treindienstleider contact opnemen met de machinist en omgekeerd. Tevens konden de machinisten onderling communiceren. Oorspronkelijk waren ook de verkeersleiding en de centrale meldkamer van de spoorwegpolitie via telerail bereikbaar. Op 1-1-2007 is Telerail vervangen door GSM-R. (3) (2) Meer over Telerail Zie ook: Telerail

Telgopor

Zie XPS.

Tempex

Zie: EPS.

Tender

1. Wagen achter de locomotief waarop steenkolen en water vervoerd worden; (1)
2. Steenkolen- of waterbak op de loc zelf: "loc met losse tender"; "tenderlocomotief"; (1)
3. Een tender is de wagen die veel stoomlocomotieven achter zich meevoeren. In de tender zitten het water en de brandstof die de locomotief nodig heeft. De brandstof is meestal steenkool of stookolie, maar kan ook hout zijn. (4) Meer over tender

Tenderjumbo

Tenderjumbo was de bijnaam van de locomotieven van de serie NS 3700-3800 (SS 700), een type dat zo sterk was als een olifant. Ook de bijnaam van een andere sneltreinlocserie, de 2100-en, die weliswaar kleiner, maar ook tot grote prestaties in staat waren. Deze machines werden ook wel "kleine jumbo’s" genoemd. Deze bijnaam werd ook gebruikt voor de 1700-en. "Grote jumbo" was de bijnaam van de serie 3900-en, die je inderdaad als een soort vergrote uitvoering van de 3700-en kunt beschouwen. Zie ook: 'Jumbo'.(1)

Tenderlocomotief

Tenderlocomotief is een locomotief waarop water en brandstof op de loc zelf worden meegenomen. (4) Meer over tenderlocomotief.

Thermietlassen

(Aluminothermie) Een techniek waarbij spoorstaven met een zeer hoge temperatuur aan elkaar worden gelast. Dit gebeurt met thermiet, een mengsel van ijzer en aluminiumpoeder. (4) Meer over thermietlassen.

Thermolyse

(Chemie); Thermolyse (van het Griekse thermos, warmte en -lyse, afbreken) is een chemische reactie waarbij een stof door verhitting gaat ontleden. Thermolyse is een reactie die ervoor zorgt dat chemische bindingen van een product uiteen zullen vallen. Het is een endotherme reactie die slechts plaatsvindt door het toevoeren van warmte. (3) Meer over thermolyse.

Thermoplast

(Chemie); Benaming voor materiaal dat thermoplastische eigenschappen bezit. Zie: Thermoplastisch.

Thermoplastisch

(Chemie); het materiaal heeft in normale toestand (bij kamertemperatuur) een vaste vorm. Bij verhitting wordt het materiaal zacht en is in diverse vormen te buigen (kan vervormd worden). Na afkoeling behoudt het zijn nieuwe vorm. (3) Meer over thermoplast.

Thru-hole

Thru-hole is een afkorting van through-hole-technology (zie onder).

Through-hole technology

(Eng). (Elektronica); Through-hole technology ook wel gespeld als "thru-hole", is een montagemethode voor elektronische componenten. De componenenten zijn voorzien van aansluitdraden, die in de (van te voren) geboorde gaten van een printplaat (PCB) gestoken worden. De aansluitdraden worden daarna aan de onderzijde van de printplaat aan de koperbanen gesoldeerd op zogenaamde pads, en het overtollige draad wordt afgeknipt. De montage kan met de hand of machinaal gedaan worden. (3) Meer over through-hole technology. Zie ook het artikel Handleiding voor het solderen.

Thyristor

(Elektronica); Een thyristor is een halfgeleider, met de werking van een elektronische schakelaar, die geschikt is om grote vermogens bij hoge spanningen met betrekkelijk weinig verlies te schakelen. (3) Meer over de thyristor.

Tiender

Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 1000, die een stoomspanning van 10 atmosfeer hadden; vergelijk "Achteneenhalvers". (1)

Timer

Een timer is een gespecialiseerd type klok voor het meten/tellen van specifieke tijdsintervallen. Het woord "timer" wordt gewoonlijk gebruikt voor apparaten die aftellen met een bepaald tijdsinterval. Deze klok kan elektromechanisch zijn of elektronisch. Er bestaan speciale klokken die op een vooraf ingestelde tijd een schakelaar bedienen, zogenaamde "schakelklokken" (door sommigen "tijdschakelaars" genoemd. Fout, tijd kun je niet schakelen). (3) Bij het modelspoor is een "timer" een speciale functie (van een locdecoder of functiedecoder) om bijv. koppelingen kortstondig te bedienen. Meer over Timer.

