|
|
Regel 16: |
Regel 16: |
| |Positie= Rechts | | |Positie= Rechts |
| }} | | }} |
− | '''Paneelmeters''' zijn elektrische meetinstrumenten, en zijn bedoeld voor inbouw in een (bedienings)paneel, Ze zijn verkrijgbaar in analoge- en digitale uitvoering. De paneelmeter wordt gebruikt voor het weergeven van o.a. spanningsniveaus (in volt), [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]]sterkteniveaus (in ampères) en frequenties (in Herz). | + | '''Paneelmeters''' zijn elektrische meetinstrumenten, en zijn bedoeld voor inbouw in een (bedienings)paneel, Ze zijn verkrijgbaar in [https://nl.wikipedia.org/wiki/Analoog analoge]- en [https://nl.wikipedia.org/wiki/Digitaal digitale] uitvoering. De paneelmeter wordt gebruikt voor het weergeven van o.a. [[Woorden - S#Spanning|spanning]]sniveaus (in volt), [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]]sterkteniveaus (in ampères) en frequenties (in Herz). |
| ==== Analoog ==== | | ==== Analoog ==== |
− | Bij de analoge uitvoering is de meter voorzien van een draaiende wijzer. De gemeten waarde is afleesbaar op een schaal (met schaalverdeling). | + | Bij de analoge uitvoering is de meter voorzien van een draaiende wijzer. De gemeten waarde is afleesbaar op een schaal met schaalverdeling (en eventueel een [https://nl.wiktionary.org/wiki/spiegelschaal "spiegelschaal"]). |
| ==== Digitaal ==== | | ==== Digitaal ==== |
| Bij de digitale uitvoering is de meter voorzien van een [[Woorden - D#Display|display]] dat de gemeten waarde weergeeft in leesbare tekst en/of cijfers. | | Bij de digitale uitvoering is de meter voorzien van een [[Woorden - D#Display|display]] dat de gemeten waarde weergeeft in leesbare tekst en/of cijfers. |
| ===== De analoge paneelmeter. ===== | | ===== De analoge paneelmeter. ===== |
− | In de analoge paneelmeter is een zogenaamde "draaispoel" gemonteerd. Deze draaispoel bestaat uit een gewikkelde spoel van zeer dun koperdraad, die op een gelagerde as bevestigd is. Aan dezelfde as is een wijzer bevestigd. Voor het uitbalanceren van de wijzer zijn aan de as één- of twee contragewichtjes gemonteerd.<br /> | + | In de analoge paneelmeter is een zogenaamde [[Woorden - D#Draaispoelmeter|"draaispoelmeter"]] gemonteerd. Deze draaispoel bestaat uit een gewikkelde spoel van zeer dun koperdraad, die op een gelagerde as bevestigd is. Aan dezelfde as is een wijzer bevestigd. Voor het uitbalanceren van de wijzer zijn aan de as één- of twee contragewichtjes gemonteerd.<br /> |
− | De spoel in de draaispoelmeter heeft een groot aantal windingen van zeer dun koperdraad, en daardoor een zekere [[Woorden - W#Weerstand|Weerstand]], aangeduid met Rm. De spoel bevindt zich in een magnetisch veld, dat opgewekt wordt door een permanente [[Woorden - M#Magneet|magneet]] (zie: afbeelding 01). De spoel is dus bedoeld voor [[Woorden - G#Gelijkspanning|gelijkspanning]] (DC). | + | De spoel in de draaispoelmeter heeft een groot aantal windingen van zeer dun koperdraad, en daardoor een zekere [[Woorden - W#Weerstand|Weerstand]], aangeduid met "Rm". De spoel bevindt zich in een magnetisch veld, dat opgewekt wordt door een permanente [[Woorden - M#Magneet|magneet]] (zie: afbeelding 01). De spoel is dus bedoeld voor [[Woorden - G#Gelijkspanning|gelijkspanning]] (DC). |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= Draaispoelmeter-01a.gif | | |Bestand= Draaispoelmeter-01a.gif |
Regel 33: |
Regel 33: |
| |Positie= Links | | |Positie= Links |
| }} | | }} |
− | Aan de spoel zitten (bij een kwalitatief goede meter) een tweetal tegengesteld aangebrachte spiraalveren, om de wijzer in rust (=wanneer er geen [[Woorden - S#Spanning|spanning]] aanwezig is) in de nul-stand te houden. Deze nul-stand is instelbaar d.m.v. een (meestal) op de voorzijde van de meter aangebrachte instelschroef.<br /> | + | Aan de spoel zitten (bij een kwalitatief goede meter) een tweetal tegengesteld aangebrachte spiraalveren, om de wijzer in rust (=wanneer er geen [[Woorden - S#Spanning|spanning]] aanwezig is) in de nul-stand te houden. Deze nul-stand is instelbaar d.m.v. een (meestal) op de voorzijde van de meter aangebrachte instelschroef, waar meestal "0-adj." bij staat.<br /> |
