Ballasten van Mein GleisUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Lars-Christian Uhlig - Bewerkt door Dick van der Knaap
"Mein Gleis", super-realismeZowel in de uitgave van 1977 als die van 2009, wordt een maximum hoogte van de wielflens van 1,2 mm aangegeven. De afstand van de railstoelen tot de bovenkant van de spoorstaaf heb ik gemeten. Die bedraagt bij Weinert ongeveer 1,35 mm. We kunnen zelf bij ons materieel meten, om te zien of het lukt. Een paar wielen van Kleinmodellbahn heeft bijvoorbeeld een flenshoogte van bijna 1,2 mm en rijdt daardoor zonder problemen over de railstoelen. Een Märklin Pwgs 41 heeft wielen met een flenshoogte van meer dan 1,4 mm en komt daardoor niet zonder te ratelen over de railstoelen. Märklin wielen zijn dus onbruikbaar. De Fleischmann VT 95 had problemen om, zonder te ratelen, over het spoor met stalen dwarsliggers van Tillig te komen. De flenshoogte van ongeveer 1,25 mm is overigens ook groter dan de norm. Anderszins is tussen de railstoelen en de bovenkant van de spoorstaaf bij de Tillig stalen dwarsliggers ook hier-en-daar slechts iets meer dan 1,2 mm ruimte (is niet bij elke dwarsligger zo krap). Op de Weinert-rails functioneren ook deze wielen, die ik na de ombouw van de VT 95 naar RP 25 nog bewaard had voor testdoeleinden. Ik hoop, dat dit bij het inschatten een beetje verder helpt.
Verder nu met het aangekondigde schilderen van de rails. Behandeling van de railstoelenAls eerste laag heb ik, na het verwijderen van de spoorstaven, grijsbruin gebruikt. Dat werd verkregen door mengen van Vallejo-kleuren en daarna met de airbrush opgebracht. Door de aansluitende stappen wordt deze relatief lichte kleur weer iets donkerder. Het spoor moet er aan het eind van de behandelingen echter opgebleekt en sterk verouderd uitzien. De railstoelen worden aansluitend met een roestkleurige verf behandeld. Daarbij heb ik slechts zeer weinig verf uit de vrije hand over de railstoelen gespoten. De spoorstaven worden eveneens met deze kleur bewerkt. De zeer fijn gepigmenteerde kleuren van Vallejo en Gunze Sangyo verhullen de nerfstructuur van het hout aan de bovenkant van de dwarsliggers niet. In detail ziet dat er zo uit: (zie: afbeelding 04) Als volgende laag komt nu met aanstekerbenzine verdunde olieverf aan de beurt, waardoor een grijsgroen oppervlak zou moeten ontstaan. Met een fijn penseel wordt het op de dwarsliggers en de railstoelen aangebracht. De pigmenten vullen vooral de houtnerfstructuur en de hoekjes van de railstoelen (zie: afbeelding 05). Met de op proef weer aangebrachte spoorstaven wordt hier deze fase van het werk vastgelegd (zie: afbeelding 06). De olieverf droogt relatief langzaam, waardoor nu eerst een droogpauze moet worden ingelast, voordat er verder wordt gegaan met de volgende verflagen en het ballasten. De olieverf is zo'n beetje droog, zodat ik nu verder kan werken. Na de laatste foto's had ik nog een keer een dun laagje bruinachtige olieverf op de dwarsliggers aangebracht, omdat de kleur mij iets té groen was. Na een dag drogen heb ik daarna de spoorstaven en de railstoelen met gebruiksklare washing "Standard Rust Effects" van MIG meerdere keren behandeld (zie: afbeelding 06). Het gaat hier om een relatief dunvloeibare oplossing met heel fijn gemalen roestrood gekleurde pigmenten (let op het meervoud. dus niet: "gekleurd pigment"). Daardoor moet de gelijkmatige roestkleur van de rails onregelmatiger en daardoor levendiger worden. Omdat het een zijspoor betreft, waarop geen treinverkeer plaatsvindt, moet de kleur van de rails overwegend roestroodbruin blijven. Daar, waar treinen rijden, zijn de rails en ook het ballastbed meer bruinachtig door wat achterblijft bij het remmen. Op opstel- of rangeersporen is dit remstof niet aanwezig. Ter voorbereiding van het "landschap" rechts en links van de rails heb ik het oppervlak van het hout met omberkleurige dispersieverf geschilderd (zie: afbeelding 07).
Aansluitend heb ik gezeefde fijne aarde opgebracht (zie: afbeelding 08 en 09). Die werd eerst in de bakoven bij 70 graden gedesinfecteerd.
