Persoonlijke instellingen

Veilig werken

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteurs: Dick van der Knaap en Fred Eikelboom


Veilig de hobby bedrijven

Het is belangrijk dat we, ook bij het bezig zijn met onze hobby, proberen zo veilig mogelijk te werken. Daaraan schort het nog wel eens, ook bij modelspoorders. Vaak heerst er een houding van: "dat is allemaal onzin, teveel moeite" en meer van dat soort argumenten. En dan komt later, als het té laat is, het oude gezegde weer naar boven: "Als het kalf verdronken is, dempt men de put!" Beter is het dan ook om een ander oud gezegde ter harte te nemen: "Voorkomen is beter dan genezen." Daartoe moet iemand dan wél over wat kennis beschikken, want: "Een gewaarschuwd mens telt voor twee, bij modelspoorders zelfs voor twee-en-een-half!" Maar het blijft uiteindelijk eigen risico en eigen verantwoordelijkheid.

Let-op.jpg
 LET OP
Vergeet niet om de gebruiksaanwijzingen en waarschuwingen van de fabrikanten te lezen
én ze ALTIJD op te volgen
.

Dat voorkomt veel ongevallen, schade en droefenis.

Bij welke handelingen lopen we dan een verhoogd risico? Dat kan zeer divers zijn. In de onderhoofdstukken van het hoofdstuk Methoden, technieken en materialen komen er al een aantal aan bod.

Allerlei lijmen (oplosmiddelhoudend of oplosmiddelvrij)

Kunststoffen worden vaak verlijmd met oplosmiddelen, het zogenaamde "solvent welding". Daarbij worden diverse vloeistoffen gebruikt, die een gevaar voor de gezondheid kunnen vormen. Bedenk daarbij dat vloeistoffen ook door de huid kunnen dringen, dus het dragen van (wegwerp)handschoenen is weliswaar lastig, maar wel verstandig.
Het dragen van een stofmaskertje is daarbij tamelijk zinloos, want het helpt niet bij het voorkomen dat damp ingeademd wordt. Goed ventileren van de werkruimte, snel en zo kort mogelijk werken, is dan de boodschap. Dat geldt dus zowel voor gekochte lijmen, als voor gebruik van vloeistoffen zoals MEK of Bison ontvetter (bij polystyreen) en chloroform (bij acrylaten). In geval van twijfel kan altijd via een internetzoektocht achter de samenstelling van een middeltje gekomen worden: zoek naar het "Material Safety DataSheet" (MSDS), wat bij elke in de handel zijnde chemische stof wettelijk aanwezig hoort te zijn. Daarop zijn dan de samenstellende bestanddelen en de gevaren aangegeven. In Nederland wordt hiervoor het wettelijk verplichte "Veiligheidsinformatieblad" verstrekt (zie: "Meer informatie").

Let-op.jpg
LET OP
Secondenlijm is een geval apart. Dat zijn vaak cyanoacrylaten, die uitharden door water, bijvoorbeeld waterdamp uit de lucht. Maar ook kan water uit het menselijk lichaam onttrokken worden. In korte tijd zijn dan de vingers aan elkaar gelijmd. Snel met aceton behandelen kan dan de huid redden (hoewel aceton ook gemakkelijk door de huid het lichaam binnendringt). Handschoenen dragen is dus heel verstandig, of een hulpmiddel zoals een krom pincet gebruiken. Zorg in elk geval dat bekend is wat je te doen (staat op de verpakking) en zorg ervoor dat er hulp in de buurt is.

