|
|
Regel 44: |
Regel 44: |
| |Maker= Bert Pieters | | |Maker= Bert Pieters |
| }} | | }} |
− | In afbeelding 3 is één van de tussenliggende sporen volledig geïsoleerd van de overige sporen.<br>Sectie C wordt geschakeld op de sectie '''E''' of '''A''' en hierbij zijn de secties '''B''' of '''D''' stroomloos. Sectie '''A''' en '''E''' hebben een afwijkende polariteit.<br>Omdat sectie '''C''' meestal te kort is voor een volledige trein, is deze schakeling bij uitstek geschikt voor alleen lokomotieven, bijv. bij een lokdepot. Zie afbeelding 3. | + | In afbeelding 3 is één van de tussenliggende sporen volledig geïsoleerd van de overige sporen.<br>Sectie C wordt geschakeld op de sectie '''E''' of '''A''' en hierbij zijn de secties '''B''' of '''D''' stroomloos. Sectie '''A''' en '''E''' hebben een afwijkende polariteit.<br>Omdat sectie '''C''' meestal te kort is voor een volledige trein, is deze schakeling bij uitstek geschikt voor alleen locomotieven, bijv. bij een lokdepot. Zie afbeelding 3. |
| ---- | | ---- |
| === Toevoegen van een stopsectie === | | === Toevoegen van een stopsectie === |
Regel 55: |
Regel 55: |
| |Maker= Bert Pieters | | |Maker= Bert Pieters |
| }} | | }} |
− | Een verschil in polariteit veroorzaakt kortsluiting als er bijvoorbeeld een lokomotief over de scheiding rijdt en dat is uiteraard niet wenselijk. Om dat op te heffen is deze oplossing een optie.<br> | + | Een verschil in polariteit veroorzaakt kortsluiting als er bijvoorbeeld een locomotief over de scheiding rijdt en dat is uiteraard niet wenselijk. Om dat op te heffen is deze oplossing een optie.<br> |
| Sectie '''A''' en '''B''' worden gescheiden door stopsectie '''X''' (lengte iets meer dan de langste lok) die als beveiliging dient. Sectie '''A''' wordt geschakeld met schakelaar S1 en B met schakelaar S2. Volgens de getekende standen van schakelaars S1 en S2 hebben de secties '''A''' en '''B''' een verschillende polariteit en daardoor is sectie '''X''' stroomloos. Staan de beide schakelaars in dezelfde stand dan wordt '''X''' aangestuurd en kan er van '''A''' naar '''B''' gereden worden. Zie afbeelding 4. | | Sectie '''A''' en '''B''' worden gescheiden door stopsectie '''X''' (lengte iets meer dan de langste lok) die als beveiliging dient. Sectie '''A''' wordt geschakeld met schakelaar S1 en B met schakelaar S2. Volgens de getekende standen van schakelaars S1 en S2 hebben de secties '''A''' en '''B''' een verschillende polariteit en daardoor is sectie '''X''' stroomloos. Staan de beide schakelaars in dezelfde stand dan wordt '''X''' aangestuurd en kan er van '''A''' naar '''B''' gereden worden. Zie afbeelding 4. |
| ---- | | ---- |
Huidige versie van 13 dec 2024 om 12:09
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Bert Pieters - Bewerkt door Fred Eikelboom
In dit artikel behandelen wij analoge keerdriehoekschakelingen.
Onderstaand enige informatie voor de beginners op modelspoorgebied:
Dit betreft "tweerail".
De keerdriehoek
|
Afbeelding: 01
|
Hier ontstaat kortsluitingen
|
Tekening gemaakt door: Bert Pieters
|
Keerdriehoeken in een tweerailsysteem zorgen voor een behoorlijk groot probleem m.b.t. de polariteit.
Zoals in afbeelding 1 te zien is, ontstaat er bij wissel 1 een kortsluiting, omdat daar spoorstaven met verschillende polariteit bij elkaar komen. (rood en blauw)
Daarmee is ook duidelijk dat bij keerdriehoeken altijd één van de drie uiteinden een afwijkende polariteit heeft.
Dit geldt voor zowel analoog als digitaal. Dit leidt tot wat complexe schakelingen bij een analoge aansturing. Zie afbeelding 1.
De elektrische aansluitingen
|
Afbeelding: 02
|
Het aansluitschema
|
Tekening gemaakt door: Bert Pieters
|
In afbeelding 2 is één van de uiteinden (D) volledig geïsoleerd van de overige sporen. Sectie D kan geschakeld worden d.m.v. een schakelaar op de sectie B of F. Afhankelijk van de schakelstand is sectie C of E stroomloos. Wel is het zo dat de polariteit na het schakelen van sectie D niet altijd meer gelijk is aan sectie A, wat niet altijd wenselijk is.
Verandering van polariteit van de spoorstaven betekent dat niet meer van te voren duidelijk is welke kant de trein op gaat rijden wanneer de rijregelaar bedient wordt. Ook als de gemeenschappelijke min-leiding wordt toegepast kan dat problemen geven. Daarom is het verstandig om sectie D volledig geïsoleerd van de rest van de baan te maken. Zie afbeelding 2.
Schakeling voor bij het lokdepot
|
Afbeelding: 03
|
De schakeling voor bij het lokdepot
|
Tekening gemaakt door: Bert Pieters
|
In afbeelding 3 is één van de tussenliggende sporen volledig geïsoleerd van de overige sporen.
Sectie C wordt geschakeld op de sectie E of A en hierbij zijn de secties B of D stroomloos. Sectie A en E hebben een afwijkende polariteit.
Omdat sectie C meestal te kort is voor een volledige trein, is deze schakeling bij uitstek geschikt voor alleen locomotieven, bijv. bij een lokdepot. Zie afbeelding 3.
Toevoegen van een stopsectie
|
Afbeelding: 04
|
Aansturing met twee schakelaars
|
Tekening gemaakt door: Bert Pieters
|
Een verschil in polariteit veroorzaakt kortsluiting als er bijvoorbeeld een locomotief over de scheiding rijdt en dat is uiteraard niet wenselijk. Om dat op te heffen is deze oplossing een optie.
Sectie A en B worden gescheiden door stopsectie X (lengte iets meer dan de langste lok) die als beveiliging dient. Sectie A wordt geschakeld met schakelaar S1 en B met schakelaar S2. Volgens de getekende standen van schakelaars S1 en S2 hebben de secties A en B een verschillende polariteit en daardoor is sectie X stroomloos. Staan de beide schakelaars in dezelfde stand dan wordt X aangestuurd en kan er van A naar B gereden worden. Zie afbeelding 4.
Een ingewikkelder schakeling
|
Afbeelding: 05
|
Aansturing met drie schakelaars
|
Tekening gemaakt door: Bert Pieters
|
De schakeling van afbeelding 4, gecombineerd met de schakeling van afbeelding 2, geeft als uitkomst afbeelding 5.
Het geheel wordt schakeltechnisch wel een gecompliceerd geheel.
Meer informatie
Encyclopedie:
|
|
|
|
|
|
(Tweerail- of drierail)
|
|
Laatste wijziging: 11 jun 10:50 (CEST)
|