| Voor het uitbalanceren van de wijzer zijn aan de as één- of twee contragewichtjes gemonteerd (zie afbeelding 02). | | Voor het uitbalanceren van de wijzer zijn aan de as één- of twee contragewichtjes gemonteerd (zie afbeelding 02). |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
Regel 43: |
Regel 43: |
| |Positie= Rechts | | |Positie= Rechts |
| }} | | }} |
− | Een goede paneelmeter is voorzien van een spiegelschaal (zie afbeelding 03). Het doel hiervan is, om afleesfouten (parallax) te vermijden. Door zodanig op de meter te kijken dat de wijzer precies boven zijn spiegelbeeld in de spiegel zit, is de afleeshoek (=kijkhoek) exact nul, en weet de gebruiker zeker dat hij/zij de juiste waarde afleest. | + | Een goede paneelmeter is voorzien van een [[Woorden - S#Spiegelschaalmeter|spiegelschaal]] (zie afbeelding 03). Het doel hiervan is, om afleesfouten ([[Woorden - P#Parallax|parallax]]) te vermijden. Door zodanig op de meter te kijken dat de wijzer precies boven zijn spiegelbeeld in de spiegel zit, is de afleeshoek (=kijkhoek) exact nul, en weet de gebruiker zeker dat hij/zij de juiste waarde afleest. |
| <br clear="all"> | | <br clear="all"> |
| ==== De werking ==== | | ==== De werking ==== |
− | Wanneer er een spanning op het spoeltje aanwezig is, loopt er een [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] door het spoeltje, en dan zal het door het spoeltje opgewekte magneetveld, zich afzetten tegen het magneetveld van de permanente magneet (zie afbeelding 01). Het spoeltje zal een stukje draaien en daardoor zal de wijzer bewegen. Deze beweging gaat door tot de opgewekte kracht in evenwicht raakt met de veerkracht van de spiraalveertjes. De mate van verdraaiing is dus afhankelijk van de hoogte van de aangelegde spanning, ofwel; hoe meer spanning er op de spoel staat, hoe verder de wijzer uitslaat. | + | Wanneer er een spanning op het spoeltje aanwezig is, loopt er een [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] door het spoeltje, en dan zal het door het spoeltje opgewekte magneetveld, zich afzetten tegen het magneetveld van de permanente magneet (zie afbeelding 01). Het spoeltje zal een stukje draaien en daardoor zal de wijzer bewegen. Deze beweging gaat door tot de opgewekte kracht in evenwicht raakt met de veerkracht van de spiraalveertjes. De mate van verdraaiing is dus afhankelijk van de hoogte van de aangelegde [[Woorden - S#Spanning|spanning]], ofwel; hoe meer spanning er op de spoel staat, hoe verder de wijzer uitslaat. |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
| |Bestand= draaispoelmeter-01.gif | | |Bestand= draaispoelmeter-01.gif |
Regel 63: |
Regel 63: |
| }} | | }} |
| ==== Aanpassing van het meetbereik ==== | | ==== Aanpassing van het meetbereik ==== |
− | Wanneer met een draaispoelmeter voor bijv. 100 µA, een hogere spanning gemeten gaat worden, bijv. 30 volt bij volle schaal, dan moet een serieweerstand (dit is een weerstand in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] met de meter, zie afbeelding 05) toegepast worden. Deze serieweerstand wordt als volgt berekent: | + | Wanneer met een draaispoelmeter voor bijv. 100 µA, een hogere [[Woorden - S#Spanning|spanning]] gemeten gaat worden, bijv. 30 volt bij volle schaal, dan moet een serieweerstand (dit is een weerstand in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] met de meter, zie afbeelding 05) toegepast worden. Deze serieweerstand wordt als volgt berekent: |
| | | |
− | U = te meten spanning, R<sub>m</sub> = inwendige weerstand van de meter, I<sub>max</sub> = max. toegelaten [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] door de meter, Rv1 = de te berekenen serieweerstand. | + | U = de te meten spanning, R<sub>m</sub> = inwendige weerstand van de meter, I<sub>max</sub> = max. toegelaten [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] door de meter, Rv1 = de te berekenen serieweerstand. |
| | | |
| R<sub>totaal</sub> = U / I<sub>max</sub> | | R<sub>totaal</sub> = U / I<sub>max</sub> |
Regel 79: |
Regel 79: |
