Persoonlijke instellingen

Faller 161772 verkeersregeling met servo

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie door Fred (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2016 om 16:56
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


De verkeersregeling van voorgaande pagina kan ook gebruikt worden i.c.m. een servo. Daarvoor moet een servo-aansturing toegevoegd worden. De servo wordt dan bediend via dezelfde aansluitingen (+ en A5) als de gewone Faller- wissel.


De werking

U moet een voertuig (bijvoorbeeld een autobus) hebben, waaronder een extra magneet op de juiste plaats gemonteerd is. Het voertuig passeert sensor 3 en daarna sensor 1. De extra magneet activeert sensor 1, waarna de wegsplitsing gedurende 1 seconde in de stand 'afbuigen' wordt gezet, d.m.v. de servo. Het voertuig buigt af en passeert daarna met de extra magneet sensor 2. Sensor 2 activeert nu de module waardoor de stopspoel op de halte spanning krijgt. Op hetzelfde moment gaat de wachttijd in. Zodra het voertuig bij 'Halte' aangekomen is, stopt het.


700px
Afbeelding: 01
Aansluiting van servo op verkeersregel-module voor bushalte.
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom


Wachttijd

De wachttijd kan van 7 t/m 35 seconden ingesteld ingesteld worden met P1.


Het overige verkeer

Alle voertuigen die over sensor 3 rijden, gaan gewoon rechtdoor. Wanneer een voertuig sensor 3 passeert, wordt de wachttijd opnieuw gestart. Pas wanneer er langere tijd geen voertuigen over sensor 3 rijden, krijgt het voertuig bij de stopspoel toestemming om te vertrekken.
Wanneer er voertuigen naderen die voorzien zijn van een extra magneet, rijden deze ook gewoon door, totdat de stopplaats vrij is.


Werkvolgorde

De beste volgorde van de werkzaamheden i.v.m het wissel en de aansturing is:

  • eerst het wissel plaatsen;
  • slag van de onderste arm opmeten (afstand welke het oog aflegt van doorgaand naar afslaand);
  • de servo aansluiten op de TM 72726 volgens kleuren in afbeelding 01;
  • de servo afstellen (slag net zo groot als de slag van het wissel);
  • de servo onder de plaat monteren met de arm schuin naar beneden volgens afbeelding 04;
  • TM 72726 onder de plaat monteren (houdt rekening met de lengte van aansluitkabel van de servo);
  • daarna de servo aansluiten op de TM 72726;
  • slag van de servo fijnregelen, zodat het wissel in de juiste posities stopt;
  • als laatste de 1772 op zijn plaats monteren en de bedrading aansluiten. Houdt hierbij rekening met de lengte van de draden naar de sensoren.


Het wissel

Rijdraad-wisselscharnier.gif
Afbeelding: 02
Wissel-constructie (zij-aanzicht en bovenaanzicht).
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Een voorbeeld voor het maken van het wissel: neem een stukje rijdraad en buig dit haaks om zoals in afbeelding 02. Maak nu een lagerbus van bijvoorbeeld een afgeknipt wattenstaafje. Maak in de plaat, op de plaats waar het scharnierpunt komt, een gat waar de lagerbus strak in past. De lagerbus komt gelijk met de bovenzijde van de (nog te maken) verlaging en moet circa 2 mm onder de plaat uitsteken. Steek nu het haaks omgebogen stuk draad in de lagerbus. Teken nu de beide eindposities van het wissel af.


Rijdraad-wisselscharnier-02.gif
Afbeelding: 03
Wissel-constructie (zij-aanzicht en bovenaanzicht).
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

Maak nu een verlaging in de plaat ter dikte van iets meer dan de rijdraad-dikte, zodat het wissel straks vrij onder het wegoppervlak kan bewegen. Het oranje gedeelte moet dieper gemaakt worden. (zie afbeelding 03). Neem nu een enkele kroonsteen, verwijder het kunststof en zaag deze doormidden. Monteer nu de halve kroonsteen om de as van het wissel, zodat het wissel niet naar boven bewogen kan worden. Zorg wel voor een beetje speling, want de wissel-draad moet soepel kunnen bewegen (zie afbeelding 03). Eventueel een metalen- of kunststof ring tussen lagerbus en kroonsteen aanbrengen.
Wanneer dat gereed is, bepaalt u de positie van de servo. Hieraan heeft u een koppelstukje (verbindingsstang) bevestigd (zie: afbeelding 04), dat straks verbonden wordt met het wissel. Dit vergt enig pas en meetwerk.


355px
Afbeelding: 04
Bevestiging van servo en koppelstang. Wissel en servo staan hier in de ruststand: 'rechtdoor'.
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Wanneer de servo gemonteerd is, buigt u het gedeelte van de draad dat onder de kroonsteen uitsteekt, haaks om (zie afbeelding 03). Gebruik hierbij een tang om de kroonsteen te steunen, anders vervormt de draad erboven en draait het wissel niet meer soepel. Denk daarbij eraan, dat dit gebeurt in een zodanige positie dat de koppelstang goed met de servo verbonden kan worden. Maak nu een oog aan de draad, waar straks de koppelstang in past (zie: afbeelding 04).
Hierna gaat u de slag (beide eindposities) van de servo-arm afstellen. Pas wanneer de slag juist is afgesteld, verbindt u het wissel met de servo, anders is de kans groot dat er iets beschadigt.


De positie van de sensoren

Sensoren 1 en 2 bevinden zich naast de rijdraad. Sensor 3 bevindt zich in een onderbreking van de rijdraad. Maar,.....op welke afstand van het wissel moeten nu de sensoren 1, 2 en 3 geplaatst worden voor de besturing? De enige indicatie voor sensor 3, is de tijdsduur dat het wissel omklapt naar de afbuigende stand, namelijk 1 seconde. Dus het voortuig met de extra magneet moet binnen 1 seconde van sensor 3 naar het wissel rijden. Om dus de exacte afstand te weten, moet u de rijsnelheid van het voertuig weten.
Sensor 1 moet op dezelfde afstand van de rijdraad gemonteerd worden als de afstand midden voertuig—extra magneet. Sensor 2 vergt enig testwerk. Hiervoor moet het voertuig rijdend de rijdraad naar de halte volgen. De zijwaartse positie van sensor 2 is namelijk afhankelijk van de afstand tussen de twee bochten na het wissel én de positie van de extra magneet op het voortuig. Wanneer de extra magneet het wissel gepasseerd is, stopt u het voertuig en tekent de plaats van de extra magneet (het midden ervan) op de rijbaan af. Hier boort u een gat voor sensor 2.


Meerdere voertuigen die van de halte gebruik maken

Indien u bijvoorbeeld twee autobussen heeft, die om beurten kunnen stoppen bij de halte, is het zaak ervoor te zorgen dat de afstand stuurmagneet—extra magneet exact gelijk is. Zo niet, dan bestaat de kans dat de extra magneet van een van de voertuigen sensor 2 mist.


Meer informatie

Encyclopedie:
Sjabloon:Link externSjabloon:Link externSjabloon:Link extern
Externe websites:




Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 20 mrt 2016 14:56 (UTC)