Spuiten van modellen

Dit gebeurt niet voor niets in een spuitcabine. Hier geldt eigenlijk hetzelfde wat ook hierboven bij de lijmen is vermeld. Extra bijkomstigheid is, dat er ook nog een fijne verfnevel gebruikt wordt. Daarom heeft een dergelijke cabine ook een afzuiging, met een afvoer die (wettelijk verplicht) de dampen buiten de spuitcabine in de buitenlucht transporteert. De verfnevel wordt in een filterinstallatie uit de afgevoerde lucht verwijderd. Gebruik zomogelijk met water verdunbare verf. Het inademen van de verfnevel is met een stofmasker te voorkomen, maar niet het inademen van oplosmiddeldampen!
Houd ook rekening met het ontstaan van lucht/damp mengsels, die vaak kunnen branden of exploderen. Eén vonkje is dan vaak voldoende voor een ernstig ongeval.

Etsen van messing en andere metalen

Hierbij wordt vaak met etsende, bijtende chemicaliën omgegaan. Daarom dus altijd handschoenen dragen. Uitgewerkte etsvloeistof hoort bij het chemisch afval, dus via het ophaalpunt van de gemeente afvoeren. Draag ook oude kleding, waarin bij morsen zonder bezwaar een extra gat mag komen.

Let-op.jpg
LET OP
Etsende, bijtende chemicaliën zijn zeer gevaarlijk!

Draag dus altijd vloeistofdichte handschoenen! Zorg ook voor een goede bescherming van de ogen, draag dus altijd een veiligheidsbril!

Snijden

Het moge duidelijk zijn, dat dit bij voorkeur gebeurt met zo scherp mogelijke messen. Daardoor is het verwondingsgevaar bij snijden heel waarschijnlijk. Bedenk steeds dat wanneer het mes uitschiet, vaak onbedoeld degene geraakt wordt die het mes vasthoud! Daarom is het verstandig "altijd alles van je af te snijden". Een stalen lineaal als geleider kan het werk bijzonder vergemakkelijken. Zet niet te veel kracht, snij desnoods in meerdere keren, laat het scherpe mes het werk doen. En een verstandig mens heeft zijn stalen lineaal liggen op het deel, dat behouden moet blijven, waardoor uitschieters slechts schade aanrichten aan het stuk dat toch al weggegooid wordt.

Schuren, slijpen en boren

Wees bedacht op het stof dat ontstaat. Zonodig kan hier een stofmaskertje worden gedragen. Ook het stof van bepaalde houtsoorten is schadelijk voor de gezondheid. Wanneer deze handelingen machinaal gedaan worden, bedenk dan dat slijpschijven de nare gewoonte hebben om onverwacht te breken, vooral bij pogingen een spoorstaaf door te zagen met bijvoorbeeld een miniboormachientje.

Let-op.jpg
LET OP
Wegspringende stukken van een slijpschijf of afgezaagde stukjes kunnen iemand lelijk verwonden, evenals metaalsplinters bij het boren.

Blijf dus alert en zorg dat niemand zich bevindt in de eventuele baan van het projectiel. Zorg bij dit soort werkzaamheden ook voor een goede bescherming van de ogen, draag dus altijd een veiligheidsbril!

Solderen

Wees erop bedacht dat we hier te maken hebben met hoge temperaturen. Zorg dat het werkstuk goed op zijn plaats blijft. Menige brandwond is al ontstaan doordat een werkstuk wegschiet. In een reflexbeweging probeert iemand dan het werkstuk op te vangen, pakt heet metaal of de soldeerbout vast, en het kwaad is al geschied.
Ook plastics kunnen slecht tegen hitte. Menige locomotiefkap is al gesneuveld door ongewenst contact met de soldeerbout. Dat geldt ook voor witmetaal. Dit is wel te solderen, maar alleen ervaren modelbouwers, die snel kunnen werken, krijgen dat voor elkaar.

Elektrische apparatuur

In Nederland gelden de NEN voorschriften. (zie onder bij "Bronnen")
In België gelden de voorschriften zoals in AREI aangegeven. (zie onder bij "Bronnen")
In Duitsland gelden de voorschriften zoals in VDE 0701/0702 aangegeven. (zie onder bij "Bronnen")

Let-op.jpg
LET OP
We dienen ons te houden aan Europese wetgeving c.q. normen. Deze richtlijnen/normen (die als wet gelden) worden z.s.m. in de wet van de Europese landen opgenomen.