Timmerman

(ironisch); Machinist die met te grote vullingsgraad rijdt, wat een "timmerend" geluid geeft, elke slag van de cilinder is blaffend hoorbaar; de loc "slaat dus hard; maakt een geluid of er getimmerd wordt." (1)

Tijdperk

Het grootbedrijf is in tijdperken onder te verdelen. De scheidingen der tijdperken liggen bij kenmerkende veranderingen in het gebruikte materieel. Meer over tijdperken. Zie ook: artikel Tijdperken.

Tijdrijden

"Op" tijd rijden; merkwaardig is dat men "op" altijd weglaat; wellicht verwant met "tijdrit, rit waarbij een bepaalde afstand binnen en bepaalde of de kortst mogelijk tijd moet worden afgelegd" (van Dale), in ieder geval een zelfde woordopbouw: tijd + rit, tijd + rijden. (1)

Tinnef

"'t is tinnef": gezegd van slechte kolen. (1)

TL-verlichting

Een fluorescentielamp is een lamp die licht geeft door het oplichten van een fluorescerende laag onder invloed van ultraviolette stralen die opgewekt worden door gasontlading in de lamp. De bekendste voorbeelden zijn de TL (Frans: tube luminescent, "lichtgevende buis", in de volksmond aangeduid als tl-buis of tl-lamp) en de zogenoemde "spaarlampen". (3) Zie ook fluorescentie Meer over TL-verlichting.

"Toe"

(België): het sein staat "toe". Het sein staat op onveilig; ook: "Dicht"; het sein heeft in deze gedachtengang een soort "afsluitende werking", als een hek of slagbomen; zie ook: "Open". (1)

Toestand-afhankelijk-onderhoud

Het moment van het uitvoeren van onderhoud wordt bepaald naar aanleiding van inspectie en meetresultaten. (2) Zie artikel Onderhoud. Meer over Toestand-afhankelijk-onderhoud.

Tolerantie

(Elektronica); Weerstanden kunnen bij de productie niet exact nauwkeurig van een bepaalde waarde worden gemaakt, de uiteindelijke waarde wijkt enigszins af van de verlangde waarde. Dit wordt de tolerantie van de weerstand genoemd. De maximale afwijking in procenten van de aangegeven weerstandswaarde wordt meestal op de weerstand aangegeven met een getal of door middel van een kleurenring. (3). Meer over tolerantie (component).

Tolerantie

(Techniek); Tolerantie is een begrip uit de techniek. Onder tolerantie verstaat men de toestand van een systeem, waarin een afwijking van de normaaltoestand, veroorzaakt door een verstorende inwerking, (nog) niet leidt tot correctie of corrigerende maatregelen vereist. In engere zin is tolerantie de maximale afwijking van een standaard of een standaardmaat, waarbij die de functie van een systeem nog net niet in gevaar brengt. (3). Meer over tolerantie (techniek).

Tong

(Spoorwegen); Onderdeel van een wissel. Zie: Wisseltong. (10) Meer over wisseltong.

Tonveer

(Techniek); Tonveer is de benaming voor een type veer. Zie Voluutveer. (3) Meer over tonveer. Nog meer over tonveer.

Toolless

Toolless betekent "montage zonder gereedschap" (3) Meer over toolless (Engels)

Toonfrequente spoorstroomlopen

Spoorstaafgebonden systeem om te kunnen bepalen of er een trein in de betreffende sectie staat c.q. rijdt. (2) Meer over toonfrequente spoorstroomlopen.

Tractie-energievoorziening

Energievoorziening ten behoeve van de aandrijving van elektrische treinen. Dit ter onderscheid van de energievoorziening voor bijvoorbeeld de beveiliging of de wisselverwarming. (2) Meer over tractie-energievoorziening.

Trafo

(Elektrotechniek); Afkorting van Transformator.

Trancient response

(Elektronica); Impuls"responsie". Het reageren op een (snel) wisselende belasting. Bijv. bij spanningsregelaars het gedrag bij sterk variërende stroomafname. (3). Meer over trancient response.

Transfer

Doorzichtige folie met tekst of afbeelding op een met water verwijderbaar papieren draagvel. (zie het artikel Decals).

Transformator

(Elektrotechniek); Een transformator (afgekort "trafo") dient om een wisselspanning (AC) om te zetten naar een wisselspanning met een hogere- of lagere waarde. Bijv. van 230 Volt AC naar 12 Volt AC. In een "trafo" zitten magnetisch gekoppelde spoelen, de primaire en de secundaire. De spoelen zijn meestal gewonden rondom een gesloten ijzerkern die het magnetische veld concentreert en voor de magnetische koppeling van de beide spoelen zorgdraagt. Zie artikel Elektronica basis. (3) Meer over transformator.

