De BetuwerouteUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Hans van de Burgt
Nieuwe route, nieuwe technologieOp de Betuweroute tussen de Rotterdamse havens en Zevenaar zullen de goederentreinen gebruikmaken van bovenleidingen met 25.000 volt wisselspanning (25kV). Treinen op weg naar Duitsland schakelen, voor zij de tunnel inrijden, over op de voor het bestaande spoor gangbare spanning van 1.500 volt à 1800 volt gelijkspanning. In westelijke richting gaat dat andersom. Om dit mogelijk te maken, bevindt zich ten westen van de tunnel een stuk spoor van anderhalve kilometer lengte waar de locomotieven al rijdend kunnen omschakelen. Dit heet een spanningsluis. Dit omschakelpunt is te herkennen aan de overgang van de gebogen Betuwerouteportalen naar de rechthoekige portalen die het bestaande spoor kenmerken.
De spanningsluis komt ter hoogte van het viaduct in de Groessenseweg. In de buurt van de spanningsluis, ten noordwesten van de westelijke tunneltoerit, staat vanaf 2004 één van de drie energiebronnen die de Betuweroute van 25kV voorziet. Het is een duidelijk herkenbaar gebouw van ongeveer 30 meter lang en 30 meter breed. De andere twee zogenaamde 25kV-onderstations staan bij Tiel en Barendrecht. Het beveiligings- en waarschuwingssysteem van de Betuweroute reikt tot twee kilometer op Duits grondgebied. Zo kunnen treinen die uit Duitsland komen op tijd worden waargenomen. In totaal worden tussen de spoorwegovergang in De Methen en de grens ongeveer 300 kilometer kabels en leidingen vervangen.
Bovenleiding geeft Betuweroute gezichtOp dit moment verrijzen de eerste bovenleidingportalen langs het A15-tracé. Kenmerkend voor het bovenleidingsysteem van de Betuwelijn zijn de gebogen palen. Ze geven de zo karakteristieke "ronde vormgeving" van de Betuweroute goed weer. Samen met de geluidsschermen en het spoor krijgt de Betuweroute nu het gezicht van een echte, complete spoorlijn. In september 2004 werden de eerste palen van de bovenleiding geplaatst op het proefvak bij Papendrecht. In amper twee weken werd het bouwproces over een afstand van ruim vijf kilometer doorlopen. De werkzaamheden aan de bovenleidingen worden uitgevoerd door Strukton RailInfra in combinatie met het Duitse Fahrleitungsbau. Het betreft het tracé tussen de Sophia-spoortunnel en de tunnel in Zevenaar, een traject met een lengte van 104 kilometer. In het traject bevinden zich enkele aansluitgebieden, waardoor sprake is van vier verschillende bovenleidingsystemen:
Bouwproces: rechte en gebogen palenDe eerste stap in het bouwproces van de bovenleiding, is het plaatsen van de afspanpalen op de funderingen. Deze palen zijn recht en staan tussen het spoor en het geluidsscherm. De constructie van deze palen werd al besproken in het artikel Afspaninrichtingen in DIN en DLO. De gebogen portalen staan over het geluidsscherm aan de buitenzijde (zie foto hierboven). Bij de bovenleiding van de Betuweroute wordt gebruik gemaakt van aluminium armen. Deze zijn voor Nederlandse begrippen relatief nieuw; vroeger gebruikte men altijd ijzeren armen. Bovenleidingportalen Betuweroute in schaalIn onderstaande schaaltekening (schaal 1:87) zijn de gebogen bovenleidingportalen van de Betuweroute weergegeven. Zoals te zien is staan de funderingen van dit bovenleidingtype verder af van het hart van de rails. De positie is echter d.m.v. een schatting vastgesteld. Teneinde een vast punt te krijgen, zijn we uitgegaan van een lengte van de bovenste uithouder van 30 mm. Deze maat hebben we immers tot nu toe gehanteerd bij alle eerder besproken bovenleidingen. Zo op het oog, klopt nu ook de positie van de fundering. De constructie van het uithouderpakket is iets ingewikkelder dan die we eerder besproken hebben bij de moderne DIN-varianten. (Zie ter vergelijking ook het artikel DIN masten en -portalen.
Meer informatie
Verborgen categorie: |