Na het drogen was het dan eindelijk zo ver, dat het ballastbed kon worden aangebracht. De steenslag hebben wij voor ons projekt Walburg (zie: "Meer informatie") zelf gezeefd. Hier werd er een mengsel gebruikt, bestaande uit het (eerder grove) steenslag voor hoofdsporen (korrels van 0,7–1,0 mm) en fijn steenslag voor secundaire spoorlijnen (0,5–0,7 mm). Zodoende werd de indruk gewekt dat hier een oud spoor ligt, wat al meerdere keren is vernieuwd/hersteld. Deze laatste foto toont de toestand voor het behandelen met impregneermiddel (zie: afbeelding 11). Pas daarna krijgen rails en ballastbed hun uiteindelijke kleur.
De volgende stappen bij de verdere bouw van mijn "voorbeeldspoor" laat ik nu zien. Hier is thans het verlijmde ballast te zien. Het is, ten opzichte van onverlijmd ballast, maar een tikje donkerder, maar het ligt dan ook compacter op elkaar (zie: afbeelding 12). Voor het verlijmen heb ik wateroplosbaar impregneermiddel gebruikt, dat met een pipet wordt ingedruppeld. Voor betere bevochtiging wordt de hele rails met bedding tevoren nog voorbereid door besproeien met water met een drupje afwasmiddel.
Omdat het ballastbed er naar mijn smaak nog té nieuw uitzag, wilde ik het nog iets verouderen. Daarom heb ik het Vallejo Wash in Sepia nogmaals met water verdund en daarna met de kwast op rails en ballastbed aangebracht. Helaas bleef op de dwarsliggers deze washing nog als zijdemat laagje achter. Daarom heb ik het oppervlak van de bielzen weer met een wattenstaafje met isopropanol afgewreven. Op de laag daaronder, de olieverf, heeft dat geen effect (zie: afbeelding 13). BegrassenBij de overgang van ballastbed naar "kale grond" zijn de sporen van de washings overigens terug te vinden. Na het aanbrengen van groen, zal dat echter niet meer opvallen. Nadat de kleur van ballast en rails enigszins voldeden aan mijn voorstellingen, werd het groen aangebracht. Eerst werd de rails met crepe plakband afgedekt, zodat niet te veel groene draadjes in het ballastbed bleven hangen (zie: afbeelding 14). Daarna heb ik de lage begroeiïng bij het spoor (mos en dergelijke) met fijne vlokken van "Woodland Scenics" nagebootst (zie: afbeelding 15). De foto is 's morgens bij daglicht gemaakt, waardoor het iets blauwer lijkt dan op de andere foto's. In de volgende stap heb ik dan korte (2 mm) grasvezels onregelmatig elektrostatisch aangebracht (zie: afbeelding 16). Ik heb vooral lichtere vezels gebruikt, om enigszins verdorde begroeing voor te stellen. Het mengsel van vezeltjes heb ik zelf volkomen willekeurig gemengd uit een aantal verkrijgbare kleurnuances. Naar de rand toe heb ik steeds langere vezels erdoor gemengd. Omdat na elke behandeling een droogpauze noodzakelijk is, duurt het aanbrengen van het groen tamelijk lang. De spijker vooraan in de grondplaat (zie: afbeelding 15) dient overigens voor de aarding van de elektrostaat. De overige foto's werden gemaakt bij het licht van een enkele bureaulamp, bij gebrek aan daglicht. Tenslotte heb ik aan de rand van het ballastbed nog enkele bosjes uit beige vezels geplaatst (zie: afbeelding 17). Tenslotte moet de omgeving van dit spoor een situatie aan de rand van het station in de late zomer voorstellen.
Hier is nu het spoor en zijn omgeving gereed. Als er dan met een wagen op het spoor wordt gerangeerd, zou het er kunnen uitzien als op foto 18. Bij de spoorstaven boven de dubbele dwarsliggers zijn geen raillasplaatjes te zien. Ten eerste had ik die niet op voorraad, ten tweede speelde de overweging dat in de loop der tijd bij de spoorwegen steeds meer rails werd gelast, zonder dat de dwarsliggers werden vernieuwd – en natuurlijk heb ik deze situatie als voorbeeld genomen.
Tenslotte nog een paar overzichtsopnamen. De Brawa Kmmks 51, zo uit de fabriek, is slechts te gast (zie: afbeelding 19). Meer informatie
Overgenomen van "https://encyclopedie.beneluxspoor.net/index.php?title=Ballasten_van_Mein_Gleis&oldid=52442"
Verborgen categorie: |