Elektriciteit en veiligheid

Elektrische apparatuur wordt in een veiligheidsklasse ingedeeld. De meeste apparatuur valt in klasse 1 of klasse 2 (zie: "Meer informatie").
Elektrische ladingen die zich door het lichaam bewegen, kunnen daar veel schade aanrichten. Daarom is het nodig bij onze hobby voorzichtig met spanning/stroom om te gaan. De wetgever heeft in de norm NEN-EN-IEC 61558-2-7 een aantal criteria vastgelegd voor wat in de hobbysfeer nog als toelaatbaar geldt. Tevens is er de Europese richtlijn EN62115 waaraan apparatuur moet voldoen. Zie ook PELV en SELV.

Bepalend is het product van spanning (volts) en stroom (ampères). Met andere woorden: bij onverhoopt contact (aanraken van onder spanning staande delen), mag er niet te veel energie op het lichaam worden overgebracht.
De norm NEN 1010 biedt zekerheid en veiligheid voor laagspanningsinstallaties. De Arbeidsinspectie, bedrijven, instellingen, verzekeringsmaatschappijen én de wetgever beschouwen de norm als bindend. Het Bouwbesluit en de Arboregeling verwijzen ook naar NEN 1010. Serieus gebruik van de norm(en) is dus een vereiste.

Een goede gewoonte is, om elke mogelijk optredende situatie even door te rekenen. Als dit niet mogelijk is, stel dan de vraag op het forum van "Beneluxspoor.net" (zie: "Meer informatie"). Het kan nooit kwaad te weten wat bijvoorbeeld een trafo aan vermogen maximaal moet (kan of mag) leveren. Doorgebrande trafo's worden een kostbare zaak, die te vermijden is. Bovendien voorkomt het schade aan elektrische componenten/of doorsmeltende/verbrande bedrading.

Voor de dikte van de te gebruiken draden bij de te verwachten stroomsterkte, is helaas geen norm beschikbaar. Wél voor 230 V, maar niet voor onze zwakstroomtoepassingen. Een algemeen gebruikte vuistregel is, om per mm² oppervlakte van de draaddoorsnede 10 ampère te rekenen. Meet dan de draaddikte in mm met een schuifmaat, bereken het oppervlak van de doorsnede (mm×mm× π × ¼), en de toelaatbare stroomsterkte in ampères wordt gevonden. Dan blijkt bijvoorbeeld montagedraad voor electrische schakelingen (0,08 mm²) maar 0,8 ampère te kunnen hebben, waardoor het ongeschikt is om de rijspanning door te laten (die is al snel 1 A). Bovendien treedt in de bedrading spanningsverlies op door de inwendige weerstand van de draad. Dat hangt niet alleen van het materiaal af (koper is het meest gunstig), maar ook van de lengte en de diameter. Hoe dikker de draad, des te minder is de weerstand. Het bekende stugge installatiedraad (bruin, blauw) is 2,5 mm² en verdraagt dus maximaal ongeveer 16 A. Daarom wordt voor de stroomtoevoer naar de rails vaak een ringleiding van dit installatiedraad aangelegd. Vanaf de ringleiding gaan we dan naar de rails met 0,14 mm².

Klasse 1

("Geäarde apparatuur") vereist een isolatie tussen de netspanning en ieder aanraakbaar deel, welke een spanning van minstens 2120 V (topwaarde) doorstaat. Om te voorkomen dat doorslag optreedt door de lucht of over het isolatiemateriaal, moet er tussen de netspanning voerende delen en de aanraakbare delen een lucht- of kruipweg worden aangehouden van tenminste 3 mm. De apparatuur moet voorzien zijn van een dubbelpolige schakelaar, zodat de fase én de nul onderbroken kunnen worden.