| Voor het meten van stroomsterkte (A) dienen we een zogenaamde [[Woorden - S#Shunt|shunt]] (=meetweerstand) toe te passen. Deze shunt, die een lage weerstandswaarde heeft, werkt als een omleiding voor de [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] (zie: afbeelding 06). De meeste stroom loopt door de shunt, en maar een zeer klein gedeelte loopt door de meter. Doordat de te meten stroom door de shunt loopt, ontstaat er over de shunt een spanning, en die spanning wordt gemeten door de meter. Hoe groter de [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] door de shunt, des te hoger de [[Woorden - S#Spanning|spanning]] op de meter. | | Voor het meten van stroomsterkte (A) dienen we een zogenaamde [[Woorden - S#Shunt|shunt]] (=meetweerstand) toe te passen. Deze shunt, die een lage weerstandswaarde heeft, werkt als een omleiding voor de [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] (zie: afbeelding 06). De meeste stroom loopt door de shunt, en maar een zeer klein gedeelte loopt door de meter. Doordat de te meten stroom door de shunt loopt, ontstaat er over de shunt een spanning, en die spanning wordt gemeten door de meter. Hoe groter de [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] door de shunt, des te hoger de [[Woorden - S#Spanning|spanning]] op de meter. |
| | | |
− | De shunt is vaak "af-fabriek" ingebouwd in de stroomsterkte-paneelmeter. Dit maakt het aansluiten van een ampèremeter zeer eenvoudig. | + | De shunt is vaak "af-fabriek" ingebouwd in de ampère-paneelmeter. Dit maakt het aansluiten van een ampèremeter zeer eenvoudig. |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
| |Bestand= draaispoelmeter-03.gif | | |Bestand= draaispoelmeter-03.gif |
Regel 112: |
Regel 112: |
| Deze waarde kan samen gesteld kunnen worden uit één weerstand van 220Ω en één weerstand van 68Ω, die parallel staan. Deze combinatie zetten we in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] met een weerstand van 3,3 Ω. We krijgen dan een totale waarde van 55,2444 Ω. Deze combinatie van weerstanden moet een vermogen van minimaal 53 Watt kunnen verwerken. | | Deze waarde kan samen gesteld kunnen worden uit één weerstand van 220Ω en één weerstand van 68Ω, die parallel staan. Deze combinatie zetten we in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] met een weerstand van 3,3 Ω. We krijgen dan een totale waarde van 55,2444 Ω. Deze combinatie van weerstanden moet een vermogen van minimaal 53 Watt kunnen verwerken. |
| === Meten van wisselspanning === | | === Meten van wisselspanning === |
− | Voor het meten van [[Woorden - S#Wisselspanning|wisselspanning]] (AC) moet de meter opgenomen worden in een gelijkrichtschakeling (zie afbeelding 07). De te meten wisselspanning sluiten we aan op de <big>~</big> aansluitingen. Op de U+ en U- aansluitingen van de meter mogen alleen de diodes aangesloten zijn. De te meten wisselspanning mag niet hoger zijn, dan de spanning die de meter aan kan geven. | + | Voor het meten van [[Woorden - S#Wisselspanning|wisselspanning]] (AC) moet de meter opgenomen worden in een gelijkrichtschakeling (zie afbeelding 07). De te meten wisselspanning sluiten we aan op de <big>~</big> aansluitingen. Op de U<big>+</big> en U<big>-</big> aansluitingen van de meter mogen alleen de diodes aangesloten zijn. De te meten wisselspanning mag niet hoger zijn, dan de [[Woorden - S#Spanning|spanning]] die de meter aan kan geven. |
| | | |
| Bij paneelmeters geschikt voor wisselspanning "af-fabriek" is de diodebrug meestal al ingebouwd. | | Bij paneelmeters geschikt voor wisselspanning "af-fabriek" is de diodebrug meestal al ingebouwd. |
| | | |
− | Voor het meten van hogere spanningen, moet een serieweerstand in de + of - aansluiting van de meter opgenomen worden. | + | Voor het meten van hogere spanningen, moet een serieweerstand in de <big>+</big> of <big>-</big> aansluiting van de meter opgenomen worden. |
− | === Dubbelschaal-paneelmeters ===
| |
− | In de handel zijn ook zogenaamde dubbelschaal-paneelmeters verkrijgbaar. Het werkingsprincipe van deze meters is gelijk aan de enkelvoudige.