Transistor

(Elelektronica); Een transistor (samentrekking van het Engelse "transfer" en "resistor", = letterlijk: "overdrachtsweerstand") is een halfgeleidercomponent met meestal drie aansluitingen. Als elektronisch onderdeel dient een transistor onder meer als versterkend of schakelend element in een elektronische schakeling. (3) Meer over de transistor.

Traverse

Een traverse is een ongelijkvloerse, hoog gelegen voetgangersoversteek. (2) Zie ook: Passerelle. Meer over traverse.

Trein

Een trein is een beweging voor het vervoer van reizigers of goederen, of de overbrenging van leeg materieel, met een bepaalde infra-inzet volgens een gepland tijdschema. Het kan dus zowel om een goederentrein, als om een personentrein gaan, maar niet om een losse loc. (5) Meer over Trein.

Treinbelasting

Treinbelasting is het toegelaten maximaal gewicht van een trein bij een bepaalde snelheid. (1)

Trekpot en dauwworm

Benaming van resp. de trekkende en opduwende locomotief bij treinen die op een heuvelachtig baanvak een opdruklocomotief kregen naast de trekkende locomotief. Werd vooral gezegd op het baanvak Tongeren via Glons en Liers naar Luik Vivegnies. (1)

Treinaanwijzer

Een treinaanwijzer is een paneel dat in veel Nederlandse stations boven de perrons hangt, vanwaar reizigerstreinen vertrekken. (4) Meer over treinaanwijzers

Treinbeweging

Vertrek, aankomst of het doorrijden van een trein. (2) Meer over treinbeweging.

Treinbreuk

(Grootspoor); 1. Het komt bij het grootspoor maar zelden voor dat een koppeling tussen twee voertuigen loslaat. Wanneer dat echter wèl gebeurt, zal de remslang breken, de lucht uit de treinleiding ontsnappen en de trein stoppen (zowel het trekkende gedeelte als het losgeraakte deel).
2. (Modelspoor). ook bij het modelspoor komt het wel eens voor dat één of meerdere wagens/rijtuigen losraakt/losraken, doordat een koppeling losgaat. Ook dit wordt een treinbreuk genoemd.

Treindienstleider

(Afgekort: Trdl) regelt de treinenloop op een station en/of baanvak en is verantwoordelijk voor de veiligheid. (3) Meer over treindienstleider.

Treindienstleiding

Procesleiding op het spoor. (4). Meer over primair-procesleidingsgebied.

Treindienstsoort

Bijvoorbeeld: InterCity, InterRegio (sneltreinen), Agglo-Regio (stoptrein), Sprinters (stoptrein), Light rail en goederentreinen. (2) Meer over Treindienstsoort

Treingids

(België): een treingids is een "gids" of "spoorboekje". (1)

Treinradio

Voorziening voor draadloze communicatie tussen personeel in de trein (machinist) en personeel buiten de trein dat bij het vervoersproces betrokken is (verkeersleiding). Voorbeelden zijn het voormalige "Telerail" en het huidige GSM-R. (2) Meer over treinradio.

Treinsamenstelling

(Grootspoor); Hiermee wordt aangegeven uit welk materieel een trein bestaat. Deze samenstelling wordt aangegeven in de dienstvoorschriften. Meer over Treinsamenstelling. Nog meer over Treinsamenstelling.

Treinschakeling

Treinschakeling, soms ook multiple schakeling genoemd, maakt het mogelijk dat een machinist of treinbestuurder meerdere locomotieven, treinstellen, motorrijtuigen tegelijk vanuit de voorste cabine van de trein bestuurt. Dit wordt ook multi-tractie genoemd. De stuursignalen lopen door zogenaamde stuurstroomkabels. (3) Meer over Treinschakeling.

Treinseinbeelden

Treinen zijn aan de voor- en achterzijde voorzien van verlichting: witte of gele frontseinen en rode sluitseinen. Vroeger reden treinen overdag zonder verlichting. Dan werden er achterop de trein sluitborden gehangen. Front- en sluitseinen werden en worden ook gebruikt om bijzondere boodschappen door te geven, zoals bijvoorbeeld het gevarensein. (4)

Treinsmid

1. Smid die in wagenwerkplaats onderhoud aan wagens verricht;
2. Bijnaam van wagenmeester, waarschijnlijk ontstaan doordat de treinsmid veelal de functie kreeg en/of vervulde van wagenmeester. (1)

Treinstam

Een treinstam bestaat uit een aantal gekoppelde rijtuigen, die samen een vaste samenstelling vormen. Het verschil met een treinstel is dat binnen een treinstam een koppeling gebruikt wordt die het mogelijk maakt om de stam eenvoudig van samenstelling te veranderen. Dit in tegenstelling tot een treinstel), waarbij de rijtuigen permanent aan elkaar vastgemaakt zijn d.m.v. schroefkoppelingen. Voorbeeld van een treinstam: VIRM (deze is voorzien van Scharfenberg-koppelingen). (3) Meer over treinstam.

