BasisvormenUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie door Martin Hilvers (overleg | bijdragen) op 3 apr 2020 om 12:01
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Bron: Nederlandse Wikipedia - Bewerkt door Hans van de Burgt - Update door Fred Eikelboom
WisselEen wissel (in vakjargon 'het wissel'), is een constructie in een spoorweg om een trein naar een ander spoor te leiden. Een wissel realiseert dus een fysieke vertakking in het spoorwegnet. Wissels vormen meestal een onmisbaar deel van een spoorwegknooppunt.
Engels wisselEen Engels wissel is een constructie op een plek waar te weinig ruimte is om twee wissels te combineren. Een Engels wissel is ook te zien als een kruising, met de mogelijkheid op het kruisende spoor 'over te stappen'. Dit is zo een groot voordeel dat men op een spoorwegemplacement maar weinig vaste kruisingen zal aantreffen, maar des te meer Engelse wissels.
De maximumsnelheid waarmee een Engels wissel bereden kan worden is lager, namelijk 80 kilometer per uur. Op de vrije baan treft men het dan ook niet zo vaak aan. Er bestaan twee variëteiten: 'heel Engels wissel' en 'half Engels wissel'. Bij een half Engels wissel - dat niet zo vaak voorkomt - is één van de 'overstapmogelijkheden' weggelaten.
KruiswisselEen kruiswissel is bij de spoorwegen een combinatie van vier wissels en een kruising. Door deze constructie is het mogelijk in beide richtingen van het ene spoor op het andere te komen. Een groot voordeel van een kruiswissel is dat als een doorgaand spoor inclusief de twee wissels bezet is, het andere doorgaande spoor ook nog bruikbaar blijft. Eventueel kunnen in een kruiswissel één- of meer wissels vervangen worden door een Engels wissel. Op een groot emplacement zijn daar vele voorbeelden van te vinden.
KopspoorEen kopspoor is een doodlopend spoor bij een spoor- of trambedrijf, waardoor de trein- of tram alleen verder kan door over het aankomstspoor in tegengestelde richting terug te rijden. Dit heet in spoorwegjargon 'kop maken'. Dit heeft als consequentie dat het materieel dat van kopsporen gebruik maakt tweerichtingsmaterieel moet zijn, dus met aan beide zijden een stuurstand, maar het kan ook betekenen dat het trekkende voertuig (de locomotief) om moet lopen, waarbij de loc via een parallelspoor naar de andere zijde van de trein wordt gereden. Een uitzondering hierop vormt een kopspoor dat deel uitmaakt van een keerdriehoek, bedoeld om eenrichtingsmaterieel te laten keren. Sommige stations kennen alleen kopsporen, zoals Den Haag Centraal; men spreekt dan van een kopstation. Kopsporen zijn in de regel voorzien van een stootjuk (soms abusievelijk 'stootblok' genoemd) waardoor het er achter liggende stationsgebouw en de trein worden behoed voor een botsing in het geval dat een trein niet tijdig stopt. Stootjukken zijn verkrijgbaar in verschillende vormen. Artitec heeft een model in haar collectie:
KopstationKopstations in Nederland:
A: Stationsgebouw staat loodrecht op de sporen.
ZakspoorEen zakspoor is een kopspoor, met aan beide zijden een perron. Deze constructie komt voor bij stations met een breed eilandperron, waarbij een bepaalde treindienst (meestal een korte stoptrein) het betreffende station als eindpunt heeft. De term is afgeleid van het Franse Cul de sac of het Duitse Sackgasse (doodlopende weg). Hoewel er een perron is aan weerszijden van het spoor, mag er meestal maar aan een kant worden in- en uitgestapt. Hierdoor kan de conducteur beter toezicht houden op het moment dat hij het vertreksein geeft.
Meer informatie
|