| |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
| |Bestand= Combinatie-V-A-meter-01.gif | | |Bestand= Combinatie-V-A-meter-01.gif |
Regel 134: |
Regel 132: |
| |Tussenruimte= 20px | | |Tussenruimte= 20px |
| }} | | }} |
− | Deze paneelmeters hebben twee schaalverdelingen; één voor volt-meting en één voor ampère-meting. Op de achterzijde bevinden zich drie aansluitingen; "V+", "A+" en "Common" (of -). Bijvoorbeeld [https://www.conrad.be/nl/search.html?search=103082 deze van Conrad]. | + | Deze paneelmeters hebben twee schaalverdelingen; één voor volt-meting en één voor ampère-meting. Op de achterzijde bevinden zich drie aansluitingen; "V<big>+</big>", "A<big>+</big>" en "Common" (of <big>-</big>). Bijvoorbeeld [https://www.conrad.be/nl/search.html?search=103082 deze van Conrad]. |
| | | |
− | Voor het gebruik van dit type paneelmeter, moet gebruik gemaakt worden van een dubbelpolige wisselschakelaar met zes aansluitingen (een zogenaamd "twee maal om"-type). In het schema van afbeelding 08 is te zien hoe de meter aangesloten moet worden. Hier staat schakelaar S1 in de stand voor spannings-meting. In het schema van afbeelding 09 staat schakelaar S1 in de stand voor [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]]meting. De schakelaar moet berekend zijn op de te voeren stroom.<br /> | + | Voor het gebruik van dit type paneelmeter, moet gebruik gemaakt worden van een dubbelpolige wisselschakelaar met zes aansluitingen (een zogenaamd "twee maal om"-type). In het schema van afbeelding 08 is te zien hoe de meter aangesloten moet worden. Hier staat schakelaar S1 in de stand voor [[Woorden - S#Spanning|spanning]]s-meting. In het schema van afbeelding 09 staat [[Elektronica basis#De schakelaar|schakelaar]] S1 in de stand voor [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]]meting. De schakelaar moet berekend zijn op de te voeren stroom.<br /> |
| Bijv. bij een voeding die drie ampère kan leveren, wordt dan een schakelaar gekozen die minstens vier ampère kan schakelen. | | Bijv. bij een voeding die drie ampère kan leveren, wordt dan een schakelaar gekozen die minstens vier ampère kan schakelen. |
| === De symbolen op paneelmeters === | | === De symbolen op paneelmeters === |
Regel 142: |
Regel 140: |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= Meter-symbolen-01.png | | |Bestand= Meter-symbolen-01.png |
− | |Grootte= Zeer klein | + | |Grootte= Normaal |
| |Volgnummer= 10 | | |Volgnummer= 10 |
| |Omschrijving= Meter-symbolen | | |Omschrijving= Meter-symbolen |
Regel 148: |
Regel 146: |
| |Type= Tekening | | |Type= Tekening |
| }} | | }} |
| + | === Dubbelschaal-paneelmeters === |
| + | In de handel zijn ook zogenaamde "dubbelschaal-paneelmeters" verkrijgbaar. Het werkingsprincipe van deze meters is gelijk aan de enkelvoudige. |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
| |Box= AlleenInfo | | |Box= AlleenInfo |
Regel 159: |
Regel 159: |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Meten is Weten | + | |Link= Meten is weten |
− | |Linknaam= Meten is Weten | + | |Linknaam= Meten is weten |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie scheiding}} | | {{Linkssectie scheiding}} |
Regel 205: |
Regel 205: |
| }} {| width= "100%" | | }} {| width= "100%" |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
− | ! scope= "row" width="75%" | | + | ! scope= "row" width="70%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 20 jul 2023 10:06 (CET)</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 10 feb 2024 10:30 (CET)</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Alles|P]] | | [[Categorie: Alles|P]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
De paneelmeter
|
Afbeelding: 01
|
Het principe van een draaispoelmeter
|
Bron: nl.wikipedia
|
Paneelmeters zijn elektrische meetinstrumenten, en zijn bedoeld voor inbouw in een (bedienings)paneel, Ze zijn verkrijgbaar in analoge- en digitale uitvoering. De paneelmeter wordt gebruikt voor het weergeven van o.a. spanningsniveaus (in volt), stroomsterkteniveaus (in ampères) en frequenties (in Herz).
