UithaalspoorUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Omlopen naar de voorkant van de trein via een uithaalspoorHet uithaalspoor bestaat hier uit een kort stuk rails bij een wissel (zie afbeelding 1) en dient voor het omlopen van de locomotief naar de andere zijde van de trein. Hierbij komt de trein vanaf de "vrije baan" het "wachtspoor" op, de locomotief koppelt af, de locomotief rijdt het "uithaalspoor" op, het wissel gaat naar de andere stand, de "loc" "loopt om" over het "omloopspoor", stopt en rijdt via het tweede wissel terug naar de voorkant van de trein en koppelt daar weer aan. De trein is dan gereed om, met de locomotief voorop, weer weg te rijden naar de vrije baan. De lengte van het uithaalspoorHet "uithaalspoor" mag niet te kort zijn, want de "loc" moet niet alleen op het "uithaalspoor" stil kunnen staan. Hij komt namelijk rijdend vanaf het linker wissel, remt (waarschijnlijk iets vertraagd) af door het vliegwiel op de motor en stopt voor het stootblok. Daar moet dan wel de ruimte voor zijn. Een hele lengte rails (± 22 cm) tussen het wissel en het stootblok is dan veel te kort. In de praktijk nemen we dus voor het "uithaalspoor" in schaal H0 een stuk van 40 cm, afhankelijk van de langste locomotief.
Maatregelen bij ontkoppelenVoor het ontkoppelen moeten we een mechanische- of elektrische ontkoppelaar inbouwen in het wachtspoor, vlak voor het linker wissel om de locomotief te kunnen ontkoppelen. Het is voor iemand die handig is zelfs mogelijk de elektrische ontkoppelaar op de scheiding tussen het wissel en de aansluitende spoorstaaf te monteren. StopsectieHet stoppen voor het stootjuk hoeven we niet zelf te regelen via de rijregelaar. We gaan de rechter spoorstaaf isoleren tussen het linker wissel en het "uithaalspoor" en een diode aansluiten (zoals hier). Een isolatielas dient in de +spoorstaaf aangebracht te worden, vlak bij het wissel. De rechterspoorstaaf (in rijrichting naar het stootjuk gezien de + wordt nu een ruime locomotieflengte voor het stootjuk onderbroken en over de onderbreking (=isolatielas) wordt een diode (type 1N4001) in sperrichting gesoldeerd. Het mooiste is dan dit met draden te doen en de diode onder de tafel te hangen. Het onderbroken deel vóór het stootjuk is nu bij vooruitrijden spanningsloos en de "loc" zal stoppen zodra deze geheel op dit onderbroken deel staat.
BesturingIndien we meerdere treinen op onze modelspoorbaan hebben, is het aangeraden om het wachtspoor/omloopspoor (dus het gedeelte tussen punt B en het stootblok) via een aparte rijregelaar (nummer 1) te bedienen. Anders gaan de andere treinen onverwacht rijden, wanneer we de reeds bestaande rijregelaar (nummer 2) bedienen. Passen we rijregelaar nummer 1 toe dan moeten we isolatielassen bij punt B aanbrengen.
Het elektrisch schemaWe gaan er van uit dat een isolatielas op punt A aangebracht is, in de spoorstaaf die met de + van de rijregelaar verbonden is (zie afbeelding 2). Nu monteren we een diode (1N4007) in sperrichting over de isolatielas. Vanaf de lichtaansluiting (geel) van rijregelaar 1 leggen we bedrading aan via een schakelaar (S) naar de ontkoppelaar. Vanaf de rijspanningsaansluiting van rijregelaar 1 leggen we bedrading (+ en -) aan naar het "wachtspoor" (en voor een goede stroomvoorziening eventueel ook naar het "omloopspoor"). Wanneer we elektromagnetische wissels hebben sluiten we die ook, via twee drukschakelaars, aan op de gele aansluitingen van rijregelaar 1. Meer informatie
|