Transformatoren (afgekort: trafo's)

De norm NEN-EN-IEC 61558-2-7 schrijft voor:
De kengetallen voor trafo's die circuits met aanraakbare spanningen voeden zijn: maximaal 24V, maximaal 20A en maximaal 200VA.
Die laatste waarde geeft aan dat 24 V en 20 A (ampère) niet samen kunnen gaan. Dus bijvoorbeeld: bij 24 V mag maximaal 8,3 ampère afgenomen worden, en de maximale uitgangsstroom bedraagt 10 ampère (zie citaat).
citaat;
" This Part 2-7 applies to stationary and portable, single-phase, air-cooled (natural or forced), transformers for toys and power supplies incorporating transformers for toys, having a rated supply voltage not exceeding 250 V AC, a rated supply and internal operating frequency not exceeding 500 Hz, a rated output not exceeding 200 VA and a rated output current not exceeding 10 A. "
einde citaat.

Let-op.jpg
Let op! Bij een modelspoortransformator mag de maximale uitgangsstroom niet meer dan 10 ampère bedragen.
Let-op.jpg
LET OP
Pas geen te zware trafo's toe bij de modelspoorbaan. In de handel zijn trafo's te koop met een uitgangsvermogen van 70VA. Is er meer vermogen nodig, dan moet een tweede trafo aangeschaft worden, enz.

Ga nooit experimenteren met een zware ringkerntrafo van bijv. 2 x 200VA of 2 x 300VA secundair! Ontstaat onverhoopt brand en constateert de verzekering dat iemand onoordeelkundig bezig is geweest, dan keert de verzekering geen cent uit! Ook hier geldt: "Bezint eer ge begint".

Lees voor de veiligheid ook het artikel Koppelen van trafo's of voedingen

Zekeringen toepassen

De norm NEN-EN-IEC 61558-2-7 schrijft voor dat een transformator, die voor modelspoor gebruikt wordt, òf kortsluitvast dient te zijn, òf dat, wanneer de kortsluitstroom van de secundaire wikkeling meer dan 20 ampère bedraagt, er een niet zelfherstellende voorziening aangebracht moet zijn, die de stroom van het primaire circuit onderbreekt.
Pas dus bij dergelijke transformatoren (bij het zelf bouwen van voedingen) een zekering (met de juiste waarde!) toe in het netspanningsgedeelte.
Het verdient echter aanbeveling om ook de secundare wikkeling(en) te beveiligen met één of meerdere zekeringen. Een vuistregel voor de waarde van de secundaire zekering is 1,2 maal de maximaal toelaatbare continuestroom.

Noot van de redactie;
Lees dit artikel over zekeren van de modelbaan.

Bij ringkerntrafo's is de de inschakel-piekstroom (Engels; inrush-current) dermate hoog dat er een dusdanig zware zekering nodig is, dat er bij dit type trafo's niet of nauwelijks onderscheid gemaakt kan worden tussen een inschakel-stroompiek en een daadwerkelijke kortsluiting. Aanbevolen wordt, om dan een elektronische schakeling in het primaire circuit op te nemen, die de trafo stapsgewijs (in tijd vertraagd) van meer spanning/stroom voorziet. Dan kan wél de juiste zekering toegepast worden.

Elektrische veiligheid door aarding/randaarde

In NEN 3140 zijn een aantal eisen opgenomen, waaraan apparatuur die op het elektriciteitnet wordt aangesloten moet voldoen, zoals:

Let-op.jpg
LET OP
Bij het zelfbouwen van schakelingen die op de netspanning zijn aangesloten, wordt omgegaan met levensgevaarlijke spanning! Zorg ervoor dat de schakeling in een deugdelijke behuizing zit, en dat het aansluitsnoer d.m.v. een deugdelijk trekontlasting in de behuizing gemonteerd is.