Treinstammen NS

Treinstellen die altijd in een vaste samenstelling rijden, hebben bij de NS de benaming "stam". Hieronder vallen bijvoorbeeld:

Treinstel

Benaming van zelfstandig rijdende gekoppelde rijtuigen voor personenvervoer. Dit kan niet uit een enkele bak) bestaan, want dan is het een motorrijtuig, maar wel uit een aantal, door schroefkoppelingen aan elkaar gekoppelde bakken, zoals bijvoorbeeld Mat'54. Deze zelfstandig rijdende gecombineerde rijtuigen (="treinstel") kunnen ook met één- of meerdere andere treinstellen gekoppeld rijden, en dan heet het geheel een (personen)trein. (3) Meer over treinstel.

Treinstroom

Treinstroom betekent dat het om treinen gaat die langs dezelfde route onderweg zijn van hetzelfde vertrekpunt naar dezelfde bestemming. Vertrekpunt en bestemming kunnen zijn: "splitsingspunt" en "knooppunt". (2) Meer over treinstroom.

Treinverbinding

Verbinding tussen stations die verzorgt wordt door een treindienst. (2) Meer over treinverbinding.

TreinVrije Periode

(Afgekort: TVP) De buitendienststelling van een spoor. (2) Meer over TreinVrije Periode.

Trek

Trek is de luchtstroom die nodig is voor de verbranding en die daardoor opgewekt wordt van Dale); "geforceerde trek": trek die veroorzaakt wordt door onderdruk in de rookkast, die onstaat door de opstijgende kolom afgewerkte stoom uit de exhoustor via de schoorsteen naar buiten toe. (1)

Trekdraad

Trek Draad van ijzer tussen een wissel of sein en de bedieningshandel daarvan, waarmee wissel of sein in een andere stand getrokken wordt. (1)

Trek-duwtrein

Trein die zowel getrokken als geduwd kan rijden. Aan één zijde bevindt zich een loc en aan de andere zijde bevindt zich een stuurstandrijtuig. (3) Meer over Trek-duwtrein

Trekkie

Een trekkie wagens: een aantal wagens achter elkaar, rangeerdeel van een trein. (1)

Trekontlasting

(Elektrotechniek); een trekontlasting is een constructie die voorkomt dat een elektrisch snoer (of bedrading) uit een apparaat of stekker getrokken kan worden. Een trekontlasting zorgt ervoor dat de van buiten komende krachten zich niet naar de andere kant voortzetten, maar door de structuur waarop de trekontlasting is gemonteerd, worden opgenomen. Meer over trekontlasting.

Trekpit

Een trekpit is een katoenen streng die continue in olie baadt en deze door hevelwerking naar de te smeren plaats brengt; tegengesteld: "Slagpit". (1)

Trimpotentiometer

(Elektronica); Benaming voor een instelbare meerslagen potentiometer ("multi-turnpotmeter"), die via een tandwieloverbrenging de loper laat bewegen over een single-turn (enkelslag)weerstandsbaan, identiek aan een gewone single-turnpotmeter. De instelschroef moet 10 (tot bij sommige typen 25) slagen maken om de trimpot van 0 tot de maximale weerstandswwaarde te verdraaien. Wordt ook wel "trimpot" of "trimweerstand" genoemd. (3) Meer over de instelpotentiometer

Trommelaar

(België); Machinist die "te brutaal rijdt" en en te hard aanzet, waardoor de locomotief gaat doorslaan, wat een op trommelen lijkend geluid geeft. Zie ook: machinist met een sterke arm, een "bras fort", een moordenaar, een hakkert, een timmerman. (1)

Trommelen

Stoom toevoeren uit de injecteur via de lummel naar het water in de tender. Dit wordt 's winters gedaan om bevriezen van het water te voorkomen; bij de injecteur wordt de leiding naar de ketel toe afgesloten, zodat de stoom die toch ergens naar toe moet een weg zoekt naar de tender; dit heet trommelen omdat de stoom tegen het koude water een trommelend geluid maakt; merkwaardig is dat het geluid de basis is voor een werkwoord dat een handeling uitdrukt: "We gaan trommelen" betekend dus: "we gaan stoom de tender inlaten etc. waardoor het getrommel ontstaat. (1)