Analoog
Bij de analoge uitvoering is de meter voorzien van een draaiende wijzer. De gemeten waarde is afleesbaar op een schaal met schaalverdeling (en eventueel een "spiegelschaal").
Digitaal
Bij de digitale uitvoering is de meter voorzien van een display dat de gemeten waarde weergeeft in leesbare tekst en/of cijfers.
De analoge paneelmeter.
In de analoge paneelmeter is een zogenaamde "draaispoelmeter" gemonteerd. Deze draaispoel bestaat uit een gewikkelde spoel van zeer dun koperdraad, die op een gelagerde as bevestigd is. Aan dezelfde as is een wijzer bevestigd. Voor het uitbalanceren van de wijzer zijn aan de as één- of twee contragewichtjes gemonteerd.
De spoel in de draaispoelmeter heeft een groot aantal windingen van zeer dun koperdraad, en daardoor een zekere Weerstand, aangeduid met "Rm". De spoel bevindt zich in een magnetisch veld, dat opgewekt wordt door een permanente magneet (zie: afbeelding 01). De spoel is dus bedoeld voor gelijkspanning (DC).
|
Afbeelding: 02
|
Uitgebalanceerde wijzer
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Aan de spoel zitten (bij een kwalitatief goede meter) een tweetal tegengesteld aangebrachte spiraalveren, om de wijzer in rust (=wanneer er geen spanning aanwezig is) in de nul-stand te houden. Deze nul-stand is instelbaar d.m.v. een (meestal) op de voorzijde van de meter aangebrachte instelschroef, waar meestal "0-adj." bij staat.
Voor het uitbalanceren van de wijzer zijn aan de as één- of twee contragewichtjes gemonteerd (zie afbeelding 02).
|
Afbeelding: 03
|
Analoge multimeter met spiegelschaal
|
Foto gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Een goede paneelmeter is voorzien van een spiegelschaal (zie afbeelding 03). Het doel hiervan is, om afleesfouten (parallax) te vermijden. Door zodanig op de meter te kijken dat de wijzer precies boven zijn spiegelbeeld in de spiegel zit, is de afleeshoek (=kijkhoek) exact nul, en weet de gebruiker zeker dat hij/zij de juiste waarde afleest.
De werking
Wanneer er een spanning op het spoeltje aanwezig is, loopt er een stroom door het spoeltje, en dan zal het door het spoeltje opgewekte magneetveld, zich afzetten tegen het magneetveld van de permanente magneet (zie afbeelding 01). Het spoeltje zal een stukje draaien en daardoor zal de wijzer bewegen. Deze beweging gaat door tot de opgewekte kracht in evenwicht raakt met de veerkracht van de spiraalveertjes. De mate van verdraaiing is dus afhankelijk van de hoogte van de aangelegde spanning, ofwel; hoe meer spanning er op de spoel staat, hoe verder de wijzer uitslaat.
|
|
|
Afbeelding: 04
|
|
Afbeelding: 05
|
Het schemasymbool van de draaispoelmeter
|
|
Draaispoelmeter met serieweerstand
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Aanpassing van het meetbereik
Wanneer met een draaispoelmeter voor bijv. 100 µA, een hogere spanning gemeten gaat worden, bijv. 30 volt bij volle schaal, dan moet een serieweerstand (dit is een weerstand in serie met de meter, zie afbeelding 05) toegepast worden. Deze serieweerstand wordt als volgt berekent:
U = de te meten spanning, Rm = inwendige weerstand van de meter, Imax = max. toegelaten stroom door de meter, Rv1 = de te berekenen serieweerstand.
Rtotaal = U / Imax
Rtotaal = 30 / 0,0001 = 300.000 Ω = Rm + Rv1
We trekken nu Rm van Rtotaal af, en krijgen dan de waarde van de serieweerstand;
Rv1 = 300.000 – 100 = 299.900 Ω.
Deze waarde is samen te stellen uit een weerstand van 680K, parallel aan een weerstand van 470K. Deze combinatie wordt in serie met een weerstand van 22K gezet. We krijgen dan een totale weerstandswaarde van 299.913 Ω.