Indien de kast van metaal is, dient deze deugdelijk geäard te zijn (=voorzien van randaarde). Dit betekent dat alle aanraakbare delen geäard dienen te zijn.

  • De groen/gele aarddraad (indien aanwezig) moet langer zijn dan de andere draden. Dit zorgt er voor, dat wanneer het snoer uit de stekker wordt getrokken, de aardingsdraad als laatste losgetrokken wordt. Bij de meeste Nederlandse stekkers (andere naam voor "contactstop") is dit slecht uitvoerbaar of zelfs onmogelijk. Probeer dit echter wel zoveel als mogelijk aan te houden.
  • De ader-einden (het koperen gedeelte van een ader, dat in de stekkker bevestigd wordt) moeten deugdelijk door middel van draadhulsjes (ader-eindhulsjes) of iets dergelijks zijn afgewerkt. Deze ader-einden mogen niet gesoldeerd worden!

Polsbandjes bij werkzaamheden aan elektronica

Sluit een polsbandje (werk-aarde) NOOIT aan op de randaarde, maar koppel het aan het apparaat waar aan gewerkt wordt (mits dat niet met de aarde verbonden is).

Let-op.jpg
  LET OP!
Waarschuwing
Een werk-aarde NOOIT verbinden met de aarde van een elektriciteitsinstallatie. Waarom niet? De arme drommel die van een geäard polsbandje gebruik maakt en aan een netgevoed apparaat gaat werken en niet oplet...

Klasse 2

"Dubbelgeisoleerde apparatuur" vereist een isolatie tussen de netspanning en ieder aanraakbaar deel, welke een spanning van minstens 4240 V (topwaarde) doorstaat. Om te voorkomen dat doorslag optreedt door de lucht of over het isolatiemateriaal, moet er tussen de netspanning voerende delen en de aanraakbare delen een lucht- of kruipweg worden aangehouden van tenminste 6 mm.

Dubbelgeïsoleerde toestellen/apparaten, te herkennen aan de twee vierkantjes in elkaar, mogen NIET/NOOIT met een drie aderig snoer/ stekker met veiligheidscontact (=randaarde) worden aangesloten.
Deze moeten zijn voorzien van een euro-netstekker die één geheel vormt met het netsnoer, in de wandelgangen ook wel "platte stekker" genoemd. aanvulling "dubbele isolatie" door Eric B. BNLS-forum.

Snoeren/verlengsnoeren

Snoeren met aangegoten Eurostekker

Bij apparatuur voorzien van een snoer met aangegoten stekker, moet wanneer het snoer en/of de stekker beschadigd is, het gehele snoer vervangen worden door een identiek snoer met aangegoten Eurostekker. Hier is dus het monteren van een losse stekker verboden.

Verlengsnoeren

Verlengsnoeren op een haspel (kabelhaspels) dienen voor gebruik helemaal afgerold te worden, anders raken ze oververhit.

Bedrading voor buiten

Voor kabels en stekkerverbindingen voor het aansluiten van LGB- en andere buitenbanen moet gebruik worden gemaakt van waterdicht materiaal, dat minimaal voorzien is van een IP67 keurmerk. Zie hiervoor Documentatie en onderdelenlijsten rollend materieel. Anders bestaat het gevaar van kortsluiting. Ook de levensduur van niet-waterdichte aansluitconnectoren of stekkers is een punt van aandacht. Zie: IP-code. Meer over de IP-code. Meer over Waterdichtheid.

RoHS

Sinds 2011 is er de RoHS-richtlijn met als doel het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur te beperken.


Meer informatie

Encyclopedie:
Beneluxspoor.net:
Draadje/topic op het forum (over waterdichte aansluiting).
Externe website:
Meer over elektrische veiligheid.
Informatie over nen 3140.
Elektrische veiligheidsklasse.
Veiligheidsinformatieblad.
Diverse soorten veiligheidshandschoenen.


Bronnen



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 4 jun 2024 14:51 (UTC)