KeerdriehoekschakelingenUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Bert Pieters - Bewerkt door Fred Eikelboom
In dit artikel behandelen wij analoge keerdriehoekschakelingen. De keerdriehoek
Keerdriehoeken in een tweerailsysteem zorgen voor een behoorlijk groot probleem m.b.t. de polariteit. Zoals in afbeelding 1 te zien is, ontstaat er bij wissel 1 een kortsluiting, omdat daar spoorstaven met verschillende polariteit bij elkaar komen. (rood en blauw) Daarmee is ook duidelijk dat bij keerdriehoeken altijd één van de drie uiteinden een afwijkende polariteit heeft. Dit geldt voor zowel analoog als digitaal. Dit leidt tot wat complexe schakelingen bij een analoge aansturing. Zie afbeelding 1. De elektrische aansluitingen
In afbeelding 2 is één van de uiteinden (D) volledig geïsoleerd van de overige sporen. Sectie D kan geschakeld worden d.m.v. een schakelaar op de sectie B of F. Afhankelijk van de schakelstand is sectie C of E stroomloos. Wel is het zo dat de polariteit na het schakelen van sectie D niet altijd meer gelijk is aan sectie A, wat niet altijd wenselijk is. Schakeling voor bij het lokdepot
In afbeelding 3 is één van de tussenliggende sporen volledig geïsoleerd van de overige sporen. Toevoegen van een stopsectie
Een verschil in polariteit veroorzaakt kortsluiting als er bijvoorbeeld een locomotief over de scheiding rijdt en dat is uiteraard niet wenselijk. Om dat op te heffen is deze oplossing een optie. Een ingewikkelder schakeling
De schakeling van afbeelding 4, gecombineerd met de schakeling van afbeelding 2, geeft als uitkomst afbeelding 5. Het geheel wordt schakeltechnisch wel een gecompliceerd geheel. Meer informatie
|