Tuimelrooster

valrooster dat tuimelend naar beneden valt. (1)

Tuin

Tuin is jargon voor een kolenpark, dat is een omheinde ruimte op emplacement voor het bewaren van kolen voor de locomotieven. (1)

Tuindeuren

De deuren tussen machinistenhuis en kolenruimte in de tender, klapdeuren als van een salon of huiskamer de tuin in, of zoals bij een suite; zie ook: Kamer en suite. (1)

"Tuinman"

(ironisch); een tuinman is een slecht stokende leerling, die veel in het vuur harkt. ook: "Spitter". (1)

Tunnel

Een kunstwerk waar de sporen overdekt zijn over een grotere lengte dan een brug of aquaduct. (2) Meer over tunnel.

Tunnelbak

Betonnen bak die in het landschap wordt gegraven, waardoor het spoor verdiept komt te liggen, maar die niet overdekt is. (2) Meer over tunnelbak.

"Turk"

Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 8600, die voor een buitenlandse maatschappij bestemd waren (Turkije naar het verhaal ging), maar niet werden overgenomen door deze maatschappij. Ze werden toen door de SS gekocht (serie 621-632). (1)

"Turnout"

(Engels) Wissel.

"Turnout Switch"

(Engels) Wissel.

"Turnout motor"

(Engels) Wisselaandrijving.

Tussenspan

De locomotief tussen de voorspanloc en de trein; zit er dus tussenin gespannen; zie "Voorspan". (1)

Twee-componentenlijm

Een 2K of 2-componentenlijm is een lijm die bestaat uit twee componenten, een lijmbasis en een verharder, meestal op basis van epoxy. De aanduiding 2K komt van de Duitse benaming 2-Komponenten-Klebstoffen. (3) Meer over twee-componentenlijm.

Tweeleider-kruiskop

Kruiskop die over twee leibanen loopt. Zie ook "Eenleider-kruiskop" en "leibaan". (1).

Tweerail

Bij tweerail zijn twee spoorstaven aanwezig. Hierbij staat bij analoog de plus (+) op de ene spoorstaaf en de min (—) op de andere spoorstaaf, ofwel gelijkspanning. Van rijrichting wisselen gebeurd door de polen om te keren met de draaiknop van de rijregelaar.

Bij digitaal rijden staat er geen gelijkspanning op de beide spoorstaven, maar een blokvormig signaal, waarbij de plus en de min snel omgepoold worden. Zie het artikel Systemen.

Tweetallig

In het Engels: "Binary". Een binair (tweetallig) getal bestaat uit enen en nullen. Zie het artikel Uitleg Digitaal. (3) Meer over tweetallig.

Tweetand

Stookgereedschap in de vorm van een lange staaf met aan het uiteinde een tweetandige hark, om in het vuur slakken en kolen te harken en om kolen van achter op de tender mee naar voren te trekken; de tweetand is ± 3 meter lang, de korte tweetand is ± 1,5 meter lang; ook: "haak", korte en lange. (1)

Twin decoder

Benaming voor een Fleischmann twin-decoder (bijv. de 6848), die zowel DCC als FMZ begrijpt c.q. verstaat. Dit is dus een Multi-protocol-decoder.

Twisted pair

(Engels); Twisted pair In het Nederlands: "getwist paar", in Vlaanderen ook "getorst paar", in oudere literatuur "dubbeldraad", is een veel voorkomende meeraderige kabel waarbij de aders per twee rond elkaar zijn gewonden. (3) Meer over twisted pair.

Twistlock

Een twistlock is een hulpmiddel voor het zekeren of bevestigen van containers en wissellaadbakken. (3) Meer over twistlock.

Tyfoon

Wat op een auto een claxon heet, heet op een trein een "tyfoon" (oude spelling: "typhoon"). De machinist kan hiermee bij dreigend gevaar een geluidsignaal geven. Nederlandse treinen hebben altijd twee tyfoons: een met een hoog en een met een laag geluid. Met een voet­pedaal kan de machinist een van deze tyfoons gebruiken, of beide tyfoons afwisselend. Hoe dieper hij het pedaal intrapt, hoe harder de tyfoon klinkt. Moderne loco­motieven hebben behalve de tyfoon vaak ook een autotoeter. Er zijn plaatsen waar een machinist verplicht is om te tyfoneren: deze worden aangegeven met een fluitbord. (4) Meer over Tyfoon.

Type

(België): serie, aantal exemplaren van type. (1)



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 11 apr 2024 10:45 (CET)