Meten van stroomsterkte
Voor het meten van stroomsterkte (A) dienen we een zogenaamde shunt (=meetweerstand) toe te passen. Deze shunt, die een lage weerstandswaarde heeft, werkt als een omleiding voor de stroom (zie: afbeelding 06). De meeste stroom loopt door de shunt, en maar een zeer klein gedeelte loopt door de meter. Doordat de te meten stroom door de shunt loopt, ontstaat er over de shunt een spanning, en die spanning wordt gemeten door de meter. Hoe groter de stroom door de shunt, des te hoger de spanning op de meter.
De shunt is vaak "af-fabriek" ingebouwd in de ampère-paneelmeter. Dit maakt het aansluiten van een ampèremeter zeer eenvoudig.
|
|
|
Afbeelding: 06
|
|
Afbeelding: 07
|
Stroommeting m.b.v. shunt
|
|
Wisselspanningsmeting met diodebrug
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Aanpassing van het meetbereik
Wanneer we zelf het meetbereik van een paneelmeter willen wijzigen m.b.v een shunt, gaat de berekening van de shunt als volgt:
Voorbeeld: Een paneelmeter met een bereik van 0,05 A (=50 mA), met een inwendige weerstand van 1050 Ω, waarmee een stroom gemeten wordt van 1 ampère (=volle schaal).
I = te meten stroomsterkte (A), Rm = inwendige weerstand van de meter, Imax = max. toegelaten stroom door de meter (A), Sh1 = de te berekenen weerstandswaarde van de shunt.
Sh1 = (Rm * Imax) / (I - Imax)
Sh1 = (1050 * 0,05) / (1 - 0,05)
Sh1 = 52,5 / 0,95
Sh1 = 55,2631579 Ω.
Deze waarde kan samen gesteld kunnen worden uit één weerstand van 220Ω en één weerstand van 68Ω, die parallel staan. Deze combinatie zetten we in serie met een weerstand van 3,3 Ω. We krijgen dan een totale waarde van 55,2444 Ω. Deze combinatie van weerstanden moet een vermogen van minimaal 53 Watt kunnen verwerken.
Meten van wisselspanning
Voor het meten van wisselspanning (AC) moet de meter opgenomen worden in een gelijkrichtschakeling (zie afbeelding 07). De te meten wisselspanning sluiten we aan op de ~ aansluitingen. Op de U+ en U- aansluitingen van de meter mogen alleen de diodes aangesloten zijn. De te meten wisselspanning mag niet hoger zijn, dan de spanning die de meter aan kan geven.
Bij paneelmeters geschikt voor wisselspanning "af-fabriek" is de diodebrug meestal al ingebouwd.
Voor het meten van hogere spanningen, moet een serieweerstand in de + of - aansluiting van de meter opgenomen worden.
|
|
|
Afbeelding: 08
|
|
Afbeelding: 09
|
De stand van S1 voor spannings-meting
|
|
De stand van S1 voor stroom-meting
|
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom
|
|
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Deze paneelmeters hebben twee schaalverdelingen; één voor volt-meting en één voor ampère-meting. Op de achterzijde bevinden zich drie aansluitingen; "V+", "A+" en "Common" (of -). Bijvoorbeeld deze van Conrad.
Voor het gebruik van dit type paneelmeter, moet gebruik gemaakt worden van een dubbelpolige wisselschakelaar met zes aansluitingen (een zogenaamd "twee maal om"-type). In het schema van afbeelding 08 is te zien hoe de meter aangesloten moet worden. Hier staat schakelaar S1 in de stand voor spannings-meting. In het schema van afbeelding 09 staat schakelaar S1 in de stand voor stroommeting. De schakelaar moet berekend zijn op de te voeren stroom.
Bijv. bij een voeding die drie ampère kan leveren, wordt dan een schakelaar gekozen die minstens vier ampère kan schakelen.
De symbolen op paneelmeters
Op de voorzijde van een paneelmeter staan diverse symbolen. Deze hebben de volgende betekenis:
|
Afbeelding: 10
|
Meter-symbolen
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Dubbelschaal-paneelmeters
In de handel zijn ook zogenaamde "dubbelschaal-paneelmeters" verkrijgbaar. Het werkingsprincipe van deze meters is gelijk aan de enkelvoudige.
Meer informatie
Externe website:
|
|
Paneelmeters
|
|
Meetinstrumenten.
|
|
Elektronica Onderdelen Online. Paneelmeters
|
|
Paneelmeters.
|
|
Uitleg over de draaispoelmeter.
|
|
Paneelmeters.
|
|
Paneelmeters.
|
|
Paneelmeters.
|
|
Laatste wijziging: 10 feb 2024 10:30 (CET)
|